Woensdag zijn door eenige jachtlief hebbers van Zwolle. Kampen en Elburg, in de omstreken van laatstgenoemde stad, 4 vossen ge schoten, 3 moer- en 1 rekel vos. De boeren aldaar hebben uit eigen beweging bij het drijven de behulpzame hand geboden, daar zij dezen winter van deze dieren veel schade hebben geleden. Niet minder dan 300 kippen zijn door de vossen ver slonden. In den loop van dezen winter hadden eenige ingezetenen van Nijmegen, meest rijks ambtenaren, rechterlijke en andere, wegens de duurte der steenkolen daar ter stede, gezamenlijk direct eene lading steenkolen per schip van Ruhrort laten komen. Een der gruishandelaren, tevens zetter voor het patent, beklaagde zich over, zooals hij het noemde, dit handeldrijven zonder patent, en een der deelhebbers in de lading, die zich bijzonder met de bezorging belast had, werd ambtshalve voor het palent aangeslagen als han delaar in steenkolen van buitenslands. Bij zeer gemotiveerde beschikking van Gedeputeerde Staten, werd echter op eene door den aangeslagene inge diende reclame de aanslag vernietigd en de res titutie gelast der reeds betaalde belasting. De dagbladen van Weenen verhalen een feit waarin de electriciteit een voorname rol speelde. Een ingenieur, die aan de directie van een Oostenrijkschen spoorweg verbonden was, bespeurde sedert eenigen tijd dat er uit zijn les senaar geldsommen verdwenen, zonder dat de dief kon betrapt worden. Hij kwam op het denk beeld om den dief op een geheel nieuwe manier te vangen. Zonder iemand daar iets van te zeg gen bracht hij zijn lessenaar door een electrieken draad in verbinding met een springbus, welke in de voorkamer geplaatst was. De electrieke draad zelf werd in aanraking gesteld met een rolletje geld, zoodat bij de geringste aanraking of de wrijving van dit metaal tegen den electrieken draad de springbus moest ontploffen. Toen op zekeren dag al deze voorzorgen genomen waren en het geld op een goed in het oog springende plaats gelegd was, vertrok de ingenieur en zeide dat hij een kleine reis ging ondernemen. Weinige uren na zijn vertrek bracht een hevige ontplof fing schrik en verwarring onder al de bedienden van het bureel. In groote haast liepen allen naar 't bureel van den ingenieur, waar zij een expe diteur aantroffen, die, geheel verbluft door de ontploffing, voor den geopenden lessenaar stond en dus zichzelf verraadde als den op heeterdaad betrapten dief. Gisterochtend is onder de gemeente Rijsoord aan den straatweg naar Dordrecht brand ontstaan in een woonhuis, genaamd het Zwaantje. Het huis is geheel afgebrand. De Engelsch-Fransche Commissie heeft eindelijk uitgemaakt, dat tot verbinding der beide rijken een onderzeesche tunnel moet dienen, die alleen aan de einden in elk der rijken moet geopend zijn, zonder een gebouw in 't midden der zeestraat aan te brengen. De tunnel zou van Engeland uitgaan, ten oosten van Douvres, om in Frankrijk, ten westen van Calais, te eindigen. Met de nieuwe boormachines kan de doorgraving in 4 of 5 jaar geëindigd zijn. Zij zou 200 mil- lioen franken uitgaven eischen. De inkomsten zouden gemiddeld per jaar bedragen 20 millioen franken. De luchtzuivering in den tunnel zou door een trek- of zuigingstoestel plaats grijpen. Daartoe zou een der uiteinden altijd open zijn, de andere door deuren gesloten. Binnen het gesloten einde moet een groote openiog in het ge welf van de gang gemaakt worden, die op kleinen afstand in gemeenschap staat met een voortdurend brandenden vuurhaard, die alzoo de lucht van het geopende einde naar zich toe moet zuigen. De wagens zouden bewogen worden door saarngeperste lucht, opdat daardoor geen vuur zou noodzakelijk zijn en dus geen rook ontstaat. De samenpersing der lucht zou langs een zuinigen weg, door waterdrukking kunnen plaats hebben; want deze drukking zou te bekomen zijn door de eb en vloed der zee; het vloed-water zou namelijk door dammen worden teruggehouden in daartoe geschikte waterbekkens. Daar de lengte van den tunnel ongeveer 34 kilom. of 6 uren gaans zou zijn, zal de doortocht gemakkelijk in een half uur