LEIDSCÏÏ DAGBLAD. N°. 4178. Dinsdag A0. 1873. 23 September. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maandenf 1. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommcrs0.02. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering ran Zon- en Feestdagen, uitgegeven, PRIJS ]>ER ADVERTENTIES: Van 16 regelsf 1.05. Iedere regel meer0.174. Groolcre letters naar plaatsruimte. BERICHT. Zij, die zich met 1 October op deze Courant abonneer en, ontvangen de nog verschijnende nummers gratis. Van het kwartaal September November worden dan alleen de maanden Oct. en Nov. tegen 67 cents in rekening gebracht. LEIDEN, 22 September. De aangekondigde muziekuitvoering, op uit- noodiging van het hoofdbestuur der Nederlandsche Gustaaf-Adolf-Vereeniging, hedenmiddag in de Luthersche kerk alhier gehouden, werd door een vrij talrijk publiek bijgewoond. De uitvoering zelve was uitnemend schoon. Trouwens, waar zulke meesters op 't gebied der kunst als de heeren Klerk en Wetrens samenwerkten, kon wel niemand dit anders verwachten. Daar, waar die samen werking in eigenlijken zin plaats had, met name in nummer 3 en 5 van 't programma, werd dan ook iedereen meegesleept en in verrukking ge bracht. Ook Mejuit Den Haag, als dilet tante in Leiden reeds niet onbekend, mocht veel tot het succes bijdragen. De toejuichingen der aanwezigen bewezen hoe vooral hare schoone voordracht van het Recilativo ed Aria nel Rinaldo van Handel op prijs gesteld werd. H. M. de Koningin heeft aan het Badhuis voor minvermogenden te Zandvoort eene gift van 300 geschonken, bij gelegenheid van haar bezoek aan deze inrichting. Zaterdag had te Utrecht op plechtige wijze het leggen van den eersten steen plaats voor de Amalia-slichting, barakken-lazareth, door Z. K. H. prins Hendrik, door wiens krachtige ondersteuning dit reeds lang gekoesterde plan van het Utrechtsche comité van het Roode Kruis tot uitvoering kon komen. De gewone audiëntie van den Minister van Justitie op Woensdag 24 Sept. a. s. en die van den Minister van Oorlog, op Donderdag den 25sten Sept. a. s., zullen niet plaats hebben. Weder is in den vorm van een boekdeeltje verschenen het „Jaarverslag van de algemeene vergadering der Maatschappij van Weldadigheid", en als gewoonlijk kunnen wij de lezing er van iedereen aanbevelen, die belang stelt in die nuttige Maatschappij en haar voortdurende ontwikkeling. Van de in Juni gehouden algemeene vergadering mogen wij de voornaamste bijzonderheden als bekend aannemen. Op éen punt echter wenschen wij de bijzondere aandacht te vestigen, 't is de ongelukkige begripsverwarring omtrent de geheel verschillende roeping van Frederiksoord en van Ommerschans. Frederiksoord het kan niet genoeg herhaald worden is een particuliere, preventief werkende instelling van weldadigheid arm maar eerlijk kan ieder bewoner der kolonie van zichzelf zeggen. Ommerschans daarentegen is de plaats waarheen het Rijk de wegens bedelarij veroordeelden zendt, T Verslag van commissarissen deelt nog een staaltje mede omtrent het dwaal begrip van hen, die beide inrichtingen gelijk stellen. Er zijn familiën uit de gegoede klasse, die bij het huren van dienstboden uit de kolonie als voorwaarde stellen, dat de persoon die bij haar in dienst komt, "niet mag zeggen dat hij of zij afkomstig is van Frederiksoord. Men kan niet anders dan de verzuchtingen van commissarissen beamen, waar zij zeggenIs het dan een schande uit Frederiksoord