voor het gebruik der havens en wat verder tot geheele voltooiing der werken noodig zal zijn, geheel of ten deele over te laten. Naar men verneemt zal de Keizer van Rusland op zijne reis naar Engeland den 12den Mei in Den Haag aankomen en na een kort oponthoud zich naar Amsterdam begeven om onzen Koning geluk te wensehen. Z. M. heeft bepaald dat als onderschei- dingsteeken door de veld-telegrafisten bij het bataljon mineurs en sappeurs zal worden gedra gen een emblema, bestaande uit een bundel blik semstralen, voor onderofficieren van goud en voor minderen van roode wol vervaardigd. Te Rotterdam zal het Kroningsfeest den Sisten Mei worden gevierd, terwijl de Koning en de Koningin die gemeente alsdan met een bezoek zullen vereeren. Tot leeraar in de Nederl. taal, geschiede nis en aardrijkskunde aan de Hoogere Burger school te Dordrecht is benoemd de heer H. J. Kiewit de Jonge, cand. in de letteren te Gro ningen. Het stoomschip Conrad, kapt. J. F. Graadt van Roggen, van Batavia naar Nieuwediep, kwam den 5den dezer te Port-Saïd aan en beeft den volgenden morgen via Napels, alwaar 12 passa giers zullen debarqueeren, de reis naar Nieuwediep voortgezet. De Staatscourant van gisteravond bevat een nominatieven staat der Euiopeesche officieren, onderofficieren en soldaten, gedurende de tweede expeditie tegen Atjin gesneuveld, gewond of over leden tot 26 Februari 1S74. Het totaal der op gave bedraagt aan gewonden 375, aan gesneu velden en overledenen 377 man. Z. M. heeft met ingang van den lOden April, op verzoek, eervol ontslag verleend aan den heer E. Selenka, hoogleeraar in de wis- en natuur kunde aan de Hoogeschool te Leiden. Z. M. heett benoemd: bij het wapen der inf.: bij het '1ste reg. tot kapt. van de 2de kl. den lsten luit. op non-act. F. v. d. Esch; bij het 2de reg. lot kapt. van de 2de kl. den lsten luit. H. J. Bergé van het reg. gren. en jagers; bij het 7de reg.: tot maj. den kapt. J. H. H. Dornmers van het 6de reg. Z. M. heeft E. C. H. Phafi op zijn ver zoek eervol ontslagen als ontvanger der bel., in- en uitg. rechten en acc. te Lochem, met aan spraak op pensioen. Z. M. heeft pensioen verleend ten laste van den Staat aan Mr. A. P. Weggeman Guldemont, gewezen kantonr. te Sliedrecht, ten bedrage van f -450 's jaars; aan E. Groeneveld de Koek, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als plaatsverv. kantonr. te Beesterzwaagden heer J. Van Hat- tem wegens ongeschiktheid voor de waarne ming van zijn ambt, tengevolge van zielsgebreken, met den laatsten dezer eervol ontslagen uit de betrekking van leeraar in de algemeene geschie denis en aardrijkskunde bij het Kon. Instituut voor de Marine te "Willemsoord, onder toeken ning van zoodanig pensioen, als waarop hij zal bevonden worden aanspraak te hebben; de offic.- van-gez. der lste kl.A. Peters, dienende aan boord van Zr. Ms. wachtschip te Amsterdam, N. C. Slegt, aan boord van Zr. Ms. wachtschip te Hel- levoetsluis, "W. F. Meyboom, geplaatst in de rol van het wachtschip te Hellevoelsluis en gedet. te Rotterdam, ten einde den geneesk. dienst waar te nemen van de bemanning der kanonneer boot en van het gedeelte mariniers en zich te belasten met de keuring der aan te werven man schappen, en die der 2de klasse: J. P. M. Trousselot, aan boord van laatstgen. wachtschip, met den laatsten April a. s. op non-act. gesteld en de drie eerstgenoemden vervangen respect, door de officieren van gez. lste kl. P. J. Feit kamp, I. Meijers en J. C. D. Steendijk; terw'yl de olï. v. gez. lste kl. H. Van Stockum geplaatst wordt in de rol van Zr. Ms. wachtschip te Amsterdam, en belast met de waarneming van den geneesk. dienst bij 's Rijks werf en het gedeelte mariniers aldaar. Gemengd Nieuws. Hedenmorgen had in de Choorsteeg alhier een treffend ongeval plaats. Mej. B., bezig zijnde hare klanten te bedienen, viel plotseling dood neder. Men zegt, dat zij hevig aan hart kloppingen leed. Hedenmorgen omstreeks 12 uren is zekere vrouw B., oud 40 jaren, op het Levendaal, terwijl zij aan haar bezigheden