LEIDSCH DAGBLAD. N°. 4176. Zaterdag A0. 1873. 20 September. JOURNALISTIEK. PRIJS DEZER COURANT i Voor Leiden per 3 maandenf 1. Franco per posl1.40. Afzonderlijke Nommers0.02. Sedert de afschaffing van het zegel op de dag bladen is het aantal daarvan op verbazende wijze toegenomen. Wel verdween er na korter of langer tijd ook weer menige krant en bleek het, dat men eensdeels zich te veel had voorgespiegeld van de voordeelen der uitgave, toen men niet meer aan de schatkist behoefde te offeren, ander deels wat al te veel had gerekend op den lees lust van het publiek, die bij hel legio allerwegen als uit den grond oprijzende nieuwspapieren zoo tamelijk van overprikkeling begon te lijden maar toch vertegenwoordigt ook thans nog, nu het kaf eenigszins van het koren is gescheiden, de hoeveelheid dag-, weekbladen enz. een vrij imposant getal, de bevolking van Nederland in aanmerking genomen, zonder daarbij nog in reke ning te brengen, dat een groot gedeelte daarvan niet tot het lezend publiek kan worden gerekend. Wij hebben voor ons liggen een nommer van het weekblad Uilenspiegel van den 5den Juli van dit jaar, waarin op de keerzijde der advertentie pagina een opgave voorkomt van de voornaamste binnenlandsche dag-, week- en advertentiebladen, waarin door bemiddeling van het Algemeen Adver tentie-bureau van Nijgh en Van Ditmar a d ver te n- tiën kunnen worden geplaatst. Die lijst is uit den aard der zaak niet als geheel volledig te beschou wen, en toch geeft zij een totaal van niet minder dan 223 bladen. Daaronder komen natuurlijk ettelijke tijdschriften voor, die aan bepaalde vak ken van wetenschap, kunst en nijverheid zijn gewijd, benevens talloos vele advertentieblaadjes, die in den laatsten tijd allerwegen in zwang zijn gekomen. Men ziet het, op het stuk van journalistiek zijn wij Nederlanders alles behalve misdeeld, wat trouwens geen verwondering kan baren in een "land waar men vrijheid van drukpers geniet, zoodat, neemt men aan dat de pers het voertuig der beschaving bij uitnemendheid mag heeten, wij onder de geciviliseerde natiën zeker niet lot de minst beschaafde behooren. Echter zou het van ettelijke nieuwsbladen moeilijk zijn aan te toonen, dat zij een zoo bijzonder gunstigen invloed op de beschaving uitoefenen. Ondanks dat verbazend groote aantal nieuws papieren worden er bij herhaling onbekende groot heden op het gebied der journalistiek aangekon digd, waarvan de verschijning niet altijd mag geacht worden te voorzien in een lang gevoelde behoefte." Zoo zijn er ook in de laatste dagen circulaires verspreid van twee toekomstige blaadjes, die, naar het ons toeschijnt, wel hun weg zulten vinden, ofschoon zeker niet bij dezelfde soort van lezers. Het eerste zal onder den titel van „De Coöpe ratie" voorshands eenmaal in de veertien dagen verschijnen om later bij voldoende deelneming wekelijks te worden uitgegeven. De beginselen, waarop de coöperatie moet berusten uiteen te zetten, de bestaande vereenigingen onderling in contact te brengen, ieder belangstellende tot voor lichting te strekken en ook de voornaamste bijzon derheden op coöperatief gebied in het buitenland mede te deelen ziedaar het hoofddoel. Is het blaadje eenmaal weekblad geworden, dan mag de abonnementsprijs, f 1,20 per jaar, inderdaad laag worden genoemd. Hel tweede blaadje, insgelijks een weekblad, zal in den geest van de veelgelezen „Illustrated Police News" een kroniek geven van buitenge wone voorvallen, misdaden en