LEIDSCH DAGBLAD. N°. 4376. A0. 1874. Dinsdag 19 Mei. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maandenf 1. Franco per postn U40. Afzonderlijke Kommens0.02. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven, PRIJS DER ADVERTENTIES Van 1—6 regels1.05. Iedere regel meer0.171 Groolere leners naar plaatsruimte. LEIDEN, IS Hel. De Commissie van Oppertoezicht en Beheer over de Kweekschool voor Zeevaart te Leiden brengt ter kennis van belanghebbenden, dat op Dinsdag den 26sten Mei alhier een keuring zal plaats hebben van knapen, welke bjj 's Rijks Zeemacht een verbintenis vvenschen aan te gaan. Bij de heden gehouden openbare verkooping van Cokes op het raadhuis alhier van partijen van ■100, 50, 10 en 5 hectoliters, waren de hoogste prijzen 50, 25, ƒ5.30, en f 2.55, de laagste j 50, /25, 5 en 2.50. Den 21sten Mei a. s. zal te Sassenheim het kroningsfeest worden gevierd. Het programma vermeldtUitdeeling van vleesch en brood aan de armen. Optocht der met vlaggen en medailles versierde schoolkinderen, begeleid door de muziek der alhier bestaande Harmonieonthaal der schoolkinderen in de openbare- en in de bewaar school. Muziek voor het Raadhuis tijdens een aldaar gebruikt wordend collation, aangeboden door den Burgemeester. Ringrijden om prijs en premie door ingezetenen der gemeente. Vertoo ning eener marionetten- of poppenkast, in de sociëteit, voor de kinderen. Illuminatie van het Raadhuis en particuliere gebouwen. Tot slot bal in de sociëteitzaal. Het stoomschip IV. A. Scholtenkapt. J. Hus, is Zaterdag-middag te halfdrie van Rot terdam naar New-York vertrokken. Zaterdag-avond heeft de algemeene illumi natie der hofstad voortgaDg gehad, en is op schit terende wijze afgeloopen. Van halfnegen tot half- twaalf hebben HH. MM. de Koning en Koningin en Z. K. II. Prins Alexander, Z. K. H. Prins Hendrik en Z. D. H. de Groothertog van Saxen- Weimar-Eisenach, voorafgegaan door den heer burgemeester en de burger-eerewacht te paard, de stad in alle richtingen doorreden. Het Vaderland deelt in zijn verslag over den intocht van Z. M. den Koning in de residentie mede: Jammer genoeg dat niet „allen" op een gepaste wijze hun geestdrift lucht gaven. Een troep belhamels drong zoo hevig op naar het lijtuig des Konings, onder het zingen van liederen die allesbehalve de ooren van den Vorst zullen hebben gestreeld, dat deze niet nalaten kon over der gelijke ongepaste handelwijze van het lagere publiek zijn ontevredenheid te kennen te geven. De jenever was ongelukkig genoeg ook nu weder de schuldige. Thans nu de feestvierenden lang in regen en nattigheid hadden staan wachten, deed het misbruik van sterken drank, dien vloek onzer natie, reeds in den morgen zijn boozen invloed gevoelen, en hier aan is 't hoofdzakelijk toe te schrijven, dat de intrede van den Vorst in de residentie door zulke hoogst on eerbiedige en onbetamelijke handelingen is ontsierd. En wat zal de politie vermogen tegen zulk een onzinnige bende, die door den duivel der jenever wordt bezeten'? Het eenige dat zij zou kunnen doen, want met dronken lieden valt niet Ie redeneeren, zou zijn er duchtig op in te hou wen, maar hierdoor zou het feest van den dag zoo ernstig zijn verstoord, dat er van vreugde geen sprake meer kon zijn. Dit feit, in stede van het te verzwijgen, hebben wij gemeend te moeten releveeren, want er steekt een ernstige les tot waarschuwing voor het vervolg in, die wij hopen