LEIDSCH
DAGBLAD.
N°. 4390.
A0. 1874.
Vrijdag
5 Juni.
STADS-BERICHTEN.
EEN DERDE DRUK.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maandenf 1.
Franco per po*n 1.40.
Afzonderlijke Nommers0.02.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven,
PRIJS DER ADTERTENTIEN:
Van 16 regel?f 1.05.
Iedere regel meern 0.174.
Grootere lellers naar plaatsruimte.
De BURGEMEESTER van LEIDEN brengt ter kennis
van belanghebbenden, dat dagelijks, de Zondag uitgezon
derd, des voormiddags van 10 1 uur, de paspoorten
voor de miliciens dezer gemeente, behoorende tot de lich
ting van den jare 1869, verkrijgbaar zijn ter Gemeente-
Secretarie, mits men zich in persoon, en voorzien van
zijn zakboekje, daartoe aanmelde.
De Burgemeester voornoemd,
v. d. BRANDELER.
Leiden, 3 Juni 1874.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN doen
te weten, dat het Kohier van de plaatselijke directe belastiDg
voor 1874 19 goedgekeurd door de Gedeputeerde Staten, bij
bealuit van den 30sten Mei en den 2den Juni, jl. en op beden aan
den Gemeente-OntvaDger ter invordering ter hand gesteld, en
dat ieder verplicht is zijnen aanslag op den bij de wet bepaalden
voet te voldoen.
En wordt deze door plaatsing in de Leidtche Courant afge
kondigd.
Bargemeester en Wethouders voornoemd,
v. d. BRANDELER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Leiden, 4 Juni 1874.
Ter gemeente-secretarie is tegen f 1.25 ver
krijgbaar het door Burgemeester en Wethou
ders op den 30sten April jl., ingevolge art. 182
der gemeentewet, aan den Raad gedaan uitvoe
rig en beredeneerd verslag van den toestand der
gemeente over 1873; terwijl mede aldaar ver
krijgbaar zijn alle plaatselijke verordeningen, be
hoorende tot het gemeenteblad, legen betaling
van 10 cents per vel.
Een derde druk, 't is geen alledaagsch ver
schijnsel, en het werk, dat hem beleeft, moet wel
in veler smaak vallen en mag zeker wel iets
buitengewoons heeten.
„O! de „Studententypen" meent u zeker?"
„Pardon, het Studentenleven, van denzelfden
schrijver." Het is wel de moeite waard het door
te bladeren, ja te lezen, voor ons, bewoners der
academiestad, bij uitnemendheid, voor wie ook de
auteur geen vreemdeling is.
Toen het eerste werk, de „Typen", verscheen,
werd het in de studentenwereld en ook daar
buiten als verslonden. Geen wonder! Het was
wat men noemt een verschijning op letterkundig
gebied, hel was de Camera Obscura voor de
studeerenden. Waren ze niet als uit het leven
gegrepen, de karakteristieke tooneelen, die de
schrijver er schetst? De op zich zelf reeds zoo
eigenaardige toestanden der academiewereld wek
ten dubbele belangstelling door de frischheid
waarmee zij werden beschreven, den zoo juist
weergegeven toon die er heerscht, de met zooveel
oordeel gekozen omgeving waarin ze den lezer
verplaatsen.
Maar de auteur kon en wilde rneer dan zijn
onderwerp alleen bezien van de zijde waar het
licht er op viel met al zijne tintelende spelingen
tegenover dien lichtkant stond een schaduwzijde,
die, ja, wel het licht des te sterker deed uitko
men, maar niettemin een schaduwzijde was en
bleef. Der waarheid getrouw en bovenal een wel-
meenend vriend van hen, tot wie hij het zich
een eer rekende eenmaal te hebben behoord, nam
de schrijver der „Typen" nogmaals de pen op
om ook het „Leven" te schetsen, neen te teeke
nen, soms waar het zich in minder aangename
vormen voordeed.
