FEUILLETON. HET SCHIJNGELUK. N°. 4073. Woensdag A0. 1873. 21 Mei. STADS-BERICHTEN. TWEE GEWICHTIGE BESLUITEN. LEIDSCH DAGBLAD. F*RIJ"8 DEZER COURANT Voor Leiden per 3 maandenƒ3.00. Franco per post3.86. Afzonderlijke Nommers0.06. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. FTtl.TW OER ADVERTKNTIEN Van 16 regelsƒ1.06. Iedere regel meerB 0.17%. Grootere lettere naar plaatsruimte. Uithoofde van den Hemelvaartsdag zal dit Blad Donderdag niet worden uitgegeven. Voor hen die verzuimd mochten hebben zich op de door het Ge meentebestuur bepaalde dagen ter inschrijving voor den schutterlijken dienst aan te melden, wordt daartoe alsnog gelegenheid gegeven ten Raadhuize, op aanstaanden Vrijdag 23 Mei, des voortniddags van 10 tot 1 uur. (Ingezonden.) En nu het tweede besluit: het doen sluiten der 6 hier bestaande iubrengkantoren bij de stads bank van leening, binnen een te bepalen termijn, waarschijn lijk 31 December. Nauwelijks was dit besluit genomeu of ik ver- uam reeds van iemand de klachtdie arme in brengers, 't is toch hard om iemand zoo 6poedig buiten betrekking te stellen. Maar juist omdat de sluiting der iubrengkantoren iets is, dat vbd eeoe autoriteit uitgaat, zal men meDSchen vinden die klachten als de genoemde doen hooren. Zulke menscben behooren tot die klasse van meDschen welke liever een locaal belaug dan dat van eenige particulieren opgeofferd zien. Zou meu hier, om hee- ren of dames inbrengers te believen, nog langer laten voortgaan met het zoogenaamde uitzuigen, van onze fabriekwerkers en kleine burgers. Reeds lang genoeg nebben die menscben, wanDeer zij geldgebrek hadden, en hunne toevlucht tot de inbrengers Damen, een rente betaald waarvan het grootste gedeelte ten voordeele dier inbrengers, die hunne algeheele verarming bij 't veelvuldig gebruik maken vaD op die wijze geld te verkrij gen, noodwendig moet ten gevolge hebben. Het pandjes inakeu is bij sommige, ik zal Diet zeggen goede huisvrouwen in onze stad, als 't ware een manie geworden. Hebben zij maar krimp, en is er nog goed voorbanden, welnu dan is het lombardbuis een zeer gemakkelijk middel om geld te krijgen. Zij stellen zich dao gerust met de gedachte, ik verkoop toch mijn goed niet, en de volgende week haal ik het terug. Ja, de vol gende week halen zij het terug, maar wanneer het goed eenmaal weg is en al is het dan ook maar voor f 1, dan betalen zij toch voor het ge bruik van f 1 voor slechts eene week f 0.05 ten bate van den inbrenger. Maar die gulden, 't is zoo moeielijk die Zaterdags-avonds van het kleine weekgeld af te nemen, en 't goed is dan ook zoo direct nog niet noodig, de huisvrouw zal het nog maar een weekje lateD staan. Het pandje staat een weekje en nog eeD weekje eD begint einde lijk uit de gedachte te geraken. Het goed is niet meer Doodig, uien heeft zich bereids met anderveel slechter beholpen, het wordt door de bauk verkocht, de meergelden worden vergeteD te halen, en de huisvrouw beeft per slot van rekening voor f 0.95 haar goed verkocht, dat mis schien 3 of 4 waard is. Wel is waar zal dit ook bij de bank zelve kun nen gebeuren, 't is hier toch hoofdzakelijk de,schuld der achteloosheid vao de persoon, die beleeod beeft. Maar du nog een ander voorbeeld. Een huisvrouw heeft het zondagsche kieltje en broekje van haar jongste zoontje beleend voor 1, daar zij op een goeden morgeD, hare buurvrouw eens willende omhalen, geeD geld daarvoor voor handen had nu koint de Zaterdagavood, ja, het kind moet morgen toch netjes zijn, en zij heeft juist de verdienste welke haar man deze week gehad heeft, ontvangen, maar zij zal er inaar net de volgende week mee kunnen rond komen. Nu, zij zal er inaar 1.02% afnemen,dan kan het goed, als het kind er Zondag netjes mee geweest is, wel weer worden weggebracht, dan krijgt zij toch weer fl terug; maar neen, zij krijgt alsdan geen f 1, slechts 0.97% eu zij verliest op die mauier elke week 0.05 als zij du 6 maan den zoo voortgaat, betaalt zij maar niet meer uf minder dan 26 X 5 ets. of f 1.30 reote, geheel ten voordeele vaD den inbrenger. Alen zal nu kunnen tegenwerpen, dat hier geld ge li d is om te verkwisten en dat is ook zoo, maar bet grootste aantal weekpauden zal toch wt-1 meer uit nood, dan uit verkwisting worden gemaakt. Behoeft het nog betoog, dat waar zulke feiten plaat9 hebben, nie. dan uadeelige toestanden ge boren worden, en (lat de inbrenger voor het groot ste gedeelte zijn testaan vindt in eene woeker winst, die de arme man hem, wil hij zoogenaamd geholpen worden betalen uioet; de arme man zeg ik, want hij toch is het juist, die geen goe deren heeft, waaro, veel geld kan worden voor geschoten, en die dus van den tegenwoordigen toestand het meest de dupe is. 