ceel zoowel als de inboedel waren tegen brand schade verzekerd. Het geven van cadeaux van den Schach van Perzië en maarschalk Mac-Mahon over en weer, herinnert ons een trek van Oostersche beleefdheid, die de fabel van portretten in diaman ten gezet verre achter zich laat. De radjah van een der kleine Indische Rijken, die onder het protectoraat van Engeland staan, had zich een vurig bewonderaar getoond van de beschaving zijner meesters. Hij had zoo goed en kwaad moge lijk hun taal aangeleerd en bezocht meermalen den onderkoning van Engelsch-Indië te Calcutta. Eens, dat deze hem in zijn kabinet ontving, be merkte onze radjah op de tafel een deel van de Edinburgh Review. Hij vroeg dit ter lezing te mogen medenemen, hetgeen de onderkoning gaarne toestond. Eenigen tijd daarna bracht de radjah het boek terug en zoo sprekende over den inhoud, vroeg hern de Engelschman of hij er ook iets merkwaardigs in gevonden had. Ozeer veel schoone zaken," antwoordde de Indiër, maar ik heb ook veel onsamenhangends gevonden." „Wat dan vroeg de onderkoning verbaasd. Zie maar eenshet begin van deze phrase daar spreekt van de jacht op orang-oetans, niet waar'? Welnu, sla het blad om en lees het einde, daar is quaestie van Maria Stuart!" De onderkoning kon zich niet onthouden over deze opmerking hartelijk te lachen de bladen waren niet opengesneden, en zoo had, zonder daarvan iets te merken, zijn vasal het boek doorgelezen. Hij nam dus een op de tafel liggend prachtig vouwbeen met gebeeldhouwd handvat, en maakte den radjah met het gebruik daarvan be kend, die, deze uitvinding van het menschelijk verstand ten hoogste prijzende, toch zijne ver wondering te kennen gaf, dat men den binnen kant van de bladzijden had kunnen drukken, zonder deze eerst van elkander te scheidenook dit werd hem uitgelegd. Bovenmate gelukkig over de opge dane kennis, verliet de radjah daarop den onder koning, zwerende zijn geheele leger met deze papiermessen te zullen wapenen (De Engelsch man verlangde niets liever) en met zich nemende dat van den onderkoning, hetwelk Z. H. hem cadeau had gedaan. Een jaar was na dit voorval verloopen en de Engelschman was de heele his torie reeds vergeten, toen hij op een morgen het voorplein van zijn paleis een schitterend opge tooide bende zag binnentreden en in het midden daarvan den radjah, zittende op een kleinen olifant. Reeds van verre zag deze den onderkoning, dien hij toeriepHebt gij bij geval een onopengesne- den nommer van de Edinburgh Reviewwerp het mij dan even toe." De Engelschman wierp hem van het terras een boek toe, dat door den olifant werd opgevangen, die het omdraaide en vervolgens tusschen de slagtanden bracht. O ver bazing! de onderkoning bemerkte, dat aan die tanden de vorm was gegeven van zijn vouwbeen Niets mankeerde er aan, zelfs de gebeeldhouwde greep niet. Met eene onbegrijpelijke vlugheid bracht het schrandere dier den kunstig bewerkten slagtand tusschen de bladzijden, die in een oog wenk waren opengesneden, en zich vervolgens naar het terras begevende, hief hij den snuit op en legde het boek in handen van den onder koning. De Indiër steeg daarop af, en op den olifant wijzende, sprak hij tot den onderkoning: „Beschouw dit dier als het uwe; ik geef u hier mede uw vouwbeen terug." Uit New- York wordt gemeld: Het stoomschip Wawasset. met een aantal passagiers, is geheel verbrand op de rivier Potomac. Veertig passagiers verloren het leven. Men meldt uit Antwerpen van 10 Augustus: Gisteravond had op de halte Stuiven- berg weder een spoorwegongeluk plaats. Men ver moedt, dat de wissel verkeerd lag, waardoor een personentrein van den Grand Central Beige op een aldaar staanden zandtrein is gereden, waar door vier waggons werden verbrijzeld. De weinige reizigers zijn er, zoover men verneemt, met lichte kneuzingen afgekomen, terwijl ook een van de con ducteurs licht werd gekwetst. In een rapport mondeling gedaan, en schriftelijk overgeleverd aan de Hoog Mog. Heeren Staten Generaal der Vereenigde Nederlanden, door Johan Thijssen gewesene Raad extraordinaris, en voor Commandeur der Pietourvloot, in Decem ber van Batavia vertrokken, en in 't laatst van Junij deses jaars 1669 in dese Landen gearri- veert," welk stuk voorkomt in „Tooneel des Oorlogs opgerecht in de Vereenigde Nederlanden", van Lambert van den Bosch, deel I bladz. 