Voor de onnavolgbare schildering was de moraal
in de plaats getreden, en men wordt getroffen
door de stem der waarheid, die uit deze blad
zijden spreekt. Daar waar de moraal geheel op
den voorgrond treedt, wordt de schrijver menig
maal welsprekend. Zoo waar hij de op hare luimen
liggende kwalen, de gevolgen van vroegere los
bandigheid, tot den bruidegom, als zijn hand de
blanke vingers eener vertrouwende gade omvat,
doet zeggen„Hier zijn wij, uwe getrouwe Para-
nymfenwij brengen u den groet des heils
Zeker, dat is de wroeging over een verwoest
levensgeluk met bijtende ironie voorgesteld.
Ook met het oog op de richting, die in onze
dagen voorzit bij de met zooveel ongeduld ver
beide hervorming van het hooger onderwijs, mag
het „Studentenleven" een merkwaardig boek hee
ten, den tijd in aanmerking genomen, waarin het
werd geschreven. De hoogleeraar, niet afgemat
door tal van colleges, gevolgd door eindelooze
examens, maar slechts de hoofdrichting der weten
schap aangevende en het verdere overlatende aan
vrije studie, vergemakkelijkt en veraangenaamd
door wetenschappelijk verkeer, waarvan ook door
niet-studeerende beoefenaars der wetenschap wordt
deelgenomen. is het niet geheel in den geest
van het thans ingediende ontwerp van wet op
het hooger onderwijs?
Zeker, de derde druk van het Studenten
leven is der lezing overwaardig.
LEIDEN, 4 .Juni.
De heer burgemeester dezer gemeente gaf
11. Dinsdag een afscheiclsdiner aan Z. K. H. Prins
Alexander der Nederlanden, die eerlang deze ge
meente metterwoon zal verlaten.
Het stoomschip Rotterdamkapt. Jansen,
van New-York naar Rotterdam, is Dinsdag-morgen
Lezard gepasseerd, hebbende een reis van 12
dagen.
Blijkens ontvangen telegram is het Ned.
stoomschip Java, van Batavia naar het Nieuwediep,
Dinsdag te Port Said gearriveerd en zou's nachts
de reis voortzettenalles wel.
By de examens voor het Middelbaar Ondenv.
te Delft, is voor K I (lagere wiskunde) toegelaten
de heer M. Scheele van Nieuw vliet. Een trok
zich terug, een werd afgewezen. Voor K V
(hoogere wiskunde) werden toegelaten de heeren
A. J. Duijfjes en D. B. AVisselink, beiden van
Deventer.
Door de commissie voor het Middelbaar
Onderwijs werd gisteren een akte voor boekhouden
toegekend aan den heer P. C. Tönjes, van Rot
terdam. Afgewezen werden 1 voor Nederlandsch,
1 voor geschiedenis, 1 voor Fransch, 1 voor
Engelsch en 3 voor boekhouden.
Gisteren is te Amsterdam na afgelegd examen
tot arts bevorderd de heer C. G. Boekelman,
geboren te Utrecht.
Aan de Groningsche Hoogeschool is bevor
derd tot doctor in de letteren de heer J. M. J.
Yaleton, van Groningen.
Voor de serenade aan H. M. de Koningin
te brengen op haar verjaardag hebben reeds de
zangvereenigingen „Kunstoefening" in Den Haag,
„Euterpe" en „Amstels Mannenkoor" te Amsterdam
en „Rotte's Mannenkoor" te Rotterdam hare
medewerking toegezegd.
Door den gemeenteraad te Amsterdam is
besloten een adres aan de Hooge Regeering in
te dienen met verzoek om, naar aanleiding van
het ongunstige jaarverslag der directie van de
Amst. Kanaal-maatschappij, spoedig afdoende maat
regelen te nemen om de voltooiing van het
Noordzee-Kanaal te verzekeren.
