LEIDSCH DAGBLAD. N°. 4193. Vrijda A0. 1873. 10 October. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maandenf 1. Franco per posl1.40. Afzonderlijke Nommers0.02. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIE?; Van 16 regelsf 1.05. Iedere regel meern 0.17$. Groolere letters naar plaatsruimte. OUDERLIJK GEZAG. Allen, ook al wonen wij in het vrije Nederland, hebben wij onze eerste levensjaren doorgebracht onder een despotisme, maar toch een weldadige heerschappij, waarvan wij den heilzamen invloed eerst op later leeftijd leerden waardeeren. Is voor den volwassene de wereldlijke overheid de macht, die hem moet in toom houden zoodra hij de grenzen van het geoorloofde te buiten gaat, ten opzichte van het kind wordt die plaats bekleed door de ouders, en terecht. De banden, die de natuur tusschen de beide laatsten heeft geknoopt, zijn een beter waarborg tegen misbruik van gezag dan de uit den aard der zaak altijd onvolmaakte wet, hoe voortreffelijk ook, den staatsburger tegen over de overheid verleend. En toch, 't is een treurige waarheid, niet zelden moet de rechterlijke macht tusschenbeide treden om het kind tegen de willekeur der ouders te beschermen, en dan, helaasmeestal wanneer het te laat is om alle nadeelige gevolgen te voorkomen. De laatste dagen hebben er weer een afschuw wekkend voorbeeld van geleverd, voor welk vreese- lijk lot het weerlooze kind blootstaat als het tot vader heeft een man, ontaard genoeg om zijn eigen zoon of dochter te verminken met het afgrijselijke doel om door een spoedig volgenden dood van de lasten des onderhouds te zijn ont heven; als de moeder, die't het leven schonk, een vrouw is, onnatuurlijk genoeg om die mishande lingen toe te laten, zij 't uit laffe vrees of wel uit verachtelijke onverschilligheid. Het vonnis, dat de rechter over hen mocht uitspreken, zal niet hun zwaarste straf zijn; dieper nog zullen zij gebukt gaan onder het oordeel, dat de weldenken- den in den lande over hen zullen vellenja zelfs de misdadiger, die wel het leven en de bezittingen zijner medernenschen belaagt, maar althans zijne kinderen liefheeft, zal hun den rug toekeeren. En danhet oordeel van het slachtoffer dier ontaardheid zelf, als het eenmaal de jaren des onderscheids zal hebben bereikt, kan het anders zijn dan een vloek? Zoo denkt er ook de fabrieksarbeider over, die daarginds met twee zijner kinderen staat te wachten totdat de laatste klokslag van het nieuwe werkuur zich heeft doen hooren. Hij is voor hen een beier vader; hij heeft ze niet mishandeld, maar toen het gezin al grooter en grooter werd, zond hij hen naar de fabriek, en nu verdienen ze al een aardig stuivertje. Wel zien ze er erg bleek uit, haast net zoo bleek als hun oudste broertje, kort voordat hij aan de tering heenging; wel zijn ze wat loom in hunne bewegingen, wel kunnen ze u zoo droomerig aankijken, juist als toen de schoolmeester hun laatst vroeg of zij dan alles hadden vergeten wat ze op school geleerd hadden. Nu, 't was dan ook een rare vraag. Al die geleerdheid kunnen ze op de fabriek wel missen, en ze verdienen er geen cent meer om. Dat wist hun vader ook wel, en daarom had hij ze maar van school genomen en aan het werk geholpen, wanthij was voor hen een beter vader dan die man, die zijn kind zoo had verminkt. Is hij ook een goed vader? De rechter zal hem niet straffen, want hij zondigt niet tegen de wet; de maatschappij zal hem niet smaden, immers zij ziet zoovelen zijn voorbeeld volgenzijn kind, het zal hem niet beschuldigen, want later zal het zelf eveneens handelen, ten minste als ook dan de wet het niet zal verbieden. Bovendien, zegt men, het kwaad is zoo uitge breid niet als men wel beweert. Altijd nog zoo uitgestrekt, dat daardoor alleen de fabrikant in staat wordt gesteld de concurrentie met het buitenland vol te houden. Zooveel althans is zeker, dat, bij toenemend misbruik van den fabrieks arbeid van kinderen, er in den tegenwoordigen toestand geen enkel raiddel bestaat om dat tegen te gaan. In het buitenland is men ons hierin voor geweest. Zou navolging van dat voorbeeld geen aanprijzing verdienen? Velen zullen met ons die vraag ongetwijfeld toestemmend beantwoorden. LEIDEN, 9 October. Door de commissie voor de akte-examens in Den Haag voor het lager onderwijs werden gisteren geëxamineerd voor de Fransche taal 11 candidaten; 1 trok zich onder het examen terug; 7 werden afgewezen en 3 toegelaten, te weten A. Berman en A. H. |W. De Bock, uit Rotter dam, en P. J. Bom, uit Leiden. Het stoomschip Koning der Nederlanden is Dinsdag 's namiddags Malta gepasseerd alles wel. Gistermorgen te acht uren werd het feest te Alkmaar met 21 scholen van Zr. Ms. oorlog schip Vulcaan geopend. Van 8 tot 9 uren liet zich het klokkenspel hooren, te 12 uren gaf een koninklijk saluut uit het geschut het sein van de aankomst van Z. M., die aan 't station plechtig ontvangen werd door den gemeenteraad en de feestcommissie. Daarop vormde zich een stoet, die, geopend en gesloten door een commando cavalerie, langs de voornaamste straten der stad naar het feestlokaal trok. Bij de aankomst van Z. M. hief een