was, aan een beroerte overleden. Gisterochtend is onder militair ge leide in Den Haag gevankelijk binnengebracht een soldaat van het regiment grenadiers en jagers, die op eersten Paaschdag te Rotterdam met de politie slaags is geweest, zich daarbij van zijn sabel bediend en eenige agenten verwond heeft. Hij bevindt zich thans in het huis van arrest. Zaterdag-avond is te Kampen een knaapje doodgebloed, tengevolge van wonden, ver oorzaakt door het breken van een fleschje in den zak van het ongelukkige kind. Gisteren zijn te Middelburg weder twee personen, die van de vergiftigde leverworst gegeten hadden, overleden. Gisteren heeft het prov. gerechtshof in Utrecht uitspraak gedaan in zake I. C. H. Bruinings c. s., beklaagd van op 25 October 1872, onder de gemeente Eemnes te hebben ge jaagd, zonder voorzien te zijn van een schriftelijk bewijs van vergunning van Z. K. H. Prins Hen drik der Nederlanden, om diens jachtveld te be jagen. Het hof heeft den eersten, tweeden en derden beklaagde schuldig verklaard aan de hun respectievelijk bij akte van dagvaarding ten laste gelegde feiten en te dier zake veroordeeld tot boeten en subsidiaire gevangenisstraf, in geval van wanbetaling. De vierde beklaagde is vrijgesproken. Bij dit belangrijk en breed gemotiveerd arrest is alzoo het jachtrecht van Prins Hendrik op het jachtveld onder Eemnes ten volle erkend. Toen gistermorgen voor de Arron- dissements-Rechtbank te Amsterdam de zaak zou behandeld worden van Hendrik Van Engelen, beambte aande telegrafie, was er een zeer tal rijk publiek aanwezig. De ontmoeting van den beklaagde en zijn beminde want niettegen staande het door hern aan haar gepleegde feit, is de verstandhouding van vroeger tusschen hen hetzelfde gebleven was zeer aandoenlijk; zij barstten in luid geween uit en gedurende de zit ting waren beiden zeer aangedaan. Uit de behan deling der zaak bleek dat op 16 Januari, des avonds om halftien, Van Engelen zich ver voegde bij zijn beminde, die dienstbode was bij den lieer Spakler, op de Leidschegracht, om te vragen of zijn linnengoed, dat altijd door haar in orde werd gemaakt, gereed was. Zij was toen stroef tegen hem en gaf als reden daarvan op een woordenwisseling, die tusschen haar en haar moeder had plaats gevonden naar aanleiding van haar engagement met Van Engelen. Dat onge noegen had haar doen besluiten de verstand houding met hem af te breken, waaraan zij dien avond op een eenigszins ruwe wijze gevolg had gegeven. Besch. ontstelde daardoor hevig, hij vroeg om een glas water, hetgeen door zijn beminde gehaald werd. Toen deze daarmede terug kwam, pakte hij haar in den hals en bracht haar met zijn zakmes een wond toe. Volgens de verklaring van den heer Van der Vijver was het slechts een gesneden huidwond en niet gevaarlijk. Daarop poogde hij zich met hetzelfde mes van kant te maken en bracht zich daartoe ver scheidene wonden in den bals toe, die, volgens den heer Van der Boom, zeer gevaarlijk waren. Zijn beminde kon na een week haar gewoon werk weer verrichten; v. E. werd in een rijtuig naar het gasthuis gebracht alwaar hij gelukkig spoedig herstelde, echter om in handen der justitie te worden overgeleverd. Beschuldigde erkende het mes waarmede de verwondingen waren toe gebracht, voor het zijne; hij wist echter van het plegen der verwondingen niets af, hetgeen zich opheldert door de omstandigheid dat hij veel aan zenuwtoevallen lijdt. Het O. M. achtte de schuld van bekl. genoegzaam bewezen. Echter vond het hier tal van verzachtende omstandigheden, het goede gedrag van bekl., de heftige gemoedsbe weging en de wanhoop, waarin hij verkeerde nadat zijn beminde hem had bedankt, en zijn zenuwachtig gestel. Het feit moest echter gestraft worden en daarom vroeg het veroordeeling van bekl. tot 45 dagen cellulaire gevangenis. Op den keisteen, onlangs naar de markt te Lichtenvoorde overgebracht, wenscht men een leeuw te zetten. Aan 7.. M. den Koning zal vergunning worden verzocht, om het beeld van het zoo te verkrijgen monument te mogen