LEIDSCH DAGBLAD. N°. 4380. A0. 1874. Zaterdag 23 Mei. EEN BELANGRIJK ADRES. PRIJS DEZER COURANT Voor Leiden per 3 maandenf 1. Franco per posin Afzonderlijke Nommersn 0.02. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIES Van 16 regelsf 1.05. Iedere regel meern 0.171. Grootcre letters naar plaatsruimte. Uithoofde van het Pinksterfeest zal deze Courant Maandag niet worden uitgegeven. „Het is verboden kinderen beneden twaalf jaren in dienst te nemen of in dienst te hebben." Zoo luidt art. 1 van het wetsontwerp op den arbeid van kinderen in fabrieken, onlangs door de Tweede Kamer aangenomen, een feit, van het hoogste belang voor de stad onzer inwoning, waar het fabriekswezen een zoo groote rol speelt. Ware dat ontwerp eenige jaren vroeger tot wet verheven, Leiden zou zeker niet op een zoo groot aantal verminkten en gebrekkigen behoeven te wijzen als thans het geval is. Maar des te meer reden hebben wij dan ook ons te verheugen, dat er eindelijk een man opstond, geneigd en in staat om tot stand te brengen wat met recht een zegen mag worden genoemd. Het is echter wenschelijk, dat men zich niet in allen deele aan de letter der wet houde. Hoe veel goeds zij, zooals zij daar ligt, ook reeds moge kunnen uitwerken in de toekomst, art. 2 toch bevat naar onze meening een bepaling, die verstandige ouders, ook al laat de wet het hun toe, niet voor hunne kinderen van kracht zullen doen zijn. Dat artikel bepaalt namelijk dat het verbod van art. 1 niet toepasselijk is op huiselijke en persoonlijke diensten en op veldarbeid. Zeker, het voornaamste kwaad zal krachtens art. 1 worden gefnuikt, en men zal niet meer kunnen wijzen op de fabrieksteden als plaatsen, waar menig jeugdig kind, te vroeg tot een een- tonigen, eenzijdigen, geesldoodenden arbeid ver wezen, naar lichaam en geest voor goed onge schikt wordt gemaakt om eenmaal een nuttig lid der maatschappij te worden, dat met lust en ijver de dagelijksche laak verricht, gestreeld door het zoo bemoedigend vooruitzicht van, met eenige meerdere kennis toegerust, eenmaal een paar sporten hooger te zullen stijgen op de maatschappe lijke ladder, dan waarop hij kans zou hebben gehad, indien hij aan een machine was vastge- kluisterd geweest op een leeftijd, zoo bij uitstek geschikt om hem die kundigheden te doen ver werven, waarvan het bezit onmisbaar mag worden geacht, voor ieder, die aanspraak wil maken op den naam van burger van een beschaafden staat. Nu moge het waar zijn, dat huiselijke en per soonlijke diensten, ja zelfs veldarbeid geen zoo nadeeligen invloed op het lichaam van het jeug dige kind zullen uitoefenen als de arbeid in fabrie ken, niet minder waar is het tevens dat de tijd, daaraan besteed, onherroepelijk zat verloren zijn voor de vorming van den geest, zonder welke dat kind onvoorbereid den vreedzamen strijd zou moeten aanvaarden, waarin de overwinning het een gunstiger positie in de maatschappij moest verschaffen. We zouden echter bijna vergeten dat het ont werp nog bij den anderen tak der Volksvertegen woordiging in behandeling moet komen, alvorens het door de Koninklijke bekrachtiging tot wet kan worden verheven. Dat begreep ook het hoofd bestuur der Leidsche Vereeniging tot bevordering van geregeld schoolbezoek en, uitgaande van de ongetwijfeld gegronde meening dat een groot deel van de kinderen, zoo niet bijna allen, voor wie de deuren der fabriek tot hun twaalfde jaar zullen gesloten blijven, zooveel te langer de school zullen bezoeken, richtte het aan de Eerste Kamer een adres, waarbij het haar verzoekt, dat wetsontwerp met haar goedkeuring te willen bekrachtigen. Die daad verdient toejuiching, evenzeer als de inhoud van het adres ieders aandacht ten volle waardig is. Te recht wordt daarin gezegd, dat die Vereeniging, wier leden zich ten doel stellen om door persoonlijk bezoek de ouders uit de geringste volksklasse aan te sporen hun kinderen school onderwijs te doen ontvangen, bij uitnemendheid in staat is te oordeelen over de gevolgen van het werken van kinderen in fabrieken, en daaruit mogen wij dan ook de hoop putten, dat het adres niet zonder uitwerking zal zijn. Verder komt in dat adres nog een zinsnede voor, waarvan de inhoud niet nader wordt ont wikkeld, waarom wij er hier de aandacht op wil len vestigen. „De werkgevers," zoo luidt zij, kunnen evenwel het werken van kinderen in fabrieken niet tegengaan, zoolang geen algemeene maatregel dit voor alle industrieelen onmogelijk maakt." Het is alweder de oude quaestie der concur rentie, die, hoe nuttig overigens ook, hier weder toont hoeveel kwaad zij kan stichten. De fabri kant, wil hij zijne productien tegen denzelfden prijs omzetten als zijn mededinger, die kinderen op de fabriek laat arbeiden, ziet zich genoodzaakt dat voorbeeld te volgen, en zeker is het dat velen hunner de aanneming eener wet zullen toejuichen, die hen zal ontslaan van de noodzakelijkheid huns ondanks mede te werken tot het voortduren van een toestand, die Nederland niet tot eer kan strekken. Dat de wet spoedig tot stand moge komen is zeker de wensch van velen onzer stadgenooten de ondervinding zal leeren, dat de bloei van het fabriekwezen ook ten