LEIDSCH
DAGBLAD.
IV0. 4143.
Woensdag
A0. 1873.
13 Augustus.
STADS-BERICHTEN.
Een verklaarbaar besluit.
PRIJS DEZER COURANT
Voor Leiden per 3 maandenf 1.
Franco per posln 1.40.
Afzonderlijke mers0.02.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
?an Zon- en Feestdagen, uitgegeven,
PRIJS DER ADVERTEXTIEN:
Van 16 regelsf 1.05.
Iedere regel meer0.174.
Grootere letters naar plaatsruimte.
PATENTBLADEN.
De BURGEMEESTER, Hoofd van het Gemeentebestuur
van Leiden, doet te welen, dat de ingevulde patentbladen,
over het dienstjaar ,1873 en 1874, voor Wijk 4, bij het
college van zetters, in een der vertrekken van het Raad
huis dezer gemeente, verkrijgbaar zijn, dagelijks, van des
middags twaalf tot twee uren en wel tot en met den
16den Augustus eerstkomende; terwijl na het verstrijken
van dien tijd, de onafgehaalde patentbladen van die wijk,
aan de deurwaarders der directe belastingen alhier, ter
uitreiking moeten worden afgegeven, die, voor hunne
moeite, mogen eischen hen cents zonder meer.
En wordt deze door plaatsing in de Leidsche Courant
afgekondigd.
De Burgemeester voornoemd,
STOFFELS, Weill, loco Burg.
Leidf-n, 9 Augustus 1873.
De mail heeft ons het bericht gebracht, dat
generaal Verspijck zijn eervol ontslag uit den dienst
heeft verzocht zonder opgave van redenen.
Wanneer de Indische opperofücier heeft goed
gevonden geen gronden op te geven voor het door
hem genomen besluit, zou op anderen de verplich
ting rusten dat stilzwijgen te eerbiedigen, ware
het niet dat reeds sedert geruimen tijd zooveel is
geschreven en gesproken oviA A'. jd i aftre
den van den generaal, dat, nu wij wei^uj.». voor
het feit staan, een hernieuwde bespreking daarvan
geen onbescheidenheid mag heeten.
Wij twijfelen er niet aan of ieder heeft, zoodra
hij met het mailbericht hekend werd, terstond
gedacht aan de benoeming van den oud-generaal
Van Swieten tot opperbevelhebber der tweede
expeditie tegen Atchin als de eigenlijke reden
waarom de Indische veldheer het besluit nam den
krijgsdienst vaarwel te zeggen. Dat oordeel was
gegrond op de omstandigheid dat het thans aan
den gewezen Indischen opperbevelhebber opgedragen
commando aanvankelijk bestemd scheen voor gene
raal Verspijck, zoodat deze zich door die aan
stelling verongelijkt kon achten.
Bovendien, men moet hierbij de Indische toe
standen in aanmerking nemen. Het leger in onze
Oostersche koloniën heeft nogal eens gelegenheid
om actief op te treden. Echter kunnen er en
uit een niet-militair oogpunt mag men het een
gelukkig verschijnsel noemen vele jaren ver-
loopen voordat men in de gelegenheid komt aan
een eenigszins belangrijke expeditie deel te nemen.
De soldaat, maar vooral de officier, wiens roeping
het is de wapens te voeren, ziet met verlangen
uit naar het tijdstip waarop het hem zal vergund
zijn ten strijde te trekken en, zoo hij zich onder
scheidt, lauweren te verwerven. Zich de gelegen
heid te zien henomen deel uit te maken, ja wat
meer is, aan het hoofd te staan van een belang
rijke krijgsonderneming, mag dus met recht een
teleurstelling heeten.
Voor ons echter bestond er nog meer aanleiding
•om het door generaal Verspijck genomen besluit
te verwachten, en wel in een geschiedkundig feit,
dat zeker aan weinigen onzer lezers hekend is,
maar aan hem, die er van op de hoogte was, alle
reden gaf om de door den opperofficier genomen
beslissing te verwachten. Ziehier wat wij bedoelen.
