LEIDSCH DAGBLAD. N°. 4870. Maandag A0. 1874. II Mei. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden1. Franco per post1.40. Afzonderlijke exempt van dit Feestnummer 0.15. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven- PRIJS DER ADVERTENTIE!*: Van 16 regels 1.05. Iedere regel meer0.17£. Grootere letters naar plaatsruimte. 12 Mei 1849. ISTeêrlands zilveren "Vreugdedag'. 12 Mei 1871. Het is dan eindelijk aangebroken, het lang verbeide tijd stip. Dagen, neen maanden achtereen waren ze in de weer, de handen en hoofden van al wie roem draagt op den naam van Nederlander, om bet heuglijk feest van heden voor te bereiden. En thans, na die hoofden en die handen is de beurt gekomen aan de harten, en het overkropt gevoel barst los in een vreugdegalm, die weerklinkt van Noord tot Zuid, van Oost tot West. Nederland viert feest met zijn Koning, met zijn Vader, die liet vierde eener eeuw lief en leed met zijne kinderen deelde, gelijk zij inct Hem. Neen, de dag van heden is ons te kort om al de blijde feiten uit dat vijfentwintigtal van jaren ons te herin neren. Het beeld hier voor ons wij gevoelen het we dragen het in ons binnenste. Ja, dat zijn wel de trekken van den Vorst, die, toen de ontketende ba ren zijne kinderen dreig den te verslinden, toe snelde om hen te red den en te troosten, te kleeden en te spijzen dat is wel het gelaat van den Koning, die een nederige woning binnentrad om te deelcn in de droef heid van den grij zen krijgsman, die den dood beweende van zijn roemrijk op liet slagveld gevallen zoon. Op die afbrokke lende ijsschots, in die afgelegen woning waart Gij groot, Ko ning Willem III, groot in de oogen van Uw volk. Dat weten, neen gevoelen wij Ne derlanders, al len, en daarom juichen wij en vieren wij feest als geen andere natie voor ons. Herdacht ook Oostenrijks mo narch voor wei nige maanden zijn 25-jarige regee ring, mocht op een later tijdstip ook in Italiëns ste den en dorpen de ju belzang Yan het zil veren kroningsfeest herklinken, in beide landen voorzeker wa rende tonen der vreugde vermengd met kreten'der smart. De bodem van beide rijken was in dat tijdsver loop gedrenkt met het bloed der landskinderen, en de vreugde van bet feest moclit er niet rein en onverdeeld heeten. Heil, NederlandUw laatste vijf en twintig jaren zijn jaren geweest van vrede, jaren van ongekenden voorspoed en vooruit gang op menig gebied. De Koning is dood, leve de Koning zoo klonk het nu ruim vijf en twintig jaren geleden, en onder den nieuwen Vorst ging gansch Nederland de toekomst met blijde hoop te gemoet; en thans zien wij met blijde dank baarheid terug op bet verledeue. Het was ons wel, het vierde eener eeuw te doorleven onder den derden Willem uit het stamhuis van Oranje, en wij zijn er trotsch op, aan gansch Europa te toonen hoe die dankbaarheid ons den boe zem doorgloeit, het te toonen dat Nederland één is met zijn Vorstenhuis en dat ook de telgen van Oranje onaf scheidelijk zijn verbonden aan ons, volk van vrijheid bij uitnemendheid. En naast dien geliefden Koning zetelt op den troon een beminde Vorstin, van wier menschenliefde zij allen weten te spreken, die er getuigen van waren als zij in de ver blijven der zieken aan de sponde van zoo menig lijder ver scheen of in de gestichten voor ouderloozen van haar liefderijke belangstelling (leed blijken. Zie, op dat Vorstelijk echtpaar zijn wij fier, en daarom juichen en jubelen wij op den dag van heden, want dit feest, wij beseffen het allen, zal den band, die Vorst en Volk, die Oranje en Nederland