Vest niet in zijn geheel aan de Bouwvereenigirig zou kunnen worden afgestaan en of het behoud van eene strook grond ter breedte van ongeveer 2'/j meter, gelijk B. en Ws. voorstellen, inder daad wordt vereischt als toegang naar het voor malig Nosocomium. Dit gebouw wordt thans ge bruikt voor een deel door de Leidsche Maatsch. van Weldadigheid en eenige lokalen er van zijn tijdelijk voor scholen ingericht. Behoudens nader te ontvangen inlichtingen schijni echter de hoofd deur aan de Oude Vest voldoende te wezen om als toegang te dienen zoowel voor de in de eerste plaats genoemde instelling als voor de scholen. De comm. van fin. zou het daarom betreuren dat, wanneer dit terrein voor bebouwing mocht worden bestemd, een met onbelangrijk deel daaraan zonder noodzaak werd onttrokken. Ter vervulling der vacature van onderwijzer in de natuurkunde en natuurlijke historié bij het vormend onderwijs, ontstaan door het aan den heer H. Japikse verleend eervol ontslag, worden door B. en Ws. voorgedragen: 1. J. H. Jennes en 2. J. J. Werner. Ter vervulling der vacature, met 1 Januari e. k. ontstaande door de periodieke aftreding van den heer J. A. Van Dijk als lid der commissie voor de bewaarscholen alhier, worden door B. en Ws. voorgedragen: 1. J. A. Van Dijk en 2. S. C. Van Lioesburgh. LEIDSCHE SCHOUWBURG. ]VL aria en 1VE agdaleua. Op eene kostschool in Duitschland zijn twee vriendinnen, Maria en Magdalena. Tusschen de laatste en den onderwijzer ontstaat eene kleine, onschuldige minnarij. Zij voeren eene drukke brief wisseling en houden zelfs samenkomsten. Om de aandacht der directrice af te leiden, worden som mige brieven aan Maria geadresseerd, die zij dan haar vriendin ter hand stelt. Die correspondentie ontgaat de aandacht der directrice niet, die een van die brieven, voor hij in Maria's handen kwam, aan haar vader zendt. De brief wordt geopend en de „M", er telkens in genoemd, natuurlijk be schouwd als eene verkorting van „Maria". De arg waan, eens opgewekt, ziel in sommige uitdruk kingen van den brief, die ongelukkig wat zonder ling gesteld is, het ergste. Niets doet den vader twijfelen of zijne dochter is de schuldige. En de eer van hem zelf, van zijn gezin gaat bij den man boven alles. Hij is woedend over haar gedrag en schrijft haar, dat hij ze nimmer wd weerzien, verbiedt haar zijn naam in 't vervolg te dragen en zendt haar een paar honderd daalders als haar deel in de erfenis harer moeder, waarmede zij de wijde wereld maar in moet. Hij is te voor naam, om met zulk eene dochter te doen te willen hebben. Als door den bliksem getroffen snelt Maria naar haar vriendin, die haar echter bezweert zwijgen. Ze heeft eene oude moeder, en het zou deze zeker het leven kosten, indien zij de zaak vernam. Maria offert zich op. En Magdalena, de schuldige, berust in die opoffering. Maria ver trekt en men hoort niets meer van haar. Ook Magdalena verlaat kort daarop de kost school, en het toeval wil, dat Maria's vader latei- het arme, doch adellijke meisje ten huwelijk vraagt. Die vader, Werren, zocht in den han del verstrooiinggeld verdiende hij in over vloed van alles 't beste te hebben werd voor hem eene afleiding, een genoegendoor bluffen een plaats bij de aristocratie te verwerven, werd zijn doel. Van Dusseldorf verhuist hij naar de residentie. Ook de onderwijzer, op wien Mag dalena verliefd was, vestigt zich daar. Hij tracht haar genegenheid te winnen, maakt haar 't hof; maar de oogen der volwassene zien scherper dan die van 't romanesk kostschooljuffertje. De man is een onbeduidend wezen, laf, karakterloos. En Magdalena? Langzamerhand beginnen ook de juweelen en de rijkdommen van Werren, „geheim handelsraad", de aantrekkelijkheid van het nieuwe voor haar te verliezen, en gevoelt zij zich be zwaard over haar gedrag ten opzichte van haar vriendin, nu stiefdochter, Maria. Zij heeft de zwakheid gehad er Werren nooit over te spreken. Het is acht jaren later. Meer dan ooit verteert onrust Magdalena. Ze is naar den schouwburg geweest, waar een be roemde en hooggevierde tooneelspeelster