LEIDSCH
DAGBLAD.
N°. 4362.
A0. 1874.
Vrijdag
I Mei.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maandenf 1.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nomroers0.02.
Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven,
PHIJS DER ADVERTENTIES:
Van 1—6 regelsf Ï.OS.
Iedere regel meer0.17^.
Grootere letters naar plaatsruimte.
STADS- BE RICHTEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN doen
fe weten, dat de Gemeenteraad, ingevolge art. 265 der
wet van 29 Juni 1851 (Staatsblad n°- 85), in zijné vergade
ring van heden, het kohier der plaatselijke directe belas
ting voor het jaar 1874 heeft vastgesteld en dat kohier
alsnog ter Secretarie dezer gemeente (financieele afdee-
ling), gedurende acht dagen, voor eén ieder ter lezing is
nedergelegd; terwijl binnen dien tijd elke op het kohier
aangeslagene, krachtens de 5de zinsnede van bovenge
noemd wetsartikel, zijne bezwaren tegen den aanslag,
bij verzoekschrift op ongezegeld papier, bij de Gedeputeerde
Staten dezer provincie kan inbrengen.
En geschiedt hiervan afkondiging door plaatsing in de
Leidsche Courant.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. d. BRANDELER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Leiden, 30 April 1874.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN bren
gen bij deze ter kennis van de ingezetenen, dat de bepa
lingen der Algemeene Politieverordening van den 16den
October 1873, betrekkelijk de vestiging der woonplaats iti
en de verhuizing binnen de gemeente, zijn de volgende:
Art. 2. Zij, die overeenkomstig do bepalingen van het Koninklijk
besluit van den 3den November 1861 (Staatsblad n®. 95) aangifte
hebben gedaan van het overbrengen van hunne werkelijke woon
plaats van elders naar deze gemeente, en daarvan eene verklaring
hebben gedaan aan het bestuur dezer gemeente, ontvangen op
het bureel van den Burgerlijken Stand van die verklaring een
bewijs, dat zij verplicht zijn binnen 24 uren aan den heer der
gebnurte, in welke zij zijn komen wonen, te vertoonen, ten
einde deze het voor gezien teekene en in zijn register inechrijve.
Art. 3. Ieder die binnen deze gemeente verhuist, is verplicht
daarvan, binnen éene maand na de verhuizing, aangifte te doen
op het bareel van den Burgerlyken Stand, en daarbij op te geven,
wat tot de invulling van het bevolkingsregister noodzakelijk is.
Hij ontvangt van die aangifte een bewijs, dat hij binnen 24
uren aan den beer der geboorte, in welke hij is komen Wonen,
vertoont, ten einde deze het voor gezien teekene en in zijn
register inschrijve.
Hij is mede verplicht, binnen éene maand na verhuizing,
daarvan keonis te geveD aan den heer der gebuurte, welke hij
verlaten heeft.
Art. 4. Overtreding van eenig voorschrift van de beide voor
gaande artikelen wordt gestraft met eene boete van éen tot drie
golden
Burgemeester en Wethouders voorn.,
v. d. BRANDELER, Burgem.
E. KIST, Secretaris.
Leiden, 30 April 1874.
LEIDEN, 30 April.
Heden is door aanplakking aan hel Raad
huis alhier afgekondigd de beschrijving van het
patentrecht en de personeele belasting voor het dienst
jaar 1874/75. Tot tegenschatters voor de perso
neele belasting zijn benoemd de heeren H. Filippo,
P. G. Houthuysen, J. Van Lith, J. C. Rijk, G.
Rietbergen en A. Verhoog. Met 1 Mei zal een
aanvang worden gemaakt met de beschrijving der
slijters, tappers, kroeg- en koffiehuishouders, op 7
Mei met die der belasting op het personeel.
Den 2den Mei zal van Rotterdam naar
Batavia vertrekken het stoomschip Hampion,
waarmee de gelegenheid is opengesteld tot het
verzenden van brieven, monsters en drukwerken.
De laatste lichting te Leiden is op genoemden
datum te 3 u. 10 m. 's middags.
