LEIDSCH
DAGBLAD.
N0. 4369.
A0. 1874.
Zaterdag
9 Mei.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maandenf 1.
Franco per postn 1.40.
Afzonderlijke Nomraers0.02.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVERTENTIEN
Van 16 regels
Iedere regel meer
Groolere letters naar plaatsruimte.
1.05.
0.171.
Wij verzoeken de advertentiên voor het
Feestnummer van morgenavond bestemd, zoo
tijdig mogelijk in te zenden.
STADS-BER1CHTEN.
Dc BURGEMEESTER der gemeente LEIDEN,
Gezien art. 48 der Algemeenc Politie-verordening, vastgesteld
den 16den October 1873 (Gemeenteblad n° 4);
Stelt de navolgende bepalingen vast, ter gelegenheid van de
feestviering op Maandag 11 Mei e. k., als:
1°. Gedurende den optocht, des voormiddags van TIEN tot
TWAALF uren, mogen langs den weg dien de trein neemt-,
geenc rijtuigen of paarden stilstaan, terwijl rijtuigen of paar
den, den optocht ontmoetende, niet in tegenovergestelde richting
mogen doorrijden, maar zich naar elders moeten verwijderen.
2°. VAN DES NAMIDDAGS HALFTWEE TOT VIJF
UREN mag met rij- of voertuigen of met losse paarden niet
worden gereden langs de Beestenmarkt, dc Turfmarkt, de IJze
ren gracht, den Ouden Singel en de Oude Vest tot en met de
Marebruggen.
3°. Gedurende dien tijd raag de Blauwpoortsbrug allceu stap
voets worden bereden.
- 4°. De rijtuigen van en naar het spoorwegstation rijdende,
moeten hunnen weg nomen door de Galgstraat, Kruisstraten en
Binnenvestgracht, langs het Academisch Ziekenhuis.
5°. De Blauwpoortsbrug, de Turfmarktsbrug en de Mare
bruggen mogen gedurende dien tijd niet worden ontsloten.
O». VAN DES AVONDS ZEVEN UREN TOT NA AF
LOOP DER FEESTVIERING mag met rij- of voertuigen of
met losse paarden niet worden gereden langs de Turfmarkt, den
Apothekersdijk, de Bloemmnrkt, de Aalmarkt, dc Vischbrug,
de Hoogstraat, den Nieuwen Rijn tot de Karnemelksteeg, Visch-
markt, de Koornbeurebrug en de Botermarkt.
7°. De Vrouwensteegsbrug mag gedurende dien tijd alleen
stapvoets en van dc Aalmarkt naar de Haarlemmerstraat wor
den bereden.
8°. De Paardenstceg en dc Beestenmarkt mogen dien avond
mede niet anders dan stapvoets, en do eerste alleen in de rich
ting van de Haarlemmerstraat naar het Kort Rapenburg, bere
den worden.
Wijders worden de ingezetenen dringend uitgenoodigd alle
belemmeringen uit den weg te ruimen, welke aan den optocht
hinderlijk zouden kunnen zijn, en tot den gcregelden en onge-
stoorden afloop der geheele feestviering, ieder naar zijn vermo
gen, mede te werken.
De Burgemeester voornoemd,
v. d. BRANDELER.
Leiden, 8 Mei 1874.
Is derhalve verkozen tot lid van de Staten der pro
vincie Zuid-Holland de heer Jan van Heukelom Junior,
Fabrikant, wonende binnen deze gemeente.
Geene meerderheid verkregen zijnde voor de verkiezing
van het tweede lid, moet eene herstemming plaats vinden
over de personen die de meeste stemmen hebben verkre
gen, waarop evenmin het verschil tusschen het getal ge
vonden briefjes en dat der kiezers, die stemden, van in
vloed heeft kunnen zijn, als: de heeren
Mr. HENDRIK PETRUS JACOBUS TOLLENS met 180 en
Mr. MARTINUS D'AUMERIE met 169 stemmen,
van welke personen is opgemaakt de hij art. 9 der pro
vinciale wet bedoelde lijst.
En zijn tegen deze opening van stembriefjes door de
de zaal aanwezige kiezers geene bezwaren ingebracht.
En is na afloop van dit een en ander proces-verbaal
opgemaakt, in tegenwoordigheid van allen, die zich in de
zaal bevonden.
Gedaan te Leiden den 8sten Mei 1874.
v. d. BRANDELER, Voorzitter.
