LEIDSCH
DAGBLAD.
N°. 4368.
A0. 1874.
Vrijdag
8 Mei.
B E RdC H T.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maandenf 1.
Franco per po»tn 1.40.
Afzonderlijke Nommers0.02.
Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVERTENTIES
Van 16 regelsf 1.05.
Iedere regel meern 0.174.
firootere lelters naar plaatsruimte.
Wij verzoeken de advertentién voor het
Dagblad van Zaterdagavond bestemdzoo tijdig
mogelijkliefst Vrijdag doch uiterlijk Zater
dagmorgen, in te zenden.
EEN TERUGBLIK.
De winter is voorbij, en met het barre jaargetij
ligt ook het theaterseizoen weer achter ons. Daarom
zou het thans een geschikte tijd zijn om een
terugblik te slaan op al wat de Leidsche schouw
burg ons in 1873/74 te genieten gaf, doch de
gedachte dat wij daarbij, onze beperkte ruimte in
aanmerking genomen, slechts een oppervlakkige
en eenigszins dorre opsomming zouden leveren,
schrikt ons terug, en daarom willen wij ons liever
tot eenige algemeene opmerkingen bepalen.
Slechts weinige steden met een bevolking als
die van Leiden hebben het voorrecht naast de
gewone Hollandsche tooneelvoorstellingen ook nu
en dan vergast te worden op opvoeringen van
opera's. Die gunstige uitzondering hebben wij te
danken aan de nabyheid der residentie met haar
opera-personeel; daarom boezemt alles, wat op
het Haagsche tooneel voorvalt, ook ons belang in.
Stellen wij nu de vraag: welke van beide heb
ben de meeste voldoening geschonken, de Holland
sche tooneel- of de Fransche opera-voorstellingen
van uit Den Haag, dan meenen wij, ieders bijzonde
ren smaak daargelaten, geen onbillijk oordeel uit
te spreken door ten gunste der laatste te beslissen.
Dit geldt trouwens meer uitsluitend voor de sleutel
stad en niet evenzeer voor de residentie. Daar
toch werd menige grand-opéra opgevoerd, waarop
lieel wat viel af te dingen, terwijl daarentegen
gedurende dit seizoen het genre van opéra-comique
en opérettes over 't algemeen uitstekend was
vertegenwoordigd, wat bij uitsluiting voor ons
kleiner tooneel in aanmerking komt. Namen als
Mezeray en niet minder Massart, maar vooral
Jourdan, zullen genoegzaam ztjn om de schouw
burgbezoekers onder onze lezers te herinneren
aan menig genotvol oogenblik, dat dit drietal,
uitmuntende door zang zoowel als door actie, ons
wist te verschaffen. Niet dat wij beweren, dat de
uitvoeringen onder directie van den heer Defossez
vlekkeloos waren te noemen, maar ongetwijfeld
leverden zij veel meer reden tot tevredenheid op
dan de voorstellingen, hier ter stede vanwege den
heer Valois gegeven, ware het alleen ten gevolge
van het veelal minder goede gehalte der stukken,
waarop in ons blad bij menige beoordeeling werd
gewezen.
Over den smaak valt niet te twisten, en wij
zouden allerminst onze meening aan anderen
willen opdringen, maar ons dunkt evenzeer dat
niet weinigen onze zienswijze zullen deelen. Dat
ons nationaal tooneel in geen bijzonder gunstigen
toestand verkeert, ieder, die er waarlijk belang
in stelt, erkent hetaan dat besef hebben wij
het ontstaan van het Tooneelverbond te danken,
waarvan de Haagsche afdeeling vooral bewijs van
leven gaf door de opvoering van „De avond vol
vergissingen," die onder haar leiding omstreeks
de helft der vorige maand plaats had. Uiteenloo
pend was het oordeel over die voorstelling, maar
daarover zijn allen het eens, dat die poging
toejuiching verdient. Aan dat tooneelstuk ging
vooraf een dramatische inleiding van Mr. Banck,
„Een stem der natuur," waarin een bloemen-
liefhebster wordt voorgesteld, Louise Van Ever-
dingen, dte ter wille van een groote, trotsche
uitheemsche plant, haar ter bewaring toever
trouwd, (hier wordt de opera bedoeld) de een
voudige, maar schoone bloemen van eigen bodem,
vroeger door haar met zorg verpleegd, (het
Nederlandsch tooneel) verwaarloost en minacht.
