LEIDSCH
DAGBLAD.
i\°. 4215.
Woensdag
A0. 1873.
5 November.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maandenf 1.
Franco per postn 1.40.
Afzonderlijke Nommcrs0.02.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven,
PRIJS DER ADVERTENTIES:
Van 16 regcl«f 1.05.
Iedere regel meern 0.17£.
Groolcre letlers naar plaatsruimte.
VrADS-BERICHTEN.
BURGEMEESTER ln WETHOUDERS van LEIDEN,
|j Overwegende dat zich in naburige gemeenten eenige gevallen
van Aziatische cholera hebben voorgedaan;
Achten het noodig de ingezetenen opmerkzaam te maken op
de navolgende door de geneeskundige aatoriteiten aanbevolen
voorschriften, waarvan de inachtneming kan strekken tot wering
of eventueel tot beteugeliug van voormelde ziekte;
1°. als drinkwater en tot het bereiden van spijzen gebruike
men alleen regen- of duinwater;
Het gebruik van gracht- en vau onzuiver putwater is ge
vaarlijk
2°. men zorge voor de meeat mogelijke zindelijkheid, vooral
binnenshuis, maar ook in den omtrek zijner woniDg;
3°. vooral moeten de secreten zindelijk gehouden worden.
Om ze door te spoelen gebruike men eene oplossing van 1
kilogram ijzervitriool in een emmer water vermengd met 54
liter carbolzuur;
Ten behoeve van minvermogende ingezetenen is dit middel
tegen afgifte van een bewijs van een geneeskundige kosteloos
verkrijgbaar aan de geraecüte-apotheek op de Aalmarkt.
Wanneer de cholera zich in de stad openbaart, is het voor
zichtigheidshalve aan te raden dit doorspoelen 2 maal 's weeks
te doen plaats hebben.
Zijn er verdachte ziektegevallen in huis, b. v. diarrhcc, dan
behoort het 2 maal daags te gebeuren.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. d. BRANDELER, Burgem.
E. KIST, Secretaris.
Leiden, 4 November 4873.
WAT IB ITIIAL/IJIvP
In een der zittingen van den Gemeenteraad
is onlangs het gevoelen uitgesproken dat men bij
tractementsverhooging moet beginnen met de lagere
rangen. Wij beamen dat ten volle en met het
oog daarop willen wij terugkomen op een inge
zonden stuk, kort geleden door ons opgenomen,
omdat wij ons ten volle konden vereenigen met
de hoofdstrekking, hoewel wij het in de bijzon
derheden met den schrijver niet in alle opzichten
eens zijn.
De gelegenheid, zoo beweert hij, om door in
krimping van personeel en verdeeling der werk
zaamheden over een minder groot aantal beambten,
echter met verhooging der geldelijke belooning
voor die meerdere dienstverrichtingen, hun positie
te verbeteren, heeft zich thans aangeboden. Niets
zou beletten de werkzaamheden, verbonden aan
de betrekking van 2den commissaris, op te dragen
aan den lsten commissaris en de vier inspecteurs
immers het is gebleken, dat sedert het vertrek
van den vorigen titularis, den heer Cramer, de
dienst geregeld is voortgegaan. Dat bewijst naar
onze meening niets anders dan dat men een 2den
commissaris in dienst heeft gehad, dien men zonder
bezwaar kon missen. Wil men nu de door hem
vroeger aan tractement genoten som volgens het
voorstel van P. aanwenden ter verhooging van de
voor het politiewezen uitbetaalde tractemenlen,
wij zouden de eersten zijn om het toe te juichen,
mits niet de door P. aangegeven maatstaf worde
gevolgd.
