stroo en hout, op den zolder. Het perceel is ge heel uitgebrand, en aan den ijver der brandweer en den hevigen slagregen heeft men het te dan ken, dat de belendende gebouwen bewaard ge bleven zijn. Huis en inboedel waren tegen brand schade verzekerd. Het Bestuur van het Koninklijk Instituut voor de taal-, land- en volkenkunde van Ned.- Indië heeft alle beoefenaars der Indische taal-, land- en volkenkunde en andere belangstellenden uitgenoodigd, tot het leveren van „een historisch onderzoek naar den uitslag van de pogingen tot kolonisatie met Europeanen in onze Oost- en "West-Indiën, of in andere tropische gewesten." Bijdragen kunnen ingezonden worden aan den secretaris van het Koninklijk instituut, Dr. Th. Ch. L. Wijnmalen in Den Haag. Spoediger en anders dan verwacht werd is de luit-generaal W. H. Doorman aan het leger en aan het hoog militair gerechtshof, waarvan hij als lid zijn ontslag gevraagd had, ont vallen. Maandag is hij, tengevolge eener gevatte koude en daardoor ontstane longontsteking, in Den Haag op ruim 74jarigen leeftijd overleden. Hij was, na bijna öOjarigen militairen dienst, versierd met Militaire Willemsorde, de Orde van den Nederl. Leeuw, het Metalen Kruis en het eereteeken voor langdurigen dienst. Als officier telde hij de meeste dienstjaren van allen in ons leger. Niet Z. M. de koning, maar H. M. de koningin moet voornemens zijn in het begin van October de Weener tentoonstelling te bezoeken. Z. M. de Koning zal, naar men met zeker heid verneemt, bij gelegenheid der viering van het derde eeuwfeest van Alkmaars ontzet, op 8 October a. s., die stad met een bezoek vereeren. De heer Coenen is niet benoemd tot tijdelijk conrector aan 't gymnasium te Nijmegen, maar hem is slechts gedurende de vacature van het rectoraat het onderwijs in de twee laagste klassen opgedragen. Tot leeraar in de Engelsche taal- en letter kunde aan de Hoogere Burgerschool te Dordrecht is benoemd de heer B. L. Teding Van Berkhout, vroeger leeraar aan de militaire Academie te Breda. Uit de legerplaats bij Milligen wordt gemeld Maandag zijn, wegens den verjaardag van Z. K. H. Prins Alexander, geene oefeningen verricht; er is parade gehouden in groot tenue, doch om de felle hitte zonder ransels, hetgeen eerst be volen werd toen de infanterie op het punt stond van uit te rukken. Het nemen der opstelling, enz. werd weder met de meeste voortvarendheid ver richt. De luit.-kolonel Pel commandeerde de parade. De infanterie trok naar de frontlijn, die ongeveer 600 passen aan de overzijde van den straatweg door seinpalen is aangeg.-ven. Daar stelden de 12 bataljons zich met divisiën in gesloten orde in bataille, op 30 passen onderlingen afstand, om de frontbreedte aanmerkelijk te verminderen. De cavalerie was inmiddels opgerukt naar den rech tervleugel, minstens 500 pas achter de frontlijn; doch in snellen gang bewoog zij zich van daar naar den linkervleugel der infanterie, waar zij benevens de artillerie plaats nam. Na de wapen schouwing veranderde de infanterie per bataljon rechts van directie en defileerde in gesloten orde. De veld-artillerie met batterijen-breedte in den draf; het regiment huzaren per escadron, de rijdende artillerie met sectie-breedte in galop. Nadat de infanterie den opperbevelhebber was ge passeerd, openden de bataljons zich successievelijk op de gewone afstandenwel noodig om op adem te komen, want de zon deed zich in al hare kracht gevoelen en de gesloten deelen merkten niet eens, dat er nu en dan een koeltje uit het Zuidoosten blies. De meeste troependeelen waren nog voor éen uur aan hunne tenten terug. Het tooneeljaar '1873/74 zal a. s. Zater? dag-avond in den Koninklijken Franschen Schouw burg in Den Haag worden geopend met de opera voorstelling van Rossini's Guittaume Teil. Maandag werd te Slikkerveer met goed gevolg te water gelaten de schroefstoomboot ge naamd Neptunusvoor rekening van den heer B. Janse te Gorcum en bestemd tot hel sleepen an schepen in de provinciën Zuid-Holland, Gel derland, Zeeland en Noord-Brabant. Sedert het begin der loopende maand zijn te Scheveningen van de haringvisscherij onder den Engelschen wal aangekomen 58 bommen, die gezamenlijk hebben