verbonden is. Zij diende als meid bij mej. de wed. W. te Brummen en was om haar oppassen zeer bemind, doch kreeg voor een paar weken koorts, zoodat mej. W. haar onder geleide der werkvrouw per rijtuig naar haar nog al wel- gestelden vader te Loenen zond. Het schijnt, dat haar vader en stiefmoeder haar noode zagen komen en den volgenden morgen weder weggejaagd hebben; een ziekelijke broeder heeft haar naar Brummen geleid, doch onderweg schijnt de koorts haar verstand zoo beneveld te hebben, dat zij niet wist wat zij deed. Zij is ten minste haar broeder ontvlucht en in de struiken gekropen, zoodat hij en anderen, die zich bij hem voegden, haar niet konden vinden. Den volgenden dag heeft men het zoeken voortgezet, doch zonder beter gevolg; den derden dag heeft men haar eindelijk geheel uitgeput en doodelijk ziek gevonden, zoodat zij twee geheele dagen en nachten in den regen buiten gelegen heefthierop heeft men haar naar haar broeder gebracht, alwaar zij na een zorg vuldige verpleging van I 1 dagen overleden is. Gistermorgen kreeg te Rotterdam een 26-jarig werkman, terwijl hij met een lier werkzaam was op den tweeden spoorwegpijler in de de Maas, een slag van den slinger van dat werk tuig, waardoor hij in den ketel viel waarop de pijlers gebouwd worden, terwijl de slinger in de Maas neerkwam. De werkman is aan het voor hoofd en een zijner beenen vrij ernstig verwond, en naar het Ziekenhuis vervoerd. Gistermiddag is een 14-jarige smids- jongen, werkzaam op de fabriek der Ned. Stoombootmaatschappij te Fijenoord, door een der ladingpoorten van het aldaar nieuw gebouwde stoomschip Hollandbij ongeluk in de Maas gevallen en verdronken. Hoewel hij spoedig werd opgehaald door matrozen van het Rijksstoomschip Sambasen geneeskundig behandeld, waren de levensgeesten niet meer op te wekken. Uit Middelburg wordt gemeld: Dins- dag heeft de Justitie zich naar de naburige gemeente Serooskerke begeven, om onderzoek te doen naar de oorzaak van den Maandag aldaar plaats gehad hebbenden brand. Er schijnen zware verdenkingen te zijn gerezen tegen den bewoner van het perceel, by wien de brand is uitgebroken; het vorige jaar is bij denzelfden persoon eveneens eene schuur door den brand vernield. De jaarlijksche proefnemingen met de te Eierland en aan den Koog gevestigde red dingbooten der N.- en Z.-Hollandsche Redding maatschappij hebben weder met goed gevolg plaats gehad. Ook de proeven met den vuurpijltoeslel mogen als uitstekend gelukt beschouwd worden. Uit Sas-van-Gent wordt gemeld, dat Dinsdag door de maréchaussée aldaar gearresteerd is en Woensdag naar de hoofdplaats van het arrondissement Goes overgebracht de heer A. A. V., notaris aldaar. Omtrent de aanleiding lotdeinhech- tenisneming van de van kindermoord verdachte vrouw in Den Haag, wordt nog het volgende medegedeeld: Werkelijk heeft de jonge vrouw juist een maand geleden een kind het leven geschonken, dat eenige dagen daarna uit het water werd opge haald. Zij zou de pasgeborene in het water hebben geworpen, zonder daarvan iets aan iemand te hebben medegedeeld en den volgenden dag vertoonde zij zich in de buurt, alsof er niets ware gebeurd. De misdaad bleef nog tot jl. Dinsdag-namiddag onder den sluier des geheims, maar kwam daarna aan het licht bij gelegenheid van een twist. Onder de buren, die dej twistenden hadden aangehoord, bevond zich een politiebeambte, die zich herinnerde dat. eenige weken te voren een kinderlijkje in de nabijheid was opgehaald. Van hetgeen hij had vernomen gaf hij kennis aan den commissaris van politie, den heer Wulffers, die dadelijk de zaak verder onderzocht. De vrouw moet, naar men zegt, reeds tot een volledige bekentenis gekomen zijn. Gistermorgen is te Amsterdam uit de Oude Schans bij den Montalbaansloren opge- vischt het lijk van een man, een hondje in den arm hebbende. De arrond.