LEIDSCH
DAGBLAD.
N°. 4200.
Zaterdag
A0. 1873.
18 October.
EEN WAARHEID.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maandenf I.
Franco per postn 1.40.
Afzonderlijke Nommcrs0.02.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER AT» VERTEN TIEN:
Van 16 regelsf 1.05.
Iedere regel meer0.171.
Grooterc letters naar plaatsruimte.
STADS-BERICHTEN.
Ter Gemeente-secretarie is in druk, tegen be
taling van 30 cents, verkrijgbaar de memorie van
antwoord van Burgemeester en Wethouders op
het algemeen sectiën-verslag omtrent de gemeen te-
begrooting voor 1874.
Niet lang meer zal het aanhouden of de telegraaf
zal ons schier dagelijks berichten brengen aangaande
den stand van zaken in het Noordwestelijk gedeelte
van Sumatra en de overwinningen door de Neder-
landsch-Indische troepen op de Atjineezen behaald.
Althans dat de hernieuwde expeditie door een
zegepraal zal worden bekroond, daaraan twijfelt
bijna niemand; doch op welken grond? Wij
Nederlanders, al voeren wij gelukkig zelden oorlog,
zijn gewoon pal te staan tegenover den vijand;
de geheele geschiedenis is daar om het te ge
tuigen, en ook thans zullen wij in Indië onzen
ouden roem handhaven. Goed en wel; dat de
strijd legen Atjin in ons voordeel zal afloopen,
hopen en vertrouwen ook wijof die victorie een
nationale zal zijn, door Nederlanders bevochten, is
echter een andere zaak.
Er is een tijd geweest dat het vertrek naar
Indië de laatste toevlucht was voor hem, wien
het geheel was mislukt, in Holland een voegzaam
bestaan te vinden. Wat het burgerlijke leven be
treft, is dat thans geheel veranderd; de kolonie
kan even goed als het moederland wijzen op
ambtenaren en particulieren van aanzien en naam
ten opzichte van het leger, althans wat den
minderen man aangaat, kan men niet hetzelfde
zeggen. De milicien, die bij ons te lande in dienst
treedt, heeft ja geen vermogen genoeg om een
rempla^ant of nummerverwisselaar te stellen, maar
kan daarom toch een bekwaam ambachtsman of
landbouwer, in éen woord een achtenswaardig
burger zijn. Kan hetzelfde worden gezegd van
hen, die deel uilmaken van het Ned. Indische
leger? Voorzeker niet. „Het is slecht met hem
afgeloopen; hij is als koloniaal naar de Oost
gegaan," hoort men dikwijls genoeg, en reeds die
uitdrukking bewijst, dat de opinie, die men over het
gros van het Indische leger koestert, niet bijzonder
vleiend is. Wij laten natuurlijk de gunstige uit
zonderingen daar; er zijn er die uit liefde tot
den krijgsmansstand dienst namen en, hun roeping
getrouw, de expeditie tegen Atjin wilden mede
maken, doch hun getal is zeker niet groot.
Dit voor zoover het de Nederlanders betreft,
doch het is bekend genoeg dat tal van vreem
delingen, Duitschers en Franschen, Zwitsers en
Belgen, aangelokt door het hooge handgeld, zich
voor Indië hebben laten aanwerven. Die personen
nu, voor een groot gedeelte oudgedienden uit de
laatste Europeesche oorlogen hunne decoraties
bewijzen het kunnen zeer goede soldaten zijn,
doch hun overgroote aanwezigheid bij de aange
worven manschappen geeft ons zeker alle reden
om bij een eventueel succes niet al te spoedig te
spreken van een „nationale" overwinning.
