N0. 4255. Maandag A°. 1873. 22 December. leidscïï dagblad: PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maandenf 1. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommcrs0.02. Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIES Van 16 regelsf 1.05. Iedere regel meern 0.17i. Groolere letters naar plaatsruimte. STADS-BERICHTEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS tan Leiden doen te weten, dat ingevolge art. 2 der verordening, regelende de invordering der plaatselijke belasting op de honden, iedere houder van een of meer honden, die aan belasting onderhevig zijn, verplicht is daarvan jaarlijks vóór of op den 31 «ton Januari bij den Gemeente-ontvanger aangifte te doen door inlevering van een behoorlijk ingevuld en door den aangever onderteekend biljet; dat bedoelde in vullingsbiljetten voor het dienstjaar 1874 van af heden kosteloos ten kantore van den Ontvanger verkrijgbaar zijn. Burgemeester en Wethouders voornoemd, v. d. BRANDELER, Burgem. E. KIST, Secretaris. Leiden, 20 December 1873. LEIDEN, 20 December. De heer C. G. Ghavannes, predikant te Leeuwarden, heeft het beroep naar de Waalsche gemeente alhier aangenomen. Het Bestuur der christelijke school voor on- en minvermogenden alhier heeft, naar aan leiding der desbetreffende circulaire van het Hoofd bestuur der Vereeniging van christelijke onder wijzers in Nederland, besloten om ten opzichte van een kindergesckenk aan Z. M. den Koning, zich noch aan de pogingen dezer vereenigir.g, noch aan die van het Comité te Amsterdam aan te sluiten, daar beiden, door den bedroevenden loop der zaak, in meerdere of in minder mate, het karakter eener partijzaak hebben verkregen, waardoor het geschenk Z. M. verre van een liefelijk huldeblijk zal worden. Vurig wenscht het dat alsnog eene poging worde aangewend om, bij gelegenheid van des Konings kroningsfeest, met terzijdestelling van alle partijdigheid, van alle bijzondere inzichten en wenschen, en van de geheele scAooZquaestie, éen hulde- en liefdeblijk te doen uilgaan van de Nederlandsche jeugd In de Donderdag-avond gehouden vergadering met dames van het Leidsche Departement der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen trad de heer R. Koopmans van Boekeren voor een zeer talrijk gehoor op. De spreker hield zijne hoorders aangenaam bezig door met hen te spreken niet zoozeer over als wel naar aanleiding van de ge- denkteekenen in de Martini-kerk te Groningen. Uitvoerig stond de heer Van Boekeren, vooral na de pause, stil bij den, als kinderschrijver, zeer verdienstelijken Van Hetjningen Bosch. Met enkele pronkstukjes van dien dichter maakte hij ons hekend. De tweede Soirée voor kamermuziek, in het Nutsgebouw gisteravond gegeven, was wederom goed bezocht. Het drietal met smaak gekozen nummers van het programma werden zoodanig uitgevoerd, dat het de algemeene goedkeuring van het publiek wegdroeg. Het was dan ook waarlijk uitstekend, wat men hoorde, zoodat wij vol verwachting de volgende Soirées tegemoet zien. De Vereeniging Harmonie gaf gisteravond in de Stadszaal de aangekondigde voorstelling ten voordeele van het op te richten standbeeld van Van der Werf. Was het publiek niet zoo talrijk opgekomen als men wel gehoopt had, zij die tegenwoordig waren werden geenszins teleurgesteld, maar hadden alle reden om over de opvoering van „Mathilda of een Vrouwenhart" tevreden te zijn. De titelrol was zeer goed bezet door -eene jonge dame, die zich ferm van hare taak kweet en, evenals Berthold Arnau, inder daad vele goede oogenblikken had. De klei nere rol van mevr. Geresbach werd mede niet onaardig vervuld. Ook het heerenpersoneel werkte flink mede om de uitvoering te doen slagen en verdient daarvoor, evenals de dames, onzen lof. Dat het publiek over hun spel voldaan was, bewezen de bijvalsbetuigingen, die de dilettanten herhaalde lijk mochten ontvangen, ook in het nastukje „Twee dooden en geen graf', dat, hoewel op zich zelf van zeer weinig waarde, wegens het spel en de luimige voordrachten, toch veel genoegen gaf. Nadat het eerste stuk was afgespeeld, nam de heer Dr. G. D. J. Schotel het woord en zeide dat het hem genoegen deed uit naam der commis sie voor het standbeeld een woord van dank te mogen toebrengen aan de werkende leden, het bestuur en de voorstanders van Harmonie, voor hetgeen door hen in het belang der schoone zaak in het werk is gesteld. Als zang- en toonkunst, schilder- en beeldhouwkunst en tooneelkunst elkan der zóo de hand reiken, dan vormen zij waar lijk eene schoone „harmonie." Baron Van Heem stra, beschermheer der Vereeniging, bedankte spreker en verklaarde dat hij het zich tot eene eer zou rekenen, als Harmonie ook maar éen steentje had aangebracht tot liet standbeeld, want dan kon de Vereeniging ook zien op dat beeld en met zelfvoldoening bedenken, dat ook zij gedaan had wat zij kon. Uit naam der Vereeniging be dankte de president beide sprekers en de aanwe zigen voor hunne belangstelling. Gedurende deze week zijn dagelijks in het Werkhuis alhier opgenomen van 105120 vol wassen personen en van 3651 kinderen. In de tweede helft der maand November zijn aan het postkantoor alhier bezorgd de vol gende brieven die wegens onbekendheid