optrad, die, Duitsche van geboorte, nooit in Duitschland willende spelen, met moeite slechts bewogen werd dit in de residentie te doen. Magdalena meent in die actrice Maria te herkennen. Daarvan wil ze zeker zijn. Zij gaal naar een vriend van Werren, den schilder Laurentius, die haar een onderhoud met de actrice zal verschaffen. Maria komt en ontmoet in het atelier van Laurentius prins Bernd, die leeds in den schouwburg om haar spel open lijk zijne bewondering toonde op eene wijze, welke algemeen de aandacht trok. Men bemerkt spoe dig, dal de humane en verlichte Bernd door Maria getroffen is. De gelegenheid is gunstig, en de geheele omgeving in overeenstemming met beider heilige gevoelens. Voor het open raam van het schilders-atelier bewonderen zij zwijgend den prachligen herfstavond, die begint te vallen. Hij verzoekt haar een lied te reciteeren. Maria kiest Gölhes lied „Aan de Maan." In die woorden ont moeten beider harten elkander en smelten saam tot éen accoord.De ontmoeting met Magdalena leidt, natuurlijk, eindelijk tot verzoening, ook tus schen vader en dochter. Prins Bernd verzet zich tegen een hem door zijn oom opgedrongen huwe lijk met zekere prinses en huwt Maria. Dit is de voornaamste inhoud van het stuk, dat gisteravond door hei Rotterdamsche tooneel- gezelschap onder directie van de heeren Albregt en Van Ollefeu werd opgevoerd. Al heeft het zijne eigenaardige gebreken, het is daarentegen volstrekt geen stuk, waarin het den schrijver om sensatie te doen is geweest of om enkele min edele hartstochten op te wekken. Integendeel, het is de opvoering volkomen waardig; het bevat menig verdienstelijk en aardig tooneellje en sommige karakters zijn zelfs meesterlijk ge- teekend en trekken onwillekeurig de aandacht, 't Is den schrijver dan ook blijkbaar meer te doen geweest om enkele zwakheden in 't ware licht te stellen. De intrige daarentegen had wel iets minder verward mogen zijnde opoffering en de berusting der beide meisjes komen ons voor twee vriendinnen zelfs zeer onwaar schijnlijk voor. Niet onaardig heeft men dan ook de opmerking gemaakt, dat het geheel soms den indruk geelt van een tweede deel van een roman, waarvan men liet eerste niet gelezen heeft. Het spel was over 'l algemeen zeer verdien stelijk. Sommige karakters waren voorzeker niet gemakkelijk te vatten. De heer Albregt, als Wer ren, geheim-handelsraad, slaagdehierin uitmun tend. De heer Moor, als de nieuwe kennis van Werren, de intieme vriend van prins Bernd enz. was natuurlijk en ongedwongen den werkelijk be schaafden en welgemanierden man wist hij ook op het looneel goed te vertegenwoordigen. Prins Bernd vond in den heer Van Ollefen een goed vertol ker; een weinig meer gevoel vooral in het dichterlijke, schoone talereel als hij met Maria in prof. Laurentius' atelier alleen is een tafe reel dat wij oneindig meer verkiezen boven de vurige liefdesverklaringen waarop men ons ge woonlijk vergast had zijn spel voorzeker nog meer doen winnen. Ook de heer Haspels als de onderwijzer, Gels van Gelzinnen, was uitmuntend. Wat de dames betreft, wanneer wij vermelden dat Mevr. De Vries, als Maria, bij het einde van het '2de bedrijf, na het tooneel met prins Bernd, reeds met een bouquet vereerd werd, is haar spel reeds genoeg gekenschetst. Vooral de ontmoeting en haar verzoening met Magdalena waren schoone oogenblikken. Ook Mevr. Albregt verdient groo- ten lof voor de wijze waarop zij zich van de rol als Magdalena kweet. Door haar welbestudeerd spel, door het eenvoudige en ware, dat dit spel kenmerkte, deed zij vergeten dat de rol die zij vervulde, eigenlijk niet de hare was. Zij werd dan ook bij het einde der voorstelling mede met een bouquet vereerd. Eindelijk mogen we ook Mej. Fuchs als Elly, tweede dochter van Werren, en als de vriendin van Laurentius, niet onvermeld laten. De voorstelling werd door een vrij talrijk publiek bijgewoond. LAATSTE BKR1CUTEA. In de zitting der Tweede Kamer van heden is de algemeene discussie over de staatsbe- grooting ten einde gebracht. Meestal dezelfde punten als gisteren