kunnen geschieden. Woensdag-middag is te Dordrecht eene dienstbode, zich te ver voorover begevende uit een raam om iels te grijpen, met het hoofd voorover door een vallicht gevallen en op een fornuis terechtgekomen, tengevolge waarvan zij eene vreeselijke wond aan het hoofd heeft be komen. Nagenoeg haar geheele hoofd van den neus af lag open. Door een chirurgijn werd haar de vereischte geneeskundige hulp verleend. Deze heeft de gapende wonde weder tot elkander ge bracht en toegenaaid, waarna zij naar hare ouders te Papendrecht is vervoerd. Ieder heef t Mo 1 ir e's Mdecin malg r e lui gelezen en zich vermaakt met het kostelijk tooneeltje, waarin aan Monsieur Robert, als hij den aanstaanden „dokter tegen wil en dank" komt storen in H kastijden zijner huisvrouw, door deze zoo geducht de les gelezen wordt. Een dergelijke vertooning, maar ditmaal in de werkelijkheid en met omgekeerde rollen, had den 20sten dezer, 's avonds om tien uur, te Keulen plaats. Een van de krachtigst gebouwde inwoneressen dier oude bisschopsstad vergat zoozeer de haar beschei den plaats, dat ze, zoo 't schijnt om goede rede nen vergramd, haren heer en gemaal ter aarde wierp en met haar teedere vuisten hem een niet malsche tuchtiging toediende. De buren, zich over den ongelukkigen echtgenoot ontfermende, haalden in der ijl een politieagent. Toen deze echter den man aan zijne vertoornde vrouw ontrukken wilde, bleef hij niet in gebreke zich te verzetten, ver ontwaardigd den bemoeizieken dienaar der gerech tigheid toeroepende: „Losz ding Fingere dervun Un wenn mich ming Frau kapot schleit, dat geiht dich nicks an Gistermorgen is Joh. Koppers, agent van politie in Den Haag, onder zijn ontbijt plot seling dood gebleven. De overledene was een oppassend huisvader. Door den procureur-generaal te Utrecht is aan Dr. A. J. Thomas, wethouder te Ede, toegezonden de premie van honderd gulden door de directie der Nederlandsche Rijnspoorweg maatschappij uitgeloofd aan dengene, die den per soon welke op den 25sten December 11., nabij het station Driebergen, met opzet gevaar heeft doen ontstaan voor een trein, zou aanhouden en aan de justitie overleveren. De wethouder, door den burgemeester in kennis gesteld met het signale ment, heeft twee dagen nadat het feit was voor gevallen, in het dorp een vreemdeling ontmoet die hem het signalement herinnerde, dien man aangesproken en naar het gemeentehuis geleid. De heer T., geldwisselaar op den bou levard de Strasbourg te Parijs, is het slachtoffer geworden van een bruialen diefstal. Des namid dags te twee uren zag zijn kassier een persoon op het kantoor komen, die zeer net gekleed was en met een licht Engelsch accent een koersblad van de beurs vroeg. De kassier had 3800 franken in bankbiljetten voor zich liggen die hij juist ontvangen had. Zonder den minsten argwaan keert hij zich om, om de beursnoteering te krijgen. Van dit oogenblik maakt de ander gebruik om zijn hand door het kautoorraampje te steken en het geld te grijpen, opent schielijk de deur en loopt hard weg. De ongelukkige bediende, ver bluft over zooveel vermetelheid, blijft eenige secon den onbeweeglijk staan, en toen hij eindelijk de straat opvliegt om den dief te achtervolgen, was deze reeds veel te ver weg om "hem te kunnen inhalen. INGEZONDEN. De ondergeteekende stelt zich voor binnenkort eene orthopaedisch-geneeskundige inrichting te openen en wenschte dat gedeelte van de lezers van dit blad dat minder bekend is rnet de strek king van eene orthopaedisch-geneeskundige in richting, door het volgende eenigszins met het doel in kennis te stellen. Het is een door de wetenschap en de onder vinding geconstateerd feit, dat er zich bij het menschelijk geslacht hoe langer zoo meer afwij kingen van den normalen typus van het lichaam voordoen, en het is een treurige waarheid, dat men slechts bij uitzondering personen aantreft, wier lichaamsbouw en kracht aan die onzer voor vaderen van voor slechts een paar eeuwen doel denken. De anti-diaetetische verpleging der kin deren in de eerste levensjaren, de zoogenaamde beschaving en