der adres santen niet bezorgd zijn kunnen worden: C. Verbouwman te Alphen; Schmiets, L. M. Gerritsen, W. H. Wijnbrandls en M. Zeegers, allen te Amsterdam; Wed. Camerus te Bode graven; J. Bast le Dedemsvaart; Diena Konings bergen te Deventer; S. B. Wiegerman te 's-Gra- venhage; Leentje But en J. Burgers, beiden le Katwijk; M. Kavent en Mej. E. Kemp, beiden te Leiden; Gebr. Prins te Lisse; A. De Graaf te Niewer- brug; Mennen Reinnen, Raagrok, J. Boeleeen Mej. Van Breemen, allen te Rotterdam; G. van Otterloo te VlaardingenE. Bot te Watergraafs meer; Mevr. Stuf ken geb. Casper te Weenen; Cornelia v. d. Meer te ZevenbergenMijntje van Remme (niet vermeld.) Briefkaarten: G. v. Smirren, P. L. Muller, beiden te AmsterdamP. van Rijn 's-Gravenhage. Het heeft Z. M. behaagd, bij besluit van 17 dezer, mei ingang van 18 December 1873: 1°. aan den heer L. G. Brocx, op het daartoe door hem gedaan verzoek, eervol ontslag te ver- leenen uit zijne betrekking van Minister van Marine, met dankzegging voor de vele en lang durige door hem aan den Lande bewezen diensten 2°. het beheer van het Departement van Marine. ad interimop le dragen aan den heer J. D, Fransen van der Putte, Minister van Koloniën. De gemengde commissie voor de steno graphic uit de beide Kamers der Staten-Generaal bericht dat de heer C A. Steger, eerste steno graaf bij de Staten-Generaal, den 19den Januari 1874 eene cursus van stenographic zal openen. Inlichtingen kan men verkrijgen bij den heer Steger, de Ruyterstraat, 14, in Den Haag, van den 2den tot den 17den Januari 1874. Na dien tijd worden geen leerlingen meer aangenomen. De heer J. G. Vogel zegt in een ingezonden stuk in het Vaderland: Laat de oprichting van een Museum voor Nationale Kunst-Industrie met het daaraan verbonden onderwijs het waardige nationaal geschenk zijn, den Koning aan te bieden een Museum, waarin de natie op schitterende wijze de glansrijke geschiedenis van het Huis van Oranje en ons geheele verleden tentoonstelt. De beteekenis van zoodanig Museum (in Den Haag als de resi dentie van den Koning op le richten) als natio naal geschenk den Koning aangeboden, zal wel geen breeder commentaar behoeven. Men zorge evenwel dit als Inschrift zoo eenvoudig mogelijk uit te drukken, geen hiëroglyphen, geen rebus, geen latijnsche spreuken, doch met de eenvoudige in den gevel aangebrachte woorden, die verstaanbaar voor het volk zijn: Den Koning en zijn Volk Elkander ter eere. In de Haart. Cl. leest men het volgend ingezonden stuk van den heer Jn. Kwast, muziek onderwijzer te Dordrecht: Bij den algerneenen ijver, dien men van alle kanten aan den dag legt om Z. M. den Koning op Hoogsldeszelfs 25jarig feest bewijzen van achting en gehechtheid te geven, is het te verwonderen, dat van de zijde van heeren musici nog niets dienaangaande is vernomen. Het is toch van algemeene bekendheid, dat Z. M. steeds met milde hand niet alleen de toonkunst beschermt, maar ook opheft. Doet Z. M. zulks op onbekrompen wijze, mij dunkt dan mocht hem van onze zijde daarvoor ook wel eenig openlijk hulde blijk worden aangeboden. Mochten er heeren musici zijn, die hierover eveneens denken, dan verzoek ik hun, dat zij zich tot mij wenden, opdat zoo spoedig mogelijk eene commissie benoemd worde, die de zaken, hierop betrekking hebbende, kan regelen. Tot archivaris der gemeente Utrecht is be noemd de heer S. Muller Fzn. De heer W. Mees van Groningen is gis teren aan de hoogeschool aldaar bevorderd tot doctor in de geneeskunde, na verdediging eener dissertatie over de werking van Eucalyptus Globulus. Uit Utrecht wordt gemeldDe werkzaamhe den aan de Amalia-stichting, barakken-lazareth aan den Julfaaschen weg nabij de hofstede het „Blauwe Hek", zijn op dit oogenblik gestaakt. Van het gebouw zijn de buitenmuren reeds opgetrokken. Ten einde nu in het belang van het werk le handelen en de muren de noodige hechtheid te geven, zullen de werkzaamheden eerst met 1 April hervat worden. De aflevering van het hoofdgebouw zal met 1 October moeten plaats hebben en de geheele stichting den lsten Mei 1875 gereed moeten zijn. Uit Middelburg wordt gemeldDonderdag namiddag heerschte aan de loskade alhier eene buitengewone drukte, terwijl de nationale driekleur op de kanaalbrug wapperde. Het fregatschip Bato} gezagvoerder Kramer, groot 1500 ton, met een diepgang van 66 decimeter, dat Woensdag-namidag te Vlissingen was binnengekomen, werd met zijne volle lading alhier binnengebracht; het is met koffie en suiker bevracht voor rekening der Neder landsche Handelmaatschappij en bestemd voor deze stad. Dit is een feit dat sedert onheuglijke jaren alhier geen plaats had, daar door de vroegere haven nauwelijks een ledig schip kon komen, en waarin het nieuwe kanaal door Walcheren thans eene zoo lang gewenschte verandering heeft gebracht. De keizer van Oostenrijk heeft den heer A. F. Verhaar, prosector en custos der Rubinetlen aan 's Rijks veeartsenijschool te Utrechi, het gouden Frans-Jozetskruis van verdienste met de kroon verleend. Bij den gemeenteraad te Amsterdam is ingekomen eene voordracht van B. en Ws. strek kende om, met het oog op het vonnis der arr.-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1873 | | pagina 1