LEIDSCH
DAGBLAD.
X°. 4398
A.0. 1.874.
Maandag
15 Juni.
Congres of niet?
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maandenf 1»
Franco per posln 1.40.
Afzonderlijke Nommers0.02.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven,
PRIJS DER ADTERTENTIEN:
Van 1—6 regels1.05.
Iedere regel meer0.174.
Groolere tellers naar plaalsniimle.
STAÜS-1JEIMCUTEN.
Oproeping in irerkclijken dienst van
milicien-verlofgangers der
lichting van 13?i.
Do BURGEMEESTER der gemeente Leiden,
Gezien de Circulaire van den heer Commissaris des Kuninga
in de provincie Zuid-Holland, van deu Oden Mei 1874, A n°.
1307/2 (2de afd.), Provinciaalblad nn. 56;
Brengt ter kennis van de in deze gemeente gevestigde milicien-
verlofgangers der lichting van 1871, die behooren tot de lste,
3de en 4de divisie Infanterie en de reserve-brigade (het lste,
2de, 3de, 6de, 6de en 8ste regiment iofanterie en het regiment
grenadiers en jagers),
dat zij zija opgeroepen om in werkclyken dienst te komen,
tot het honden van herhalingsoefeningen, en daartoe op Zater
dag den "lOsten Juni aanstaandedes namiddags vóór vier uren,
bij bunne corpsen tegenwoordig moeten zijn, in noiform gekleed
en voorzien van al de voorwerpen van kleeding en uitrusting
door hen bij hun vertrek met groot verlof medegenomen, ata-
mede van verlofpas en zakboekje, zullende de opgeroepen man
schappen den 2l8teu Juli daaraanvolgende in het geoot vao
onbepaald verlof worden hersteld;
dat zij mitsdien worden uitgenoodigd om zicli op Donderdag
den 18den Juni e. k., des namiddags tusschen 2 en 4 uren,
aan te meldeu tor plaatselijke Secretarie, tol liet ontvangen van
aanwijzing van de plaats waarliecu zij zich hebben te begeven
en dat, bijaldien ziekte of andere wollige redenen hen mochten
verhinderen aan deze oproeping te voldoen, /.ij daarvan lij lig
ter plaatselijke Secretarie behooren kennis te geven, iu het
eerste geval, onder overlegging eeuer geueeakuudige verklaring.
Ten einde niemand hieromtrent onwetendheid zoado kannen
voorwenden, geschiedt hiervan opeubare kennisgeving door
plaatsing in de Leutsche Courant van deu 12den en den löden
dezer maand.
De Burgemeester van Leiden,
v. d. BRAN DELER.
Leiden, 11 Juni 1874.
De BURGEMEESTER van LEIDEN,
Gelet op art. 21 der wet van 4 December 1872 (Staatsblad
n°. 134)
Brengt ter kennis van de ingezetenen dit in de afge-
loopen week gceue personen aan de Mazelen zijn over
leden.
En geschiedt hiervan openbare kennisgeving doo r plaat
sing in de Leid-sche Courant.
De Burgemeester voornoemd,
Lbiden, 13 Juni 1874. v. d. BRANDELER.
Hel ingezonden stuk, in hel nomrner van eergis
teren aan hel hoofd van ons blad geplaatst, had
voornamelijk len doel reeds nu een waarschu
wende slem lot Leidens ingezetenen te richten,
ten einde te voorkomen, dat ook het aanslaande
October-feest zou mislukken. Die vermaning was
zeker niet geheel onverdiend, doch door de schuld
van het gebeurde ten opzichte van het Taal- en
Letterkundig Congres aan de burgerij te wijten,
meenen wij dal men de billijkheid eenigszins uit
het oog heeft verloren.
Wat toch is het geval? Krachtens het besluit,
ten vorigen jare op het Congres te Antwerpen
genomen, aanvaardde Leiden de eervolle taak, dit
jaar de taal- en letterkundigen binnen zijne muren
te ontvangen, en uit de gemeentekas werd een
subsidie toegezegd ter bestrijding der kosten. Er
vormde zich een Regelingscommissie, bestaande
uit 20 personen, en niemand dacht aan een misluk
king van het Congres, toen op eens allerlei zon
derlinge geruchten over een uitstel zich begonnen
te verspreiden en in het eene dagblad werden
vermeld, in het andere tegengesproken. Daar ver
scheen in de hier uitkomende bladen van Woens
dag 11. een advertentie, onderleekend door den
voorzitter en den lsten secretaris der Regelings
commissie, waarbij werd kennis gegeven, dat het
Congres niet zou plaats hebben „ten gevolge van
de geringe deelneming zoowel uit Noord- als uit
Zuid-Nederland."