omstrengelt, zoo mogelijk nog nau wer toelialcu. Die gedachten zullen ons bezielen, als wij het kanon hoo- ren bulderen, niet om menschenlevens weg te maaien of over winningen te verkondigen, maar om een vredefeest te vieren zooals wellicht wij, bewoners van het laud, uit wier en dras geweld, dat alleen kunnen. Daaraan zullen wij denken, als wij de schooljeugd door onze straten zien trekken, liaar die ons tevens zal te binnen brengen, hoeveel er in het afgeloo- pen tijdperk ook voor het onderwijs werd tot stand gebracht. Dat zal ons voor den geest zweven, als wij de volksspeleu zullen aanschouwen, die het ons zullen verkondigen dat zij die er aan deelnemen, dat ook de lagere rangen der maat schappij in dat 25-jarig tijdvak een vrijheid hebben geno ten als wellicht in geen enkel ander land van Europa. Die indrukken zullen bij ons worden verlevendigd, als allerwegen de nationale driekleur onze oogen, als de op wekkende tonen der feestmuziek onze ooren zullen stree- lcn. Die gevoelens zullen ons bezielen bij het flikkeren der tallooze vreugdelichten, zoovele zinnebeelden van de beschaving en verlichting, waartoe gansch het land, waartoe vooral de stad onzer inwoning zooveel heeft bijgedragen. Want, vergeten wij het nimmer, vooral Lei den heeft veel te danken aan het stam huis van Oranje, dat ons de hoogeschool schonk ter belooning voor den een maal zoo moedig volgehouden kamp. Die wederkeerige ge hechtheid van Yorst en Aca demiestad is onverminderd in stand gebleven. Heette het vóór driehonderd jarenLeiden voor den Prins en de Prins voor Leiden", ook later, onder bet Koninklijk bestuur, ook gedu rende bet laatste vie rendeel eener eeuw is die leuze van kracht gebleven. Of zette (1e tegenwoor digheid der telgen uit ons Vorsten huis binnen onze veste geen luister bij aau onze be roemde hooge school? Eu wa ren wij er niet trotsch op hen in ons midden tc mogen ontvau- gen? Zeker, zoo één stad in Ne derland, dan is het Leiden (lat uit volle borst meejuiebt op bet Zilveren Kro ningsfeest. De grondslagen van bet gebouw, dat eerlang zal ver rijzen om een nieuwe zetel der wetenschap te wor den, zijn daar om te getuigen, dat onder Koning Wil lem III bet Ncder- landsch Athene niet wordt vergeten, al waren de pas vol brachte studiën vauden jongsten der Prinsen binnen onze wallen niet genoeg om er ons aan te herinneren. Maar neen, 't is thans niet de tijd om ons te be roemen op die voorkeur, al stellen wij haar op prijs. Gansch Nederland viert leest en Leiden viert bet mede. Op den dag van heden geen ver heffing boven anderenWij allen, die ons daar noemen met den naam van Nederlander, wij zijn kinderen van écu en hetzelfde gezin, en aan het hoofd van dat gezin stond vijf en twintig jaar de zelfde Vader, dezelfde Vorst, onze geliefde Wil lem III. Daarom juichen wij in het Heden en zien wij met dankbaarheid terug op het Verleden, maar ook op de Toekomst richten wij den blik vol hoop en vertrou wen en stamelen de bede: Moge nog vele jaren na deze onze geliefde Koning voor ons gespaard blijven. Mogen onder Zijne verdere regeering deze gewesten steeds in bloei en welvaart toe nemen en bevrijd blijven van botsingen met andere staten, welke zulke heillooze gevolgen na zich sleepen en die onder Zijn bewind zoo gelukkig zijn vermeden. Het Oranje en Rood en Wit en Blauw hebben nooit zoo schoon naast elkander gewapperd als onder Zijn bestuur, als op dezen dag, cn nooit klonk uit voller borst de oude leuze: ORANJE BOVEN!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1874 | | pagina 1