Dat het gehalte van de tegen Atjin bestemde
iroepen nogal wat te wenschen overlaat, kan blijken
Hit berichten als dit: van een detachement van
400 man werden bij aankomst in Indië voor
lopig 100 man afgekeurd, en dat wel de helft
uithoofde van een afschuwelijke kwaal, die bewijst
aan welke ongebondenheid de ongelukkige slacht
offers zich hadden overgegeven. Trouwens de
straten onzer groote steden hebben in den laatsten
tijd genoeg tooneelen opgeleverd van de losban
digheid, waarin het pas ontvangen handgeld werd
verteerd, en de voorbeelden dat zij, die het hadden
doorgebracht, poogden te deserleeren of zelfs zich
van het leven te berooven, zijn niet zeldzaam.
Dit alles evenwel neemt niet weg, dat de man
schappen, voor zoover zij definitief zijn goedge
keurd, tegenover den Atjinees een uitmuntend
leger zullen kunnen vormen, zoowel omdat zij
worden aangevoerd door bekwame officieren als
dewijl zij kunnen steunen op goede hulpmiddelen
nationaal echter kan het niet worden genoemd,
en evenmin de overwinningen, die het mocht
behalen. Die waarheid zou men bij een eventueele
zegepraal wellicht slechts al te geneigd zijn in den
roes der vrengde te vergeten, en daarom kan het
zijn nut hebben er aan te herinneren ter juiste
beoordeeling van den stand van zaken. Waar
heid bovenal.
LEIDEN, 1? October.
Gistermiddag is een man, bezig zijnde in
de Haarlemmerstraat een kastje voor een huis
op te halen, doordien de ladder brak, met de
hand in een ruit gevallen, waardoor hij eene
verwonding bekwamhij is door den heer chirurgijn
Aodreson heelkundig behandeld.
Gisteravond omstreeks 6 uren is de knecht
van den heer v. W., welke met een wagen sajet
de brug op de Heerengracht wilde oprijden, ge
struikeld en heeft daardoor zijn arm gebroken.
Gisteren zijn in Den Haag de examens voor
vrouwelijke candidate» aangevangen. Voor de akte
in de gymnastie waren 3 opgekomen, die allen
zijn afgewezen.
Voor de Duitsche taal werden geëxamineerd
7 candidate», allen met gunstigen uitslag. Het
zijnmej. H. N. Guichard, J. Van Weleveld, J. C. L.
Koster en V. F. Reinardt, allen uit Den Haag;
J. F. Cramers, uit Veur; G. M. J. Schlapman,
uit Pmtterdam, en J. E. Treub, uit Voorschoten.
Voor de handwerken zijn afgenomen 17 exa
mens; 1 candidaat trok zich terug; 1 werd afge
wezen en 15 werden toegelaten, te weten: mej.
E. G. A Iers, M. F. Bern hard, C. G. Guichard,
P. J. De Man, voor nut, J. Muns, C. A. Neumann,
L. A. F. Regenbogen, A. M. Sartor, allen uit
Den Haag; M. J. A. Van Alphen, uit Voorburg;
C. P. Van Deinse, uit Naaldwijk, voor smaak;
E. C. Hoefman, uit SchiedamH. C. Van Lokhorst,
uit Schiedam, voor smaakS. Rovers, uit Schiedam
A. M. De Vletter, uit 's Gravesande, en F. Val-
linga, uit Dordrecht.
Gisternamiddag heeft in Den Haag de
muziekuitvoering in de Evang. Luthersche kerk,
door de heeren J. A. Klerk, van Delft, en A. J.
Wetrens, van Leiden, ten voordeele der Gustaaf-
Adolf-Vereeniging plaats gehad. De heeren Klerk
en Wetrens hebben hun gevestigden naam als
degelijke kunstenaars ook nu wederom gehand
haafd. Het moge hun tot groote voldoening strek
ken, dat de élite der kunstwereld vertegenwoor
digd was. Onder anderen werden opgemerkt de
heeren Nicolaï, Bosboom enz. Ook de dilettante
heeft aanspraak op welverdienden dank van het
auditorium.