dat niet verloren zal gaan. Namens Z. M. is den Burgemeester van Am sterdam ƒ2000 ter hand gesteld, ten behoeve der algemeene armen aldaar. Zalerdag-m-- n werd in Den Haag op de algemeene burgerlijke begraafplaats het stoffelijk overschot van Prof. Groshans aan den schoot der aarde toevertrouwd. Onderscheidene vrienden van den overledene bevonden zich op de droeve plek, toen het lijk, begeleid door de naaste familie, aldaar aankwam. Eenvoud en diepe smart ken merkten deze treurige plechtigheid. George Philip Frederik Groshans werd geboren in 1814 en is in Den Haag overleden op 12 Mei in den ouder dom van 60 jaar. Hij studeerde te Leiden en vestigde zich na volbrachte studie te Rotterdam als medicinae doctor. Nog op jeugdigen leeftijd werd hij tot leeraar benoemd aan de toenmalige clinische school aldaar, welke betrekking hij tot aan hare opheffing met buitengewonen ijver waar nam. Bij de viering van zijn 25jarig lectoraat aan die inrichting, schonk de Koning hem den titel van hoogleeraar. Niettegenstaande zeer drukke beroepsbezigheden zagen onderscheidene geschrif ten van zijne hand het licht, zoowel op genees kundig als op historisch en letterkundig gebied. Hij was lid van vele wetenschappelijke Genoot schappen en te Rotterdam in onderscheidene be trekkingen met eere werkzaam. De audiënties van den Minister van Finan ciën en van den Minister van Oorlog zullen op Donderdag 21 Mei a. s. niet plaats hebben. Het Zeeuwsch geschenk, dat Z. M. den Koning aanst. "Woensdag in Den Haag zal wor den aangeboden, bestaal uit eene pièce de milieu, geheel van zilverhet bovengedeelte vormt een zilveren schulp, waarop in goud is aangebracht het koninklijk wapen met de jaarcijfers 1849, 1874, terwijl aan de beide zijden afbeeldingen zijn gegraveerd van de haven van Vlissingen. Die schulp rust op het wapen van Zeeland in goud, waar omheen het randschrift „Luctor et Emergo"; op het voetstuk zijn mede verschillende emblema's gegraveerd, terwijl men aan de eene zijde met gouden letteren leest de woorden„Aan Z. M. Koning Willem III" en aan de andere zijde „de Zeeuwen." Het stuk staat op eene sierlijke tafel met groen fluweel bekleed, terwijl een prachtig gebonden album de namen der ruim 15000 ge vers bevat. De Middelb. Cl. betoogt, dat het ongeval aan het Russisch stoomjacht overkomen in geen verband staat met de diepte en de bruikbaarheid der Vlissingsche haven, 't Eenige waardoor het zou kunnen verklaard worden; is het feit dat aan boord twee Nederlandsche loodsen zich bevonden, een jonge, die het schip reeds met volkomen goed gevolg had binnengeloosd, en een andere, dien men hem Ier meerdere voorzorg had toegevoegd. Het blad meldt intusichen gelukkig, dat het ongeval het vertrouwen op de voortreffelijkheid der Vlissingsche haven zóo weinig heeft kunnen schokken, dat de keizerlijke reiziger stellig voor nemens is den 20sten dezer in den avond Gra- vesend te verlaten en in den nacht, omstreeks 4 uren, weder in de Vlissingsche haven binnen te vallen, ten einde van daar over Rosendaal zijne reis voort te zetten. De particuliere spoorwegrij tuigen des Keizers blijven tot dal einde te Vlis singen wachten. De stad Tiel heeft den eersten prijs behaald in den grooten schietwedstrijd te Amsterdam. Gelijk reeds kortelijk is gemeld, heeft de heer L. F. Over de Linden te Helder zich in een open brief tot de Koninklijke Academie van "Wetenschappen (Afdeeling Letterkunde) ge