LEIDSCH
DAGBLAD.
N°. 4208.
Dinsdag
A0. 1873.
28 October.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maandenf 1.
Franco per postn 1-40.
Afzonderlijke Nomniers0.02.
Deze Courant wordt dagelijksmet uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven,
PRIJS DER ADVERTENTIES
Van 16 regelsf 1.05.
Iedere regel meer0.17£.
Grootere letters naar plaatsruimte.
LEIDEN, 27 October.
Zaterdag werd alhier de tweede algemeene ver
gadering gehouden van het voor eenige maanden
opgerichte Geographisch Genootschap. In weerwil
van het hoogst ongunstig weder waren ruim
veertig leden, waaronder ook eenige dames, op
gekomen. Na de opening der vergadering en de
voorlezing der notulen gaf de secretaris een ver
slag van den staat des genootschaps, waaruit bleek
dat Z. K. H. Prins Hendrik der Nederlanden het
beschermheerschap van het genootschap heeft aan
vaard, dat het getal der leden tot 240 is ge
klommen, dat het genootschap reeds betrekkingen
met de aardrijkskundige genootschappen van Dres
den, München, Berlijn, Weenen en St. Petersburg
heeft aangeknoopt, dat door belangrijke geschenken
de grondslag is gelegd voor een bibliotheek van
kaarten en geographische werken, dat namens het
genootschap volgens het besluit der vorige ver
gadering een adres aan den Minister van Koloniën
was gericht, om aan te dringen op het zenden van
wetenschappelijke mannen, belast met geographische
en ethnologische onderzoekingen, in hel gevolg
der tweede expeditie naar Aljeh (Atchin), dat
de uitgave van het eerste nomrner van het
Tijdschrift des Genootschaps genoegzaam was voor
bereid en daarmede spoedig een aanvang zou ge
maakt worden, en dat in een woord reeds bijna
al de middelen, in het reglement aangewezen, om
kennis van landen en volken te bevorderen, in
toepassing waren gebracht, zoodat het Genoot
schap niet slechts als gevestigd, maar als in volle
werking zijnde mocht beschouwd worden. Ver
volgens werd eene nog vakante plaats in het be
stuur aangevuld door de benoeming van Mr. N.
J. Den Tex, secretaris der Kamer van Koophan-
de te Amsterdam. Hierna ging Prof. P. J. Velh
over tot de ontwikkeling van zijn voorstel om
namens het Genootschap een Handboek uit te ge
ven voor hen die hetzij als reizigers of in dienst
der marine vreemde landen bezoeken, hetzij als diplo
matische agenten of consuls in vreemde gewesten of
als ambtenaren in de Nederlandsche koloniën vertoe
ven, om hun den weg aan te wijzen waarop zij ter
bevordering der kennis van den aardbol en zijne
voortbrengselen en bewoners kunnen werkzaam
zijn. Dat handboek zou in het kort moeten aan
wijzen wat en hoe zij waar te nemen, wal en op
welke wijze zij te verzamelen en te bewaren heb
ben, om der wetenschap nuttig te wezen Spreker
wenschte dit werk eenigermate op het voorbeeld
van het bekende „Admiralty Manual" te doen
samenstellen, maar zoo dat het .geheel naar de
behoeften van Nederlanders was ingericht; hij
verlangde dat de verschillende hoofdstukken waaruit
het bestaan zou, en die met elkander een eenigs-
zins volledig samenstel van instrucliën voor de
beoefening der zoo uitgebreide aardrijkskundige
wetenschap zouden uitmaken, ieder afzonderlijk
aan eene bevoegde hand zouden worden opge
dragen, en dat eene commissie van redactie, door
de vergadering benoemd, het plan voor het geheel
zou ontwerpen, de auteurs voor de verschillende
deelen zou uitnoodigen, en voor de vereeniging
van al die deelen tot een goed geheel zou zorg
dragen.