man nenkoor het „Hollands Glorie" aan. Daarna bood Alkmaars jufferschap eene door haar eigenhandig gestikte feestbanier aan de Feestcommissie aan. Na den afloop dezer plechtigheid werd door het mannenkoor het „Vlaggelied" voorgedragen, waarna Z. M. zich naar het Stadhuis begaf, ten einde aldaar de merkwaardige documenten en andere oudheden uit den tijd van het beleg in oogenschouw te nemen. Z. M. verwijlde een oogen- blik op de hooge stoep van het Stadhuis en werd door eene ontelbare volksmenigte met luide tee kenen van gehechtheid en geestdrift begroet. Te twee uren kwam Z. M. op het feestterein aan en werd ontvangen met fanfares en de toe juichingen van duizenden belangstellenden, die aldaar waren samengevloeid om getuigen te zijn van de plechtige eerste-steenlegging voor het monument Alcmaria Victrix". Dr. N. Beets hield eene korte rede, waarin hij de beteekenis van het feit van den dag in hef licht stelde, den geest van de mannen dier dagen in eigenaardige trekken deed uitkomen, en eindelijk als de leer zame en voorbeeldige schoonheid der geschiedenis van Alkmaar's verdediging dit op den voorgrond stelde, dat in haar gezien wordt wat, onder Hoogeren Zegen, volhardende inspanning en een drachtige samenwerking vermogen. Hij noodigde daarop den Koning uit. den sluitsteen der fun deering van het ontworpen gedenkteeken te leg gen. „Prins Willem I", zeide hij, „legde dien, in de Unie van Utrecht, van het ruim gebouw van Neerlands onafhankelijkheid, en terwijl Uwe Majes teit dit plechtig werk volbrengt, onder het klinken van het oude Wilhelmuslied, vernieuwen wij met u en uw geslacht het verbond eener liefde, die niet eerst van Alkmaar begonnen is, en nimmer meer verga." Z. M. legde daarop, met de gebruikelijke formaliteiten, dien steen, waarmede tevens het proces-verbaal der gebeurtenissen in de grond slagen van het monument werd ingemetseld. Daarop nam Dr. Beets nog eenmaal het woord, om den Koning uit aller naam dank te zeggen, en zijne landgenooten kortelyk te bepalen bij het geen hij voor het heil des Vaderlands in den tegenwoordigen tijd goed, verstandig, en duren plicht achtte. Daarop naderde de koning den heer Beets, drukte hem de hand en benoemde hem tot ridder 3de klasse van den Gouden Leeuw van Nassau. Het talrijke publiek nam, door het geza menlijke aanheffen van het „Wilhelmus van Nas- souwe" en „Wien Neerlandsch bloed," een werk dadig aandeel aan deze plechtigheid. Vóórdat de Koning vertrok, heeft Z. M. in optocht de algemeene illuminatie bezichtigd. De illuminatie had met een hevige onweersbui te kampen, waaraan alleen de prachtige, oogverblin dende verlichting van het Waaggebouw eenigen weerstand bood. Te betreuren is het, dat de op zoo breede schaal aangebrachte verlichting, even als de gecostumeerde optocht, onder het slechte weder zeer heeft geleden. De opgewektheid en geestdrift der bevolking bij de feestvreugde waren niettemin buitengewoon. De Minister van Koloniën vestigt de aandacht van belanghebbenden op de omstan digheid, dat met 1 Januari 1874 alle diiferentieele rechten op den invoer van goederen in Nederl.- lndie vervallen. Het is dus onnoodig goederen, die eerst na dien termijn in Nederlandsch-Indië kunnen aankomen, van certificaten van Neder- landschen oorsprong of bewerking te voorzien. Voor goederen, die op of na 1 December van dit jaar van Nederland naar Nederlandsch-Indië ver trekken, zullen geene dergelijke certificaten meer worden verleend. Tot lid van de Provinciale Staten in Over- ijsel is verkozen de heer Mr. H. R. Van Marle, burgemeester van Deventer. Tot lid der Provinciale Staten van Noord- Brabant, in het hoofd-kiesdistrict Zevenbergen, is gekozen de heer Smits te Zevenbergschehoek. Aan de Groningsche hoogeschool is bevor derd tot doctor in de beide rechten de heer J. Errnerins, geboren te Groningen, na verdedi ging van stellingen. Na de aansluiting van Centraal- en Staats spoorweg te Zwolle, is op het emplacement van eersigenoemden spoorweg eene groote verandering ontstaan. Op Staatskosten is een dubbele veelading van groote afmeting gebouwd, welk werk zoo goed als gereed is. Met den onderbouw der nieuwe ijzeren draaibrug over de Willemsvaart als toegangsweg naar bedoelde veelading wordt druk voortgegaan. De ondernemers van veestalling en veeverzending, de heeren P. G. Leinweber en Cie., hebben in de onmiddellijke nabijheid van beide bovengenoemde werken eene kolossale stalling met restauratiezaal en logement laten bouwen, die spoedig in exploitatie zullen worden gebracht. Van een en ander wordt veel goeds verwacht, daar op dit terrein eene gelegenheid zal worden gemaakt, om het vee te markten, zoodat de drukke vee-aanvoer op de markt, vereenigd met het aangebrachte vee per spoor uit het Noorden, nog al eenige levendigheid op die plaats kan teweeg brengen, en alzoo tot uitbreiding van den vee handel in Zwolle aanleiding geven. De Maatschappij van exploitatie zal, deze week te beginnen, extra veetreinen laten loopen van Rotterdam via UtrechtTilburgAerschot naar Brussel, en te

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1873 | | pagina 1