In de Dinsdag te Dordrecht gehouden ver
gadering van leden en aandeelhouders van „Kunst
min" is aangenomen het voorstel van het hoofd
bestuur om den naast „Kunstmin" gelegen eigendom
van wijlen den heer Franken voor de vereeniging
aan te koopen, en ter bestrijding dier kosten,
alsmede nog van andere zaken, eene 5 pCt. leening
te sluiten van f 15,000. De leening is meer dan
volteekend.
Dinsdag werd te Amsterdam de jaarlijksche
algemeene vergadering van afgevaardigden der
afdeelingen van de Maatschappij van Weldadig
heid gehouden. Tegenwoordig waren 14 afgevaar
digden en eenige leden. De vergadering werd
geleid door Mr. J. Bieruma Oosting, burgemeester
van Leeuwarden, commissaris der Maatschappij,
bij ontstentenis van den president-commissaris,
den heer S. G. Manger Cats. Het door den Voor
zitter uitgebrachte verslag over 1873 is verdeeld
in de onderdeelenlandbouw, veehouding, hout
teelt en fabriekmatigen arbeid; omtrent het laatste
onderdeel wordt o. a. vermeld, dat Z. M. de Koning,
die bij zijn bezoek aan de kolonie bijzonder belang
in de stroovlechterij stelde, zijn adjudant, baron
De Posson, de behartiging van die industrie aan
beval. Op dit oogenblik is de stroovlechterij echter
nog in denzelfden toestand van vroeger. De be
volking was op 31 December 1873 1983 zielen,
met inbegrip der ambtenaren. De opvoeding en
het ónderwijs gaven stof tot tevredenheid. Aan
de verbetering der gebouwen wordt voortdurend
de hand gehouden. Het aantal leden is door
overlijden en verandering van woonplaats ver
minderd, docb de sympathie, blijkbaar uit giften
en legaten, is toegenomen. Een onbekende, die
door tusschenkomst van jhr. Mr. J. IC. W.
Quarles van Ufford dikwijls giften heeft geschon
ken, verblijdde de Maatschappij weder met een
gift van f 8000, zoodat van dezen edelen man
reeds f 53^00 voor de Maatschappij is ontvan
gen. Ook de Koning schonk als gewoonlijk f 500,
prinses Marianne schonk 1000 en verhoogde
hare bijdrage tot f 400. Van een en andere
zijde werd f 3000 voor het bedrijfskapitaal ont
vangen. Vele andere belangrijke giften kwamen
in, waaronder boekwerken voor de bibliotheek. Over
het algemeen wordt van hel afgeloopen jaar als
van een vrij kalm jaar gewag gemaakt, met
bevredigende uitkomsten, al blijft ook de fabriek
matige arbeid van de Maatschappij nog een bron
var. zorg. Wel is ook daarin vooruitgang op te
merken, doch nog altijd wordt verlies geconsta
teerd. De vooruitzichten zijn, wat den landbouw
aangaat, minder gunstig door de gure Mei-raaand
van dit jaar, doch over het algemeen is ook het
vooruitzicht bevredigend. Het verslag werd, na
het geven van eenige gevraagde inlichtingen, goed
gekeurd, zoo ook de aankoop van 32 hectaren
heidegrond, met de kosten, voor de som van f 2548.
Na het uitbrengen van een financieel rapport,
werd de balans over 1873 goedgekeurd en nam
de Vergadering een voorstel aan, om commissa
rissen uit te noodigen tot het doen van krach
tige stappen ter inning van achterstallige contri-
butiën van afdeelingen en correspondentschappen.
Na de benoeming van de Balans-commissie voor
1874 werd de aftredende commissaris, de heer
S. G. Manger Cats, met bijna algemeene stem
men als zoodanig herkozen. Voorts werd besloten
in 1874 geene nieuwe huisgezinnen op te nemen.
De begrooting voor 1874, die zonder tekort
sluit, werd aan de Vergadering overgelegd.
Onder voorzitterschap van Prof. W. Molt
zal Donderdag 11 Juni a. s. des morgens te half-