LEIDSCH
DAGBLAD.
N°. 4408.
A0. 1874.
Vrijdag
26 Juni.
STADS-BERICHTEN.
UIT HET GEMEENTEVERSLAG.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maandenf 1.
Afzonderlijke Nommers0.02.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven,
PRIJS DER ADYERTENTIEN:
Groolere lellers naai- plaatsruimte.
De BURGEMEESTER, Hoofd van het Gemeentebestaar van
Leiden, doet te weten, dat aan den Ontvanger der directe belas
tingen alhier is ter hand gesteld een, op den 24sten dezer
maand, invorderbaar verklaard kohier voor de belasting op het
personeel, dienstjaar 1874/5, houdende aanslagen voor wijk 4,
terwijl ieder verplicht is zijn aanslag op den bij de wet bepaal
den voet te voldoen.
En wordt deze door plaatsing in de Leidtche Courant afge
kondigd.
De Burgemeester voornoemd,
v. d. BRANDELER.
Leiden, 25 Juni 1874.
IV.
Onder de afdeeling „Kunsten en Wetenschap
pen" komt zeker een eerste plaats toe aan de
Maatschappij voor Toonkunst, die in '73 189
leden telde en in het laatste kwartaal van dat
jaar 389 leerlingen. Omtrent de Leidsche Zang-
vereeniging komt de bijzondere mededeeling voo^,
dat zij zich voorstelt, rnel afwijking van den tot
nu toe gevolgden regel om telkens na een tijds
verloop van twee jaren een muziekfeest te hou
den het eerstvolgend feest te doen samenval
len met de academische feesten in 1875, zeker
een verblijdend nieuws, waarbij wy den wensch
niet kunnen onderdrukken, dat dit lofwaardig
pogen om den luister der Leidsche festiviteiten
te verhoogen alle stadgenooten moge aansporen
orn te beginnen met mede te werken tot een
waardige viering der aanstaande Octoberfeesten.
Den toestand van alle hier ter slede bestaande
vereenigingen na te gaan zou ons te ver voeren;
éen echter mogen wij niet onvermeld laten, de
Leidsche Maatschappij der Nederlandsche Letter
kunde, die nog onlangs van zich deed hooren door
het benoemen van verscheiden nieuwe leden. Be
halve de vorstelijke personen telde zij in het
afgeloopen jaar 4 eereleden, 481 gewone en 194
buitenlandsche leden. Uit is althans een blijk van
belangstelling ook in letterkunde binnen Leiden,
waaraan men schier zou gactn twijfelen.
Een inzage van een aan het eind van het Ver
slag voorkomenden staat van beroepen en bedrij
ven zou tot zeer eigenaardige bespiegelingen en
gevolgtrekkingen aanleiding kunnen geven. Hoe
b. v. zouden 36 boekverkoopers binnen Leiden
een bestaan vinden, als het geen academiestad
was? Waar zou men met 143 brood- en koek-
verkoopers blyven zonder den bekenden snoeplust
der lagere volksklasse? Minder verklaarbaar is
het enorme cijfer 58 voor onze haarsnijders en
baardscheerders, naast 27 oudijzerkoopers en 52
uitdragers, terwijl integendeel 21 restaurateurs,
het groot aantal alhier studeerenden in aanmer
king genomen, zeker niet overdadig mag heeten.
Volgens ons staatje telt de sleutelstad maar éen
verlakker binnen onze murenhoeveel verlakkers
in overdrachtelijken zin er wel worden gevon
den, wordt tot onze spijt niet vermeld.
Een belangrijke bron van toenemende welvaart
is de handel in vee. Gedurende 1873 toch be
droeg de omzet daarvan het kolossale cijfer van
5,836,915, zijnde ruim zeven en een halve ton
gouds meer dan het vorige jaar. Dat mag zeker
een bewijs van buitengewoon grooten vooruitgang
worden genoemd en wel eens in aanmerking
genomen worden door hen, die zich Leiden zon
der de hoogeschool als een stad zonder welvaart
voorstellen. Wel is de academie de hoofdbron
van den bloei onzer stad, maar vergeten wij niet
welk een groet vertier de fabrieksnijverheid en
de veehandel hier verschaffen.