Het is echter de vraag of de juistheid van die
vergelijking zoo heel gemakkelijk zou zijn aan te
toonen. Daartoe zou men eerst moeten bewijzen
dat zonder de aanwezigheid der Fransche opera
het Nederlandsch tooneel een grooter bloei zou
genieten. Niets immers belette de bloemenlièf-
hebster aan hare vroeger zoo geliefkoosde plantjes
evenveel zorg te besteden als aan de uitheemsche
plant. Heeft zij dat gedaan, omdat de laatste
werkelijk zooveel schooner was, dan is dat, zoo
al niet goed te keuren, toch alleszins verklaarbaar.
Het tooneel, het nationaal tooneel moet, zal
het aan zijn roeping beantwoorden, de plaats zijn
waar ontwikkeling en beschaving, en niet minder
waar de zedelijkheid wordt bevorderd. Ter be
reiking van dat doel moet ieder bijdragen, die
er toe in staat is, maar moet dat geschieden ten
koste der Fransche opera? Neen, voorzekerOok
zij kan in hooge mate bijdragen tot aankweeking
van het schoone en goede, en ons volk is zeker
rijk genoeg om beiden te schragen, als het niet
aan kunstzin ontbreekt. Deze moet worden opge
wekt en ontwikkeld; dan gaat het nationaal tooneel
een schoone toekomst te gemoet, zonder dat dit
nog behoeft te geschieden ten koste der Fransche
opera.
LEIDEN, 7 Mei.
In de gisteren gehouden vergadering der
Commissie voor het gedenkteeken van „Leidens
ontzei" werd door den Voorzitter medegedeeld,
dat Moor hem ontvangen en aan den penning
meester ter hand gesteld was de som van f 1953.43,
zijnde de zuivere opbrengst der loterij, onlangs
door de Damescommissie hier ter stede ten be
hoeve van het gedenkteeken gehouden. De ver
gadering, erkentelijk voor deze zoo belangrijke
bijdrage, besloot aan de Damescommissie een
dankadres te richten voor hare krachtige mede
werking, die met zulk een uitstekend gevolg mocht
bekroond worden.
Uit het verslag van den Penningmeester bleek,
dat de gezamenlijke gelden, waarover de Com
missie, na aftrek van alle tot hiertoe gemaakte
onkosten, te beschikken heeft, thans de som van
ƒ14,200 bedragen.
Tevens werden in deze vergadering de wapens
en opschriften vaslgesteld, die op het gedenk
teeken zullen worden aangebracht. Wij hopen die
morgen mede te deelen.
Vroeger is verzuimd te berichten, dat van den
heer Goedeljee, photograaf alhier, eene bijdrage
van 25 bij de Commissie is ingekomen, als
gedeeltelijke opbrengst van de door hem uitgege
ven photographische kopie van de bekende schil
derij op het stadhuis.
Heden mocht onze geachte stadgenoot de
heer D. A. Schretlen het voorrecht genieten den
dag te herdenken, waarop hij vóór 50 jaren in
de ijzerindustrie trad, en tevens voor 40 jaren
zyne fabriek „de Nijverheid" oprichtte.
Nog tal van jaren zij het den wakkeren jubi
laris gegund, tot nut van velen, zijne beste krach
ten aan zijne inrichting te blijven wijden.
