LEIDSCH DAGBLAD. N°. 4293. A0. 1874. Zaterdag 7 Februari. EEN LOFWAARDIG PLAN. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maandenf 1. Franco per post1, 1.40. Afzonderlijke Nommers0.02. Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIES Van 16 regelsf 1.05, Iedere regel meern 0.174. Grootere letters naar plaatsruimte. In het begin van dit jaar werd door den heer H. Witte op speciale uitnoodiging der Commissie voor de volksvoorlezingen in een dier bijeenkom sten het woord gevoerd over tentoonstellingen van bloemen en planten, door den arbeidenden stand zelf gekweekt, en wel naar aanleiding van een dergelijke expositie, het vorige jaar te Amsterdam gehouden met zoo gunstig gevolg dat van de 3200 jonge planten, aan 600 personen op hun aanvrage in het voorjaar tegen geringe betaling verstrekt, in Augustus daaraanvolgende ruim 1300, met zorg gekweekt, door 334 personen werden ingezonden. Aan het slot van ons verslag van die belangrijke improvisatie uitten wij toen den wensch, dat ook hier ter stede eerlang het initiatief tot het houden van zulk een tentoonstelling mocht genomen worden, en die wensch is thans lot verwezenlijking gekomen. Zooals onze lezers uit ons nomrner van 3 Febr. 11. zullen hebben gezien, is door bovengemelde Commissie uit haar midden een subcommissie van een viertal leden benoemd, die met de uitvoering is belast en den werkman de gelegenheid zal openen, tegen geringe geldelijke tegemoetkoming jonge planten te bekomen, waarvan de kweeking aan hun zorg zal worden toevertrouwd, terwijl later, omstreeks de maand September, op een alsdan te houden tentoonstelling voor de best ver zorgde planten bekroningen zullen J worden toe gekend. Heeft de Commissie de hoop te kennen gegeven, dat die expositie niet voor de Amsterdamsche van verleden jaar zal behoeven onder te doen, bij niemand zal zij in dat opzicht meer instem ming vinden dan bij ons, en om meer dan éen reden. De algemeen erkende fout in de richting van onzen tijd is deze, dat zij te practisch is. Daartoe werken zeker alle omstandigheden medede hooge prijs der eerste levensbehoeften maakt het ieder, die van de vruchten van zijn arbeid in het onderhoud van zich en de zijnen moet voorzien, ten plicht zooveel tijd als maar eenigszins moge lijk is, aan zijne werkzaamheden te besteden, ten einde zijne inkomsten zoo hoog op te voeren als slechts in zijn vermogen is. Daaruit volgt natuur lijkerwijze dat men al zeer weinig tijd overhoudt voor zaken van uitspanning, er tegen opziet als de bereiking daarvan slechts eenige moeite kost, en er in 't geheel niet aan kan denken wanneer er tevens geldelijke uitgaven aan verbonden zijn. Dat alles geldt natuurlijk hoofdzakelijk van den werkman, die althans 's zomers immers 's win ters is het aantal werkuren voor de meesten veel geringer vroeg aan den arbeid gaat en slechts laat terugkeert, wanneer hij niets liever doet, dan zijne vermoeide leden op de legerstede uit strekken om de zoo noodige krachten voor de taak van den volgenden dag te verzamelen. In dien toestand strekt hij de hand niet uit naar genietingen, die niet binnen zijn onmiddellijk be reik vallen. En toch hij is mensch, even goed als de meer bevoorrechten, wier fortuin hun een minder ver moeiende levenswijze veroorlooft of wier hoogere ontwikkeling hen in staat stelt in minder tijd zich meer inkomsten te verzekeren. Hij heeft nog andere behoeften dan het voldoen aan de stoffe lijke eischen des lichaams, vooral wanneer zijne werkzaamheden zich binnen de enge grenzen eener nauwe stad bepalen. Welk een genot, nu en dan een fiksche bui tenwandeling te maken't Is of men een geheel ander, een beter, een minder stoffelijk wezen wordt, als men in de vrije natuur het vermoeide oog kan laten rusten op dat verkwikkende groen der weiden met haar grazend vee, op die kleurscha- keeringen van het gebladerte van heesters en hoornen, op het veelkleurig gebloemte in zoo menig aangelegd tuintje eener landelijke woning. Dat alles de werkman mist het, en slechts op den eersten dag der week is het hem vergund, zich in het genot der versterkende buitenlucht te vermijen. Ook nog een ander voorrecht, dat voor den meergegoede is weggelegd, moet hij ont beren deze toch kan, al is het dan op kleiner schaal, de ontwikkeling van planten en bloemen in een tuinlje achter zijn woning gadeslaan maar bij welk verblijf van den werkman vindt men, met slechts weinig uitzondering, ook maar het kleinste lapje gronds? Daarom zeker is het een verdienstelijk werk hem voor het gemis van dat alles althans eeni- germate schadeloos te stellen, door hem de gele genheid te schenken zicji op goedkoope wijze een kleine verzameling van planten of bloemen aan te schaffen, waarop hij, van den arbeid huiswaarts gekeerd, met welgevallen het oog kan laten rusten. Wie aan bloemen gewoon is gevoelt een soort van ledigheid, van onvoldaanheid, wanneer zij in de zindelijke huiskamer ontbreken. Eiken dag de ontwikkeling van blad en bloemknop gade le slaan, den