onzent er niet door zal verminderen. LEIDEN, 23 Del. Door de letterkundige faculteit aan 's Rijks hoogeschool te Leiden zal het admissie-examen worden afgenomen op Donderdag en Vrijdag 18 en 19 Juni a. s. Belanghebbenden worden ver zocht zich vdor of op 11 Juni schriftelijk aan te melden bij den pedel P. J. Oostveen. Men meldt ons uit Voorschoten Woensdag is het Koningsfeest recht feestelijk alhier gevierd. Begunstigd door prachtig weder begonnen de feestelijkheden des morgens te 9 uren met een optocht der kinderen van alle scholen in de gemeente. De stoet werd voorafgegaan door de muziek van het 4de reg. inf. uit Leiden, de kinderen zeiven waren getooid met oranje en droegen vlaggetjes en banieren, van welke laatste er bijzonder schoone waren. Na den optocht begonnen de volksspelen, als: ringrijden, mast- klimmen, touwtje-springen en draadje-knippen, een en ander afgewisseld door de muziek, die zich tot circa een uur des nachts deed hooren. Het dorp zelf was zoowel door de commissie als door particulieren smaakvol versierdvooral des avonds toen de illuminatie was ontstoken, zag de gemeente er vroolijk uit. Dezer dagen zijn onder presidium van den inspecteur van het middelb. onderwijs, Dr. Steyn Parvé, aangevangen de examens voor de akte in een der letterk. vakken van het m. o. en wel voor vrouwelijke candidaten. Toegelaten zijn voor Ned. taal mej. E. L. B. Rappard, uit Goesmej. C. M. G. De Wijs, uit Breda; mej. M. Ten Entel. uit Deventer; afgewezen 1 cand.voor aard rijkskunde toegel. mej. A. E. Repsbach, uit Rot terdam P. M. Heringa, uit Arnhemvoor Fransche taal mej. J. C. Daverveldt, uit Dord recht mevr. D. M. S. A. Marchal geb. Boulanger, uit Arnhem mej. L. R. Hüring, uit Voorschoten afgew. 1 candidaatEngelsche taal toegel. mej. G. C. Lotichius, uit Groenlo; mej. C. M. De Meijier, uit Arnhem; afgew. 2 cand.; Duitsche taal 2 afgewezen. De intocht der vorstelijke personen te Rot terdam was gisteren, zooals reeds gemeld werd, eene ware zegetocht. Onder de versieringen trok vooral de aandacht een fraai standbeeld van papier miché van Z. M., dat op de groote Markt des morgens onthuld werd. Bij de komst van HH. MM. aan het gebouw der Ned. Yachtclub hield Prins Hendrik, als eerevoorzitter, eene toespraak, die door den Koning beantwoord werd. Daarop ving de wedstrijd aan, waarbij de eerste prijs van de boeiers werd behaald door de Frankfurter roeiclub. Na den afloop van het door de yachtclub aan de vorstelijke familie aangeboden déjeuner, begaf men zich naar het feestterrein, alwaar de president der feestcommissie, de heer L. Pincoffs, eene toespraak hield, die door den Koning kortelijk werd beantwoord. Al de Ministers waren tegen woordig, alsmede de Pruisische en de Raliaansche gezant. Daarna defileerde de optocht voorbij de tribune des Konings. Hij was in alle opzichten prach tig. Te twee uren begaven de vorstelijke personen en de genoodigden zich per stoomboot naar Fijenoord, waar de Noorderhaven werd ingewijd en den naam ontving van Koningshaven. Daar werd tevens door den Koning de eerste steen gelegd van de Maasbrug, aan welke de naam is gegeven van Willemsbrug. Na den afloop dezer plechtig heden keerde men naar de stad terug en werden de prijzen van den wedstrijd uitgereikt. De op tocht, terugkomende, defileerde daarop nogmaals voorbij de koninklijke familie, en daarna aan vaardde de Koningin te halfzes, onder daverende toejuichingen der ontelbare volksmenigte, de terug reis naar Den Haag. Des namiddags is den Koning door het gemeentebestuur een diner van onge veer 100 couverts aangeboden in de zaal van de „Harmonie". De illuminatie was prachtig; jam mer dat door den hevigen wind die aan het Stadhuis, de Delftsche Poort en het Entrepot ge deeltelijk mislukte. Om tien uren reed Z. M. uit om de verlichting in oogenschouw te nemen en vertrok om halftwaalf per spoor naar Rosendaal. Z. K. H. prins Frederik heeft, ter gelegen heid van het 25-jarig regeeringsfeest van den Koning en de Koningin, aan H. M. ten geschenke aangeboden een massief zilveren juweelkistje. Het kistje, en relief prachtig bewerkt, rust op vier leeuwen van zilver en prijkt aan de hoeken met fraaie niellé gravures, voorstellende vier vorste lijke verblijven. Het sleutelgat is in een gouden plaat aangebracht en boven op het deksel is een gouden kroon met diamanten omzet geplaatst. Het geheel is een kunststuk van groote waarde, ook met platina bewerkt, dat den vervaardiger, den heer J. M. Van Kempen, koninklijke fabrikant van gouden en zilveren werken, tot eer strekt. Het comité voor de aanbieding van een geschenk aan Z. M., van wege de leerlingen van inrichtingen voor christelijk onderwijs meldt aan de Standaard, dat het, dank zij veler krach tige medewerking, vooral van het Amsterdamsche hulp-comité, in zijne pogingen gelukkig geslaagd is. Van 230 inrichtingen mocht het comité bij dragen ontvangen, en daardoor in staat gesteld worden een geschenk te doen vervaardigen, dat met recht vorstelijk kan heeten. Het geheel is een monumentale inktkoker, ver vaardigd van massief zilver en rustende op kolos-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1874 | | pagina 1