In nauw verband daarmede staan de verhoogde
cijfers van de opbrengst der Hollandsche IJzeren
Spoorweg-Maatschappij van en naar het hoofdsta
tion Leiden, uitmakende in het geheel de som van
200,007.83, terwijl het aantal stuks vee dat op
dat gedeelte der lijn in 1873 werd vervoerd geza
menlijk 48,160 bedroeg en het aantal reizigers
in '72 tegenover dat in '73 de verhouding aan
geeft van 260,443 en 277,491.
Onder de opgaven betrekkelijk de telegraphie
komt de zinsnede voor dat geen enkel bericht,
waarvan het adres kon gevonden worden, on be
steld bleef liggen. Zeker niet meer dan betame
lijke plichtsvervulling.
De totaal-indruk van het „Verslag van den
toestand der gemeente Leiden in 1873" mag niet
ongunstig heeten. De hoofdbronnen van welvaart
bloeiden, en ook op menig ander gebied is voor
uitgang op te merken. Echter valt ook op min
der gunstige toestanden te wijzen, waaronder
wij vooral de rioleering noemen. Moge het vol
gend Verslag bewyzen, dat uit het thans versche
nen boekdeeltje over '73 de noodige leering is
getrokken ter verbetering van veel wat nog te
wenschen overlaat!
LEIDER, 25 Juni.
Tot lid van het Prov. Kerkbestuur van
Zuid-Holland is benoemd: Ds. E. C. Segers al
hier, in plaats van Ds. G. Krabbe, aftredend lid
lot diens secundus, Ds. P. D. Schouw Santvoort
te Leiderdorp; tot leden van het Classikaal Be
stuur: Ds. T. J. Jansen Schoonhoven, te Woer
den; J. Van Herwerden, te Lisse; Mr. A. P. Van
Kaathoven, ouderling; tot secundi: W. Krayen-
belt, te Bodegraven; J. G. Blaauw, te Noordwijk;
W. Koelman, te Katwijk; D. Beekman, te Voor
schoten; J. Knottenbelt, te Oude Wetering; B.
Corts, ouderling alhier.
Heden zijn alhier bevorderd tot doctor in
de rechten de heerenJ. D. Van Kuyk, geb.
te Delft, met Stellingen, en J. C. Th. Heyligers,
geb. te Zalt-Bommel, met acad. proefschrift: „de
dronkenschap uit een strafrechtelijk oogpunt be
schouwd."
Aan de Utrechtsche hoogeschool is gisteren
bevorderd tot doctor in de geneeskunde de heer
G. A. Haremaker, geb. te Nieuwediep, na ver
dediging van een academisch proefschrift: „Een
geval van chronische lever-atrophie."
De buitengewone voorstelling, gisteravond door
den acht talen sprekenden prestidigitateur Ben-
Ali in het bovenlokaal der Stadszaal gegeven,
werd door velen bijgewoond, waaronder ook het
jonge volkje vrij goed was vertegenwoordigd. Ge
durende ruirn twee uren wist hij zoo door zijne
vlugge toeren, waarmede het publiek telkens door
luide toejuichingen blijken van ingenomenheid
gaf, als door zijne gesprekken met den jongen,
de aanwezigen zeer aangenaam bezig te houden,
waarbij hij zich voornamelijk van de Fransche,
Duitsche en Engelsche talen bediende. Hij ver
dient inderdaad eene dubbele opmerkzaamheid,
daar hij als zwarte toovenaar niet alleen het
negergeslacht, maar ook, meenen we, de collec
tie goochelaars alle eer aandoet. Wanneer de
pachter der Stadszaal hem voor de a. s. kermis
engageert, verzuime men niet hem een bezoek te
brengen.
