LEIDSCH DAGBLAD. N°. 4236 Zaterdag A0. 1873. 29 November. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maandenf 1. Franco per posl1.40. Afzonderlijke INomniers0.02. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIES Van 16 regels.f 1.05. Iedere regel meer0.17a-. Groolerclettersn<wpl^tsrntptlr.v m TEMOOASTELLIAGSBEZOEh. „Wat is zoo'n tentoonstelling toch vermoeiend hoort men menigeen klagen, nadat hij een bezoek heeft gebracht aan de zalen, waar een expositie wordt gehouden. Die klacht echter pleit niet zoo zeer tegen de tentoonstelling zelve als tegen hem, die haar bezichtigde. Met een catalogus gewapend, treedt men het gebouw binnen en bevindt zich nu opeens tegenover een bonte mengeling van voorwerpen van allerlei aard, op het gebied van kunst en wetenschap, fabrieks- en handwerksnij- verheid, horticultuur en krijgskunde en wat niet al meer. Dan wordt de gedrukte wegwijzer te baat genomen om eenig licht te krijgen in dien chaos, maar het nommer van elk voorwerp op te slaan zou een onbegonnen werk zijn, de bladen van den catalogus komen hoe langer hoe minder in beweging en eindelijk vergenoegt men zich met vluchtig de tallnoze gangen en paden door te gaan, zooveel mogelijk zijn oogen den kost gevende, lol men eindelijk, in waarheid vermoeid, zich gelukkig acht hier of daar op een bank of stoel een plaatsje te vinden om van de afmattende uitspanning uit te rusten. Voor hem, die op zulk een wijze een tentoon stelling bezoekt, zal zij zeker niet beantwoorden aan het bij haar inrichting beoogde doel, dat be staat in het verschaften van een niet alleen ver makelijke, maar ook leerrijke uitspanning. Alle studie komt neer op vergelijking; wie b. v. een vreemde taal aanleert doet in werkelijkheid niets anders dan de punten van verschil en van over eenkomst na te gaan tusschen de hern onbekende spreekvormen en die zijner moedertaal, en in het machtig worden van de eerste zal hij des te ge makkelijker slagen naarmate de regelen der laatste hem beter bekend zijn. Hij vergelijkt, en om dat goed te doen moet hij een basis hebben, waarvan hij uitgaat, en juist dat houdt men bij een ten- toonstellirigsbezoek niet altijd genoegzaam in het oog. Deze gedachten kwamen hij ons op naar aan leiding van hetgeen een der buitenlandsche dag bladen dezer dagen meedeelde aangaande het be zoek, door den Berlijnschen hoogleeraar Lazarus aan de Weener wereldtentoonstelling gebracht. Bij de opening van een college over volkenpsychologie zeide die om zijn boeiende voordracht zoo hoog geschatte geleerde ongeveer hel volgende: „Een kort verblijf in de maand Mei gaf mij slechts gelegenheid om de afdeeling, mijn vak betref fende, te gaan zien. Dit reeds gaf mij stof genoeg tot opmerking. Zonder een catalogus, die toen nog niet gereed was, moest ik de verschillende lin den zelf onderscheiden. En voorzeker was dit het gemakkelijkste van alles. By de Franschen stelde elke derde schilderij een lijk voor, of een moord, of een duel, of ten minste een begrafenis; bij de Spanjaarden bijna elke tweede. Daar kon men zeer duidelijk den invloed bemerken van den reeds éen of meer eeuwen durenden burgeroorlog, de zucht en den dorst naar bloed. Hoe geheel anders bij de Nederlanders! De figuren van elke tweede of derde schilderij hielden een boek of een instrument in de handhij elke vijfde of zesde teekening werd iets van eten of drinken voorgesteld. Voor mij was op die wijze de indi vidualiteit van het karakter der verschillende natiën een voldoende gids. Latere vergelijkingen met den ofücieelen catalogus hebben mij doen zien, dat ik mij hij geen enkele schilderij in den oorsprong had vergist." Aan de hand van zulk een leidsman de zalen eener tentoonstelling te doorkruisen moet zeker een voorrecht zijn, en wij geven gaarne toe dat slechts weinigen zich mogen verheugen in het bezit van een zoo veelomvattenden blik als waar van de aangehaalde woorden van den hoogge leerden Berlyner getuigen, dat bij niet velen de basis, van waaruit zij hunne vergelijkingen kun nen maken, zoo uitgebreid is als bij professor Lazarus, maar daai staat tegenover, dat men bij minder ontwikkeling ook met minder diepzinnige gevolgtrekkingen tevreden zal zijn. Zooveel is zeker, dat de hoogleeraar op overtuigende wijze heeft aangetoond, welken weg men moet inslaan om een tentoonstelling boeiend in plaats van ver moeiend te doen zijn. Het vak, dat men beoefent, zal daarbij de grondslag moeten zijn; wat daarvan op de ten toonstelling voorkomt zal men met de uiterste nauwkeurigheid moeten waarnemen, maar daartoe moet men zich niet bepalen; met een slechts i matig ontwikkeld vergel ij kingsvermogen begaafd, zal men in staat wezen zijne beschouwingen ook lot andere vakken uit te breiden en zoodoende het gevaar vermijden van al te eenzijdig te wor den door zich uitsluitend te bepalen tot hetgeen in zijn eigen afdeeling valt op te merken. Dat de aangehaalde woorden een lofrede be vatten op ons volkskarakter 7a 1 wel geeri betoog behoeven, ofschoon, om dat aan te nernen, men eerst zou moeten bewijzen dat