te zijn? Is het niet onredelijk ondankbaarheid op die wijze aan te moedigen? Is het niet het bewijs, dat nog in hoogere stan den het dwaalbegrip bestaat, dat Frederiksoord en Ommerschans synoniem zijn? Terwijl een ieder, met het oog op de expeditie naar Atsjin, belang stelt in hetgeen onze krijgsmacht betreft, kunnen wij de lezing aanbe velen van een brochure: „De toestand der Ned. Marine in 1873, door een zeeofficier", verschenen bij Laureij te Nieuwediep. „Het is," zegt de schrijver, „in den tegeuwoordigen tijd een bijna door ieder Nederlander voor waarheid aan genomen feit, dat onze Marine niet in dien toe stand verkeert, waarin zij eigenlijk wel behoorde te zijn; sommigen zelfs noemen haar in verval, en hoewel dit laatste alleen waar is, indien men onze zeemacht van nu vergelijkt met die in de roemrijke tijden van Tromp en De Ruyter, zoo zal er nog veel aan dien toestand moeten ver anderd worden, indien men ten minste voorko men wil, dat binnen een niet ver verwijderd tijdstip het gezegde van onze Marine is in verval" volkomen bewaarheid zal worden. De oorlog met Atsjin heeft gedeeltelijk den treurigen toestand onzer oorlogsvloot aan het licht gebracht; indien de fout echter alleen gelegen was in den slechten toestand van ons Oost-Indisch eskader, dan ware met eenige millioenen alles weder in orde te maken, maar de wonden, waaraan onze Marine lijdt, zitten dieper, en om die te genezen, moeten zij eerst opgespoord en onderzocht worden." De opsporing van en het onderzoek naar die wonden en naar hetgeen er gedaan moet worden om onze zeemacht weder in voldoenden toestand te brengen, opdat zij in staat zij de billijkerwijze van haar gevorderde diensten ten allen tijde te kunnen verrichten, stelt de schrijver zich in zijne brochure ten doel. De staatsbegrooting voor 1874 is geraamd: de uitgaven op /99,859,488.90s en de middelen op 93,757,814.85, zoodat het tekort is geraamd op 6,'101,674.05s. Daaronder is echter begrepen eene som van 6,500.000 voor Staatsspoorwegen, waarin door buitengewone middelen behoort te wor den voorzien, zoodat er dan een overschot ontstaat van /398,325.94s. Als bijdrage van Ned. Indië wordt 10,560.250 of 133.555 hooger dan over 1873 uitgetrokken. De tekorten, hoogstens 5.150.000 kunnende beloopen, zullen door uitgifte of be leening van schatkistbiljetten tot een maximum van 6>/2 millioen moeten worden gedekt, hetgeen waarschijnlijk echter overbodig zal zijn met 't oog op den hoogen prijs der Indische producten en belangrijke saldo's van Indië, waardoor 's Rijks kas genoegzaam van betaalmiddelen is voorzien op uit. Aug. jl. was er 33,116.000 voorhanden. Met zekerheid verneemt men, dat op de Staatsbegrooting voor 1873 eene som van 3 ton is uitgetrokken tot verbetering van hel Hillegat. De Veend. Ct. meldt, dat aan de hoogere burgerschool aldaar is afgewezen de leerling Aron Polak, omdat deze op Zaterdag de lessen niet ge regeld meende te kunnen bijwonen ter zake van zijne religie. De heer Ten Bosch, candidaat, heeft het beroep als predikant naar Ter Aar aangenomen. Wijlen de heer M. Wijnaendts, den 25sten Juli. 11. te Maarsseveen overleden, heeft o. a. gelegateerd: aan het Maurits-weeshuis te Blokzijl /5000 en aan het Centraal Israëlietisch weeshuis in Nederland, gevestigd te Utrecht, J000, alles vrij van successierecht. Bij de art. instr. compagnie te Schoonhoven zijn in dienst gesteld 20 jongelingen, 1 werd geneeskundig