plaatsen in het wapen der gemeente. Naar men verneemt, zal voortaan het aardappelschillen, waarvan de soldaten meestal een grooten afkeer hadden, door vrouwen ge schieden. Gedurende de Paaschdagen zijn langs de verschillende spoortreinen van en naar Utrecht ruim 40.000 reizigers vertrokken. Voor het provinciaal gerechtshof in Noord-Holland werden gisteren de twee laatste der zestien getuigen gehoord in de zaak van Cornelis Schoonewil, oud 30 jaren, wonende te Oudorp, van beroep timmerman, beschuldigd van valschheid in geschriften en van moedwillige brand stichting. Op den weg tusschen St. Pancras en Alkmaar had hij namelijk den 3den, 4den, 5den, lOden en 18den Maart 1873 valschelijk vervaar digd geschriften, om op naam van andere perso nen goederen te verkrijgen. Beschuldigde erkende het hem ten laste gelegde feit volmondig, en gaf voor, dat hij door gebrek aan geld, het gevolg van langdurig verzuim van werk, lot het plegen der valschheden gekomen is. Aangezien zijn gel delijke omstandigheid niet verbeterde, was hij overgegaan om zijn woning, nog bewoond door 5 andere gezinnen, den 7den Dec. 11. in brand te steken, orn zich meester te maken van de assurantiepenningen, ten bedrage van f 650. Een groot gedeelte van zijne meubelen echter had hij deels verkocht, deels beleend en de belee- ningbriefjes verscheurd en in het water geworpen. Daartoe had hij, omdat zijn vrouw den sleutel der woning had, eenige dagen vroeger den grendel van het buitenluik voor een raam naast de buiten deur afgeschoven, om zonder sleutel binnen te komen. Met een lucifer had hij vervolgens een laken van zijn bed aangestoken, hopende dat de vlam zich verder zou mededeelen. En om de meening te doen ontstaan, dat er volk in huis was geweest, had hij op de matten, welk op den grond lagen, brandende lucifers geworpen. Daarna had hij zijn intrek bij zijne schoonouders genomen waar ook zijn vrouw logeerde, om vijf dagen later te gaan zien of de brand voortgang had gehad. Toen hij gewaar werd dat dit niet het geval was geweest, heeft hij bij den Burgemeester van Oud- dorp aangifte gedaan van diefstal en brandstich ting in zijn woning. De onwaarschijnlijkheid dier mededeeling, hem door den Rijksveldwachter Ie Alkmaar aangetoond, daar de buren geen vreemd gerucht in de woning, noch vreemde personen gezien hadden, deed den besch. bekennen dat hij den brand had gesticht. Het O. M., het overleg waarmede besch. te werk was gegaan, in aan merking nemende, vroeg zijn veroordeeling tot een tuchthuisstraf van 12 jaren. De verdediger Mr. L. H. Kuhn Jr. vond dat overleg niet zoo groot en wees op verscheidene verzachtende om standigheden. Heden uitspraak. Dezer dagen had onder Breukelen het volgende ongeluk plaats. Terwijl twee kinde ren van zekeren W., werkzaam op een steenoven aldaar, op een vlet speelden, had een er van, een jongentje van 3 jaren, het ongeluk, in de sloot te vallen en te verdrinken. Het meisje liep daarop naar hare ouders. Toen de vader kwam, vond hij het kind dood voorover in de sloot lig gende. Alle pogingen om de levensgeesten op te wekken waren vruchteloos. Gisteravond heeft in Den Haag een milicien-plaatsvervanger bij het regiment grena diers en jagers zich een geweerkogel door het hoofd geschoten, zonder daarbij het leven te ver liezen. Hij is naar het garnizoens-hospitaal gebracht en verkeert niet buiten gevaar. Betreffende den moord te Hoogeveen wordt gemeld, dat de geneeskundigen hebben verklaard, dat de dader, Jan Kroesen, volslagen krankzinnig was, waarop hij voorloopig in bewa ring genomen is, om naar het krankzinnigen gesticht te Zutfen opgezonden te worden. ING EZ ONDEN. Mijnheer de Redacteur! Dat er voornamelijk in de achterbuurten dag en nacht een massa honden op de straat zijn waarvan geene belasting wordt betaald, lijdt geen twijfeldoch dit is eene quaestie van betalen of niet betalen, dus wel schadelijk doch niet direct gevaarlijk. Maar dat die massa bonden waarvoor

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1874 | | pagina 2