wonen betaalt voor iedere les 30 gulden. Het
beheer van iedere universiteit wordt opgedragen aan
drie curatoren. De gezamenlijke hoogleeraren vor
men den senaat der universiteit. De senaat van elke
Rijksuniversiteit kan na gehouden examen aan be
langhebbenden een wetenschappelijken titel verlee-
nen, Slechts zij kunnen tot dat examen worden toege
laten, die blijken hebben gegeven van genoeg
zame voorbereiding om het H. O. te volgen.
Eens in het jaar zal er gelegenheid zijn om die
blijken te geven ten overstaan van een door
de regeering benoemde commissie van professoren.
De omvang en de inrichting van het toelatings
examen, van alle examens in het belang van den
regelmatigen gang van het onderwijs aan de
universiteiten noodig geacht, het examen tot ver
krijging van een wetenschappelijken titel daar
onder begrepen, de wijze en de voorwaarden
waarop wetenschappelijke titels worden verleend,
worden door de senaten der Rijks-universiteiten
gemeenschappelijk geregeld binnen een jaar na
het in werking treden der wet. De wetenschap
pelijke titels geven geenerlei bevoegdheid tot het
uitoefenen van een beroep of bedrijf, noch tot het
bekleeden van een openbaar ambt of bediening.
Hel bestuur van een Athenaeum kan ook door
de Regeering gemachtigd worden tot het toeken
nen van wetenschappelijke titels. Het toezicht op
de openbare en bijzondere scholen van hooger
onderwijs, de Rijksuniversiteiten uitgezonderd, is
opgedragen aan een of meer inspecteurs. Bij het
in werking treden der wet worden de fungee-
rende curatoren aan de drie Hoogescholen van
hun betrekking ontheven. Aan de dan fungeerende
hoogleeraren worden dan de vakken aangewezen,
waarin zij onderwijs zullen geven. Hebben zij
daartegen bezwaar, dan behouden zij hun jaar
wedde als wachtgeld, totdat zij tot een betrek
king worden benoemd gelijkstaande met de vroe
ger door hen bekleede of een landsbediening
aanvaarden. Voor hoogleeraren der theologische
faculteit geldt de aanstelling bij een kerkelijke
kweekschool of een seminarium als benoeming.
Hoogleeraren, die aantoonen dat zij vroeger aan
collegegeld en emolumenten, meer maakten dan
volgens de nieuwe wet hun jaarwedde zal zijn,
kunnen een personeele toelage krijgen. De gelden,
thans beschikbaar ten behoeve van het onderwijs
in de godgeleerdheid, zullen na het in werking
treden der wet, strekken ten behoeve der kweek
scholen ter opleiding van leeraren voor het Her
vormd kerkgenootschap, zoodra deze worden op^
gericht.
De beide vorige soirées voor kamermuziek
moeten wel een aangenamen indruk hebben ach
tergelaten en de verwachting in de derde uit
voering moet wel hoog gespannen zijn geweest,
dat de zaal van het Nut gisteravond weder zoo
flink bezet was: geene plaats toch bleef er onge
bruikt. En die verwachting 't dunkt ons bijna
overbodig te verzekeren, dat men geenszins in
haar werd teleurgesteld, indien ze niet bij velen
werd overtroffen. Reeds bij het Quintett (G-dur)
van Mozart bleek het hoezeer ieder der mede
werkenden zijne partij liefkoost, terwijl zij toch
allen tevens een schoon geheel weten te vormend
Bezielend, met fijne nuanceering en eendracht
gaven zij ons het schoone werk met zijne ver
rassende schakeeringen weer. Aan de welwillende
medewerking van den heer Klerk hadden we de
kennismaking met de Sonate voor piano en viool
(Gjmol, op. 30 N°. 2) van Von Beethoven te
danken, een werk dat voor beide instrumenten
voorzeker tal van moeilijkheden bevat, doch die door
de heeren Wetrens en Klerk volkomen werden over
wonnen, evenals in het schoone Trio voor piano,
viool en violoncel (Es-dur op. 100) van Schubert,
waarin beiden, met den violoncellist, als 't ware
wedijverden om het toonwerk op 't prachtigst uit
te voeren. Vooral was 't ons aangenaam den
heer Klerk, nu als pianist, weder in ons midden
te zien. Het grootste gedeelte der warme bijvals
betuigingen kwam voorzeker hem toe. De boeiende,
afgeronde en gespierde vertolking der piano
partijen deed hem ook nu weder als een uitste
kend technicus kennen. Dankbaar voor het ge-
notene roepen we hem een spoedig tot weer
ziens toe.
„Altijd beter," schijnt de leus van den heer
Wetrens, en met hem van de Maatschappij voor
Toonkunst. Dat zij dan ook steeds de medewer
king vinden, die zij zoo ruimschoots verdienen. 1
Gedurende deze week zijn dagelijks in het
Werkhuis alhier opgenomen" van 114133 vol
wassen personen en van 49—60 kinderen.