Wij vragen: was toen reeds het uiterste tijdstip
gekomen, waarop allen, die voornemens waren tot
het Congres toe te treden, daarvan kennis moesten
hebben gegeven? Dat valt zeker te betwijfelen,
I en in een klein artikel aan het hoofd van D e
j Telegraaf van Donderdag 11. komt dan ook de
heer Van Vloten tegen die bewering op, als hij
zegt.... „terwijl men zeer goed kan weten, dal
bij geen enkel Congres nog op de eerste uitnoo-
diging de beste tal van toezeggingen is toege
stroomd," en er eenige regels verder bijvoegt, dat
dan ook verscheiden Vlamingen hunnerzijds reeds
zijn opgekomen legen de beschuldiging van gebrek
aan belangstelling.
Wat, zoo vragen wij, heeft nu Leidens eer le
maken met die meerdere of mindere belangstel
ling van Nederlands en Vlaanderens letterkundi
gen? Alleen dan zou men der burgerij een smet
kunnen aanwrijven, wanneer het bleek, dat de
lauwheid niet bij de taal- en lettervrienden was
le zoeken, maar bij de uit haar midden voortge
komen Regelingscoinmissie. En de ingezetenen, in
wier naam het Gemeentebestuur reeds een som
beschikbaar slelde voor de ontvangst der congres
leden, hebben zeker ook eenig recht om die
quaeslie op duidelgke wijze te zien uitgemaakt.
Het middel om daartoe te geraken is dood
eenvoudig. De Regelingscommissie geve slechts
bij advertentie te kennen dat zij, dewijl naar
veler oordeel het besluit om het Congres uit te
slellen, eenigszins voorbarig is genomen, alsnog
allen, die aan het Congres mochten willen deel
nemen, ten dringendste uitnoodigt zich binnen
b. v. een week daartoe aan te melden. Blijkt
dan werkelijk het gebrek van belangstelling zoo
groot te zijn, dat de bijeenkomst der letterkun
digen niet kan plaats hebben, dan zal wel niemand
willen beweren dat Leidens eer er mee gemoeid
is. In het tegenovergestelde geval daarentegen zal
het blijken dat onze stedemaagd, zoo nauw ver
want met de godin der wijsheid, nog altijd luk
is op het behoud barer eer, en dat er onder
hare volgelingen nog mannen worden gevonden
bereid om haar tegen eiken aanval te verdedigen.
Zijn er dan geen vier- of zestal mannen te vinden,
die, gewaarborgd wat het financieele betreft, de
inrichting en uitvoering van het feesl-programma
op zich zouden willen nemen
Nu moge men over congressen in het algemeen
denken gelijk rnen wil, men moge overtuigd zijn
van het onvruchtbare daarvan, vooral wanneer
zij le menigvuldig wordendat alles neemt niet
weg dat, nu eenmaal de eerste academiestad des
lands de ontvangst der congresleden op zich heeft
genomen, zij niet mag gedoogen dal men zijde
lings of rechtstreeks de schuld van de mislukking op
haar werpe.
Wij meenen in deze regelen de denkwijze te
hebben weergegeven van die medeburgers, wien
het niet om 't even is hoe rnen over Leiden en zijne
inwoners in en buiten ons land spreekt en denkt.
Het is thans aan de Regelingscommissie, uit te
maken aan wie de schuld ligt, aan haar zelve
of aan de letterkundigen.
LEIDEN, 1» Juni.
De 54ste verjaardag van Z. K. H. Prins
Hendrik werd heden alhier op de gebruikelijke
wijze herdacht.
Door Z. K. H. Prins Alexander is bij Hds.
vertrek uit deze gemeente aan den heer burge
meester alhier eene som van 1000 voor de alge-
meene armen ingezonden.