aangebracht 1,548,000 stuks steurharing en 5602 ton pekelharing. Door tusschenkomst van de Commissarissen des Konings in de provinciën heeft de Minister van Binnenl. Zaken ter kennis van de gemeentebestu ren gebracht, dat, wanneer geëxarnineerden voor middelbaar onderwijs de hun uitgereikte akte ver liezen, zij ter vervanging dier akte eene verklaring van den Minister van Binnenl. Zaken kunnen bekomen, en dat, wanneer afgegeven getuigschrif ten van afgelegd eind-examen der hoogere burger scholen verloren zijn geraakt, de.belanghebbenden ter vervanging dier getuigschriften verklaringen kunnen bekomen bij den Commissaris des Konings der provincie, waarin het eind examen werd afgelegd. De Nederlandsche Bank had op 25 Aug. bij een muntmateriaal van f 101,377,802.49 voor eene som van f 63,897,551.48 minder aan bank biljetten in omloop dan waartoe zij gerechtigd is, terwijl het muntmateriaal op zijne beurt f 25,559,020.59 meer bedraagt, dan in verhouding tot de schuldvorderingen tot dekking noodig zou wezen. Ter kennis van belanghebbenden wordt gebracht dat het vaarwater in den buitenmond van den Nieuwen Waterweg van Rotterdam naar zee 2 decimeter is opgedroogd, zoodat thans niet meer dan 23 decimeter bij gewoon laagwater op den droge mag gerekend worden. Door den Nederlandschen consul te Gothen burg is de heer E. J. Smitt aangesteld als zijn vice-consul te Halmstad. Gisteren heeft te Frederikshaven, de fraaie residentie van koning Karei van Wurtemberg, de huwelijks-inzegening plaats gehad van den erf- groothertog Karei August van 8aksen-Weimar- Eisenach met prinses Pauline van Saksen-Weimar. De erfgroothertog Karei August, 31 Juli 1844 geboren, is de eenige zoon uit het huwelijk van groothertog Karei Alexander met groothertogin Sophia, geboren prinses der Nederlanden, zuster van Z. M. den Koning. Ten gevolge der benoeming van de heeren Rengers en Van Kempen tot adjunct-commies zijn door den Minister van Binnenlandsche Zaken aangesteld tot klerken bij dat Departement de heeren Canselaar en Leijendekker. De offic. van gezondh. der 2de kl. J. P. M. Trousselot wordt met den 6den Sept. a. s. geplaatst aan boord van Zr. Ms. wachtschip te Hellevoet- sluis, om dienst te doen bij de maritieme zieken- inrichting aldaar. De minister van financiën vestigt de aan dacht der belanghebbenden op de gelegenheid tot verzending der correspondentie naar Ned. Indië, door middel van het stoomschip Jasonvan de maatschappij „Nederland", waarvan het vertrek uit Nieuwediep op 31 Augustus aanstaande is bepaald, De daarmede te verzenden brieven enz. behooren uiterlijk in den namiddag van 30 Aug. aan het Nieuwediep aangekomen te zijn. Z. M. heeft den kapt. J. Van der Ree, van het 4de reg. inf., op pensioen gesteld, en het bedrag daarvan, met inbegrip eener toelage van f 25, vastgesteld op f 1090 's jaars. Z. M. heeft bij het personeel van den genees kundigen dienst der landmacht benoemd tot officier van gezondheid der 3de kl., den student voor den genoemden dienst (arts) J. Van Deventer. Z. M. heeft met ingang van 1 Sept. a. s. aan J. Van der Linde eervol ontslag verleend als tijdelijk leeraar aan de Rijks Hoogere Burgerschool te Middelburg; benoemd tot tijdelijk leeraar aan de Rijks Hoogere Burgerschool te Middelburg D. S. Gerth van Wijk. W. Gleuns en J. Broekema; tot tijdelijk leeraar aan de Rijks Hoogere Burger school te Helmond G. J. J. Ninck Blok.' Z. M. heeft aan S. Berghuis, eervol ontsl. amanuensis bij het kabinet van natuurlijke historie aan de hoogeschool te Groningen, verleend een pensioen ten laste van den Staat van f 195 's jaars aan C. Zeeman, te Amsterdam, als blijk van Zr. Ms. goedkeuring en tevredenheid wegens redding- van personen uit het water of bij brand, toegekend de bronzen medaille, ingesteld bij besl. van 22 Sept. 1855, alsmede een loffelijk getuigschriftaan H. Van Tilburg, te Amsterdam, als blijk van Zr. Ms. goedkeuring en tevredenheid wegens de red- i ding van een kind uit het water aldaar op 16 Juli jl.toegekend de bronzen medaille, ingesteld bij besl. van 22 Sept. 1855, alsmede een loftelyk getuigschriftaan J. F. W. Gonrad, hoofding. van den waterstaat in Zeeland, vergunning verleend tot