wend, ter zake van het door de afdeeling uitge sproken oordeel over het Oera Linda Bok. De heer Over de Linden meent, dat in de vergade ring waarschijnlijk geen enkel lid te vinden is, dat zich zoude kunneh beroemen het handschrift te hebben gezien, en verbaast zich daarom, dat zij, over eene reeks bijeengebrachte bewijzen heen stappende, zich in staat en gerechtigd achtte, niet te oordeelen, maar wel om te veroordeelen, en het stuk eenvoudig en klakkeloos uit te maken voor eene recente, niet eens behendige, bedrie gerij. Hij verzoekt de afdeeling, dat zij verklare ten deze in overijling tè hebben gehandeld, ge negen is de zaak in nader onderzoek te nemen en den uitslag van haar onderzoek bij behoor lijk gemotiveerd rapport publiek te maken. Daar toe wil hij haar tegemoet komen door de aan bieding, om, tegen schadeloosstelling van reis- en verblijfkosten, op nader te bepalen dag, zelf met het handschrift in haar lokaal le Amsterdam te komen, opdat de leden persoonlijk zich omtrent het stuk kunnen overtuigen en meer gegrond kunnen oordeelen. In overleg met den luitenant-kolonel, pro vincialen adjudant in dit gewest, heeft de Com missaris des Konings bepaald dat al de verlof gangers (miliciens), die op 30 of meer kilometers van hun garnizoen wonen, zich rechtstreeks, voorzien van reisgeld, naar hunne corpsen moeten begeven, met uitzondering alleen van die, bestemd voor de garnizoenen van Middelburg en Vlissihgén, vóór wie als verzamelplaats is aangewezen het terrein van het station van den Staatsspoorweg te Dordrecht. Langs den Hollandschen IJzeren Spoorweg (lijn AmsterdamRotterdamHelderZaandam) zijn, gedurende de maand April 1874, 175,745 reizigers vervoerd; opbrengst 153,638.34s en aan goederen 46,603.91 totaal 200,242.20. Sedert primo Januari aantal reizigers 604,132; opbrengst van reizigers en goederen ƒ691,171.09. In April 1875 zal te Djokjokarta, op Java, het Tweede Indisch Landbouwcongres worden gehouden. Tijdens dit Congres zal aldaar eene tentoonstelling plaats hebben, voornamelijk van voorwerpen, op den landbouw toepasselijk. Land bouwwerktuigen zullen een voornaam deel er van uitmaken. Het bestuur van het Congres heeft de tusschen- komst ingeroepen van den Gouverneur-Generaal van Nederlandsch-Indië tot het verkrijgen van kosteloos vervoer der voorwerpen door de Neder landsche Handelmaatschappij. Op uitnoodiging van het bestuur heeft de heer F. W. Van Eeden, algemeen secretaris der Ne derlandsche Maatschappij ter bevordering van Nijverheid te Haarlem, zich belast met de belan gen van het Congres en de tentoonstelling in Nederland te behartigen en is door hem de aandacht van de departementen dier Maatschappij en van verschillende Landbouwvereenigingen reeds op dit onderwerp gevestigd. Naar aanleiding van 's Konings besluit van 42 Mei 1874 wordt Zr. Ms. schroefstoomschip 4de kl. Pontianak, liggende te Amsterdam, met 25 Mei a. s. in dienst gesteld, met bestemming naar Oosl-Indië, en het bevel daarover opgedra gen aan den luit.-ter-zee 1ste kl. J. H. Commijs. Bij beschikking van den Minister van Kolo niën, van 13 Mei 11., is B. Kruys Czn., scheeps bouwkundig ingenieur, gesteld ter beschikking van den gouverneur-generaal van Ned.-Indië, om te worden benoemd tot ingenieur 1ste kl. bij het vak van scheepsbouw daar te lande. -Z. M. heeft benoemd tot Raadsheer in het pro-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1874 | | pagina 1