De oorlog op Borneo tegen den beruchten
Hidayat was na vier jaren van strijd of liever van
vermoeienis en ontbering geëindigd. Men moet het
werk daarover van den gevierden Van Rees hebben
gelezen om te kunnen begrijpen met hoeveel moed
niet alleen, maar met hoeveel beleid vooral de
kundige Verspijck, aan wien het opperbevel was
opgedragen, te werk was gegaan om dien gewenschten
uitslag te verkrijgen. De streek die men voorgoed
van wjanden gezuiverd waande, slak niet zelden
eensklaps de vaan des oproers weder opin
onderwerping gekomen hoofden, op wie men met
grond meende zich te kunnen verlaten, bleken
menigmaal met de muitelingen te heulen, ja
trachtten door valsche berichten en ondergeschoven
brieven de werkelijk aan het gouvernement getrouwe
vazallen in verdenking te brengen. Op de grenzen
sultans van onafhankelijke rijken, die de opstande
lingen van krijgsvoorraad voorzagenbinnenslands
dweepzieke priesters, die er maar al te dikwerf
in slaagden de werkelijk naar vrede hakende
bevolking de wapens weer te doen opvatten
verraad van gidsen en zorgeloosheid van eigen
officierenaarzeling hij jonge, niet aan het vuur
gewende soldaten, roekeloosheid niet zelden bij
anderen. Ziedaar slechts enkele van de tallooze
moeilijkheden, waarmede Verspijck had te worstelen
en die hij alle te boven kwam. Al zijne handelingen
droegen dan ook de volledige goedkeuring weg
van den toenmaligen gouverneur-generaal, die
hem als een billijke erkenning zijner verdiensten
de waardigheid van civiel en militair gezaghebber
opdroeg van het tot rust gebrachte gewest.
Ook aan de verbanning van zekeren vooral
gevaarlijken inlander had de landvoogd zijn zegel
gehecht. De sluwe inboorling echter, thans te
Batavia gevestigd, wist zich bij den opperbestuurder
te doen voorkomen als het slachtoffer van onrecht
vaardigheid en verwierf de vergunning naar Borneo
terug te keeren.
En Verspijck? Gegriefd door die miskenning,
en den terugkeer van den op zijn voordracht
verbannen inlander terecht als een ondermijning
van zijn gezag en een afkeuring van de vroeger
door hem gevolgde gedragslijn beschouwende, vroeg
en verkreeg zijn ontslag als gouverneur van het
Bandjersche rijk.
Wij onthouden ons van oordeelvellingen over
de door generaal Verspijck gevolgde gedragslijn;
zij liggen niet op onzen weg. Wij wilden alleen
aantoonen welk feit uit de vroegere loopbaan van
dien officier ons aanleiding gaf te verwachten dat
hij zou handelen zooals hij deed.
Wel stemmen wij toe dat beide gevallen niet
volkomen gelijkstaan, maar in de daadzaak van
vroeger ligt toch een zekere strekking, die leiden
mocht tot de door ons gemaakte gevolgtrekking.
LEIDEN, 12 Augustus.
Bij de heden gehouden verkooping van
Cokes op hel Raadhuis alhier van partijen van
100, 50, 10 en 5 hectoliters waren de hoogste
prijzen f 51, f 26, f 5,20 en f 2,60; de laagste
51, 25,50, f 5,10 en f 2,55.
Den 16den Augustus zal van Rotterdam
naar Noord-Amerika vertrekken het stoomschip
Castorkapt. De Boer, waarmee de gelegenheid
is opengesteld tot het verzenden van brieven,
monsters en drukwerken. Laatste lichting te Leiden
den 15den Aug. 5 u. 20 m. des avonds.
Aan het eind-examen der hoogere burger
scholen in Zuid-Holland, afgenomen te Leiden, is
deelgenomen door 57 candidaten, van welke 13
zijn afgewezen. De namen van hen, aan wie het
diploma is uitgereikt, zijnF. A. E. Auffmorth,
J. Van Cappelle, O. Van Cattenburch. L. M. J.
Immink, J. Lion, A. M. H. J. Stokvis, G. E. J.
Tolsma, F. Van Valkenburg, leerlingen der hoo
gere burgerschool in Den Haag; H. R. De Breuk,
A. C. Brico, L. J. C. Van Es, J. Van Haarst,
J. H. De Heer, A. J. C. E. Van Heijcop ten
Ham, T. C. Intveld Jr., A. J. Kessler, J. F. Le
Roux, M. J. A. Masthoff Jr., W. H. De Roo, A.
