LEIDSCH
DAGBLAD.
N". 4371.
A0. 1874.
Dinsdag
12 Mei.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maandenf 1.
Franco per posln 1.40.
Afzonderlijke Kommer?0.02.
Deze Courant wordt' dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven,
I'RI.TS DEI! ADTERTEKTIÊN:
Van 1—G regel?,f 1.05.
Iedere regel meer.n 0.17$.
Groolerc letter? naar plaaCsraimte.
STADS-BE RICHTEN.
SCIIIITIËRIJ.
BURGEMEESTER ra WETHOUDERS van LEIDEN doen
1c weten, dat, ter voldoening aan dc wet van den lldcu April
1827 {Staatsblad n°. 17), een aanvang zal worden gemaakt met
-dc inschrijving voor den Schutterlijken dienst, van degenen
welke daartoe dit jaar in dc verplichting vallen.
Dat deze inschrijving zal geschieden in tien afzonderlijke re
gisters, met dien verstande, dat de personen, geboren in 1840
tot 184S ingesloten, welke zich hier ter stede, sedert dc vorige
inschrijving, uil andere plaatsen metterwoon hebben nedergezet,
waaronder ook zijn begrepen do militairen, die sedert de laatste
inschrijving hun paspoort verkregen en zich alhier hebben geves
tigd, alsmede dc zich iu dit Rijk en binnen deze gemeente sinds
de laatste inschrijving gevestigd hebbende vreemdelingen, zullen
worden ingeschreven achter iu de registers, waartoe zij volgens
hunnen ouderdom belmorenterwijl dc geboreueu iu het jaar
1840 zullen worden geplaatst iu een nieuw, te weten:
het eerste van den jarc 1S74 cn het tiende, of dat der ge
borenen in 1839, van het vorige jaar, zal komen te vervallen.
Dat van de inschrijving niemand der bovengenoemde personen
is nitgezonderd, al vermeende hij tot de vrijgestelden of uitgc-
sloteucn te behooren, en dus ook niet die personen welke reeds
hun ontslag nit den schutterlijken dienst hebben bekomen.
Dat dc registers van inschrijving, ingevolge art. 5 van het
Koninklijk besluit van den Sisten Maart 1828 {Staatsblad n°. 6),
zullen worden geopend op Vrijdag den lódcu Mei aanstaande,
en op den lstcu Juni daaiaanvolgeude zullen worden gesloten.
Dat derhalve dc personen, welke zich vóór gemelde sluiting
op den lsten Juni niet hebben docu inschrijven (en dus ook ieder
persoon, van elders zijnde komen uoucn, of dc in dit jaar zich
alhier gevestigd hebbende vreemdelingen, alsmede de militairen, 1
welke hun fiuaal ontslag hebben bekomen en niet weder ziju
in dienst getreden), bij ootdekking, alsnog achter dc teckening
tot sluiting, door het Hoofd van dc Regcering aan het einde
van liet register te plaatsen, zullen worden ingeschreven, met
hijvoeging van het woord: amblshaloeen volgens art. 9,
door den Schuttersraad zullen worden verwezen tot cene geld
boete, en daarenboven dadelijk, zonder lolingbij de Schutterij
ingelijfd, indien het zal blijken dat er, tijden? dc verzuimde
inschrijving, gcenc redenen tot vrijstelling of uitsluiting te
hunnen aanzien heatondenterwijl iu zoodanig geval liet huwe-
lyk hun ook geene aanspraak geeft om in de tweede klasse ge
bracht te worden; alles onverminderd zoodauige straf bepalingen
als, uit krachte der wet van den 3lsten December 1832 {Staats
blad n°. 67), op hen mochten kuunen worden toegepast.
Dat een ieder wordt vermaand, om voor zooveel hij niet van
een geboortebewijs voorzien is, voor hen welke alhier geboren
zijn, dat bewijs te komen afhalen ter secretarie dezer gemeente
(afdecling burgerlijke stand), van heden af, van des voormid
dags 10 tot 's namiddags 4 uren, terwijl zij, welke elders gebo
ren zijn, zich dat hen ijs voor de inschrijving zullen moeten
aanschaffenzullende een ieder verantwoordelijk zijn voor de
gevolgen, wanneer hij, hij gemis zijner geboorte-akte, door
cene verkeerde opgave van het geboortejaar abusievelijk wierd
ingeschreven.
Dat den belanghebbenden bij deze nog wordt herinnerd, dat zij
bij de inschrijving tevens zullen moeten opgeven hunne woon-
plaats, benevens het slraalnommer hunner tooninghun beroep
en dat hunner ouders, zoo die nog in leven zijn, alsmede dc
tijd van inwoning alhier, cn eindelijk cf zij iugcschrevcncn
gehuwd of ongehuud zijn, cn in het eerste geval of zij kindercu
hebben, zoo ja, hoeveel van elk geslacht; wordende de gehuwden
aangemaand, om zich vau een extract uit het huwelijksrcgister
te voorzien, om daarop door den heer der gebuurte waarin zij
wonen, het getal huuncr kinderen tc doen certificceren, ten
einde daarvan bij dc inschrijving tc doen blijken, zullende almede
tot dc afgifte dier huwelijks-extracten van lieden af worden
gevacceid ter secretarie dezer gemeente (afdeeling burgerlijke
stand), van des voormiddags 10 tot 's namiddags 4 uren.
