LEIDSCH DAGBLAD. N°. 4267. A0. 1874. Donderdag 8 Januari. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maandenf 1. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommcrsn 6.02. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIE!* Van 1—0 regels1.0S. Iedere regel meern 0.171. Groolere letters naar plaatsruimte. STADS-BERICHTEN. DE BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN LEIDEN doen te weten, dat door den Raad dier gemeente, in zijne vergadering van den 28sten October 1873, is vastge steld het volgende R A A D.S B E S L UIT regelende de heffing van opcenten op de hoofidsom der per- soneele belastingten behoeve der gemeente Leiden. De RAAD der gemeente Leiden Gezien den 6den titel der Wet van 29 Juni 1851 Staatsblad n°. 85), in verband met de artt. 1 en 8 der Wet van 7 Juli 1865 Staatsblad n°. 79); L,, s. Heeft besloten: Er zullen, te beginnen met 1 Mei 1874, op de hoofdsom der personeele belasting geheven worden vijftig opcenten. Gedaan te Leiden, ter openbare raadsver gadering van den 2Ssten October 1873. De Burgemeester, v. D. BRANDELER. De Secretaris, E. KIST. Zijnde de heffing dezer belasting goedgekeurd bij Koninklijk besluit van den 13 December 1873, n°. 5, waarbij tevens is aangehaald de Verordening regelende de, invordering der opcenten op de hoofdsom van 's Rijks directe belastingen binnen de gemeente Leiden, van 28 October Gemeenteblad n°. 2 van 1874). En is hiervan afkondiging geschied waar het be hoort, den 7den Januari 1874. Burgemeester en Wethouders voorn., v. d. BRANDELER, Burgemeester. E. KIST, Secretaris. DE BURGEMEESTER EN WETHOUDERS van LEIDEN doen te weten, dat door den Raad dier gemeente, in zijne vergadering van den 28sten October 1873, is vastge steld de volgende VERORDENING regelende de invordering en opcenten op de hoofidsom van 's Rijks directe belastingen binnen de gemeente Leiden. EENIG ARTIKEL. De invordering der opcenten op de hoofdsom van 's Rijks directe belastingeu geschiedt overeenkomstig de regels van de artikelen 258 tot en met 263 der Wet van van den 29 Juni 1851 Staatsblad n°. 85). Vastgesteldt door den Raad der gemeente Leiden, in zijne openbare vergadering van den 28sten October 1873. De Burgemeester, v. d. BRANDELER. De Secretaris, E. KIST. Zijnde deze Verordening aangehaald bij Koninklijk be sluit van den 13den December 1873, n°. 5. En is hiervan afkondiging ggschied waar het be hoort, den 7den Januar, 187.4. Burgemeester en Wethouders voorn., v. d. BRANDELER, Burgemeester. E. KIST, Secretaris. VOLiCSZAJSTGh Een der sterkste lichtpunten van onzen tijd vormt zeker de uitbreiding, aan het lager onder wijs gegeven. Meer en meer ziet men in, dat onkunde de grootste hinderpaal is, ook voor den "werkman, om tot welvaart te geraken. Echter heeft het kind, vooral op jeugdigen leeftijd, be hoefte niet alleen aan ontwikkeling van het ver stand, maar ook aan vorming van het gemoed. Dat laatste laat op onze lagere school wel eens wat te wenschen over, en geen wonderdaarvoor is in den regel het onderwijzend personeel veel te klein, zoodat het niet in staat is het eigen aardig karakter van ieder leerling in het bijzonder in aanmerking te nemen. Ook voor de ontwikkeling van het lichaam wordt, en zeker terecht, zorg gedragen door on derwijs in de gymnastiek, en zou dan alleen het gemoedsleven van het kind worden veronacht zaamd, zou er niets worden gedaan voor ver zachting van zeden? 't Is waar, dat is voorna melijk de taak der ouders, maar hoevelen zijn er niet, althans onder den minderen stand, die óf uit onverschilligheid, óf uit gebrek aan tijd zich maar al te weinig aan de opvoeding hunner kinderen laten gelegen liggen. Wat dus de lagere school in dat opzicht kan doen, mag zij niet ver zuimen. Maar is zij in de tegenwoordige omstan digheden wel in staat in dal opzicht iets uit te werken? Ongetwijfeld, en het middel ligt voorde hand, ja is zelfs bij de wet voorgeschreven; het bestaat in ontwikkeling van het muzikaal gevoel. Van de schoone kunsten is er geene die zoo sterk op het gemoed werkt als de toonkunst, en schier elke bladzijde der wereldgeschiedenis levert de bewijzen van haar machtigen, verteederenden en weldadigen invloed. De liefelijke tonen, die David aan zijn harp wist te ontlokken, waren alleen in staat de woestheid van Saul tot bedaren te brengen, en zelfs op de slavenhalers werd de toonkunst te hulp geroepen om het heimwee der ongelukkige slachtoffers van het verfoeilijkst winst bejag te verdrijven en hen zoo in het leven te behouden. Wat nu de gymnastiek voor het lichaam van den jeugdigen leerling is, kan de zangkunst voor zijn gemoed zijn ter afwisseling van de vermoeiende inspanning van den geesl, maar dan moet zij ook goed worden onderwezen. Het verhevene grenst aan het belachelijke, en zoo ook zal de edelste der kunsten alleen dan aan haar roeping beant woorden, als aan al hare eischen wordt voldaan. Mag men nu aannemen, dat het zangonderwijs op onze lagere scholen op voldoende wijze wordt