LEIDSCH DAGBLAD. A0. 1874. Vrijdag 10 April. STADS-BERICHTEN. iV. 4344. PRIJS DEZER COUR AST: Voor Leiden per 3 maandenf 1. Franco per postn 1.40. Afzonderlijke Nommcrsn 0.02. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven, PRIJS DER ADVERTENTIES Van 16 regelsf 1.05. Iedere regel meer0.171. Grootere letters naar plaatsruimte. Kohier der plaatselijke directe belasting, I§74. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN, Gezien art. '264 der wet van den '29sten Juni 1851 [Staatsblad n°. 85); Doen te weten, dat het Kohier der plaatselijke directe belasting over 1874 op heden voorloopig is vastgesteld, en van den lOden tot en met den 23sten April aanstaande, ter Secretarie dezer gemeente (financieele afdeeling) van 12 tot 3 uren voor een ieder ter lezing is neder- gelegd. En wordt deze door plaatsing in de Leidsche Courant afgekondigd. Burgemeester en Wethouders voornoemd, v. d. BRANDELER, Burgemeester. E. KIST, Secretaris. Leiden, 9 April 1874. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Leiden doen te weten, dat door den Raad dier gemeente, in zijne vergadering van den 9den April 1874, is vastgesteld de volgende VERORDENING, houdende wijziging van de artt. 63, 64, 65, 66 en 67 der Algemeenc Politieverordening van den 16den October 1873, voor de gemeente Leiden. De RAAD der gemeente Leiden, Besluit: De artt. 63, 64, 65, 66 en 67 der Algemeene Politie- verordering van 16 October 1873 worden ingetrokken en vervangen door de navolgende bepalingen. Art. 63. Gedurende den tijd door Burgemeester en Wethouders te bepalen, mogen honden niet anders dan gemuilband of, in de plaats van muilband, van muilkorf voorzien, op straat of op eene plaats vanwaar zij onmid dellijk toegang tot de straat hebben, gelaten worden. De eigenaar, of degeen die door dezen met de zorg voor zijn hond is belast, is voor de nakoming van deze bepaling aan sprakelijk. Honden welke, gedurende den door Burgemeester en Wethouders bepaalden tijd, zonder muilband of muilkorf op straat gevonden worden, moeten door of van wege de politie opgevangen of, als die opvanging te moeilijk is, afgemaakt worden. Alle opgevangen honden worden afgezonderd en ge durende 4 dagen bewaard, ter beschikking van den eige naar. Na dien termijn moeten zij worden afgemaakt. Art. 64. Door of vanwege de politie worden terstond afgemaakt alle honden of andere dieren, die verschijnse len van dolheid vertoonen of die gebeten zijn door een dier waaraan zoodanige verschijnselen zijn waargenomen. Art. 65. De houder van een dier, dat vermoed wordt dol te zijn of dat door een dol dier is gebeten, is in de gevallen, waarin niet reeds door de wet aangifte aan den Burgemeester mocht worden gevorderd, verplicht daarvan terstond kennis te geven aan het bureel van politie en het dier op de eerste aanmaning vanwege de politie aan deze af te geven. Art. 67. Overtreding van eenige bepaling van de artt. 63 en 65, wordt gestraft met eene boete van éen tot vijf en twintig gulden en gevangenis van éen tot drie dagen, te zamen of afzonderlijk. Krachtens art. 471 der gemeentewet, wordt deze Veror dening afgekondigd onmiddellijk nadat zij is vastgesteld. Zij treedt in werking terstond na hare afkondiging. Vastgesteld door den Raad der gemeente Leiden, in zijne openbare vergadering van den 9den April 1874. De Burgemeester, v. d. BRANDELER. De Secretaris, E. KIST. Zijnde deze Verordening aan de Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland in afschrift medegedeeld. En is hiervan, ingevolge raadsbesluit