Dat, ten einde deze inschrijving geregeld afloopc, een iege
lijk, in die termen vallende, hij deze wordt opgeroepen, om
zich te vervoegen in een der vertrekken van het Raadhuis cn
wel
Op Vrijdag den 15den Mei 1871,
dc bewoners van wijk I, II en III;
Op Zaterdag den lGdcn Mei 1874,
de bewoners van wijk 1V cn V
Op Maandag den lSdeu Mei 1S74,
dc bewoners van wijk VI,
benevens de bewoners van dc buitenwijk;
Op Dinsdag den 19den Mei 1874,
dc bewoners van wijk VII cn VIII
telken dage van des voorraiddaga 10 tot des namiddags 2 uren;
met uitnoodiging, ora op deu beiaaldcu dag zich stiptelijk te
aaugeduider plaatse aan te melden, ten einde men zich niet tc
wijten hebbe de gevolgen, welke nit het achterblijven zonden
ontstaan znllende wijders het tijdstip, dat de registers ter
inzage zullen liggen, en dc dagen der loting, welke volgcna dc wet,
vóór den lsten Juli aanstaande geheel moeten zijn afgcloopen,
nader worden bekend gemaakt.
En verder gelet hebbende op art. 7 van Zijner Majesteits
heslnit van den 7den September 1828 {Staatsblad n°. 55),
roepen hij deze alle personen, welke als gehuwd of als wedaw-
naars met kind of kinderen, in het afgcloopen jaar in de ter
men zijn geweest, ora uit dien hoofJe ia de tweede klasse van
de algemeeno rol der Schutterij te worden gebracht, doch sedert
dieu tijd, door het overlijden van hunne vrouwen of kiuderen,
de bevoegdheid hebben verloren ora in die klasse te verbly ven, en
dus alsnu in de eerste klasse der voor dit jaar op te maken
algemccne Sclmttcrs-rol geplaatst moeten worden, om vau dus
danige verandering vau omstandigheden schriftelijk kennis te
geven, of zich daartoe ter secretarie aan te melden, des voor
middags tusschcn 10 en 1 uur, vóór den tijd van aanvang der
inschrijving, en dus uiterlijk tot den 14dcn Mei aanstaande;
zullende, wanneer deze kennisgeving door den belanghebbende
mocht zijn verzoimd, en hij dientengevolge niet bij de Schutterij
zou zijn ingelijfd, door Burgemeester en Wethouders procesver
baal tegen hem moeten worden opgemaakt en aan dc Rechtbank
ingezonden, ten einde op dc nalatigcn toe tc passen dc strafbe
paling van art. 1 der wet van den Gdcn Maart 1818 {Staats
blad u". 12), houdende een geldboete van ten hoogste ƒ100,
en eene gevangenisstraf van ten langste veertien dagen, hetzij
afzonderlijk of wel beide de straffen tc zamen genomen.
En wordt deze door aanplakking en door plaatsing in de
Leidsche Courant afgekondigd.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. n. BRAN DELER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Leiden, 1 Mei 1874.
LEIDEN, 11 Mei.
Hedenmorgen om acht uren verkondigden saluut
schoten en hel spelen van het carillon dat het
feest begonnen was en wij mogen alle hoop koeste
ren, dat het weder gunstig zal blijven, zoodat de
kinderoptocht die onder het afdrukken van dit
blad een aanvang nam en al wat verder
deze dag voor schoons en vermakelijks zal ople
veren, waarvan wij morgen uitvoerig verslag zullen
geven, in de beste orde zal atloopen. Het algemeen
uitsteken der vlaggen toont, dat ieders hart hier
voor Oranje klopt. Leve de Koning!
Aan eene in den Spectator voorkomende be
schrijving van het Museum in de Lakenhal, van de
hand des heeren B. \V. Wllewaall ontleenen wij
In het stadhuis was geen ruimte beschik
baar en men moest dus naar eene plaats uit
zien. Aan het houwen van een nieuw museum,
dat aan alle eischen voldeed, was, ook zelfs al
stelde men die eischen zoo matig mogelijk, wegens
het financieel bezwaar geen denken. Leiden heeft
echter oude, en daaronder enkele merkwaardige
gebouwen en nu wilde het geluk, dat de oude
Lakenhal van 1610 beschikbaar was en voor een
Museum kon worden aangewezen.
In 1869 werd de verbouwing der bovenste
verdieping aanbesteed en tevens het bouwen van
een nieuwen toegang naar de bovenverdiepingen
van het gebouw. Baarbij werd meer dan één
voordeel verkregen. Vooreerst werd de trap op
cene achterplaats uitgebouwd, waardoor de boven
zalen ongeschonden vierkant konden blijven en
verder konden in de ramen, waardoor het licht
op de verdieping en de trap viel, de geschil
derde glazen van B. Wilhelm] Thiebout uit de
jaren 1587 cn -15S8 geplaatst worden. Zij lagen
uit elkander genomen in kisten en waren door
een bekend liefh bber, Mr. Malhieu Van Noort,
destijds lid van den Piaad der stad, bij het af
breken van den schuttersdoelen gered.