J. Schelling, J. L. Schouten, T. J. Stieltjes Jr.,
F. M. Van Veen, van de hoogere burgerschool te
Delft; F. J. Bremmer en W. F. Tak Jz. van de
hoogere burgerschool te Schiedam; J. W. Ber-
kelbach van den Sprenkel, A. Caland, G. Van
Duiken, H. Glazener, A. Vroesom de Haan, T.
M. G. Keulemans, C. J. M. G. Kortman, L. M.
Meijsenheim, M. L. Noordyk, J. A. Rochussen,
H. N. Stuart, G. Sweerts de Landas Wijborgh,
G. J. Vaillant, van de hoogere burgerschool te
Rotterdam; H. De Jongh, A. Kuipers, B. Kwast,
K. Lodder, A. Stoop en F. C. W. Stork, van de
hoogere burgerschool te Dordrecht.
Uit Boskoop wordt gemeldDe thans afge-
loopen aardbeziënpluk was een der voordeeligste
die er ooit hier geweest zijn; alleen door de Com
pagnie zijn verzonden voor een bedrag van f 29400,
waaronder echter begrepen is een kleine som voor
kruis- en aalhessen. Dit gunstig resultaat, het
gevolg van eene overvloedige opbrengst en goede
prijzen (dit laatste weder het gevolg van het schier
geheel ontbreken van kersen, de concurrent der
aardbeziën) heeft men toch bovenal te danken aan
de nieuwere ingevoerde en hier uit zaad ontstane
soorten. Deze toch maken het mogelijk, door hare
verbazende grootte, een getal potten te plukken
dat met de vroeger gekweekt wordende soorten
onmogelijk was. Kon men van de oude soorten
acht potten per uur plukken, men plukt er thans
twintig per uur, zoodat er aardbeziënkweekers zijn
die op een dag 1400 potten konden aanbrengen.
De soorten die thans het meest voor de markt
aangekweekt worden, zijn Princesse royale, Yucunda
en de hier uit zaad ontstane soort Roem van Zuid-
wijk, die zeker weer op hare beurt door andere
zullen vervangen worden, daar de ervaring leert
dat ze maar weinige jaren hare grootte en vrucht
baarheid blijven behouden.
Naar men verneemt, heeft de Pruisische
Regeering concessie verleend voor de lijn Salzber-
gen-Harlingen, voor zooverre die over Pruisisch
grondgebied loopt.
De Koning der Belgen heeft den heer W. F.
Del Campo genaamd Camp, gepensioneerd majoor
ingenieur, als commissaris voor de onderhandelingen
met België over de indijking van het Zwin, benoemd
tot ridder der Leopolds-orde.
De Société Royale de Numismatique de
Belgique heeft een medaille toegewezen aan onzen
landgenoot Maurin Nahuijs wegens vele en belang
rijke diensten, aan dat Genootschap bewezen.
Men verneemt dat hij het Dagelijksch Be
stuur van Amsterdam het plan bestaat, aan den
Gemeenteraad voor te stellen een premieleening
van 10 millioen aan te gaan. Dit voorstel zou
vergezeld gaan van een uitgewerkt plan tot ver
betering der communicatie binnen de stad.
De heer Fred. Muller te Amsterdam is
benoemd tot correspondeerend lid van de Rhode-
Island historical Society.
Gisteren heeft te Rotterdam in de kerk
van den H. Laurentius (der Oud-Bisschoppelyke
Clerezy) de wijding plaats gehad van monsgr. C.
J. Rinkel, tot nu toe pastoor bij de gemeente der
O. B. G. te Krommenie, tot Bisschop van Haarlem,
en van monsgr. Dr. J. H. Reinkens, hoogleeraar
bij de Universiteit te Breslau, in Pruisisch Silezië,
tot Oud-Katholiek Missie-Bisschop voor Duitschland.
Blijkens de Köln. Zeitung zal aan monsgr.
Reinkens in Duitschland een prachtig bewerkte
ring en kruis worden aangeboden, benevens een
staf, met edelgesteenten bezet, waarvan de bewer
king aan een juwelier te Pforzheim is opgedragen.