mode, helaas, de antipoden dei gezondheidsleer, hebben steeds in ruime mate het hare bijgebracht tot die verbasteringmen denke slechts aan de ondoelmatige kleeding van den tegenwoordigen tijd, vooral van het schoone geslacht. Men mag het dan ook als een ver blijdend teeken des lijds beschouwen, dat het gymnastisch onderwijs, waarvan de grootste ver dienste is, dat het 't lichaam gezond en krachtig maakt, door niet alleen spier- en beenstelsel te ontwikkelen, maar ook op den geest zijn in vloed uit te oefenen, tegenwoordig al meer en meer wordt toegepast. Dr. Allebé zegt terecht: „hoe langer wij de gymnastiek als deel der opvoeding blijven afwij zen, des te grooter zal het aantal scheefgroeiende en misvormde knapen en meisjes worden, en des te grooter bijgevolg ook de behoefte aan genees kundige gymnastiek." Voor hen bij wie de mis vormingen aangeboren zijn, of die later misvormd zijn en geen tijdig gebruik gemaakt hebben van eene geneeskundige behandeling, treedt de ortho- paedie als een geschikt redmiddel op. Immers zij is de kunst, om door de gymnastiek misvor mingen en verkrommingen van het beenderen stelsel, verslappingen of blijvende samentrekkingen van spieren, slechte algemeene ontwikkeling te herstellen of minstens te verbeteren. Uit de gym nastiek geboren, is ze eene wetenschap van den jongsten tijd. Vele ongelukkigen, die door een of ander gebrek in de vorming van hun lichaam anders aan de maatschappij zouden onttrokken worden, werden door de toepassing der orlho- paedie aan de maatschappij teruggegeven. Dat ze vele'goede resultaten oplevert, getuigen de vele orthopaedische inrichtingen, die vooral in het bui tenland verrijzen. Men late zich niet terughouden door de bewering, dat dit of dat kind te zwak is voor eene orthopaedische behandeling; immers juist wijl het kind zwak is, heeft het behoefte aan zoodanige verpleging. Orthopaedische gym nastiek is juist voor de zwakken. J. S. G. DISSE, Hoofdonderwijzer aan de Gemeente- Gymnastiekschool. BUITENLAND. Frankrij li. In de zitting van gisteren der Nationale Ver gadering verklaarde de heer Pouyer Querlier te blijven aandringen op het herstel van den dienst der suiker-raffinaderijen. De heer Decazes zeide, dat men is gebonden door de conventie van 1864, en herinnerde dat in de artikelen der conventie geen wijzigingen kunnen worden gebracht, dan bij eenparig goedvinden der vier contracteerende mogendheden. Hij las voorts een dépêche voor van den gezant in Engeland, waarin gezegd wordt, dat het Engelsche gouvernement geneigd is elk voorstel beoogende de conventie van 1864 te amen- deeren, in overweging te nemen, maar van oordeel is, dat de conventie met nauwgezetheid moet worden ten uitvoer gelegd door de contractanten, zoolang zij niet gewijzigd is. Decazes voegde er bij, dat de Vergadering over het beginsel kan beslissen, maar de dadelijke toepassing niet kan bevelen, zonder de conventie geweld aan te doen. Het gouvernement kon niet beloven, dat wat de heer Pouyer Quertier wenscht op 1 April zal geschieden, daar dit afhangt van onderhandelingen, die zullen worden gevoerd. De heer Pouyer Quertier bleef volhouden en beweerde, dat de conventie van 1864 niet bond. Zoo de regeering zich door haar gebonden acht, wenscht hij, dat de onderhandelingen vóór 1 April zullen worden ten einde gebracht. De heer Magne verklaarde een voorstander te zijn van het beginsel, door den heer Pouyer Quer tier verdedigd, maar diens voorstel kon thans geen inkomsten in de schatkist brengen, wegens de conventie, die men moet eerbiedigen. Het Gou vernement verbindt zich om op de spoedigste wijze te onderhandelen, met het doel tot wijzi ging van de conventie te geraken. De heer Pouyer Querler, acte nemende van de verklaring des Ministers Magne en zijn begin sel als aangenomen beschouwende, wijzigde zijn amendement in dien zin, dat van 1 Juli lö75 af de raffinaderijen aan dezelfde voorwaarden zullen worden gebonden als de overige suiker fabrieken. Nadat de regeering zich bij dit amen-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1874 | | pagina 2