Donderdag had te Katwijk a/d Rijn de
plechtige teraardebestelling plaats van het stoffelijk
overblijfsel van den heer A. Franchimon, in leven
gemeenteontvanger van Katwijk. Eene groote me
nigte volgde den lijkstoet, terwijl op de begraaf
plaats vele belanghebbenden tegenwoordig waren.
Aan het geopend graf hield de burgemeester van
Katwijk, de heer T. A. O. De Ridder, eene rede,
waarin hij op waardige wijze deed uitkomen,
wat de overledene in zijne verschillende betrek
kingen voor de gemeente geweest was en hoe
hij, die helaas op zoo jeugdigen leeftijd reeds was
ontslapen, steeds getrouw en ijverig als burger
zijn plicht had gedaan. Daarna nam Ds. Koelman,
predikant te Katwijk a/d Rijn, het woord. Hij
herdacht den afgestorvene als liefhebbend echt
genoot en vader, als getrouw vriend en als
waardig christen. Hij schetste met dankbare woor--
den wat de overledene in de vjerschillende kerke
lijke functiën welke hij had bekleed, voor de
Hervormde gemeente van Katwijk a/d Rijn was
geweest. Ook deze rede maakte een treffenden
indruk op allen die tegenwoordig waren.
In de gisteravond gehouden zitting der
Eerste Kamer drong de heer Yan Goltstein op
nieuw aan op overlegging van stukken betreffende
den oorlog met Atjin, want als uit de stukken
licht voorvloeit, mag de constilutioneele Regeering
dit niet onthouden. De Minister volhardde bij
hetgeen hij daaromtrent gezegd had en zeide dat
meerdere aandrang wantrouwen onderstelt. De
heer Rahusen wenschte thans niet nader aan
te dringen, maar zegt: geef der Vertegenwoor
diging, als de tijd gekomen is, nadere inlichtin
gen, want zij heeft daarop recht. De heer Cremers
bestreed dit gevoelen en wenschte na afloop van
den oorlog nieuwe debatten te vermijden. De
Minister verzocht het geven van inlichtingen met
het overleggen van stukken niet te verwarren.
De begrooting werd daarna met eenparige stem
men aangenomen, zoomede: hoofdstuk Onvoorziene
Uitgaven en de credietwet voor marine. De Kamer
is daarop tot nadere byeenroeping geëcheiden.
Door de Directie der Nederlandsche Bank
is de rentestand gisteren vastgesteld als volgt:
Interest van Beleeningen van Binrienlandsche Effec
ten 4»/a pCt.; dito dito van Buitenl. Effecten 5
pGt.dito dito van Goederén 4,/1 pGl.Disconto
van Wissels met drie handteekeriingen (witte
aanvraagbiljetten) -41 /a pGt.j Disconto van Wissels
met twee handteekeningen en van Promessen
(blauwe aanvraagbiljetten) j5 pGt.
Aan de hoogeschool te Groningen is be
vorderd tot doctor in de beide rechten de heer
L. A. S. J. De Milly, gebofen te Zuidlaren, na
verdediging van stellingen.
Wijlen de heer Dr. W. H. Meijer, indertijd
voorzitter van de afdeeling der Maatschappij van
Weldadigheid in Den Haag, heeft aan die afdeeling
eene som 2000 gelegateerd.
De Tijd meldt het overlijden van Mgr.
Pluym, apostolisch vicaris te Konstantinopel.
Het bericht, als zouden eerstdaags de Evert-
sen en Het Zilveren Kruis in dienst gesteld
worden, wordt tegengesproken.
Gisteren is te Nieuwediep van het kolo
niaal werfdepót aangekomen, om over te gaan
aan boord van het stoomschip Prins van Oranje
een detachement van 125 militairen, waaronder 8
onderofficieren, ten einde met dien bodem naar
Java via Suez te vertrekken. Het bevel over
dat detachement is opgedragen aan den van ver
lof naar Java terugkeerenden luit.-kolonel der
O. I. inf. J. H. T. Wiegand.
De vertrekdag van Zr. Ms. transportschip
Javacommandant kapit.-luit.-ter-zee A. J. Van
Mansvelt, is bepaald op 26 dezer.
Bij beschikking van den Minister van Koloniën
is de hoofdonderwijzer J. W. Spekschot gesteld
Ier beschikking van den Gouverneur-Generaal van
Nederlandsch Indië, om te worden benoemd lot
onderwijzer der derde klasse voor den dienst daar
te lande.
