LEIDSCH DAGBLAD. N°. 4213. Maandag A°. 1873. 3 November. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maandenf 1. Franco per posl1.40. Afzonderlijke Nommcrs0.02. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS 1)ER ADVERTENTIES Van 16 regelsf L05. Iedere regel meer0.174. Groolere letters naar plaatsruimte. 1848 3 November 1873. Aan het goede, in welks bezit wij ons gerui- men tijd mochten verheugen, geraken wij allengs zoo gewoon, dat wij, werden we nu en dan niet herinnerd aan de voorrechten, die ons deel zijn, eindigen zouden met ze geheel te ver geten. Daarom heeft het zijn nut, na verloop van zekere tijdvakken merkwaardige feiten, die iets goeds ten gevolge hadden, te herdenkenhet genot van het bezit wordt er door verhoogd. In het huiselijk leven verzuimen wij nooit de voor ons belangrijke voorvallen elkander in het geheugen terug te roepen, maar ook als staatsburgers moet het ons een aangename plicht zijn elkaar te wijzen op de heuglijke tijdstippen die de geschiedenis oplevert van dat groote huishouden, dat wij staat noemen. gjjThans is zulk een oogenblik aangebroken. De 3de November 1848, die weldra het vierde eener eeuw achter ons zal liggen, is zeker de heug- lijkste dag, waarop het laatste tijdperk onzer geschiedenis kan wijzen. Toen werd de band, die vorst en volken en de burgers onderling aan elkaar hechtte, maar voor de eischen des tijds te knellend was geworden, voor een oogenblik ontknoopt om volgens duurzamer voorwaarden opnieuw te worden aaneengehecht. Reeds lang te voren bad men de behoefte gevoeld aan een herziening der van 1815 dateerende Grondwet, den 13den Sept. 1830 was de noodzakelijkheid daarvan uitgemaakt en den lsten Oct. daaraanvolgende een commissie met het oog daarop benoemd, maar de bezwaren, aan een herziening verbonden, deden die pogingen schipbreuk lijden, terwijl eindelijk de verwikke lingen met België en de daaruit gevolgde veran dering van toestand haar voor geruimen tijd op den achtergrond schoven. Wel had in het jaar 1840 onder den drang der omstandigheden een zeer beperkte wijziging plaats, die den 4den Sept. van dat jaar werd gepubliceerd, maar zij was verre van voldoende om den algemeenen wensch te bevredigen. Den 21 sten Oct. 1844 gaf de Tweede Kamer in haar ontwerp-antwoord op de troonrede te vergeefs den wensch naar een grond wetsherziening te kennen, en den 3den Mei 1845 werd met 34 tegen 21 stemmen het voorstel van den hoogleeraar Thorbecke, den lOden Dec. des vorigen jaars aangeboden, verworpen ondanks hel groot aantal verzoekschriften dat tot onder steuning bij de Kamer inkwam. Intusschen gingen er steeds luider klachten op, die de regeering noopten in October 1847 een grondwetsherziening toe te zeggen, welke in het begin van Maart des volgenden jaars werd aangeboden, doch evenmin geschikt was om de spanning der gemoederen te doen ophouden, die nog werd verhoogd door de omwenteling in Frankrijk. Nu besloot de Koning zelf het initiatief te nemenZ. M. ontbood den voorzitter der Tweede Kamer, Jhr. W. Boreel van Hogelanden, bij zich, en aan de HH. Mrs. D. Donker Curtius, J. M. De Kempenaer, J. C. Luzac, L. D. Storm en J. R. Thorbecke werd het ontwerpen eener meer doortastende grondwetsherziening opgedragen. Op Zaterdag 7 October werd de laatste der twaalf voordrachten in de dubbele Tweede Kamer met 92 tegen 21 stemmen aangenomen; vier dagen later hechtte ook de Eerste Kamer haar goedkeuring aan de nieuwe Grondwet die, nadat zij door den Koning was bekrachtigd, den 3den November 1848 allerwegen werd afgekondigd. Men ziet het, welke moeilijkheden hel inhad, eer de zoo vurig gewenschte herziening was tot stand gekomen, en van onze tegenwoordige Grond wet is het zeker niet een der geringste verdien sten dat zij aan een eventueele wijziging onein dig minder bezwaren in den weg legt. Dat de dag der afkondiging van de herziene Grondwet voor hel geheele volk een feestdag was, zal niemand verwonderen, die nagaat welke gunstige verande ringen de nieuwe toestand van zaken medebracht. Vrijheid van drukpers ook voor de behandeling van politieke aangelegenheden; vrijheid van ver- eeniging en vergadering, die het bestaan van kiesvereenigingen toeliet, zoo onmisbaar bij het stelsel der rechtstreeksche verkiezingen, eveneens een vrucht der nieuwe Grondwet; het onwaar deerbare recht van petitievrijheid van godsdienst, met bevoegdheid voor allen tot benoeming in staatsambten; de ministerieele verantwoordelijk heid, die, gevoegd bij de jaarlijksche behandeling der staatsbegrooting, den besten waarborg ople verde voor een beter bestuur der koloniën en een richtiger beheer der toenmaals in zoo treurigen toestand verkeerende geldmiddeleneindelijk open baarheid van de beraadslagingen der vertegen woordiging van land, provincie en gemeente, ziedaar, al stipten wij slechts het voornaamste aan, redenen genoeg voor ganscli het volk om op den 3den November 1848 feest te vieren, maar zeker niet minder voor ons om thans, 25 jaren later, met dankbaarheid al het goede te herdenken, dat