i,i:IDS! ii i\e. 4279. A0. 1874. Donderdag 22 Januari. STADS-BE RICHTEN. Een loffelijke maatregel. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maandenf 1. Franco per postr L40. Afzonderlijke TSotumersn 0.02. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTEKTIEN: Vau 16 regelsf 1.05. Iedere regel meer0.171. Groolere letters naar plaatsruimte. HER-IJ H. 'I BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN, gezien het besluit van de Gedeputeerde Staten der pro vincie Zuid-Holland, van den 16den December 1873, n°. ^3/1 Provinciaal blad n°. 126), houdende bepaling van de 'tijdstippen van den her-ijk der maten en gewichten in de jjverschillende gemeenten in deze provincie, voor het jaar '1874; herinneren den ingezetenen dezer gemeente hunne 'Verplichting, overeenkomstig art. 15, lett. a., der Wet van den 7den April 1869 Staatsblad n°. 57), tot het doen her ijken van alle reeds in gebruik zijnde maten, gewichten en weegwerktuigen, onder mededeeling dat daartoe door 'den ijker zitting wordt gehouden in het lokaal van den ijk, op de Aalmarktnaast de Gemeente-apotheeky qn wel: voor de gewone gewichten benevens de maten en strijkers. t, voor wijk V, op den 22, 23, 27, 28, 29 en 30 Januari, telken dage van des morgens 9 tot des namiddags 3 uren; en wijders na den 29sten Juli, iederen Woensdag en Zater dag van 9 tot 1 uur. Tevens worden de belanghebbenden er op gewezen: a. dat zij verplicht zijn hunne maten en gewichten, be hoorlijk droog en schoon, bij den ijker, op voorschreven '-dagen, tot het ondergaan van den her-ijk te bezorgen; b. dat zij die zulks verzuimen of daarin verhinderd worden, voormelde maten en gewichten vóór den lsfen October nog aan den ijker op de daarvoor aangegeven 'dagen ter her-ijking móeten aanbiedenen c. dat, na het eindigen van den termijn van den her-ijk, het gebruiken of voorhanden hebben van malen en ge wichten, niet voorzien van de vereischte stempelmerken, volgens art. 29 der bovenaangehaalde wet, verboden en strafbaar is. Eindelijk wordt ter kennis van de belanghebbenden gebracht, dat volgens besluit van den Minister van Bin- nenlandsche Zaken, van den 3den December 1873, de letter G, in den gewonen drukvorm, schuin gesteld, be stemd is tot goedkeuringsmerk zoowel van den ijk als van den her-ijk. En geschiedt hiervan openbare kennisgeving door aan- plakking en door plaatsing in de Leidsche Courant. Burgemeester en Wethouders voornoemd, v. d BRANDELLR, Burgem E. KIST, Secretaris. Leiden, 29 December 1873. Onder de meest omvattende wetenschappen be hoort voorzeker de zoölogie of dierkunde, zij die ons bekend maakt mei de bewérktuiging. de ver blijfplaats, de levenswijze en zooveel meer van r de wezens, die de zonder ben reeds zoo schoone natuur volmaken door er leven en beweging aan bij te zetten. Dat die wetenschap tevens een by uitstek nuttige is zal! wel geen betoog behoeven voor hem, die inziet, hoeveel voordeel wij trek ken uit tal van dieren, die ons zonder een ge zette en steeds voortschrijdende beoefening van dat vak van studie ten eénehmale onbekend zou den zijn. Een der grootst^ bezwaren echier, aan een grondig onderzoék op dat gebiéd van wetenschap Vefbóriden, is hel gemis aan volledigè of ièlfs maar eenigszins volledigè verzamelingen van exem plaren van alle meer of minder bewerktuigde j wezens, op wetenschappelijke wijze geordend, zoo als dat met het tegenwoordige standpunt der zoölogie overéénkomt, en waarbij tevens de gele genheid tot prèctische öefenihg wordt aangeboden. Ook onze hoogeschool verheugt zich in het bezit van een museum voor natuurlijke historie, wat evenwel nog niet geacht kan worden