Op verschillende plaatsen is men ook hier
ter stede druk bezig toebereidselen te maken
voor de feestviering van a. s. Maandag. Nabij de
IJzergracht en op de Visch- en Koornbeurs-
bruggen zijn reeds de muziektenten opgeslagen,
terwijl op de Beestenmarkt, voor zoover de Vrij-
dagsche markt dit toelaat, voor de volksspelen
en de illuminatie mede het een en ander wordt
in gereedheid gebracht. Ook op de Boter- en
Vischmarkten en langs den Nieuwen Rijn vertoo-
nen zich de toebereidselen voor de illuminatie,
terwijl de groote verlichting der Koornbeursbrhg
een schoon effect belooft. Aan het Stadhuis is
men bezig eene gasilluminatie aan te brengén.
Naar wij vernemen zal ook de kanonneerboot
der Kweekschool voor Zeevaart groot verlicht
en alsdan meer nabij de stad verlegd worden.
Als een bijzonderheid deelen wij mede, dat
aan den agent der Nederlandsche glasverzekering-
maatschappij alhier, den heer Sala, door een on
bekende f 20 is gezonden als schadevergoeding
voor eene in Febr. jl. bij Mme Masset op de
Breestraat des nachts gebroken glasruit.
Het stoomschip Celebes, kapt. Bakker, van
Nieuwediep naar Batavia, is Dinsdag-morgen te
Malta aangekomen, en zou gisteren de reis voort
zetten. Aan boord alles wel.
Het stoomschip Prins van Oranje, kapt.
F. J. Aukes, van Batavia naar Nieuwediep, kwam
Dinsdag-middag te Suez aan, en ging dienzelfden
dag 3 uur 's namiddags het Kanaal in.
Graaf De Perponcher, nieuw benoemd ver
tegenwoordiger van Duitschland aan het Hof te
Brussel, maar tot dusver nog buitengewoon ge
zant en gevolmachtigd Minister van zijn Souverein
in Nederland, is van zijne reis naar Duitschland in
Den Haag teruggekeerd en heeft wederom in het
hotel De Bellévue intrek genomen.
Onze talentvolle landgenoot, de kunstschil
der Jhr. J. N. Tjarda van Starkenborgh, tijdelijk
wonende te Dusseldorf, heeft op de Internationale
Tentoonstelling te Londen een der vier uitge
loofde zilveren medailles behaald met een landschap,
voorstellende: „Een tabaksoogst in de Betuwe."
Generaal-majoor Michelhoff, nieuw benoemd
plaatselijk commandant in Den Haag, is gisteren
in de residentie aangekomen en heeft zijne func-
tiën aanvaard.
Het bericht nopens het feestmaal, door den
Haagschen Gemeenteraad akn HH. MM. den Koning
en de Koningin aan te bieden, was niet geheel
juist, voor zooveel den datum betrof. Het diner
zal plaats hebben op Dinsdag 19 dezer.
De looneelvoorstelling, 11. Zaterdag door de
onderofficieren in Den Haag gegeven ten behoeve
van de gewonde krijgslieden in Atjin, heeft zuiver
het aanmerkelijk bedrag van 1369,30 opgebracht.
Die gelden zullen door een commissie van onder
officieren aan den Minister van Koloniën worden
ter hand gesteld om ze aan de verminkte strijders
te doen toekomen.
De Raad der gemeente Haarlem heeft be
sloten tot oprichting van eene hoogere burger
school met driejarigen cursus, die, tegen een
matig schoolgeld, zal voorzien in de behoefte van
dat groote deel der burgerij, dat voor nering en
handel, administratieve werkzaamheden, enz. op
leiding verlangt. Deze school zal worden overge
bracht in het gebouw der meisjesschool. Tevens
wordt in dat gebouw de aldaar gevestigde school
voor meer uitgebreid lager onderwijs voor jongens
veranderd in en vervangen door eene opleidings
school voor jongens tot de middelbare scholen en
de Latijnsche school. Voor de ineisjes-hoogere
burgerschool zal een nieuw gebouw worden op
gericht in het midden der stad. Het voornemen
bestaat om die nieuwe hoogere burgerschool reeds
in September te openen, voorloopig in de daartoe
in te richten hulplokalen.