-rechtbank te Sneek heeft gisteren uitspraak gedaan in de zaak van J. S. De B., te Oosterend, die op Zondag 7 Juni jl., door bet inwerpen van drie zware steenen door eene glasruit in het gebouw der christelijke school te Oosterend, de godsdienstoefening, welke door Ds. M. Sjoerds geleid werd, heeft zoeken te ver storen en bij die gelegenheid aan een der aan wezigen eene wonde toegebracht, waarvan bloed storting het gevolg is geweest. Beklaagde, die alles bekend heeft en tegen wien het O. M. den eisch van 6 maanden cellulaire gevangenisstraf benevens eene geldboete van f 25, eene van S en ver oordeeling in de kosten had ingesteld, werd gisteren veroordeeld tot eene cellulaire gevange nisstraf van 3 maanden en tot betaling der boeten en kosten. BUITENLAND. Frankrijk. De Nationale Vergadering heeft gisteren met 424 tegen 205 stemmen verworpen een voorstel van Pouyer-Quertier, om bons uit te geven, aflosbaar over dertig jaren en gegarandeerd door de opbrengst der spoorwegen. De heer Patin, vaste secretaris van de Fransche Academie, heeft in hare jongste zitting een brief voorgelezen van de weduwe van Jules Janin, waarin zij schrijft dat zij de rijke biblio theek van wijlen haren man ten geschenke geeft aan de Academie. Zij verbindt daaraan slechts éene voorwaarde; namelijkdat de kostbare boeken geplaatst worden in eene bijzondere zaal, die den naam zal dragen van haren man. Ouixschland. Eenige uren na den aanslag op Bismarck ont ving de directeur van politie te Maagdenburg per telegraaf uit Kissingen den last, to Neustadt bij de ouders van den dader Eduard Frans Lode wijk Kullmann eene huiszoeking te doen. De directeur begaf zich met den procureur-generaal daarheen, doch volgens de Magdeb. Zeilung heeft men er niets gevonden, dat kon gerekend worden met de zaak in verband te staan. De vader verklaarde niet eens te weten dat zijn zoon zich te Kissingen bevond, daar hij naar Hamburg op reis was gegaan. Tegelijkertijd werd een huiszoeking gedaan bij pastoor Stoermann te Salzwedel. Aanvankelijk werd gemeld dat Kullmann lid was van de Ka tholieke gezellen-vereeniging aldaar, waarna de heer Schafler, president van zoodanige vereeniging te Keulen, aan de redactie der Köln. Zeilung had verzocht mede te deelen, dat er te Salzwedel geen gezellen-vereeniging bestond. Uit hetgeen nu van daar aan de Germania wordt geschreven, blijkt dat de heer Schafler gelijk heeft, maar dat er te Salzwedel eene Katholieke Mannen-Vereeni ging bestaat en dat Kullmann ruim een jaar geleden eenige maanden aldaar heelt doorgebracht en zoolang lid van die vereeniging is geweest. In hoever dat vioeger lidmaatschap nu aanleiding kan hebben gegeven tot eene huiszoeking bij den pastoor, is echter onmogelijk na te gaan. In- tusschen heeft ook eene huiszoeking plaats ge had bij genoemden heer Schafler te Keulen en by een paar leden van het bestuur der Katho lieke gezellen-vereeniging te Berlijn, ofschoon Kullmann aldaar nooit lid schijnt te zijn geweest. In verschillende berichten uit Neustadt wordt Kullmann voorgesteld als een eerste liefhebber in het pistoolschieten. Reeds in z'yne jeugd was die liefhebber'y zoo sterk, dat de werkbaas, hij wien hij in de leer was, hem de pistolen moest afnemen, omdat hij zich meer in het schieten dan in het werk oefende. Hieruit ontstond een hevige twist, ten gevolge waarvan de meester hem wegzond. Daarna is hij op andere werk plaatsen in dienst geweest, tot hij in het najaar van 1873 met een kameraad te Maagdenburg tot drie maanden gevangenisstraf werd veroordeeld, omdat zij te zamen den zoon van hun werkbaas, uit wraak over een klacht, met een paar messen gevaarlijke wonden hadden toegebracht. Hoe het toen verder met hem is gegaan, is evenals al het overige omtrent zijn leven, bij onderlinge vergelijking van de berichten, eenigszins raadselachtig. Volgens den Neuslddter Anzeiger was hij echter in de Pink- sterweek van dit jaar in dienst bij de gebr. Welsch te Neustadt en moet hij toen in de werkplaats hebben gezegd, dat hij near Berlijn wilde gaan om Bismarck uit de wereld te hel pen. Zijn vader, een bejaard rnan, overal zeer geacht, is vischkooper van beroep. Zijne moeder bevindt zich reeds sinds een jaar in het krank zinnigengesticht te Halle. Volgens de National Zeilung zou het zich hebben beves tigd, dat Bisrnarck