van heden, af kondiging gescliied waar het behoort, den 9den April 1874. Burgemeester en Wethouders voornoemd, v. d. BRANDELER, Burgemeester. E. KIST, Secretaris. LEIDEN, 9 April. De Commissie van beoordeeling voor de bloemen tentoonstelling in Den Haag heeft o. a. toegekend, een 3den prijs (zilveren medaille) aan den heer F. W. Meijer, alhier voor de inzending van een verzameling van 20 bloeiende Amaryllissen, een 2den prijs (bronzen medaille) aan de heeren D. A. Sala en J. Plantfeber alhier, voor de inzending van tuinsieraden en tuingereedschappen. Aan Prof. Selenka werd Woensdag 11., ter herinnering aan zijn verblijf in Leiden, maar bovenal als bewijs van erkentelijkheid voor den uitstekenden invloed dien zijne lessen op de be oefening der natuurwetenschap in ons land hebben uitgeoefend, namens leerlingen en oud- leerlingen, eene collectie pholographieën naar etsen van Rem brandt aangeboden. Aan het verslag der Haarlemsche Bank- Vereeniging over het jaar 1873 is het volgende ontleend: De bruto winst bedroegƒ44,257,091/,, te weten 33,378,20 te Haarlem en 10,878,89'/, aan de filiale te Leiden. Het operatie-kapitaal was in 1873 te Haarlem ƒ830,000 en te Leiden 255,000. De netto winst is te Haarlem ƒ23,776,65, te Leiden 3500; totaal 27,276,65 of 4457,67 meer dan in 1872. De uitkeering bedraagt 18 pCt. over het gestorte kapitaal van ƒ60,000; zijnde 3 pCt. meer dan in 1872. Aan het reservefonds wordt ƒ2700 toegewezen, dat daar door op 18,011,20 wordt gebracht, zijnde 30 pCt. van het gestorte kapitaal. Deze zeer gunstige geldelijke uitkomst is voornamelijk door de duurte van het geld verkregen; indien de nu bestaande groole geldruimte en lage rentestand dit jaar blijven beerschen, is het niet te verwachten, dat in 1874 even groote winsten zullen verkregen worden. De balans op 31 Dec. jl. beliep aan het kantoor Haarlem in ontvangst en uitgaaf 1,141,424,12, aan het kantoor te Leiden 236,578,35. Gisteren werd door de provinciale commissie in Den Haag een aanvang gemaakt met de akten- examens. Van de 9 candidaten voor de Fransche taal werden 7 afgewezen en 2 toegelaten, te weten de heerenF. G. Van den Berg te Vlaar- dingen en E. Raams te Dordrecht. De aange vangen hulponderwijzers-examens zullen heden worden voortgezet. Aan de Commissie van burgemeesters tot het aanbieden van een nationaal geschenk aan den Koning is door Z. M. Ie kennen gegeven, dat hij hem het voornemen bestaat om de voor een nationaal geschenk bijeengebrachte gelden te bestemmen ten behoeve van de kunst. Z. M. zal bij de aanbieding der gelden in de Nieuwe Kerk te Amsterdam verklaren voor welke instelling hij ze bestemt. De Minister van Financiën vesligt de aandacht der belanghebbenden op de gelegenheid tot verzending der correspondentie naar Neder- landsch Indië, door middel van het stoomschip Warrior, van de Maatschappij „Nederland", waarvan het vertrek uit het Nieuwediep op 15 April is bepaald. De daarmede te verzenden brieven enz. behooren uiterlijk in den namiddag van 14 April aan hel Nieuwediep aangekomen te zijn. Gisterochtend overleed te Kampen, in den ouderdom van 56 jaren, de heer J. C. J. Kem- pees, kolonel-commandant van het instructie-ba taljon, Ridder der Orde van den Nederlandschen Leeuw. De overledene, die sedert 9 April 1868 aan het hoofd stond van genoemd bataljon, werd, zoowel om zijn strikte rechlvaardigheid als om zijne uitstekende bekwaamheden, door alle offi cieren en minderen van het corps geacht en be mind. Het Nederlandsche leger verliest in hem een der verdienstelijkste