ongelukken, onder den titel van „Geïllustreerd Polilie-Nieuws". De Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIEN Van 1G regelsf 1.05. Iedere regel meer0.17b Groolere lellcrs naar plaatsruimte. firma Niendieck en Eden te Amsterdam, bij wie het zal verschijnen, zal ongetwijfeld zich in een groot succes mogen verheugende belangstelling (nieuwsgierigheid?) van het publiek in politie zaken is er ons borg voor. "Wat het doel der uitgave betreft, kan het zeker niet op éen lijn worden gesteld met eerstgenoemd blaadje. Echter zou het, daar het ongetwijfeld in veler handen zal komen, bij een goede redactie groot nul kunnen stichten, indien het tevens werd dienstbaar gemaakt tol voorlichting en zich niet bloot tot het geven van een kroniek van feiten bepaalde. LEIDENT, 19 September. De Hollandsche maatschappij van fraaie kunsten en wetenschappen hield heden in het Nutsgebouw hare gewone jaarlijksche algemeene vergadering, die door vele bestuurders en leden, zoo van hier als van elders, werd bijgewoond. De Voorzitter, de heer R. Koopmans van Boekeren, opende de vergade ring met eene redevoering naar aanleiding der gedenkteekenen en merkwaardigheden van de Martini-kerk te Groningen en vooral over een gedenkteeken dat er niet gevonden wordt en daar zeker eene plaats zou verdienen, een voor Mat- theus van Heiningen Bosch, den gevoelvollen Groningschen dichter, wiens werken tal van uit gaven beleefden, en nog door de jeugd niet alleen door de jeugd worden geschat. Hij wees op het zoetvloeiende van 's mans verzen, op den reinën geest dien ze ademen, en leide met die afwisseling van ernst en humor welke wij van den spreker gewoon zijn, een lauwerkrans op het graf van dien ontslapen zanger, die tevens in zijn leven een goed en edel mensch bleek te zijn. De algemeene secretaris I. M. E. Dercksen bracht daarop verslag uit over het afgeloopen maat- schappel'y'k jaar. waaruit blijkt dat de Hollandsche Maatschappij zich handhaaft op haar verworven standpunt en in bloei toeneemtgelijk het door hem als Bibliothecaris uitgebracht rapport eene vermeerdering van de boekerij aantoont. Als prysstof uit het gebied der Dichtkunst wordt gekozen „een Nederlandsch blijspel," waarop de antwoorden voor 1 Januari 1875 bij den lijdelijken algemeenen secretaris worden ingewacht. Tot algemeen voorzitter in het maatschappelijk jaar 1873/74 wordt gekozen de heer P. M. Keiler van Hoorn, te Dordrecht, waar de voorzittende afdeeling gedurende dat jaar is gevesligd, door welke tot algemeen secretaris benoemd is de heer S. Essenius Greeft, aan wien alle stukken de maatschappij betreffende behooren te worden toe gezonden van 1 October 1873 tot 1 October 1874. De voorzitter bericht dat op de prijsvraag „De kan selwelsprekendheid in onzen tijd" slechts éen ant woord was ingekomen met het motto„De meeste van dezen is de liefde." Hoewel de meerderheid der drie beoordeelaars zich zeer gunstig over dat antwoord had uitgelaten, waren echter allen eenparig van gevoelen dat de gouden eerepenning der maatschappij daaraan niet kon worden toegekend, een gevoelen waarmede bestuurders zich hadden vereenigd, echter niet zonder hel te betreuren dat de wet der maat schappij geene aanleiding gaf hare goedkeuring op andere wijze dan door het toekennen van dien gouden eerepenning uit te spreken. Het algemeen bestuur deelt bij monde van den Voorzitter al verder mede dat hel besloten heeft aan de begaafde romancière, Mevrouw A. L