verkwikkenden geur in te ademen, hier een schadelijke rups te verwijderen, daar een uitwijkenden stengel op te binden, 't wordt ten laatste een onmisbare behoefte, die ons met de natuur daarbuiten als doet leven, 't is iets dat zelfvoldoening schenkt, want hoe meer zorg men aan de plant besteedt, hoe schooner zij opgroeit. In het gezin, waar men goed onder houden, frisch bloeiende planten vindt, heer- schen 't is bijna een regel zonder uilzondering orde, reinheid, tevredenheid en dat gevoel van behoefte aan iets verheveners, iels meer poëtisch dan het dagelijksch prozaïsche leven ons aanbiedt, dat in onzen practischen tijd een zoo gelukkig verschijnsel mag heeten. Daarom juichen wij het plan der commissie voor de volksvoorlezingen toe, daarom hopen wij dat in het aanstaande najaar op de voorgenomen tentoonstelling moge blijken, dat hare loffelijke pogingen niet vruchteloos zijn geweest. LEIDEN, 6 Februari. Naar wij vernemen bedraagt het getal be langstellenden, die zich bij de commissie voor de tentoonstelling van bloemen en planten door den werkman of diens gezin gekweekt, Woensdag en Donderdag-avond hebben aangemeld, 366. Waar zulke cijfers spreken, is de vraag of het plan der commissie bij den werkman belangstelling heeft ontmoet zeker ten eenenmale overbodig. Wij hopen dat de commissie zich, ter verdere uit voering van het plan, evenzeer in den linancieelen steun harer stadgenooten zal mogen verheugen Hedenmorgen omstreeks zes uren is uit den Zoeterwoudschen polder opgehaald het lijk van K. Krocht. Te vijf uren had de man zijn wonin; verlaten, vermoedelijk met het plan om wegens huiselijke onaangenaamheden een einde aan zijn leven te maken. Z. IC. H. prins Frederik heeft gisteren met prins en prinses Von WTied een bezoek gebracht aan de Kon. Ned. fabriek van gouden en zilveren werken van den heer J. M. Van Kempen te Voorschoten, om het standbeeld van Jan Pietersz. Koen te bezichtigen. Naar men verneemt wordt dit standbeeld heden naar Java verzonden. De Raad der gemeente Sassenheim heeft besloten, het tractement van den lsten hulpon derwijzer te verhoogen tot ƒ550 en dat van den 2den hulponderwijzer of onderwijzeres tot f 450. Beide betrekkingen zijn vacant. Den hoofdonder wijzer werd een gratificatie toegekend van 100. Volgens bericht van de Directie der Stoom bootmaatschappij Java is het stoomschip Celebes kapitein C. A. Bakker, naar het Nieuwediep, 1 dezer Point-de-Galle gearriveerd en was het den 4den weder vertrokken. Aan boord was alles wel. De afdeeling Rotterdam van het „Nederlandsch Protestanten-bond" hield gisteravond eene open bare samenkomst, waarin Ds. Van Hamel uit Rot terdam en Ds. Modderman het woord voerden. De Voorzitter van het afdeelingsbestuur deelde mede, dat door dat bestuur een adres was ont worpen van den volgenden inhoud: „Aan de Synode der Nederlandsche Hervormde Kerk. Wij, ondergeteekenden, lidmaten der Neder landsche Hervormde Kerk, wenschen naar aan leiding van het Rapport, uitgebracht door de commissie van advies ter zake eener reorganisatie van Kerk en kerkbestuur, tot uwe kennis te brengen, dat wij van harte de benoeming dier commissie hebben toegejuicht, omdat wij meenen dat de tegenwoordige toestand niet langer mag voortduren, dat ook wij de eenheid onzer Kerk wenschen behouden te zien, dat wij echter boven alles de volle vrijheid in leer, belijdenis en vor men in onze Kerk wenschen te zien uitgespro ken. Om welke redenen wij de vrijheid nemen onze instemming te betuigen met het denkbeeld, dat de gemeenten zich desverkiezende in kerspelen kunnen splitsen." Nadat de vergadering gesloten was, werd dit adres door vele aanwezigen onderteekend. Uit het bestaande drietal is door het kies college der Hervormde gemeente in Den Haag tot pred. beroepen Ds. Hoogenhuyzen, pred. te Steenwijk. De Arnh. Cl. behelst de volgende particu liere brieven: Hoofdbivouac aan de Atjin-rivier, 27 Decem ber 1873. „Den 14den December hebben wij (het 12de en 9de bataljon) de sterkte met de bajonet ge nomen, die wij den 13den verkend hadden. Dat was een kort, maar hevig gevecht; wij verloren 6 dooden en 48 gekwetsten. De sterkten werden door de Atjineezen met veel moed en volharding verdedigd. Wij bereikten er echter een zeer groot resultaat mede: zij ontruimden dadelijk daarop eenige andere forten en lieten veel geschut in onze handen. Nu zitten wij dicht bij den Kraton. De beide Kerstdagen is er veel gevochten. De ver liezen van den vijand zijn enorm. Den 14den zijn door ons 98 Atjineezen onder den grond gestopt. Dat is zeer veel, als men nagaat dat zij bijna nooit hunne gewonden of dooden laten liggen. De tegenstand wordt al heviger naarmate we meer den Kraton naderen. Men is nu bezig de zware artillerie te ontschepen, om hen daarmede eens flink te poederen. Moeielijk kan men zich een denkbeeld maken van de hardnekkigheid, waarmede zij hun terrein verdedigen. Het terrein is zeer bedekt en elk

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1874 | | pagina 1