Na de ontwikkeling van dit voorstel en eene
breede discussie daarover werd het door de ver
gadering niet nagenoeg' algemeene stemmen aan
genomen. Na eene korte pauze werd de discussie
hervat over de wijze van uitvoering. Er werd te
dien aanzien besloten dat deze geheel zou worden
overgelaten aan het bestuur, met bevoegdheid om
de hulp en voorlichting te vragen van allen wie
het daartoe geschikt mocht achten.
Daarna werd het woord gegeven aan den heer
C. M. Kan, die eene hoogst belangrijke voordracht
hield over den stand onzer tegenwoordige kennis
van Afrika en over de middelen aangewend om
de witte plek die de kaarten van dat werelddeel
nog steeds omstreeks den evenaar vertoonen, allengs
tot kleineren omvang te herleiden. Hierbij stond
hij bijzonder stil bij de oprichting en verrichtin
gen eener Afrikanische Gesellschaft te Berlijn, die
zich voorstelt van den kant der Westkust, van
uit Congo in de binnenlanden van Afrika in te
dringenbij de ondersteuning die dit genootschap
in zijn streven van de Afrikaansche Handelsver-
eeniging te Rotterdam heeft ondervonden en die
van den kant van dat Genootschap dankbaar
erkend wordt; bij het belang dat de uitbreiding
der kennis van de Afrikaansche binnenlanden ook
voor den handel heeft, en bij het wenschelijke
dat ook van Nederlandsche zijde belangstelling in
dieonderneming door geldelijke bijdragen mocht
getoond worden. Daar het bestuur geoordeeld
had dat uit de kas van het nog zoo jeugdige
Genootschap vooralsnog geene geluen tot dat doel
konden worden afgezonderd, wendde spreker zich
lot de aanwezige leden met het verzoek om zich tol
eene jaarlijksche bijdrage of eene gift in eens te ver
binden, en hij mocht het'genoegen smaken dat
deze uitnoodiging met een niet ongunstig gevolg
werd bekroond.
Na eene belangrijke discussie over de voordracht
van den heer Kan, werd het woord gegeven aan
den heer Witkamp, om te wijzen op eenige leem
ten die nog in de kennis der geographie van
ons eigen Vaderland bestaan. Spreker wees op
vele onnauwkeurigheden die nog zelfs op onze
beste kaarten worden aangetrollen en op de be
wijzen hoe onkunde omtrent het gewicht van vele
overblijfselen der oudheid tot verwaarloozing en
vernieling van historische monumenten had ge
leid. Hij wenschte dat het genootschap tegen zulk
Vandalisme ijverig zou helpen waken en te dien
aanzien het motto „Je maintiendrai" tot het zijne
zou maken. De voordracht van den heer Witkamp
gat aanleiding tot verschillende bedenkingen en
opmerkingen, die door den Spreker werden beant
woord.
De heer Kolft" bood aan het genootschap een
exemplaar ten geschenke aan van den Atlas van
Nederlandsch-Indië van de heeren Melvill van
Cornbee en Versteeg, en bracht bij die gelegen
heid eene warme hulde aan de nagedachtenis van
eerstgemelden, zoo verdienstelijken geograaf, die
ongetwijfeld de oprichting van het geographisch
genootschap met de warmste belangstelling zou
begroet hebben. Naar aanleiding van het voor
nemen om aan de leden gelegenheid te geven na
den afloop der vergadering het elhnologisch ka
binet te bezoeken, deed daarop de heer Leemans
eenige mededeeling omtrent het ontoereikende en
ongeschikte der lokalen waarin thans die verza
meling is geplaatst, en gaf den wensch te kennen
dat het genootschap hem krachtig mocht onder
steunen in zijne pogingen om hierin verbetering
te brengen, eene ondersteuning die hem door den
voorzitter namens het genootschap van ganscher
harte werd toegezegd. De heer Van der Sande
Bakhuyzen wees op de gelegenheid tot uitbreiding
van aardrijkskundige kennis, die zich zou voor
doen bij gelegenheid der voorgenomen zending
van eene wetenschappelijke commissie naar het
eiland Reunion, orn daar in het volgende jaar
den overgang van Venus over de zon waar te
nemen. Het bestuur verklaarde zich bereid om te
onderzoeken welk nuttig gebruik van die zending
zou te maken zijn. Nog onderscheidene punten
van meer of minder gewicht werden door andere
leden ter sprake gebracht. Het ver gevorderde
uur waarop de vergadering gesloten werd, had
ten gevolge dat het bezoek aan het ethnologisch
museum zich tot enkele leden bepaalde. Een
grooter aantal leden echter begaf zich naar de Acade
mische bibliotheek, om gebruik te maken van de
daar geopende gelegenheid om met de uitgebreide
en hoogst belangrijke verzameling kaarten uit het
legaat van den heer Bodel Nijenhuis kennis te
maken, welke verzameling met groote belangstel
ling bezichtigd en door de kenners om hare
volledigheid bewonderd werd.