Bij de Provinciale Commissie van Zuid-Hol
land zijn gisteren geëxamineerd 9 vrouwelijke
candidaten voor de akte der Engelsche taal4
werden afgewezen en 5 toegelaten, te weten
Mej. A. R. W. R. Van Hoëvell, M. A. S. Keiler
van Hoorn, J. W. De Koningh en S. J. Van
Deventer, allen uit Dordrecht, en A. Vletter, uit
's-Gravesande. Voorts werden geëxamineerd voor
de akte van hulponderwijzeres 23 candidaten
20 werden toegelaten, als: Mej. S. Brandes, A.
M. Hogema, A. H. L. M. Lampe, M. G. Loker-
mans, B. C. Mortelmans, M. W. Pesch, E. Van
der Poorten, A. G. Stronck en M. Van der
Werf, allen uit Rotterdam; J. M. Ahlers, uit
HillegersbergW. A. Arensma, uit Leiden; G. M.
Beyl, J. C. Hardeman, W. F. Kromhout en H.
Van der Vliet, allen uit GoudaJ. H. Hendriks,
uit Oegstgeest; R. G. G. Van Holthe, uit
's-Gravesande; D. A. M. Van 't Sant, uit Delft;
B. W. Schuurman, uit Rijswijk, en P. Van Tif-
felen, uit Hellevoetsluis.
- Aan de Rederijkers-Kamer „Van Lennep"
werd op de gisteravond gehouden buitengewone
vergadering door eenige dames een prachlig vaandel
aangeboden.
Door Martinus Nijhofl in Den Haag zal
worden uitgegeven „Album Studiosorum Academiae
Lugduno Batavae MDLXXV—MDCCCLXXV",
waarop de inteekening is opengesteld tot den dag
der,[uitgave op 8 Febr. 1875.
In het prospectus leest men: Onder de eerste
wapenfeiten van den tachtigjarigen oorlog schit
tert de heldhaftige verdediging en het gelukkige
Ontzet van Leiden op den 3den October 1574.
Tot belooning van de moedige volharding der
kloeke burgerij heeft prins Willem I „binnen die
stadt Leyden opgerecht eene goede ende ver
maarde Academie tot een vast steunsel der vry-
heyt, ende oock omme dat de jeucht van den
lande van Hollandt ende van andere omliggende
landen in alrehande wetenschappen opgevoet ende
geleert mach werden." Op 8 Februari 1575 heeft
de plechtige inwijding der Hoogeschool plaats
gehad. Weldra zal het Feest van haar driehon
derdjarig bestaan worden gevierd. Dan mag de
Leidsche Academie met trotschen blik de breede
lijst van hare Kweekelingen overzien. Ruim
70,000 Studenten kan Neerlands oudste Hooge
school tellen. De Prinsen uit het stamhuis van
Oranje hebben aan de Universiteit gestudeerd, die
Willem de Eerste had gesticht. De meesten der
aanzienlijken uit den lande hebben deze Hoogeschool
bezocht. Vele van de mannen die de eerste rangen
in kerk en staat, in letteren en wetenschappen heb
ben bekleed, zijn te Leiden gekweekttal van de
grootste geleerden, die hier of in het buitenland de
wetenschap hebben vertegenwoordigd of aan haren
vooruitgang gearbeid, zijn in het Bataafsch Athene
ter schole gegaan. Het helder stralende licht der
vrije wetenschap trok van den beginne af de mannen,
die later eene Europeesche vermaardheid hebben
verkregenuit andere landen, welke Nederland
toen verre vooruit was, kwam telkens een schare
van aanzienlijke jongelingen met talrijk gevolg
naar Leidens Alma Mater. Onmiskenbaar is de
invloed dien de Leidsche Hoogeschool door hare
leerlingen heeft uitgeo fend op de geheele geleerde
wereld in de drie eeuwen van haar schitternd
bestaan. Tot blijvende gedachtenis aan al deze
Alumni hebben Edel Groot Achtbare Heeren
Curatoren der Hoogeschool naar aanleiding van
het voorstel van de Geschiedkundige Commissie
van de maatschappij der Nederlandsche Letterkunde,
besloten om bij gelegenheid van het Derde Eeuw
getijde op 8 Februari 1875, naar het voor
beeld van andere Universiteiten, uit te geven
„Het Album der Leidsche Studenten van 1575
tot 1875." Dit werk zal eene belangrijke bijdrage
zijn tot de letterkundige geschiedenis van alle
landen van Europa. Het bevat onuitputtelijke
bouwstoffen voor de biographie van geleerden, voor
de geschiedenis der beoefenaars van elke weten
schap. Men wordt verrast hij het doorbladeren
van het Album, door hel groot aantal bekende
en beroemde namen, die daarin voorkomen. Het
werk is met de grootste nauwkeurigheid afgedrukt
naar het oorspronkelijke Album in Handschrift
der Rectoren, dat berust in het Archief van den
Academischen Senaat, door de zorg der heeren
Ds. F. H. G. Van Iterson, Prof. L. W. E. Rau-
wenhoff, Dr. W. N. Du Rieu, Ds. H. C. Roggen
en Prof. J. De Wal.