55 en 59, lezen wij reeds het volgende over Atchin „Met Atchin stonden de saken so maar m mid- delmatigen doen, en wierd het contract met de Koningin aldaar, rakende den Win handel in Pera, niet na behooren onderhoudenwaaruit dan ont- stont dat men de Penasche Revier met een jacht en twee Chaloupen beslooten hield; doch evenwel soo niet, of den Atchinder wierd den in en uyt- gang van dien, sonder eenige hindernis, vrijelijk toe-gelaten. Die van Dilly sijn de Kroon Atchin jongst ook af gevallen, hebbende over sulks bij den Gouverneur van Malacca verzocht, onder des Com pagnies bescherming te mogen aangenomen wer den, dat hun, als met Atchin noch in vrede sijnde, heusselijk ontsegt is." BUITENLAND. Franki'ij k. Het Journal officiel bericht, dat Frankrijk opnieuw een vierde milliard van zijne oorlogs schuld aan Duitschland betaald heeft, zoodat nog slechts 250 millioen van het laatste milliard te betalen overblijven. Ouitschlfind- Te Berlijn bericht men, dat de kapitein-ter-zee von Reibnitz, commandant der Duitsche korvet Gazelledie naar China zal vertrekken om aldaar de Nymph af te lossen, met eene bijzondere zen ding zal worden belast, namelijk: de Samoa- of Schipperseilanden in den Stillen Oceaan aan te doen er eene schadevergoeding van 8000 dol lars te eischen. Tijdens de Nymph er zich had opgehouden, hadden de hoofden der aldaar oorlog voerende partijen zich verbonden, die som aan den Duitschen consul Weber uit te keeren, als scha deloosstelling voor dieverijen op plantages van aldaar gevestigde Duitsche landverhuizers en andere jegens de Duitschers gepleegde misdrijvenmaar nauwelijks was de Nymph vertrokken, of de hoofden verklaarden aan den consul, dat zij niet voornemens waren die verbintenis na te komen en dat zij verder in alles naar goedvinden zouden handelen. De Duitschers zijn er zeer bevreesd voor gewelddadigheden van de inboorlingen. Ook te Heidelberg vinden de dames-studen ten geen troost. Op het verzoek van een aantal dezer dames om toelating tot de collegiën, heeft de Academische Senaat ten antwoord gezonden, dat er voortaan geen dames bij de Universiteit meer worden toegelaten. Spunje. Blijkens den tekst van het wetsontwerp tot scheiding tusschen Kerk en Staat, zal de Staat de onafhankelijkheid der Kerk en vrije uitoefe ning van haren eeredienst erkennen. De tusschen- komst van den Staat in kerkelijke benoemingen, dispensation, concessiën, enz. vervalt. Mocht er in de afkondiging van Pauselijke breves of andere kerkelijke stukken iets strafbaars voorkomen, dan zal eene gewone rechterlijke vervolging worden ingesteld. De Slaat kent aan de geestelijke zusters in de kloosters het recht toe op ontvangst der jaargelden, die haar krachtens de thans bestaande wetten zijn toegekend. Hij erkent de contracten met particulieren voor reparatie van kerkgebou wen. Alle leden der Katholieke Kerk zullen onder worpen zijn aan het gemeene recht, in hunne hoedanigheid van Spaansche ingezetenen. Ten op zichte van de rechten en goederen die de Kerk thans bezit, zoowel als van de gelden die zij thans uit de staatskas geniet, zal alles bij afzonderlijke wetten nader en definitief worden vastgesteld. Alleen wordt nu bepaald, dat de tegenwoordige kerkgebouwen voor den openbaren eeredienst be stemd zullen blijven, behoudens de rechten, welke particulieren er op mochten hebben en kunnen doen geldengebouwen die als kunstmonumenten worden beschouwd, worden gesteld onder recht- streeksche bescherming en toezicht van den Staat. De troepen hebben Vrijdag-middag te Va lencia hun intocht gehouden. De revolutionaire Junta en de soldaten der opstandelingen zijn te Grao naar Carthagena scheep gegaan. Uit Madrid wordt van gisteren gemeld Grenada vraagt twee dagen tijd om zich te on derwerpen. De insurgeriten