te vol doen aan de behoeften van hen, die zich uitslui tend op de beoefening der dierkunde toeleggen. De modelinrichting daarvoor, als men hel zoo mag noemen, wordt gevonden te Napels. Daar heeft Dr. Anton Dorn in een zeer uitgestrekt ge bouw alles bijeengebracht wat den meest eischen- den man van het vak kan bevredigen niet alleen, j n}aar er tevens de gelegenheid geopend om er zich onder het genot van alle mogelijke hulpmid- j delen aan de beoefening der zoölogie te wijden. Dal het in het leven roepen van zulk een in geheel Europa eenige instelling verbazend groote kosten na zich sleepte, zal zeker niemand ver wonderen, en het natuurlijk gevolg daarvan is dat het recht op een plaats, om er zich met zeölogische oefeningen bezig te houden, slechts tegen geldelijke vergoeding kan worden verleend, j De daarvoor vereischte som bedraagt ruim f900, f en dat zij niet te hoog mag worden geacht blijkt zeker uit het feit, dat alleen Rusland zich van l twintig dergelijke plaatsen heeft voorzien, trou- wens meer dan voor eenige andere natie in 1 Europa in rekening komt. Onwillekeurig denkt men daarbij terug aan de dagen van Czaar Peter, die alle mogelijke pogingen aanwendde om be kwame mannen in elk vak naar zijn gebied te lokken. Dat uitgestrekte rijk, van den kunstzin van welks bewoners o. a. de hulde getuigt, die men er een Patti bewijst, toont hierdoor ook voor de wetenschap iets over te,hebben en gaat, zij hel ook met langzame schreden, een scfoppne toekomst te gemoet. Ook Duitschland en wat onnatuurlijk zou zijn als het anders ware Italië beschikken in de inrichting van den berpemden Anton Dom over een aantal plaatsen, terwijl eindelijk ook de Nederlandsche regeering de gelegenheid beeft te baat genomen er zich van epne te verzekeren. Dientengevolge werd van harentwege eenigen ujd geleden aan de hoogleeraren in de zoölogie de mededeeling gedaan, dat zij voor rekening van den Slaat beurtelings een wetenschappelijke reis naai Napels kunnen ondernemen, ten einde hun studiën aldaar gedurende eenigen lijd voort te zetten. Wat het besluit der regeering zeker nog lofwaardiger maakt is de daaraan toegevoegde bepaling dat hoogleeraren, die zeiven veihinderd zijn de reis te ondernemen, daartoe studenten kunnen voordragen, die wegens hun wetenschap pelijke richting die onderscheiding verdienen. Tevens bestaat voor hen, die op eigen kosten de Napelsche inrichting willen bezoeken, daartoe de gelegenheid onder de leiding van den door (Je regeering uitgezonden zoöloog. Daar tot die oefeningen ook wetenschappelijke tochten op de naburige Tyrrheensche zee be- hooren, kan voor een land als het onze, dat op een zoo aanmerkelijke uitgestrektheid door de zee wordt begrensd, een verblijf te Napels hoogst belangrijke uitkomsten opleveren. Hoe het zij, een woord van hyilde voor de regeering, die in deze,, zij het dan ook niet op ruimeschaal, getoond heeft iets voor de, weten schap over te hebben, een woord, te meer gepast, daar men zoo dikwijls gereed is te klagen over verwkarloozing van wetenschappelijke belangen. Naast de oprichting toch vati een nieuw acade miegebouw, dat zeker voor onze hoogeschool v&n otasóhatbare waarde is, handelt men loffelijk door alle middelèn te baat te nemen, die er toe ku'n- nen bijdragen dat binnen de eerlang op te trek ken muren de wetenschap op de uitstekendste wijze worde geleeróard. LEIDEN, 21 Januari. Naar men verneemt is door den heer J. P. R. Suringar te Rotterdam, als secretaris van de sub-commissie voor- het standbeeld van Pieter Adriaansz. Van der Werf. aan de hoofd-commissie te Leiden ter hand gesteld eene som van 946.60, zijnde het