Algemeen is de klacht over te lage bezoldiging
met het oog op de steeds toenemende duurte der
eerste levensbehoeften. Vooral geldt dat de tracte-
menten van ambtenaren in dienst van Rijk, pro
vincie of gemeente. Niemand zal dat in twijfel
trekken; terwijl toch de inkomsten van hen, die
aan handel en industrie zijn verbonden, gaande
weg zijn toegenomen en ook de handwerksman
zich in den laatsten tijd in een meerdere of
mindere verhooging van weekloon mocht verheugen,
is het salaris van hoogere ambtenaren en van
beambten veelal stationair gebleven. Ook van
beambten, zeggen wij, en ten hunnen opzichte
vooral is die toestand onbillijk. De Grondwet van
1848, waarvan wij zoo kort geleden het 2ójarig
bestaan hebben herdacht, hief de bevoorrechting
van sommige standen op en schonk aan alle
burgers gelijkheid voor de wet. Die richting, een
uitvloeisel van den toenmaligen geest des tijds,
is tot op onze dagen van kracht gebleven, ja
heeft in kracht toegenomen en zich overgeplant
op het stoffelijk leven. De minder gefortuneerde
onderscheidt zich in kleedingen levenswijze tegen
woordig minder van den meer met stoffelijke
middelen gezegende dan het geval was in den
tijd der lange blauwe jassen en lange pijpen, die
Hildebrandt in zijn Camera Obscura zoo meester
lijk beschrijft. Dat het verschil in stand ook in
hel dagelijksch leven meer en rneer verdwijnt
mag zeker een gelukkig verschijnsel heetenmaar
in welke positie verkeert in dat opzicht de agent
van politie, die 400 'sjaars geniet, zegge nog
geen acht gulden per week, en zoo zijn er hier
ter stede 32; zelfs al neemt men de opvolgende
klassen van agenten, die legen 440 en 500
per jaar dienst doen, dan nog zal men hun lot
niet benijdenswaardig achten. Zeker, de werk
man, die acht gulden weekloon ontvangt, verkeert,
wanneer hij een huisgezin heeft te onderhouden,
in allesbehalve gunstige omstandigheden, en hij
toch behoeft niet wat men noemt „zijn fatsoen
te houden.1' De agent van politie daarentegen, al
bekleedt hij een ondergeschikte betrekking, oefent
een zekere autoriteit uit, en ongetwijfeld is het
niet geschikt zijn gezag te verhoogen, als men
ziet in welke bekrompen omstandigheden hij ver
keert; immers vooral de gioote volksmenigte is
nu eenmaal gewoon iemand meer te beoordeelen
naar zijn maatschappelijke positie dan naar de
wijze, waarop hij in die positie zijn plicht
vervult.
Daarom zouden wij het billijk achten, dat, als
men tot een verdeeling van het tractement van
den 2den commissaris of in 't algemeen tot ver
hooging overging, men met de lagere rangen begon
of althans gelijkmatig naar verhouding van ieders
inkomen te werk ging. Dan zou zeker de 1ste
commissaris niet 30U verhooging ontvangen en
10 agenten ieder slechts 20 premie, zooals P.
wil. De 1ste commissaris moge een betrekkelijk
gering tractement genieten, hij kan, zelfs in zijn
stand, beter leven dan de agent van politie.
Dikwijls klaagt men over politieagenten, maar bij
zulk een bezoldiging heeft men het recht niet
goede agenten te eischen.
LEIDEN, 4 November.
Naar wij vernemen hebben eenige studenten
het plan opgevat om ten voordeele van het op te
richten standbeeld van Van der Werf eene Soiree
musicale te geven. De heer A. J. Wetrens zou
zijne medewerking hebben toegezegd. Waar het
zulk een doel geldt, twijfelen wij niet of eene goede
opkomst van het kunstminnend Leidsch publiek
zal dien avond eene ruime opbrengst verzekeren.
Op Maandag 10 Nov. zal onder nadere
goedkeuring, door den Commissaris des Konings
in deze provincie of, bij zijne afwezigheid, door
een der leden van ged. staten, en in bijzijn van
den architect J. F. Metzelaar, aan het. gebouw
van het Prov. Bestuur in Den Haag worden aan
besteed het leveren en stellen eener houten schut
ting om het Ruïneplein alhier.