J. M. E. DERCKSEN. c/
F. A. VERSTER. *lemoPnemers-
PROCES-VERBAAL
van de opening der stembriefjes, die ter benoeming van twee
leden der Staten van de Provincie Zuid-Holland den Iden
Mei 1874 zijn ingeleverd.
Op heden den achtsten Mei des jaars achttienhonderd vier-
zeventig in de gemeente Leiden, hoofdplaats van het hoofd'
kiesdistrict Leiden, is door het bureau van stemopneming
in de ter inlevering van stembriefjes bestemde zaal op
het Raadhuis plaats genomen, des morgens te negen uren.
Het bureau is samengesteld uit den heer Dr. Willem
Cornelis Van den Brandeler, Burgemeester, Voorzitter, en
de heeren Jacobus Marinus Everhardus Dercksen en Flo-
rentius Abraham Verster, leden van den Gemeenteraad,
stemopnemers.
De Voorzitter plaatst op de tafel éen stembus, hij hem
den 7den Mei 1874 overgebracht uit de gemeente Leiden.
De zegels der bus worden onderzocht en bevonden onge
schonden te zijn.
De bus wordt geopend en bevonden driehonderd zes
en zestig stembriefjes te bevatten.
Dit getal, met de lijst der kiezers, die briefjes heb
ben ingeleverd, vergeleken zijnde, is gebleken te zijn
éen meer dan het getal dier kiezers.
Nadat de briefjes zijn ondereengemengd, worden zij door
den Voorzitter een voor een geopend en overluid voor
gelezen.
Het bureau heeft van onwaarde verklaard éen stembriefje,
dat oningevuld was.
Het getal der geldige uitgebrachte stemmen is mitsdien
geweest driehonderd vijf en zestig.
Van dit getal zijn uitgebracht op de heeren
Jan van Heukelom Junior 229; Mr. Hendrik Petrus
Jacobus Tollens 180; Mr. Martinus d'Aumerie 169; Mr. Sa
muel le Poole 132; D. Hartevelt 3 en Mr. C. Cock 2 stemmen.
J. J. Van Wensen, J. Scheltema, J. W. Hoogenstraaten,
Mr. J. C. Patijn, Mr. J. Van Heukelom, Mr. A. J. E. Mod
derman, G. M. De Graaf en Dr. D. De Loos, ieder éene
stem.
Heeft alzoo de volstrekte meerderheid van steramen
verkregen, zonder dat daarop het verschil tusschen het
getal gevonden briefjes en dat der kiezers die stemden,
van invloed heeft kunnen zijn, de heer
JAN VAN HEUKELOM Junior,
LEIDEN, Mei»
Bij de alhier gehouden verkiezing van twee
leden voor de Provinciale Staten zijn ingeleverd
365 stembriefjes, waarvan 1 van onwaarde is
verklaard. Gekozen is de heer J. Van Heukelom
met 229 stemmen. Verder verkregen de heeren
Mr. H. P. J. Tollens 180, Mr. M. d'Aumerie
169 en Mr. S. Le Poole 132 stemmen, zoodat
voor het tweede lid nog eene herstemming over
de beide eerstgenoemden moet plaats hebben.
De Senaat onzer hoogeschool heeft aan
Z. IC. H. Prins Alexander, die eerlang na het
volbrengen zijner studiën de Academie ver
laten zal, eershalve het Doctoraat in de beide
rechten opgedragen. De plechtige aanbieding van
het Doctors-diploma aan Z. IC. H. door eene
commissie uit den Senaat heeft heden plaats
gehad.
In de jongste vergadering der Commissie
voor het gedenkteeken van „Leidens ontzet" is
het volgende besloten omtrent de wapens en
opschriften, die op het voetstuk zullen aangebracht
worden.
Het voetstuk zal versierd zijn met vier bron
zen basreliëfs (alle reeds door den heer Koelman
in pleister afgewerkt), voorstellende: 1°. het zwe
ren van trouw door de krijgsbevelhebbers aan de
regeering der stad; 2°. de gewapende verdedi
ging: gevecht bij de schans van Boschhuizen,
sneuvelen van Hopman Mees Haviks; 3°. het
lijden en het ontzet: uitreiking van spijs aan het
uitgehongerde volk4°. de dankzegging na de
verlossing.
Boven deze basreliëfs zullen de wapens geplaatst
wordenaan de voorzijde van de stad Leiden
aan de drie andere zijden van Rijnland, Delfland
en Schielandeene hulde aan de drie waterschap
pen, die door de onderwaterzetting hunner lan
derijen zoo krachtig tot het ontzet der stad heb
ben bijgedragen.