Omtrent de viering van het Kroningsfeest
in Den Haag op 15 Mei e. k., kan het volgende
met zekerheid worden medegedeeld: HH. MM.de
Koning en de Koningin worden dien dag te half-
twaalf uit Amsterdam aan het station van het
Hollandsche spoor verwacht, wanneer zich aldaar
zullen bevinden de Burgemeester en al de leden
van den Gemeenteraad, ter ontvangst van de
Vorstelijke personen; insgelijks tot hetzelfde doel
verschillende militaire autoriteiten. De Mannen-
Zangvereeniging „Cecilia" zal den Koning bij HD.
aankomst begroeten door de uitvoering van een
korten welkomsgroet, vervaardigd door Dr. Wap
en in toon gezet door Richard Hol. Vervolgens
zal de tocht door de stad een aanvang nemen,
waarbij de volgende weg zal worden genomen
de drie Wagenstraten, de Veenestraat, de Hoog
straat en het Noordeinde, naar het Koninklijk
Paleis, in al welke straten Z. M. door sierlijke,
van gemeentewege opgerichte, eerepoorten zal
passeeren. Van het station tot het paleis wordt
door de dienstdoende schutterij, in vereeniging
met het garnizoen, h a i e geformeerd. Z. M. zal
gedurende dan tocht naar het Paleis begeleid
worden door de eerewacht te paard, samenge
steld uit adellijke personen; door eene andere
eerewacht te paard van 20 personen, gevormd
uit de groote burgereerewacht te voet; zullende
wijders de corporatiên en vereenigingen, waaronder
députatiën van het Metalen en Zilveren kruis, volgen.
De stoet zal geopend en gesloten worden door
detachementen cavalerie, terwijl de tocht door
muziek zal worden opgeluisterd. Na het déjeuner
zal te twee uren voor het Paleis door al de
onderscheidene en tot één geheel vereenigde
Haagsche zangcolleges, het prachtige en wereld
beroemde Te-Deum van Sigismund, dat reeds
bij verschillende festiviteiten en kroningsfeesten
in het buitenland is ten gehoore gebracht, worden
uitgevoerd. Te 3 uren groote allegorische en gecostu-
meerde optocht door ongeveer 100 jongelieden, leer
lingen van het gymnasium en de hoogere burger
school voorstellende een groep uit den tijd der grond
legging van Neerlands onafhankelijkheid. Verdere
fesliviteiten, behalve de groote illuminatie van
gemeentewege, zijn tot dusverre nog niet hekend.
Van 18 Juni tot 18 Juli zal de legerplaats
op het Wiesselsche Veld worden betrokken door
het personeel der normaal-schietschool met de
daarbij gedétacheerden, alsmede de scherpschut
ters van alle regimenten infanterie met hunne
sergeanten-instructeurs.
Door den Ned. consul in Noorwegen ia de
heer N. Grovestins aangesteld lot vice-consul te
Laurvig.
Kapitein M. L. C. Staring van het 1ste
reg. vesting-artillerie is benoemd tot adjudant
van den kolonel-commandant in de Nieuwe Hol
landsche waterlinie bezuiden de Lek.
Bij beschikking van den Minister van Ko
loniën is de werktuigkundige ingenieur J. D.
Donker Duyvis gesteld ter beschikking van den
Gouverneur-Generaal van Ned.-Indië, om te wor
den benoemd tot ingenieur der tweede klasse van
het stoomwezen daar te lande.
Z. M. heeft op verzoek eervol ontslagen
H. Budde, als ontvanger der registratie en domei
nen te Enschedé.
Z. M. heeft aan den Gouverneur-Generaal
van Ned.-Indié, den heer Mr. J. Loudon, en aan
diens adjudant, den luitenant-kolonel der artillerie
van het leger daar te lande, den heer J. I. De