Z. M. de Koning heeft, naar aanleiding van
een verzoekschrift van den hoofdcommissaris en
de commissarissen van politie te Rotterdam, om
verhooging van jaarwedde, de bezoldigingen van
die ambtenaren opnieuw geregeld en vastgesteld:
op f 3600 die van den hoofdcommissaris aldaar op
ƒ2700 die voor de twee oudste commissarissen
van politie, en op 2500 voor de overige com
missarissen van politie, welke regeling is ingegaan
den lsten Januari jl.
Gemengd Nieuws.
Men meldt van Terschelling: In den
nacht van 10 op 11 Januari werden in de rich
ting van de buitengronden bij tusschenpoozen
vuurpijlen gezien: een bewijs dat een. schip in»,
nood verkeerde. In den vroegen morgen werd
dit door Volendammer visscherlieden, in de haven
aanwezig, medegedeeld aan schipper Barend De
Haan. Alras had hij eenige kloeke zeelieden op
gespoord, die zich op zijn kleinen botter inscheep
ten, om zoo mogelijk de schipbreukelingen van
een anders wissen dood te redden. Nabij de
strandingplaats gekomen, ontdekte men dat het-
een stoomboot was, welke reeds met het achter
gedeelte in het zand zat gewoeld en de zee over~
den bodem krulde. Voorts zag men in het fok-
kewant ,van de stoomboot 13 man zitteny die-
daar vele uren naar redding hadden uitgezien,
machteloos om zelf iets tot hunne redding aan.
te wenden. Volgens latere rnededeeling waren
negen man der equipage met een lifeboat
van boord gegaan, die helaas! in de branding
was omgeslagen, waardoor zij een prooi der zee
werden. Hoe hoog de zee ook was, men trachtte
met den botter langs zijde van de stoomboot te
schieten en elkander trossen toe te werpen»
Tweemalen achtereen braken deze als rag en
sloeg de reddende boot door de zee met geweld
terug, doch een behendige manoeuvre door schip
per De Haan maakte het mogelijk dat men de
stoomboot voor den derden keer naderde, mét
ditgevolg, dat nu het ranke vaartuigje onder
het groote anker, buiten boord van de boot
hangende, geraakte, welk anker door de voor
plecht van den botter heen boorde, zoodat
het gevaar bestond dat redders en schip-
breukélingen door het hevig werken der stoom
boot zouden omkomen. Aldus, hoewel hoogst
gevaarlijk aaneen geklampt, wordt voor den derden
keer een tros overgeworpen, bij welke gelegen
heid De Haan door de woedende zee over boord
werd geslagen en als door een wonder^ dank zij
de vlugheid van Jemke Kooyman, werd gered.
Met onbeschrijfelijke moeite en zeemanschap wer
den de dertien opvarenden der stoomboot door
behendige sprongen en opvangen op den botter
overgehaald, en hoezeer de gezagvoerder en een
matroos een oogenblik tusschen de stoomboot en
den botter door de hevige branding beklemd raakten
en vry ernstig gewond werden, zijn zij toch, dank
zij het uitmuntend beleid der redders, op het
vaartuigje overgebracht. In zeer gehavenden staat,,
daar de botter behalve het breken van zijn fok-
kestag veel averij heeft gekregen, bereikte men
eindelijk, des namiddags 3 uren, de haven van
Terschelling, waar de geredden liefderijk werden
verpleegd. De naam van de verongelukte stoomboot,
met een lading rogge van Odeèsa naar Hamburg,
bestemd, is John Fenwick, kapt. Sinclair. De namen
der redders, die aan de vergetelheid verdienen te
worden ontrukt, zijn Barend De Haan, Douwe
De Ringh, Willem De Breed, Hendrik JSpits,
Cornelis Zuidmuller, Cornelis Wortels, Teunis Joh.
Krul, Jemke Kooyman en C. Zunderdorp Jr.
Uit Pingjum wordt gemeld: Hier heeft
men een feitelijk oproer te betreuren, zooals er
nog in de annalen van het stille dorp niet is
geboekt. Zeker huisman had een woning Ver
huurd, doch gelegenheid hebbende om meer geld
met zijn pand te verdienen, zegt hij zijn huurder
op. Daar deze niet, genegen is om goedschiks op
te stappen, gaat de verhuurder over tot maat
regelen van pressie. Hij spijkert den schoorsteen
van boven dicht, zoodat het vreesehjk in de
woning rookt; hiermede geen gewenscht effect
behalende, gooit hij met emmers water door het
dak, zoodat de huurder aan zijn inboedel schadej
bekomt. Doch nu begint de bevolking partij te
trékken voor den huurder en begint hét den.
verhuurder eveneens lastig te maken. Men loopt
met een balk den muur zijner woning in, ver
brijzelt een raam en zou wellicht nog meer ge
daan hebben, was de burgemeester, versterkt door
vier veldwachters, niet uit Makkum gearriveerd
hierdoor werd de orde schielijk hersteld.