bedrag der te Rotterdam voor dat standbeeld ingezamelde gelden. Naar wij vernemen heeft de Commissie voor de volksvoorlezingen alhier, het plan dit jaar eene tentoonstelling te doen plaats hebben van door den arbeidsman gekweekte planten. By de herstemming voor een lid der Tweede Kamer voor het hoofdkiesdistrict Gouda zijn inge komen 2770 stembiljetten, waarvan geldig 2756. Gekozen is Dr. A. Kuyper met 1504; de heer Verniers van der Loeff bekwam 1252 stemmen. Het stoomschip Prins van Oranjevan Nieuwediep uaar Batavia, is, volgens ontvangen telegram,Maandag te halftwaalf te Southampton aangekomen. Alles wel aan boordt Het schip had door mist eenig oponthoud ondervonden. In de D. Cl. leest men het volgende om trent de landing der onzen op 9 i December te Pedropunt en hunne krijgsverrichtingen op de volgende dagen, zoover die per gewone mail kon den worden medegedeeld: Zooals men uit de telegrammen weet, had de landing onzer troepen niet bij de rivier, maar bij Pedropunt plaats, 's Morgens van den 9den Dec., met het aanbre ken van den dag, begon de landing. Terwyl de troepen in de sloepen, 92 in getal, der verschil lende koopvaardijschepen overgingen, opende de Citadel van Antwerpen het vuur, waarmede spoedig de drie andere schepen van het landings eskader, de WatergeusBanda en Ambonin stemden. Nadat dit circa een uur had geduurd, waren middelerwijl de sloepen van de troepen- schepen genaderd tot aan de oorlogschepen, al waar 12 gewapende marine-sloepen in linie lagen te wachten, om hen naar de landingsplaats voor te gaan. Geen enkel schot van den vijand viel, het vuur der schepen eindigde en de gewapende sloepenmacht stelde zich in beweging. De sloepen stonden onder bevel van den luit,-ter-zee Jhr. Six. Op pl. m. 300 meters van den wal gekomen, openden de gewapende sloepen hun vuur uit de houwitsers er., getrokken 7-ponders. Eenige Alji- neezen vertoonden zich en onderhielden een vrij levendig v.uur uit geweren en donderbussen, doch spoedig noodzaakte het kartetsvuur der sloepen hen terug te trekken. De troepensloepen, door de Slooml^arkassen(10 in getaj) tot bij de marine- sloepen gesleept, lieten nu hunne sleepers los, de ,(ijüe der gewapende sloepen opende zich, en al roejjende en pagaaiende vorderde de sloepeqtnacht door de linipopening naar het, strand. Heel spoe dig ging dit niet, daar er zware barkassen met een 60 rpan bij yv^ren, slechts qoqr e.pn man of 4 geroeid, Over het a.lgemeen ephter ging alles gped, en zoodra de eerste §joep aan wal was, ging het dire.pt de hppveltjes op, waarachter de vijand zich na het vuur dep .sloepen ^iad terug getrokken. De overigs sloepen volgden weldra en vrij kalm greep de landing (onder generaal Ver- spijck) verder, plaats. Onder de ^schillende personen en zaken, die de aandacht trokken, was een Atjinees, die zijn geweer loste op een officier, boven op een aer heuveltjes. Deze laatste bleef ongedeerd, zwaaide even mei zyn sabel, drukte zijn revolver af, en de Atjinees kwam tot aan de voeten der debarkeerenden van den heuvel afrollen. De kogel was hem onder het oog ingedrongen. Groot was overigens de tegenstand niet, want d&ar hadden de Atjineezen ons volstrekt niet gewacht, 't Was trouwens ook l'/j uur stoomens van de plaats voor de rivier, waar wij 5 maan den lang ten anker hadden gelegen. De .stoom- barkassen waren van zeer veel nut. Meermalen hadden die barkassen rissen van 20 geladen sloepen op sleper. Tegen den avond keerden de sloepen naar het landings-eskader terug. Reeds dien eersten, dag hadden wij een paar krijgsgevangenen. Aan

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1874 | | pagina 1