werden besproken, alsde verhouding der partijen, de positie van het minis terie enz. Ten slotte is Hoofdstuk I (huis des konings) aangenomen met algemeene stemmen. De trein van den Rijnspoorweg, die gisteren te 4.50 in Den Haag moest aankomen, heeft ruim een uur later die plaats bereikt, door een op onthoud tusschen Zoetermeer en Voorburg, ten gevolge van een defect aan de pomp der machine. Omtrent den voermansknecht te Scheve- ningen, die tengevolge van mishandeling zou zijn overleden, verneemt men, dat hij twist heeft ge had met een turfkooper, maar dat niet is uitge maakt of de dood daardoor is veroorzaakt. Bij de heden gehouden aanbesteding aan het dep. van marine waren minste inschrijvers voor de zeep n°. 1 en 2 de heeren Sanders en Co. a f30.29 en /"29.35 de 100 kilo. H. M. de Koningin is sedert eenige dagen ongesteld. Zij heeft den afgeloopen nacht rustig doorgebracht. Z. M. heeft, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend aan H. B. Wilkens als direct, van het postk. te Oudenboschbenoemd tot off. van de Eikenkroon J. A. Kolff, comm. van de 2de comp. Kon. scherpschutters te Arnhem. 7,. M. heeft benoemd tot tweeden commis saris van politie te Leiden R. N. Van der Maaren, thans te Rotterdam. -•83ste ST A ATS-LOTE II IJ. TWEEDE KLASSE. TWEEDE LIJST. Trekking van Dinsdag IS November. N°. 1715, 3949, 11714, 16778 fTOOO. N°. 3955 400. N°. 2695, 5642, 7158, 11353, 17139, 18565 ƒ100. Prijzen van 30. 7 '2848 4334 44 2871 4954 170 2873 4974 227 2900 4982 293 2916 4997 333 2918 6070 432 2948 511L 451 2957 5115 458 2961 5232 475 2990 5255 487 3010 6260 663 3015 5277 602 3023 5328 631 3027 5343 762 3071 5380 926 3136 5463 980 3138 5516 1006 3172 5665 1199 8272 5681 1248 3283 6612 1318 3302 6751 1393 3363 5769 1450 3364 5772 1461 3393 5777 1618 3462 5816 1692 3470 6879 1706 3496 6894 1712 3506 5928 1724 8511 5931 1783 3675 6168 1824 3581 6386 1829 3616 6386 1880 3680 6396 1907 3701 6413 1929 3707 6424 1957 3763 6638 1968 3836 6663 2061 8885 6703 2080 3913 6704 2113 3932 6808 2191 3999 6811 2195 4035 6864 2234 4101 6905 2323 4144 6930 2366 4161 6933 2367 4215 6944 2390 4308 6947 2410 4315 6965 2477 4394 6961 2606 4622 6963 2569 4566 7217 2601 4567 7236 2613 4690 7286 2696 4623 7446 2782 4670 7626 2812 4727 7642 2828 4760 7683 2833 4788 7746 7785 7815 7836 7913 7923 8060 8063 8063 8070 8159 8180 8210 8231 8273 8318 8359 8409 8414 8437 8484 8615 8621 8528 8529 8576 8680 3586 8616 8620 8625 8642 8688 8716 8739 8802 8369 8910 8913 8920 8931 8957 9017 9072 9303 9332 9347 9354 9490 9492 9502 9546 9610 9629 9700 9712 9748 9768 9837 9863 11958 9876 12031 9883 12121 9S96 12187 9907 12227 9981 12234 10057 12254 10061 12369 10106 12449 10107 12486 10111 12500 101 20 12558 10167 12572 10264 12653 10271 12712 10364 12726 10400 12731 10442 12741 10500 12744 10520 12748 10571 12761 10618 12785 10708 12887 10787 12910 10797 12999 10856 13019 10869 13079 10876 13264 10888 13312 10915 13326 10928 13335 10976 13353 11031 13509 11043 13540 U057 13727 11060 13742 11161 13850 11292 13953 U310 13987 11320 14192 11338 14250 11346 14264 11357 14396 11381*14404 11384 14461 11392 14478 11404 14535 11441 14629 11610 14720 11624 14839 11566 14846 11663 14853 11720 14981 11800 16032 11833 15110 11892 16121 11896 15181 11929 16214 15215 17566 15227 17620 15266 17660 15276 17731 15332 17742 15408 17762 15417 17880 15454 17839 15492 17932 15556 17988 15564 18036 15634 18216 15667 18261 15786 18313 15793 18401 15803 18430 15817 18434 15886 18436 16900 18480 16902 18487 15993 18641 16070 18563 16084 18621 16121 18636 16206 18711 16211 18746 16309 18766 16393 18824 16467 18834 16515 18856 16564 18897 16556 18925 16640 18945 16714 19000 16746 19085 16792 19087 16797 19097 16845 19175 16866 19199 16877 19337 16910 19348 16918 19462 16962 19464 17064 19467 17078 19475 17107 19533 17111 19660 17171 19666 17186 19639 17231 19687 17270 19723 17320 19777 17325 19778 17336 19801 17387 19371 17412 19938 17416 19946 17484 19976

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1873 | | pagina 3