onze schilders in hunne onderwerpen het Volksleven teruggeven, wat echter, althans voor Nederland, veilig als een waarheid mag worden aangemerkt, daar de schil derkunst reeds gedurende zoo talloos vele jaren haar ouden roem heeft gehandhaafd, dat zij onge twijfeld als een nationale kunst mag gelden. De schilderijen, die het eten en drinken tot onder werp hebben, kunnen zeker wel een enkele maal geduld worden naast de zooveel menigvuldiger voorkomende tafereelen met boeken en instru menten, die op de beoefening van kunst en weten schap wijzen. Mochten zij een zinnebeeldige voor stelling worden van de wenschelijke waarheid dat onze geleerden en kunstenaars ruim genoeg wor den beloond om zich een onbezorgd levensonder houd verzekerd te zien. LEIDEN, 28 November. In de Staatscourant van gisteren is opge nomen de tusschen Nederland en België op 14 Oct. j.l. gesloten additioneele postovereenkomst. Het gewicht der brieven, dagbladen, gedrukte stukken en monsters uit Nederland naar België en omgekeerd wordt verhoogd tot 15 grammen voor de brieven en 50 grammen voor de dag bladen, enz. Briefkaarten kunnen verzonden wor den tegen een port van 5 cents of 10 centimes. Bij deze kaarten kan een tegen denzelfden prijs te frankeeren formulier van betaald antwoord worden gevoegd. Hedenmiddag omstreeks 2 uren viel het negen jarig zoontje van d. G. uit de Verwerstraat van de draaibrug aan den Ouden Rijn. Gelukkig kwam juist een schipper voorbijvaren, die met een haak het kind ophaalde, dat dadelijk riaar de ouderlijke woning werd gebracht. Tot leeraar in de Ned. taal- en letterkunde en de vad. geschiedenis aan tiet Erasmiaansch gymnasium te R.otterdarn is benoemd Dr. W. L. Van Heiten. De heer N. B. Donkersloot oppert in een ingezonden sluk in de N. R. Ct. het plan om Z. M. den Koning op den dag van het aanslaand jubilé tot eenig fondateur te benoemen van een stichting of een fonds tot een weldadig of nuttig doel Na vergelijkend examen van 28 adspiran- ten, is met eene rijksbeurs aan de kweekschool van onderwijzeressen te Arnhem geplaatst mej. J. A. Van Walsem, leerling van de middelbare school voor meisjes le Haarlem. Ingevolge besluit van de Commissie der bijzondere school voor Christelijk onderwijs te Arnhem, zullen de leerlingen op die school verzocht worden, hunne bijdragen voor het kindergeschenk aan den Koning te voegen bij die, welke door het Centrale Comité worden ingezameld. Door het Prov. Bestuur van Noord-Holland is aanbesteed hij enkele inschrijving het driejarig onderhoud der Rijkshavenwerken en zeeweringen op het eiland Urk, en dat werk gegund aan den heer J. Zwolsman te Kuinre, als minste inschrijver, voor 10,138 'sjaars. De Wetgevende Vergadering van Illinois heeft eene wet uitgevaardigd, krachtens welke aan iedere gemeente van 100,000 zielen en daar boven het recht werd toegekend, om zekere per centen van de staatsbelastingen tot de oprichting en hel onderhoud van eene openbare bibliotheek te bestemmen. Onmiddellijk na de aanneming van die wet werd de zaak te Chicago rnet ijver aan geval en aldra was, ook door rijke giften uit Engeland, Duilschland, Frankrijk, Zweden en België, een aanzienlijke voorraad werken van allerlei aard bijeengebracht. Die werken zijn in de meeste bekende talen geschreven, maar geene daarvan in het Nederduitsch. In tusschen wonen te Chicago ongeveer 8000 Nederlanders, meerendeels behoo- rende tot den nijveren en den arbeidenden stand. Dit heeft de heeren J. Van 't Woud, notaris, enz., B. De Bey. leeraar der Holl. gerei, gemeente, J. Post, leeraar der Presbyter, gemeente en J. Van der Poel Jz., werktuigkundige, op het denk beeld gebracht, middelen te beramen tot verkrij ging van werken in de moedertaal. Zij hebben eene Vereeniging tot stand gebracht tot oprichr liüg van eene Hollandsche afdeeling der stads bibliotheek en eene Commissie van correspon dentie met Nederland in het belang van die zaak. Diegenen onder onze landgenoolen, die willen medewerken tot bereiking van het beoogde doel, worden vriendelijk uitgenoodigd de door hen ten geschenke te geven werken, kan het zijn vracht vrij hoezeer men daarin geheel vrij blijft, te wil len inzenden aan het adres van den heer J. Tide- man, ambtenaar hij het Dep. van Binnenl. Zaken en Secretaris van het Kon. Instiuut van Inge nieurs, locaal Diligentia in Den Haag, en de pakketten te voorzien met de aanwijzing „Volks bibliotheek te Chicago". Van het ontvangene zal nader behoorlijk melding worden gemaakt. De afdeeling voor wis- en natuurkundige wettenschappen der Kon. acad. van wetensch. zal morgen eene gewone vergadering houden. Morgen zal in het gebouw van Kunsten en Wetenschappen te Utrecht de jaarvergadering worden gehouden der Nederlandsche Vereeniging tot dadelijke hulp aan minbezoldigde onderwijzers en ter voortdurende verbetering der onderwijzers- jaarwedden. Evenals men te Rotterdam een monument wil stichten Ier herinnering aan de feestviering van April 1872, is te Amsterdam door de bewoners

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1873 | | pagina 1