Onder elk der basreliëfs zal een opschrift
worden aangebracht. Die vier opschriften zullen
de hoofdgedachten uitdrukken van het feit, waar
aan het gedenkteeken is toegewijd: trouw,
moed, lijden, dank. Zij zullen eene antieke
kleur hebben, en daarom ontleend zijn aan be
kende gedichten, met den tijd van den vrijheids
oorlog en Leidens ontzet in betrekking staande.
Onder het eerste basreliëf, de eedzwering, zul
len geplaatst worden de woorden uit het W i 1-
helmus:
Het vaderland getrouwe
Blijf ik tot id den dood.
Onder het tweede, het gevecht, de woorden uit
een oud lied op Leidens ontzet, ontleend aan het
bekende gezegde van Hopman Mees Haviks, wiens
dood hier wordt voorgesteld:
Zoolang wij hebben handeD, ziet,
Om t'eten éen, éen om te vechten,
Zoo komen wij tot schande niet.
Onder het derde, het lijden en ontzet, de
woorden uit Zevecote's treurspel op het „Ontzet
van Leiden"
Nn mogen wij afdrogen
On9 lang bekreten oogen,
Want Leiden is ontzet.
Onder het vierde, de dankzegging, de aanhef
van den 9den Psalm, die bij die gelegenheid door
de dankbare schare gezongen werd:
Ik zal met al mijn hart den Heer
Blijmoedig geven lof en eer.
Eindelijk zal op de voorzijde een opschrift wor
den geplaatst, waarin het doel en de beteekenis
van het geheele gedenkteeken zullen worden uit
gedrukt, door aan te wijzen, dat het hier een
vaderlandsch monument geldt, door geheel Neder
land opgericht, als eene erkenning, dat aan den
moed en de volharding van Leiden op het voor
beeld van den burgemeester Van der "Werf, de
bevestiging van Nederlands vrijheid te danken is
geweest. Dat opschrift zal aldus luiden
Ter herinnering
van de verdediging en verlossing van Leiden,
de bevestiging van Nederlands vrijheid,
en ter ecre van den Burgemeester
pleter Adriaansz. Van der werp,
MDLXXIV. het dankbare vaderland. MDCCCLXXV.
En daaronder de verzen uit Bilderdijk's ge
dicht op den Derden October, die de geheele
gedachte der Commissie kort en klaar uitdrukken
Juich, Holland, dat door Leidens moed
Uw roem, uw vrijheid zag behoed.
De alhier gevestigde Vereeniging „Het
metalen kruis" 2de sectie, afdeeling Leiden, zal
volgens te geven dagorder van den heer kolonel
garnizoens-commandant, op 11 Mei e. k. deel uit
maken van de troepen, welke parade zullen houden
bij het vieren van het 25 jarigfeest van Z. M.
onzen geëerbiedigden Koning, beschermheer der
Vereeniging.
Naar wij vernemen is heden namens het
studentengezelschap „Arena sludiosorum" aan den
heer burgemeester alhier ter hand gesteld eene
som van 50, zijnde de zuivere opbrengst van
een door dat gezelschap gegeven gymnastiek-uit-
voering en wapenstrijd op 19 Maart, ten voordeele
van de algemeene armen dezer gemeente.
Tot leden der Koninklijke Academie van
Wetenschappen te Amsterdam, afdeeling Wis-
en Natuurkunde, zijn benoemd de heeren Prof.
T. Zaaijer en Dr. C. IC. Hoffmann alhier.
In de eerste helft der maand April zijn
aan het postkantoor alhier bezorgd de volgende
brieven die wegens onbekendheid der adressanten
niet bezorgd zijn kunnen worden.
Ed. Maubach, te Akenmej. E. Fergieson
(10 stuks), mej. A. M. Redir, Doornaar, De
Ruyter en Zn., D. Doove, allen te Amsterdam
Smits, te BredaDe Jager, in Den HaagUsener,
te Kaap de Goede Hoop; mej. C. W. A. Sterk,
te LeidenN. Hekelaar, le MenadoG. P. H.
Van Maarseveen, te Voorst; J. Boere (niet ver
meld). BriefkaartenA. A. ICüller, in Den Haag.
Het Hoofdbestuur der Leidsche Vereeniging
tot bevordering van geregeld schoolbezoek heeft
aan de Eerste Kamer der Staten-Generaal het
volgend adres gericht
Het in de zitting der Tweede Kamer van de.
Staten-Generaal van 5 Mei jl. aangenomen wets-