hoofdofficieren. Gistermorgen is de heer P. A. Diederichs, directeur-uitgever van het Algemeen Handels blad, overleden. De overledene laat een uitge breide en kostbare verzameling autographen na. Dinsdag 14 dezer zal onder toezicht van de afdeeling 's-Gravenhage van het Nederlandsch Tooneelverhond, een eerste voorstelling plaats hebben door de artisten van den Koninklijk Hol- landschen Schouwburg. Daar het tooneeljaar te ver verstreken was om in dit seizoen eenig groot nieuw dramatisch werk in te studeeren, heeft men zich, behalve een klein oorspronkelijk stukje voor deze gelegenheid vervaardigd, moeten bepa len tot het bestaande répertoire, en daaruit is de keuze gevallen op Goldsmith's meesterstuk „Wie niet sterk is moet slim zijn", door Dr. M. J. Lindo vertaald, dat thans voor deze uitvoering herzien en eenigszins bekort is, ten einde het meer aan de eischen van onzen tijd te laten voldoen. Het Hoofdbestuur der Schippers-vereeniging „Schuttevaér" heeft bij adres tot den Minister van Marine het verzoek gericht, dat een vuur- of lichtopstand worde geplaatst te Hollum op Ame land, tot een geleidemerk, om het zeegat aldaar met meerder veiligheid en zekerheid te kunnen aandoen en bevaren. Behalve de illuminatie, die bij de viering van het kroningsfeest van Z. M. van gemeente wege in Den Haag zal worden ontstoken, zullen ook nog eenige andere versieringen door het gemeentebestuur worden geplaatst. Zoo zal een groote eereboog verrijzen op het Wagenplein, aan den ingang naar de Derde Wagenstraat, die des avonds zal worden verlicht; verder zullen van daar uit bij de kruispunlen van verschillende straten masten met vlaggen, wimpels, wapenborden en emblema's worden opgericht, te weten tusschen de eerste en tweede Wagenstraten, de Groen markt, de Gravenstraat, enz. De voornemens van de burgerij zijn nog niet bekend, maar eerstdaags zal zich eene Commissie vormen. De heer Dunkier, kapt.-directeur der staf- muziek van het reg. grenadiers en jagers, heeft bij gelegenheid van het aanslaande kroningsfeest van Z. M. eene militaire feesthulde gecomponeerd, welke aan den Koning is opgedragen. Evenmin als in andere landen, waar Neder landers zijn gevestigd, wil men te Kleef achter blijven met Z. M. den Koning blijk te geven van sympathie en belangstelling in Hds. aanstaand jubilé. De in die stad wonende gepensioneerde Ned. luit.-kolonel Fundter zal ten dien einde aan alle aldaar wonende Nederlanders, of daaraan vermaagschapte familiën, eene lijst van inteekening doen toekomen, terwijl tevens de gelegenheid zal worden gegeven in eene ten zijnen huize geplaatste bus bijdragen te bezorgen. De Nederlandsche Bank had op 7 April bij een muntmateriaal van 129,852,339.55 voor eene som van 123,598,717.82 minder aan bankbiljetten in omloop dan waartoe zij ge rechtigd is, terwijl het muntmateriaal op zijne beurt 49,403,487.13 meer bedraagt, dan in verhouding tot de schuldvorderingen tot dekking noodig zou wezen. Het telegraafkantoor op het station der Nederlandsche Rhijnspoorwegmaatschappij te Vree land, wordt, met ingang van 15 dezer, voor het algemeen verkeer gesloten. De heer G. Doyle is erkend en toegelaten als consulair agent der Vereenigde Staten van Amerika op St. Eustatius. De kapitein-ter-zee W. B. F. Escher wordt met den laatsten dezer eervol ontheven van de waarn. der bet., van havenmeester der marine te Willemsoord en op non-act. gesteld, en met Mei vervangen door den kapt.-luit ter zee D.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1874 | | pagina 1