Nog in het volgende jaar 1S70 werd reeds
een deel van heigeen de commissie had verza
meld, hoe gebrekkig ook, geplaatst en op aan-
drang daar tentoongesteld. Er was echter
meer ruimte noodig, zoodat liet overige gedeelte
van het gebouw in 1872 werd aanbesteed, om
tot het verlangde doel te kunnen worden gebruikt.
Eindelijk is ook dit gereed, en zijn de voorwerpen
door de commissie zoo goed mogelijk gerangschikt.
Tegen den geringen prijs van 10 cents den per
soon is het stadsmuseum dagelijks voor eenieder
geopend, en des Zondags op bepaalde urenwordl
de toegang kosteloos vergund.
Dankbare vermelding verdient, nu wij zoover
zijn, de bereidvaardigheid, waarmede de regenten
der weeshuizen en der verschillende gestichten
de commissie geholpen hebben.
Ook moet vooral niet vergeten worden, door
hen die deze inrichting bezoeken, dat men niet
een museum uitsluitend voor kunst, maar een
stadsmuseum heeft willen stichten. Er worden
zelfs leelijke voorwerpen bewaard, die in een
museum van kunst misplaatst zouden zijn, maar
hier om de eene of andere merkwaardigheid zijn
geborgen. Zelfs wat de schilderijen aangaat, de
opkomst, de bloei en het verval der kunst in onze
stad staan op de doeken en paneelen duidelijk te
aanschouwen.
Het is hier de plaats niet om een e'enigszins
volledig overzicht van hel reeds verzamelde te
geven; wij zullen slechts iets noemen, hopende
dat een volledige en goed bewerkte catalogus na
niet al te langen tijd het licht zal zien.
Er zijn vier allaarstukken, van welke twee van
de hand van Cornelis Engelbrechts zijn, een van
zijn leerling Lucas van Leiden. Van Pieler Van
Veen de spijziging van dc ingezetenen der stad
Leiden, na het ontzet van 1574; van Caret De
Moor, de directeuren van de lakenhalvan Abraham
Van den Tempel in drie lafreelen eene allegorie
van de draperie-nering en van denzelfden een
regentenstuk van liet gereformeerde weeshuis; de
hoofdmannen der schutterij van 1626,1629,1650
van Joris Van Scholen; een mansportret door
Covert Flinck; de staalmeesters van de lakenhal
van 1674 door Jan De Baene enz. enz. Onder
de kleinere kunststukken verdienen bijzondere aan
dacht twee van B. Gael 1650, van Quirijn Brekelen-
kamp, Dominicus Van Tol enz.
De schilderijen maken hel belangrijkste deel
van ons museum uil, maar de stad is tevens in
het bezit van andere voorwerpen, die uit een
historisch oogpunt beschouwd, verdienen bewaard
te blijven.
In het museum is dus ook geplaatst eene
verzameling van alle voorwerpen, die op het
bekende beleg betrekking hebben. Harnassen,
helmen, rondassen, verschillende wapens en vaan
dels; lantaarnen, voorwerpen van straatverlichting
van later dagen, maar ook uit den tijd, toen de
straten nog niet geregeld verlicht werdenwapen
borden, die in de 17de en ISde eeuw in de
kerken gehangen zijn en uit de schuttersdoelen,
enz.; drinkglazen en dergelijke voorwerpen; zegels,
stempels en afdrukken van slempels, die aan de
verschillende fabrikaten als bewijs van echtheid
gehecht werden; eene verzameling van maten en
gewichten en hetgeen op het marktwezen en de
visscherij betrekking heeft, enz., enz. Eindelijk
moet nog erkend worden, dat van al deze voor
werpen de meeste zouden zijn verloren gegaan,
zonder de zorg van den voormaligen stadsarchitect
S. Van der Paauw.
Aan de hoogleeraren Van der Boon Mescli
en Vissering is namens Z. M. een prachtig zilve
ren theeservies ten geschenke aangeboden.
Z. M. heeft aan den heer J. Iloog, op zijn verzoek,
eervol ontslag verleend als kapt. hij de d.d. schutterij
te Leiden en daartoe benoemd der. heer J. F.
Esser, thans 1ste luit; tot lsten luit., den heer
J. P. H. Van Wensen, thans 2de luitenant.
Z. M. heeft met ingang van 16 Mei a. s. be
noemd tot Minister van Marine den heer W. F.
Van Erp Taalman Kip, oud-zeeofficier., gepens.
inspecteur over de bebakening, de kustverlichling
en het loodswezen in Ned. .'ndië; en den lieer
I. D. Fransen van de Putte, Minister van Kolo
niën, eervol ontheven van hel hem lijdelijk op-