afgekeurd en 4 hadden verzocht later te mogen opkomen. Het aantal jongelingen bedraagt thans 151, onder welke 34 korporaals titulair, Sedert 1 Januari zijn 74 jongelingen bij de com pagnie in dienst gesteld. Tot het uitgebreid plan der werken, van gemeentewege te Rotterdam uit te voeren, be hoort dat wegens den bouw eener brug voor gewoon verkeer over de Maas, op 10 meter af stand ongeveer van de spoorwegbrug aldaar. Deze laatste, met vijf openingen, zal de rivier zelve en de beide aangrenzende kaden overspannen. De drie middènopeningen worden, hart op hart van de pijlers, 90 meter, de beide uitersten 66 meter breed. De gemeentebrug wordt volgens het, naar men verneemt, dezer dagen door den Minister van Binnenl. Zaken goedgekeurd bestek, wegens het maken van de pylers en landhoofden, eene vaste brug, voor het verkeer eene vrije ruimte van 13 meter verkrijgende, met drie groote ope ningen, ieder wijd 90 meter, van hart op hart der pijlers, welke met hunne lengte-as zoo na mogelijk in het verlengde zullen komen van de pijlers der spoorwegbrug. Bij Zr. Ms. besluit van 24 Augustus, n°. 31, is het volgende bepaald: Art 1. Te rekenen van 1 Juli 1873 wordt de toestemming verleend tot het gelijktijdig genot vana. militaire pensioenen en onderstanden der zee- en landmachtb. pen sioenen en onderstanden van mindere geëmploieer- den, werkheeren en bedienden op daggeld, werk zaam bij inrichtingen van 's rijks zee- en land macht en op 's ryks jachten en werkvaartuigen, hunne weduwen en kinderen; c. pensioenen en onderstanden van het personeel van den loodsdienst van zeeschepen, hunne weduwen en kinderen, met inkomsten of belooningen uit de geldmidde len van den staat, van 's rijks koloniën en bezit tingen in andere werelddeelen of uit fondsen onder het beheer des ryks geplaatst, in betrek kingen, die ter begeving staan van het algemeen bestuur, mits het pensioen te dier zake, gedu rende het bekleeden der bijkomende betrekking, ook wanneer aan deze geen uitzicht op burger lijk pensioen verknocht is, eene vermindering onderga op den voet van art. 30 der wet betreffende de burgerlijke pensioenen, laatste lijk gewijzigd bij die van den 21 Mei 1873 Stbln°. 64), behoudens de uitzonderingen bij dat artikel vermeld. Art. 2. De vergunningen tot gelijktijdig genot van de in het voorgaande artikel vermelde pensioenen, met inkomsten of belooningen van andere betrekkingen dan die, waaraan uitzicht op burgerlijk pensioen verknocht is, vóór 1 Juli 1873, overeenkomstig de wet op gunstiger voor waarden verleend, dan die bij het voorgaand artikel bedoeld, blijven van kracht. Z. M. heeft benoemd tot burgemeester der gemeente Druten A. B. Barkey, onder toekenning van eervol ontslag als burgemeester der gemeente Voorburg; op hun verzoek, eervol ontslag verleend aan Mr. C. T. baron Van den Boetzelaar, als burgemeester der gemeente De Bilt, met ingang van 20 Sept. e. k.; aan M. baron De Vos van Steenwijk, als burgemeester der gemeente Zuid- wolde, met ingang van 1 Oct. e. kherbenoemd met ingang van 1 Oct. e. k., tot burgem der gem. Mildwolde S. Kiel, secr. dier gem.; met ingang van 18 Oct. e. k., tot burgem. der gem. Kerkwerve G. Van der Cingel; met ingang van 10 Oct. e. k. tot burgem. der gem. Heeze A. A. Deelenpensioen verleend aan F. J. Jansen, gewe zen griffier bij het kantong. te Sluis, ten bedrage van ƒ291 'sjaars.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1873 | | pagina 1