Een programma, dat veel variatie aanbood, lokte
gisteren eveneens een talrijk publiek naar Zorner-
zorg, om te profiteeren van de soirée van Carl
Pflagings concert- en operettengezelschap. Als de
vorige maal was mis. Lottie Walton allerliefst;
zij weet het geheele publiek dadelijk voor zich
in te nemen. De operette „Irren ist menschlich"
was een uitstekend besluit. De heer en mevrouw
ReilT en de heer Lischky hadden de daverende
applaudissementen wel verdiend.
Eene opwekking voor de soirée van morgen,
waarvoor het programma volgens achterstaande
annonce gewijzigd is, mag eigenlijk wel over
bodig heeten. Men geniet er en amuseert er
zich zooals dat hier zelden voorvaltaan bezoe
kers zal het dan ook ongetwijfeld weder niet ont
breken.
Het Nederl. stoomschip Prinses Amalia
van Nieuwediep naar Batavia, is Dinsdag-morgen
Sagres gepasseerd.
Gistermorgen te 4 uren is het stoomschip
Koning der Nederlanden Dungeness gepasseerd
en gisteravond te Nieuwediep aangekomen.
Het stoomschip W. A. Scholten is gister
morgen van New-York te Vlissingen gearriveerd,
na eene reis van 12I/2 dag.
Het nieuwe stoomschip P. Caland, van de
Noord-Amerikaansche stoomvaartmaatschappij is
gistermorgen van Greenock naar Rotterdam ver
trokken.
De tentoonstelling van aardbeziën, vanwege
de Maatschappij van Landbouw „Afdeeling Aals
meer" te houden, zal plaats hebben den lsten
Juli e. k. De opluistering door fijne heesters zal
een geheel vormen, een bezoek van vele vreemde
lingen waard. Des avonds is er gelegenheid tot
bijwoning van een aardbeziënsouper, benevens
muziekuitvoering.
Jhr. J. C. J. Van Panhuys, rijks-commis
saris bij de Maatschappij tot exploitatie van
Staatsspoorwegen, is tot commandeur der orde
van St.-Stanislaus van Rusland benoemd.
Bij de Kweekschool der Doopsgezinde Socië
teit zijn als studenten toegelaten de heeren J.
Bosch Hz., van Amsterdam; A. Blauw Kz., van
Graft; J. G. Boekeno.ogen, van Wormerveer, en
A. G. Leendertz, van Clevre; de eerste om ter
stond met den theologischen cursus te beginnen.
Naar het Vad. verneemt is voor de op
richting van een Museum voor Nederlandsche
geschiedenis en kunst aangekocht het huis op de
Prinsengracht in Den Haag, door wijlen den heer
Poolman bewoond.
De uitslag van het overgangsexamen der
cadetten van het 1ste studiejaar is niet gunstig
te noemen. Eenigen zyn blijven zitten, velen hebben
onderscheidene vakken mede, terwijl slechts een
viertal zonder vakken is overgegaan.
De uitslag van het te Utrecht voortgezet
hulp-apothekers-examen (liter, matbem. gedeelte)
is van de 9 candidaten is er 1 niet verschenen,
3 hebben zich tijdens het examen teruggetrokken,
3 zijn afgewezen en 2 geslaagd, namelijk de heeren
H. Beker, van Rotterdam en J. R. Ophorst, van
Gorcum.
Blijkens het verslag van den staat der
spaarbank van het Ned. Ond. Genootschap over
het boekjaar 1873 bedroeg de deelneming op 1
Januari 1873 427,957.48. Geplaatst werden
voor 374 deelnemingen 72,209,685, terugbetaald
op 182 deelnemingen 44,922.20; de deelne
ming is alzoo vermeerderd met ƒ27,287.48; het
bedrag der deelneming was alzoo ult°. December
1873 ƒ455,244.96. Het netto bedrag der rente
was ƒ22,347.19, verminderd met ƒ59.11, voor
uitgetreden deelneming, zoodat aan rente voor de
blijvende deelnemers bijgeschreven kan worden
22,288.08.