gegeven Zeker niet, en zoo dachten er ook commissarissen der Maatschappij voor Toonkunst alhier over, nadat zij in den zomer van dit jaar een onderzoek hadden ingesteld aangaande den toestand van het zangonderwijs op de lagere ge meentescholen en op de kweekschool voor hulp onderwijzers en hulponderwijzeressen. En geen wonder! De zang is voor den onderwijzer veelal slechts bijzaak en wordt oppervlakkig geleerd en oppervlakkig onderwezen. Daarin verandering ten goede te brengen zou een verdienstelijk werk zijn, en daarom juichen wij het toe, dat genoemde commissarissen, na den uitslag van hun onderzoek in een aan den gemeenteraad gericht schrijven te hebben meegedeeld, tevens het voorstel deden om het zangonderwijs op de kweekschool en op de Scholen voor m. u. 1. onderwijs aan de Maat schappij voor Toonkunst op te dragen. Ons dunkt, dat er niet mag worden geaarzeld gebruik te maken van de gelegenheid om een zoo belangrijk onderdeel van het lager onderwijs aan zoo bevoegde handen toe te vertrouwen, te meer daar de Maatschappij voor Toonkunst als subsidie slechts de som verlangde, die anders aan dat onderwijs zou moeten worden ten koste ge legd. Wij zouden het betreuren indien de Gemeen teraad en daarvoor schijnt gevaar te bestaan de invoering van het verbeterd zangonderwijs op de scholen voor m. u. 1. o. minder wenschelijk achtte, wat zeker in strijd is met de verklaring dat van de tusschenkomst der Maatschappij wel voor de kweekschool gebruik zou worden gemaakt immers de onderwijzers ontvangen onderricht in den zang om het later aan hunne leerlingen mede te deelen, en indien men nu voor de laat- sien onmiddellijk dat betere onderwijs kan ver krijgen, zou dat dan niet de voorkeur verdienen Zelfs ten opzichte van de kweekschool schijnt voor het oogenblik nog bezwaar te bestaan met het oog op de nadere regeling van het onderwijs aan die inrichting. Hoe het zij, wij hopen dat in deze het uitstel geen afstel zal zijn, ja dat de gemeenteraad veeleer gehoor moge geven aan de aanbeveling van commissarissen der maat schappij voor Toonkunst om alsnog hun voorstel in zijn geheel aan te nemen. Die Maatschappij toont haar roeping in ruimen zin op te vatten, daar zij zich verdiensten wil verwerven niet alleen door hare terecht zoo ge waardeerde concerten, rnaar ook door opwekking van zin voor de zangkunst bij de volksklasse. Mogen door haar tusschenkomst de wansmakige liederen, die men thans maar al te dikwijls hoort uitgalmen, plaats maken voor de harmonieuse en gevoelvolle volkszangen, die in vroeger tijden hier zoo recht te huis waren, gelijk dat nu nog het geval is bij onze Duitsche naburen. LEIDEN, 7 Januari. Door den heer H. Witte, tol dat doel door de Commissie voor de volksvoorlezingen speciaal uitgenoodigd, werd in de bijeenkomst van gister avond een hoogst belangrijk onderwerp behan deld, de tentoonstelling nl. van bloemen en planten door den arbeidenden stand zelve gekweekt. In eene boeiende improvisatie, die ruim een uur duurde, deelde hij aanleiding en uitslag mede eener soortgelijke poging verleden jaar te Am sterdam beproefd en met schitterenden uitslag bekroond. Van de 3200 jonge planten toch, aan 600 zich daartoe aangemeld hebbende personen, tegen geringe betaling, in het voorjaar verstrekt, werden er in Augustus ruim 1300, met zorg gekweekt, door 334 personen voor de tentoon stelling ingezonden. Het zou ons te ver voeren, wanneer wij spre kers welspreke.nde rede in verdere bijzonderheden wilden weergeven. Genoeg dat hij, na eene uit voerige beschrijving der tentoonstelling en der daarmede gepaard geweest zijnde volksvermaken, vele nuttige wenken omtrent de plant in het algemeen en hare opkweeking in het bijzonder, ten beste gaf, die door de bezoekers met blijk bare belangstelling werden aangehoord. Zoo werd dan in deze bijeenkomst het initiatief genomen om ook hier den lust tot aankweeking van bloemen door den werkmansstand aan te wakkeren of te versterken. Eene poging die, wij wenschen het der commissie van harte toe, gun stig moge slagen. En, moge wanneer in eene volgende bijeenkomst de zaak andermaal en dan in ruimer kring besproken wordt, tevens de grondslag ge legd worden eener tentoonstelling van bloemen en planten door den werkman gekweekt, die voor die in Amsterdam gehouden niet behoeft onder te doen Bij de te Dordrecht plaats gehad hebbende inschrijving voor de eerste reeks groot 60,000 in de 5 pCts. geldleeningen van 78,000 ten be hoeve der gemeentelijke gasfabriek, was inge schreven als volgt: Simon Zadoks Zn. 60,000 tot den koers van 1011.25 p./rn.; H. Hoyer ƒ15,000 a 1000.62'/2 p./m.; Otto De Kat Zn. ƒ10,000 a lOOi/s, 5000 a 100.14; ƒ10.000 a 100>/8, ƒ10,000 a 100; C. Oortman Zn. te Utrecht, ƒ7000 a 100; Van der Spruyt de Graaf te Leiden ƒ8000 a 100. Te Katwijk aan Zee is beroepen Ds. J. E. Steenbakker Morillon Loijsen, pred. te Oud- Beierland. Van Reuter'Of/ice is het volgend telegram

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1874 | | pagina 1