het aannemen en dragen der versierselen van ridder der Leopoldsorde, hem door Z. M. den Koning der Belgen geschonken aan A. van Hooff, inge nieur van den waterstaat te Sluis, tot het aannemen en dragen der versierselen van ridder der Leopolds orde, hem door Z. M. den Koning der Belgen geschonken; aan Jhr. G. J. G. Klerck, adviseur, belast met de leiding van den aanleg van Staatsspoorwegen, tot het aannemen en dragen der versierselen van grootofficier der Leopoldsorde, hem door Z. M. den Koning der Belgen geschonken, Gemengd Nieuws. De heer N.die vroeger geruimen tijd in Den Haag woonde, doch voor eenige jaren naar het buitenland vertrok en thans op het Badhui; te Scheveningen logeerde, is Zondag-avond bij k muziekuitvoering in den Kon. Zoöl. Bot. Tu& plotseling neergevallen en was onmiddellijk een lijk. Een kleermaker, 26 jaren oud, waar van hij krachtens vonnis van het Hoog Militair Gerechtshof zes jaren in het tuchthuis en door een vonnis van de Rechtbank te Rotterdam achl maanden in de cellulaire gevangenis doorbracht, trad in den avond van 31 Juli 11. een horlogemakers winkel aldaar binnen, en maakte zich van eenige horloges meester, hetgeen echter door den winke lier bespeurd werd. De dief, bemerkende betrapt te zijn, ontvluchtte ijlings den winkel en zette het op een loopen, doch werd achterhaald en door een groot aantal menschen gevolgd, totdat een paar agenten hem arresteerden, die zagen dat hij twee glinsterende voorwerpen in het water wierp zoodat dan ook op diezelfde plaats den volgendei motgen twee horloges uit het water zijn opge baggerd. Ter zake van dien diefstal stond de be klaagde terecht, terwijl de verschillende omstan digheden door zeven getuigen werden bevestigd. De Rechtbank veroordeelde hem tot een jaar cel lulaire gevangenisstraf. Zaterdag had te Ellewoutsdijk een treffend ongeluk plaats. Vijf knapen van negen tot twaalf jaar gingen zich baden in de Schelde, op den zoogenaamden hoek van „Jantjes Kaatje", omstreeks tien minuten westwaarts van hel dorp verwijderd, terwijl de eb reeds sterk ingevallen was. Zij waagden zich te ver en geraakten in levensgevaar, maar wisten dat op éen na, die reeds te ver was afgedreven, te ontgaan door elkan der bij de hand te vatten en zoo den dijk te nade ren. Te halfzeven werd het lijk van den verdron ken knaap in een kreek gevonden en aan zijn bedroefden vader overgegeven. Onder de geredde knapen bevindt zich een broeder van den onge lukkige, die een jaar ouder is dan deze en nog met de anderen getracht heeft zijn broertje te behouden, maar te vergeefs. Een der zich in Den Haag bevin dende tambour-maitres bij het regiment grenadiers en jagers, heeft Zondag-avond op de Veenlaan een vrouw op een ergerlijke wijze mishandeld en haar daarbij een hevigen slag in den hals toegebracht, ten gevolge waarvan zij naar het politiebureel moest worden overgebracht, alwaar haar geneeskundige hulp is verleend. Later is zij per r'ytuig naar haar woning vervoerd, terwijl de militaire autoriteit in kennis is gesteld van het gedrag des soldaats. Betreffende de inbraak en den moord te Sweijkhuizen, in den nacht van 22 op 23 dezer, meldt men nog het volgende: Mejuffrouw Kisters werd door de maréchaussées des morgens badende in haar bloed gevonden, en had nog de kracht met gebroken woorden uit te brengen, dat de dader, door een doek om het hoofd te binden, ge tracht had zich onkenbaar te maken. Het slachtoffer, dat zeven doodelijke wonden had, alle door mes steken toegebracht, overleed kort na het afleggen dezer verklaring, en schijnt zich tegen haar aan rander verdedigd te hebben, daar het verirek, waarin de moord gepleegd is, zoowel op den vloer als op den muur, op verschillende plaatsen groote bloedvlek ken heeft. Een persoon, volgens sommigen een lid harer familie, uit het gehucht Krawinkel (gemeente Geleen), werd als vermoedelijke dader gearresteerd, en Maandag in verzekerde bewaring naar Maas tricht overgebracht. Een uitgewasschen hemd, dat nog versche sporen van bloedvlekken dioeg, be nevens een bebloede doek, waarvan hij geene verklaring kon geven, werden bij hem gevonden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1873 | | pagina 2