G. Bos- boom-Toussaint, in Den Haag, toe le kennen de gouden medaille, bestemd voor den schrijver van een in liet vorige jaar verschenen geschrift, en wel van haar roman „De Delftsche Wonderdoctor" en zulks in verband met de reeks van keurige historische romans reeds vroeger door haar geleverd. Het voorstel Leiden tot ondersteuning van het centraal bureau der vereenigingen voor volksvoor drachten lokt eene levendige gedachtenwisseling uit. Aangezien echter het voorstel der Leidsche Afdeeling niet wordt ondersteund, kan het niet in stemming worden gebracht. De heer De Jager dankt den voorzitter voor de leiding der vergadering; de heer Mr. G. Meentz drukt het vertrouwen uit dat de rede zal worden gedrukt. De leden vereenigen zich daarna aan een gemeenschappelijken maaltijd op Zomer- zorg. Van de zestig adspiranten, die aan het admissie-examen aan de Leidsche Hoogeschool hebben deelgenomen, zijn 50 toegelaten. De Commissie van Oppertoezicht en Beheer over de Kweekschool voor Zeevaart alhier brengt ter kennis, dat op Maandag 29 dezer alhier een keuring zal plaats hebben van knapen, welke bij 's Rijks Zeemacht een verbintenis wenschen aan le gaan. Naar men verneemt, heeft Dr. W. H. D. Suringar, rector van het gymnasium alhier, bij Burgemeester en Wethouders te Rotterdam ten geschenke voor de Gemeente aangeboden een prachtig gebonden exemplaar van zijn werk: E rasmus over Nederduitsche spreekwoorden en spreekwoordelijke uitdrukkingen van zyn lijd, uit 's mans Adagia opgezameld en uit andere, meest nieuwere geschriften opgehelderd." De schrijver heeft het werk opgedragen „aan zijne hoogge schatte vrienden in het buitenland, die sedert lang op het gebied der spreekwoorden-literatuur gearbeid hebben," de heerenAloysius Mutius Ottow, Kreisgerichts-director te Landeshut, in Silezië; Dr. Julius Wegeler, Geheimer Rath by het Med. College te Coblentz, en Dr. Friedrich Latendorf, leeraar bij het Gymnasium Frederi- cianum te Schwerin. Sedert Dinsdag-morgen te 8 uren wordt alhier vermist zekere weduwe v. H., achterlatende vijf nog jonge kinderen. Naar wij vernemen moeten de behoeftige omstandigheden, waarin zij verkeerde, daarvan de oorzaak zyn. Bij de Tweede Kamer is heden ingekomen een Koninklijk besluit, waarby de Minister van Financiën gemachtigd wordt de Staatsbegrooting voor 1874 aan te bieden, hetgeen morgen te 4 uren zal plaats hebben. De Commissie voor het ontwerp adres van antwoord op de Troonrede is gereed. Het ontwerp is naar de afdeelingen ver zonden. Van een volkomen vertrouwbare zijde wordt medegedeeld, dat de loopende geruchten, alsof er thans bij het Departement van Koloniën buiten gewone maatregelen zouden aanhangig zijn be treffende de uitzending van meesters in de rechten naar Nederlandsch Indië, geheel uit de lucht zijn gegrepen. De stoomschepen Malta en Mirzaporemet de verwacht wordende Indische mail, zyn den 15den van Alexandrië vertrokken. Het eerste werd 18 dezer te Brindisi en het laatste 28 dito te South ampton verwacht. Z. M. heeft benoemd tot ridder van de Eikenkroon den heer H. J. Van Hulle, rijks- horlulanus, ridder der Leopoldsorde te Gent. Wij vernemen, dat in een openbare ver gadering van bet Algemeene Nederlandsche Vrede bond, met medewerking van de Haagse he afdee ling van dat Bond, op Woensdag 23 dezer, des avonds le halfachl, op feestelijke wijze zal worden ont vangen de heer Henry Richard, lid van bet

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1873 | | pagina 1