Bij de Zaterdag gehouden aanbesteding
voor het Werkhuis alhier, waren de minste inschrij
vers voor aardappelen N. De Bink a f3.60 de
'100 kilogr.rundvleesch a ƒ0.74, rundvet a ƒ0.69
de kilo, J. Slok; gort a 16, groene erwten 12^%,
peper 85, cichorei 20 cents de kilo, Verkouw en
Stokhuyzenrijst a 1 4t3ö8q- ets de kilo, A. Sorner-
wil; koffie a 1.45 de kilo, G. J. Goster; zoete-
melk a 7Tyff ets de liter, W. Van Bergen en
Henegouwen; karnemelk a ƒ1.75 de 100 liters,
G. Brinkman.
Naar men verneemt, zal ter gelegenheid van
het Grondswet-jubileum op 3 Nov. e. k. Mr. S.
Vissering, hoogleeraar te Leiden, als feestredenaar
te Amsterdam optreden in de bijeenkomst des
ochtends te elf uren, in het Park.
Hedenmorgen heeft op den Vestwal alhier met
de nieuw aangeschafte stoom brandspuit de eerste
proefneming plaats gehad. Naar wij vernemen zal
morgen te 10 uren de proefneming herhaald wor
den; terwijl men verwacht, dat zulks Woensdag
a. s. in tegenwoordigheid van burgemeester en
wethouders, benevens de commissie van fabricage
geschieden zal.
Naar wij vernemen zullen voortaan de volks
voorstellingen in den Schouwburg des Zondags
avonds een aanvang nemen te halfacht in plaats
van te zeven uren.
Het stoomschip Conradvan Batavia naar
het Nieuwediep, is Zaterdag-morgen te drie uren
van Aden vertrokken; alles wel.
Het stoomschip Borneovan Nieuwediep
naar Batavia, is 24 dezer Aden gepasseerd. Alles
wel.
De Kamer van Koophandel en Fabrieken
te Haarlem heeft het noodig geacht om, uithoofde
van de steeds toenemende klachten der schipperij
en den zichtbaren achteruitgang der Haarlemsche
scheepvaart, zich bij vernieuwing tot den minister
van Binnenlandsche Zaken te wenden met het
dringend verzoek, dat door zijne tusschenkomst
ten spoedigste een einde worde gemaakt aan den
onhoudbaren toestand van het vaarwater voor de
sluizen te Spaarndam, alsmede dat alle zoodanige
maatregelen tot verbetering van de vaart in het
IJ mogen worden genomen, als waardoor een
anders te verwachten totale ondergang der Haar
lemsche scheepvaart zou kunnen voorkomen worden.
Vanwege het Hoofdcomité der Vereeniging
het Roode Kruis zijn aan de Comiiés en corres
pondenten hier te lande wederom mededeelingen
uit Indië verstrekt, waaraan wij het volgende ont-
leenenDe tabak, pijpen en boeken, die het Cen-
traal-comité te Batavia hoogst welkom zijn, wor
den in afwachting der tweede expeditie naar
Atjin, voorloopig in het entrepot te Batavia op
geslagen. Met eene gelegenheid, die zich in het
begin van September voordeed, heeft het Cen-