Bij de heden gehouden verkooping van
Cokes op het Raadhuis alhier van partijen van
100, 50, 10 en 5 hectoliters waren de hoogste
prijzen 65, 336.70 en 3.35; de laagste
f 65, ƒ33, 6.40 en ƒ3.25.
Gedurende de maand October zijn door de
Volkskeuken alhier afgeleverd 4151 portiën, als:
3703 warme spijs, 330 vleesch en 118 spek.
De officier-van-gezondheid 2de klasse D.
Mestingh is van het koloniaal werfdepot bij het
3de bataljon van het 4de reg. inf., alhier in
garnizoen, overgeplaatst.
De 2de luitenant J. Haver Droeze, van het
4de regiment infanterie alhier, is bij beschikking
van den Minister van Oorlog in rang en anciën
niteit overgeplaatst bij het 2de reg. inf. te Maas
tricht.
Uit Katwijk meldt men: In de zitting van
den Raad van 11. Donderdag werd in deze ge
meente eene Gezondheids-Commissie ingesteld.
Tot leden daarvan werden benoemd de heeren
T. A. O. De Ridder, Dr. H. B. van Rhijn, Dr. K.
Plantenga, C. Schoorel, en A. Van Rhijn. Men
acht de oprichting van deze Commissie alleszins
nuttig, daar Katwijk bij herhaling door allerlei
epidemieën geteisterd is geworden en een ruim
veld voor de Commissie ter bearbeiding gereed
ligt. Tevens werd in dezelfde Raadszitting de
begrooling met algemeene stemmen goedgekeurd
en tot de opheffing van het algemeen Armbe
stuur besloten.
Aangaande de viering van het Grondwets-
feest te Amsterdam wordt gemeld: De bijeen
komst in het Park begon te 11 uren en was te
1 uur afgeloopen. De groote zaal was vol; vele
notabiliteiten op elk gebied, waaronder alle Mi
nisters, behalve de heeren Brocx en Fransen van
de Putte, waren aanwezig; ook een aantal dames
vereerden de bijeenkomst met hare tegenwoordig
heid. Kindergezang van 350 kinderen, allen met
den oranjestrik op de borst, voorafgegaan door
eene feestouverture van Reinecke, door het Park-
orkest uitstekend uitgevoerd, opende het feest.
Staande werd door de aanwezigen het Volkslied
aangehoord. Prof Vissering hield eene rede waarin
hij, na hulde te hebben gebracht aan onzen
Koning, door het publiek met een Leve de
Koning ontvangen een overzicht gaf van al het
goede door de Grondwet gewrocht, van de groote ver
anderingen en verbeteringen door haar in het leven
geroepen, van de zegeningen door haar en de uit haar
voortspruitende wetten over het land verspreid.
De rede was in twee deelen gesplitst. Een andante
van Beethoven werd na het eerste gedeelte uit
gevoerd. Was dat eerste gedeelte gewijd aan de licht
punten, het tweede toonue aan dat er schaduwzijden
waren, zonder die echter op te sommener
werd toch feest gevierd, critiek paste daarbij
niet. Maar Spr. erkende dat verbetering noodig
was, die echter met beleid moest geschieden.
Onze Grondwet zetelt in de consciëntie des volks,
en daardoor is zij ons zelfs met de fouten lief.
Twee liederen door de kinderen (het Wilhelmus-
en het Vlaggelied) en de Jubel-Ouverture van Von
Weber besloten de bijeenkomst.
De opper-ceremoniemeester heeft bekend
gemaakt, dat, ingevolge de bevelen des Konings,
het Hof den rouw zal aannemen wegens het over
lijden van Z. M. den Koning van Saksen, voor
den tijd van drie weken, te weteneene week
middelbaren en twee weken lichten rouw, met
ingang van heden.
Gistermorgen was te Rotterdam het stand
beeld van Van Hogendorp met een lauwerkrans
versierd, waaraan een toepasselijk berijmd opschrift
was gehecht.
Voor de opene plaats van een predikant bij
de Waalsche gemeente te Rotterdam is het vol
gende twaalftal opgemaakt (alphabetisch gesteld)