Gisteravond zijn te Voorschoten de winter
vergaderingen van het departement der maatsch.
tot Nut van 't Algemeen geopend. Als spreker
trad op Ds. D. Beeckman, die tot onderwerp had
gekozen„ieder vogeltje zingt zooals het gebekt
is," welk spreekwoord hij in toepassing bracht
op het dagelijksch leven. De spreekbeurten wer
den afgewisseld door muziek.|
De Minister van Marine brengt terj kennis
van belanghebbenden, dat in het volgende jaar
eenige jongelingen na afgelegd examen als scheeps
klerk zullen kunnen worden aangesteld. Zij die
tot dit examen, hetwelk in de maand Augustus
of September zal plaats hebben, wenschen te
worden toegelaten, moeten zijn Nederlanders, en
op den lsten Januari 1874 den ouderdom van
15 jaren hebben bereikt, doch hun 18de jaar
nog niet zijn ingetreden.
De houders van nummers in de verloting
der Nederl. Vereeniging van weldadigheid, onder
bescherming van Z. M. den Koning der Neder
landen, te Brussel, op welke prijzen in Nederland
zijn gevallen, kunnen die, desverkiezende, bij den
heer Schouten, chaussée de Charleroi 59, te Brussel,
inzenden, die zich bereid heeft verklaard de voor
werpen in ontvangst te nemen en, tegen vergoeding
der onkosten, aan de winners over te zenden.
In de gisteren te Amsterdam gehouden
buitengewone algemeene vergadering der Stoom
vaartmaatschappij Java is besloten het maatschap
pelijk kapitaal te verhoogen tot twee millioen.
Woensdag-nacht is op den huize Witten-
burg, onder Wassenaar, overleden de heer C. Schifier
van Bleiswijk, vroeger gedurende eenigen tijd lid
der Tweede Kamer. Hij had den leeftijd van ruim
80 jaren bereikt.
Bij de Tweede Kamer is ingekomen eene
nota van J. Niemantsverdriet, gepens. luit.-kol.
der artillerie van het leger in Ned. Indië, omtrent
de inlichtingen door den Minister van Koloniën
op zijn adres gegeven, waarbij hij verzocht had
nadere regeling van zijn pensioen.
In de Woensdag-avond in Den Haag ge
houden vergadering van het Indisch Genootschap
heeft de heer Van Vleuten de bij de Indische
begrooting voorgestelde reorganisatie van het dis-
trictsbestuur op Java besproken. Hij stelde op den
voorgrond dat er, hoewel de berichten soms over
dreven worden, thans op Java over het algemeen
minder veiligheid voor personen en goederen be
staat dan vroeger en men daarin verbetering
wenscht. Een der onderscheidene redenen daar
voor ligt zeer zeker in het onvoldoend districts-
personeel dat, niettegenstaande vermeerdering van
administratief werk en toename der bevolking,
steeds stationnair is gebleven, terwijl ook zoowel
de rangschikking van als de geldelijke tegemoet
koming aan de districtshoofden ondoeltreffend en
veelal onvoldoende is.
Hij hoopte dat, in den vorm van een vriendschap
pelijk amendement, de Minister zijne begrooting
verhoogd moge zien met eenige sommen, vol
doende om alle onder-districtshoofden en verdere
inlandsche ambtenaren schadeloos te stellen voor
het gemis om na 1873 over het bij Staatsblad
1867 n°. 123 vastgestelde aantal dienstplichtigen
te mogen beschikken. Daarna onderzocht hij de
vraag, welke die ambtenaren zijn, en hoeveel in
billijkheid de tractementen verhoogd zouden moeten
worden, waarvan de conclusie is dat de vermeer
dering in alles zou bedragen f 750,000, waarvoor
bij niet minder dan 26 categorieën van inlandsche
landsdienaren het recht tot onbetaald beschikken
over de bevolking kon worden afgeschaft en alzoo
aan 2818 dier ambtenaren de gelegenheid ont
nomen, om misbruik te maken van hunne positie;