wij onder de nieuwe Grondwet en als een uitvloeisel daarvan hebben genoten. Herziening van dien grondslag van het staats bestuur zonder noodzakelijkheid toe te passen, zou ongetwijfeld zijn af te keurendat echter de tegen woordige Grondwet een gemakkelijker weg dan vroeger aanbiedt om des noodig tot die herzie ning te komen, is zeker de beste waarborg dat de hoofdbeginselen onzer Grondwet voor ons nog lang van kracht zullen blijven. LEIDEN, I November. Naar wij vernemen zal Maandag hier ter stede algemeen gevlagd worden. Gedurende deze week zijn in het Werkhuis alhier dagelijks van 89 tot 100 volwassen per sonen en van 32 tot 39 kinderen opgenomen. Ten aanzien van een advies door den ge meenteraad van Katwijk aan den Koning ingediend, houdende verzoek om subsidie ter tegemoetkoming in de gewone kosten van lager onderwijs, zijn Gedeputeerde Staten dezer provincie van oordeel, dat er geen voldoende terrnen aanwezig zijn om ten opzichte van de aanvragen van den Raad eene gunstige voordracht aan Z. M. te doen. Dit adres, met ongunstig advies van Gedep. Staten, is ter tafel gebracht bij de vergadering der Provinciale Staten. Uit Noordwijk wordt gemeld: De Raad dezer gemeente heeft besloten de tractementen der hulponderwijzers aan de openbare lagere scholen te brengen op 550, een besluit door alle voor standers van onderwijs ten sterkste toegejuicht, daar sedert Juni jl. twee der drie hulponderwij zersplaatsen onvervuld waren, zonder dat zich tegen de vroegere bezoldiging van 450 solli citanten daartoe aanboden, terwijl die plaatsen nu zonder twijfel spoedig zullen worden bezet. Voorts werd besloten de jaarlijksche toelage a f 400 aan de school voor meer uitgebreid lager onder wijs die door het vertrek van den heer Van der Burgh op den heer Poorter is overgegaan ook aan laatstgenoemde te blijven verleenen. De gemeenteraad van Noordwijk heeft tot wethouder benoemd den heer E. Smits, te Noord wijk aan Zee. De gemeente-begrooting van Waddingsveen, voor 1874, bedraagt in ontvangst en uitgaaf f 38,357,84. De hoofdelijke omslag is bepaald op ƒ7000, een hoog cijfer voor eene bevolking van slechts 3854 zielen. Er wordt een onderzoek ingesteld be treffende het wenschelijke om, in aansluiting met het vaarwater van Amsterdam naar Srneule- naarsbrug, van d&ar tot aan den kop van den IJsel, ongeveer bij Capelle, een kanaal te doen graven, waardoor het gebruik van de Kromrne Gouwe en den zoo onvoldoenden IJsel zou kunnen vervallen. Volgens sommigen zouden de tollen, die van Gouda af tot genoemde brug worden geheven, wel voldoende zijn om de rente van het benoodigd kapitaal te kunnen bestrijden. Naar men zegt, zou er in de oude quaestie betreffende de nalatenschap van Teyler van der Hulst, uit Haarlem, eenig licht zijn gekomen; er moet namelijk een document opgespoord zijn dat in deze zaak van veel belang is. Waarschijnlijk zal de beslissing daardoor zeer bespoedigd worden Openbare vergadering van den Raad van State, afd. voor de geschillen van bestuur, Woens dag 5 Nov., des voormiddags te 1 uur. Een in de zitting van de Tweede Kamer van gisteren ingekomen voorstel van de heeren Gratama, ldserda en Van Kerkwijk strekt om bijna alle bepalingen van de bestaande wet op de jacht en visscherij in te trekken, die betrekking hebben op de jacht, zoodat het behoudens be staande rechten aan ieder eigenaar van den grond geoorloofd is om het wild te dooden, dat op zijn grond leeft. De bepalingen van de wet op de jacht en visscherij, die betrekking hebben op de visscherij, blijven volgens het voorstel in stand. In de gisteren te Amsterdam gehouden vergadering van het Centraal-comité voor de op richting en instandhouding van een Seminarie nabij Batavia is door den secretaris medegedeeld, dat er op dit oogenblik 19.469,42 jaarlijks voor het Seminarie was gegeven en ingeschreven. Donderdag overleed te Rijswijk op 70jarï- gen leeftijd de gepens. schout-bij-nacht A. Baron Collot d'Escury. De overledene was een algemeen geacht marine-officier en versierd met de Militaire Willemsorde 4de kl. en de orde van den Nederl. Leeuw. W. M. D. Van Wely, thans rijksontvanger te Halsteren c. a., is als zoodanig benoemd te Grave c. a. De navolgende ambtenaren bij de admini stratie der posterijen zullen hun functiën uitoefenen als volgtde commies der 2de kl. J. M. Brans, ten postkantore te Breda; de commies der 2de kl. D. D. Van der Voort Maarschalk, te Nyrnegen, en de commies 3de kl. P. F. Van Freudenberg, ten spoorwegpostkan tore FijenoordAntsverpen. De heeren Ed. Oilet te Brussel en Leopold Wilmart te Brugge hebben zich bij een adres, den 22sten Oct. bij Ged. Staten ingekomen, tot de Staten gewend met een verzoek om sub sidie ten behoeve van eene spoorweglijn, uit gaande van Rotterdam langs Schoonhoven en Wageningen tot Arnhem, met eene verlenging van daar naar de grenzen in de richting van Munster, en tevens kosteloozen afstand der voor den aanleg van den spoorweg noodig zijnde gronden,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1873 | | pagina 1