den dader gesproken heeft. Het blad verhaalt zelfs, dat deze hem ronduit heeft ver klaard, reeds lang voornemens te zijn geweest om hem om 't leven te brengen en dat hij te dien einde te Berlijn was gekomen, maar toen geen gelegenheid had gevonden om zijn plan ten uit voer te brengen. Bismarck moet daarop altoos volgens de Nat. Ztg. hebben gezegd: „Dan houdt alles op; wanneer reeds mijn eigen land- genooten mij willen vermoorden, wat zullen dan mijne buitenlandsche vijanden doen I" Als het waar is wat uit Dusseldorf aan den Brusselschen Echo du Parlement wordt geschre- ven, dan heeft een zoon van Bismarck Maandag- een officier in een tweegevecht doodelijk gewond. De bedoelde zoon, student te Bonn, had namelijk twist gekregen met den luitenant Zarskow, in garnizoen bij de infanterie te Dusseldorf, en was Maandag aldaar aangekomen om met hem te duëlleeren. Er was bepaald dat er op een afstand van tien passen drie kogels zouden worden gewis seld en reeds bij het eerste schot kreeg de officier een kogel in den onderbuik, ten gevolge waarvan hij twee uren later is overleden, terwijl de jonge Bismarck met zijn getuigen inmiddels naar Bonn was teruggekeerd. De generaal-majoor von Voigts Rhetz is benoemd tot Duitsch gevolmachtigde voor het Congres te Brussel over oorlogsrecht. Op de spits van den toren der kathedraal te Metz woei, gelijk men weet, nog alt yd de Fransche driekleur. Eenmaal moest zij toch ver wijderd worden. Er werd dan ook 100 thaler uitgeloofd. Het leven was daarmede gemoeid. Wanneer de wakkere klimmer op de in gothischen stijl gebouwde torenspits was gekomen, moest hij nog over een grooten verscheidene voeten breeden kogel loopen en dan, 260 voet boven den grond, nog een kleineren kogel bestijgen om den vlaggestok te bereiken. Een pionier, een Brandenburger, bood aan het waagstuk te volbrengen. Met volle muziek marcheerde Zaterdag 11 dezer, kort na den middag, een detachement naar het plein vóór de kathedraal, waai bij zich de pionier bevond, die zeker was van de overwin ning. De moedige man ving zijn werk aan, dat verscheidene uren duren zou. Eerst werden van de gaanderij, waarop zich de toren verheft, twee staven, een voet van elkaar verw'yderd, over den grooten knop gelegd die zich aan de spits bevindt en de daarop gelegde stangen door soldaten vastgehouden. De pionier had groote spijkers in zijn zak en een hamer in de hand, waarmede hij de spijkers in den bol sloeg, ten einde ze als trappen te doen dienen. Op deze wijze steeg hij langzaam naar boven. Op den grooten kogel gekomen, gleed de onversaagde man eens klaps uit. „Hij valt!" klonk het uit den inond van duizenden, die beneden stonden of uit de vensters het schouwspel gadesloegen. Maar de Brandenburger viel niet, en steeg onvei'schrokken hooger, tot hij den vlaggestok bereikt had. Nog eenige voeten en de driekleur viel en in hare plaats bevestigt de pionier een reusachtige zwart- wit-roode vlag, die hij medegebracht had. Daarop klom hij naar beneden, nadat hij den grooten kogel zooveel mogelijk weder blank gepoetst had. Na verloop van ongeveer vier uren stond hij weder op vasten bodem. Hij had zijn taak volbracht. De officieren drukten hern de hand; alle Duit- schers juichten en onder het schetteren der muziek marcheerde de troep weder af. Spanje. De Carlisten zijn in volle werkzaamheid. De staf en de hoofdmacht zijn Biscaye binnengetrokken. Bilbao, reeds van de landzijde ingesloten, wordt door hen ook met insluiting van de zeezijde be dreigd, daar de scheepvaart op de Nervion gevaar loopt. Verder hebben zij Cuenza, een stad 84 mijlen ten zuidoosten van Madrid gelegen, aan gevallen. Het garnizoen verdedigt zich moedig en troepen zijn uit Madrid afgezonden tot ontzet. Terwijl de Carlisten zoo diep in Spanje een stad aanvallen, wordt het Noorderleger door ziekte geteisterd. Het trekt dan ook op de Ebro terug; Zabala heeft z'yn hoofdkwartier te Logrono; ook generaal Moriones trekt terug. In de eerste drie weken kan men geen veldslag verwachten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1874 | | pagina 2