De Minister van Financiën vestigt de aan
dacht op de gelegenheid tot verzending der corres
pondentie naar Ned.-Indië, door middel van het
stoomschip Prinses Amalia, van de Maatschappij
„Nederland", waarvan het vertrek uit het Nieuwe-
diep op 16 Juni a. s. bepaald. De brieven enz.
behooren uiterlijk in den namiddag van den '15deri
Juni aan het Nieuwediep aangekomen te zijn. De
laatste lichting tg Leiden is den 15den, le 4.25
namiddag.
Ook het Nieuwsbl. v. d. Boekhandel heeft
met teleurstelling de bekendmaking van de Rege-
lingscommj^siegelezen^at het Taal-en Letterkundig
Congres dit jaar niet zal plaa,ts hebben, daar de
meerdere toenadering, die zich van het vorig, i
congres, tusschen den Noord en Zuid Nederland-
schen boekhandel beeft geopenbaard, ten zeerste
door het congres te Leiden zou kunnen bevestigd
worden.
Gedurende deze week zijn dagelijks in het
Werkhuis alhier opgenomen van 86—96 vol
wassen personen en van 3237 kinderen.
Aan de zwem- en badinrichting Rhynzigl
zijn gedurende deze week 1709 baden genomen.
De 44ste jaarlijksche algemeene vergadering
van leeraren aan de Nederlandsche Gyrnnasiën en
Hoogere Burgerscholen zal op Zaterdag 18 Juli
a. s. gehouden worden te Velp onder voorzitter
schap van Dr. T. T. Kroon, conrector aan de
Latijnsche school te Arnhem. Onder de gewone
leden van het genootschap zijn er nog twee, die
dadelijk bij de oprichting zijn toegetreden, namelijk
de heer en Dr. H. J. Matlhes JCzn. en Dr. W.
H. D. Suringar, de rectoren van de gymnasia te
Zutfen en te Leiden.
Het jaarfeest van H. M. de Koningin op
Woensdag aanst. zal dit jaar niet in luister bij
vroegere jaren behoeven achter te slaan. De
illuminatie van gemeentewege, ten vorigen jare
zoowel in de stad zelve als in het Haagsche bosch
en langs den grooten vijver, zoo udslekend geslaagd,
beloofi nog veel schitterender te zullen zijn. Het plan
van den heer Boigorschek, om de Vorstin 's avonds
eene muzikale ovatie te brengen, heeft ook buiten
de residentie zeer veel sympathie gevonden. Reeds
hebben de volgende liedertafels en zangvereni
gingen zich bereid verklaard aan de serenade deel
te nemen: uit Den Haag: Kunst en Oefening; uit
Amsterdam Euterpe, Apollo, en Kunst en Vriend
schap; uit Rotterdam Amphion uil Brielle Kunst
liefde; uit DordtAmicilia en de Dordrechlsche
Liedei tafel; uil Eindhoven: Philodiauit Haarlem
Zang en Vriendschap; uit 's-Bosch Oefening en Uit
spanning; uil Hendrik Ido Ambacht: ldo's Mannen
koor; uit Leiden: de heerenleden der Leidsche
Zangvereniging; uit Schiedam: Orpheus; uil
Utrec^lAurora; uit Woerden: Woerdens Man
nenkoor; benevens de Mannen-Zangvereenigingen
uit Breda, Delfshaven en Gouda. De repetitie zal des
namiddags te halfzes in Diligeritia plaats hebben,
van waar de optocht zich te halfachl zal begeven
naar het Huis ten Bosch. De zangkoren zullen
zich zooveel mogelijk naar de namen der plaatsen,
van waar zij komen, volgens het alphabet, met
hunne banieren ip feest rij voegen. Ingeval de
weersgesteldheid geen uitvoering in de open lucht
gedoogt, zal de voordracht der zangsl ukken te
halfnegen in het lokaal Dihgentia, in tegen
woordigheid van H. M., plaats hebben.
De heeren Nicolaï, Heinze en Rich. Hol zullen
zelf de uitvoering hunner compositiën, die we reeds
vroeger hebben meegedeeld, dirigeeren.
Het stoomschip Borneovan Nieuwediep
naar Batavia, is Malta gepasseerd. Alles wel aan
boord.
Het stoomschip W. A. Scholtenkapt.