bieden aan de wapens neer te leggen en het gestolen geld terug te geven. De bende van Peco is door Adespena ontbonden. Er wordt eene kanonnade tegen Berga verwacht- In eene correspondentie uit Madrid in het Journal des Debats wordt gezegd, dat velen over tuigd zijn, dat Contreras zelf verzocht heeft als gijzelaar aan boord van de Friedrich Carl te mogen blijven, om zoodoende heelhuids uit de onderneming te geraken, waarin hij zich dwaaslijk begeven had. De Carlistische bevelhebber Mulito is bezig de Carlisten in het gebergte van Toledo te organi- seeren. Hij had 250 Remington geweren uit Ma drid ontvangen. Castells, die van Don Carlos eene aanstelling ontving als opperbevelhebber van To ledo, is Aranjuez binnengetrokken en heeft het ameublement van het Paleis en andere eigendom men van de Kroon weggevoerd. Verscheidene kapelaans, die bij de jongste regeling van hunne regimenten verwijderd werden, zijn in de Bas- kische provinciën aangekomen. Op de handelsstoomboot Maria is beslag ge legd wegens vermoeden dat zij de 6000 geweren heeft aangevoerd, die te Liguer, bij Fontarabia, aan wal gebracht zijn voor de Carlisten onder bevel van Vallaro. De Carlistische bevelhebber Roca is Miranda binnengetrokken, waar hij een schatting heeft geheven van 2800 dollars. Drieduizend Carlisten met 200 paarden en 3 stukken geschut, bij Leusannes vereenigd, zijn naar Berga opgerukt. Kolonel Maturina heeft ge tracht de bende van Cercos bij Garcia te over vallen, maar verloor, tengevolge der ongunstige stemming zijner manschappen, de cavalerie die hij bestemd had om den Carlisten de passage af te snijden. De Regeering heeft bij de Cortes een wets ontwerp ingediend, volgens hetwelk eene straf kolonie op de Ladronen of Dieven-eilanden zal opgericht worden. Het doel is om de in hare handen gevallen en nog te vallen rebellen der waarts te deporteeren, evenals Frankrijk voor de oproerlingen van de Commune eene strafkolonie in Caledonië heeft opgericht. De Duitsche consul te Almeira, wiens huis door het bombardement van de Regeeringstroepen zoo goed als vernield is, eischt deswege eene schadevergoeding van 50.000 douros. De Cortes hebben machtiging verleend om eene vervolging in te stellen tegen 9 afgevaardigden. De minderheid zal zich terugtrekken als het Gouverne ment weigert amnestie te verleenen. Oostenr.-Hong.-Monarchie. Uit Weerien wordt gemeld: Het bericht dat de Vorst van Montenegro door een pistoolschot ver wond zou zijn, is geheel van grond ontbloot. Men verneemt dat Keizer Frans Jozef van plan is met Keizer Wilhelm, waarschijnlijk eerst na de prijsuitdeeling bij de wereldtentoonstelling, Gastein te bezoeken. Zwitserland. Het ontwerp eener Europeesch-Noord-Ameri- kaansche postconventie, waarover in het inter nationaal Congres te Bern (in September) zal worden beraadslaagd, is thans in zijn geheel be kend. Volgens dit ontwerp zal er voorloopig geen uniform porto worden vastgesteld. In afwachting daarvan zal ieder der contracteerende Staten zelf standig het bedrag bepalen van het porto der brieven naar de andere contracteerende Staten, onder voorwaarde dat er niet meer dan 3 gro- schen, of 4 pence of 40 centimes voor een enkelen ongefrankeerden brief mag worden gevorderd. Alle briefkaarten zullen gefrankeerd moeten zijn en overigens met een gewonen gefrankeerden brief gelijkgesteld moeten worden. Perzië. Aan den Friend of India werden uit eene betrouwbare bron de volgende mededeelingen aan gaande den toestand der Christenen in Perzië gedaan. De Christen-bevolking van Perzië bestaat uit omstreeks 25,000 Armeniërs en evenveel Nestorianen. Van de eerstgenoemden wonen er 6000 in Tabriz en Julfa in de nabijheid van Is pahan, terwijl de overigen het landbouwersbedrijf uitoefenen en over de provinciën Ispahan, Iral en Azar-Bijan verstrooid zijn. De Armeniërs staan tegenwoordig niet meer aan vervolgingen bloot en de Nestorianen zijn verschoond van den militairen dienst; niettemin staan de Christenen in Perzië

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1873 | | pagina 2