't Is waarlijk een treurig gezicht wanneer men Zaterdags lot ongeveer 1 uur na middernacht en 's Maandags morgens reeds vroeg aaa sommige iubreugkantoreu de menschen zich als 't ware ziet verdringen, oin toch maar geholpen te wor den, om langzamerhand al meer en meer achter uit te gaan. Ware de opheffing der inbiengkantoren alleen oin hem die zijo toevlucht tot de bank moet nemen te helpen door het laten betalen van minder rente en kosteD, reeds dan mogen wij ons in het besluit verheugen, doch wij krijgen daardoor ook een waaroorg, die het uitoefenen vaD alle kwade praktijken indieu zij mochten bestaan hebben, onmogelijk maakt. Met genoegen zal dus zeker meuigeeu den dag te gemoet zien, waarop door de commissie, bestaande uit de hee- ren Cock, Buys en Bijleveld, een nieuw ontwerp- reglement aan den gemeenteraad zal worden aaDgeboden. Alvorens te eindigen vvensch ik nog de lezing vbd het door bovengenoemde commissie uit gebrachte rapport dd. 1 Maart bij allen die in deze zaak eeuig belang stellen aan te bevelen. De moeite zal zeker niet onbeloond zijn. LEIDEN, 20 Met. De Minister van Koloniën beeft eene memorie van beantwoording ingezonden op het verslag der Commissie van Rapporteurs over het wets ontwerp houdende bekrachtiging eener overeen komst met de Nederlandsche Handelmaat schappij. De Minister ontkent, zooals sommige ledqn ten onrechte meenden, dat deze voordracht de strek king beeft bet consignaliestelsel in stand te bouden. De bekrachtiging van de overeenkomst beslist daaromtrent oiets en de regeering zal geheel vrij ziju om al of niet te consigneeren, en liet is zelfs niet geheel juist iu deze overeeukomst een getemperd consignatiestelsel te zien. Het onderpand van vijf millioen is niet een waai borg voor de Daar Ne derland over te voeren producten, maar strekt ter verzekering van de getrouwe nakoming der verplichtingen, die de overeenkomst aan de Maat schappij oplegt. In het aannemen van dat onder pand, zegt de Minister, ligt dus volstrekt met eene soort van toezegging dat met de consignatie zal worden voortgegaan. De Minister blijft bij zijne meening, dat eene vergelijking tusschen dëkoffieprijzen iiiër te lande en in Indië verkregen, onmogelijk zoo kan wor den ingericht, dat daaruit met eenige zekerheid blijkt, welke verkoop van deD Staat het voor- deeligst is geweest. Verder wordt de verzekering gegeven, dat de vèrdeeling van de koffie-aanvoeren tusschen de vijf koopsteden geheel buiten de thans behan delde overeenkomst ligt, daar de Reg. niet aan de statuteu van de Handelmaatschappij gelion- den is en ook omtrent die verdeelmg de instruc tion kan geven, die zij goedvindt. Wat betreft de bezwaren tegen art. 1 der over eeukomst, zegt de Minister dat de afschepiug en het vervoer der producten iu elk geval geschiedt üoor tusschenkouist der Maatschappij, wier werk kring in dit opzicht volkomen dezelfde blijft als vroeger. Men heeft zich, volgens den M/n., op een min der juist standpunt gesteld, vyanneer uien het commissieloon voor de koffie volgeDS het nieuwe contract, dat eerst iu 1875 werken zal, beoordeelt naar de hooge koffieprijzen, die thans betaald worden. Even als aDdere producten is de kplfie aan rijzing en daling onderhevig, en de hooge prijzen kuDnen reeds in 1875 door lage zijn ver vangen. De .Regeering is van tneening dat de commissie van 2 percem, ook wanneer men die vergelijkt met hetgeen particulieren betalen, billijk en niet te hoog is te noemen, terwijl eene vermindering van die commissie van 2 op 1% perc. slechts eene onbeduidende besparing zou opleveren. Aan het slot der memorie wordt medegedeeld dat het de bedoeling is om alle geschillen, uit deze overeeukomst voortvloeiende, aan scheids lieden op te dragen. Bij de heden gehouden verkobpiDg van Cokes op het Raadhuis alhier, van partijeo van 50, 10 en 5 hectoliters, waren de hoogste prijzen f 22.50, f 4150 en f 2.25; de laagste ƒ22.50, f 4.60 en f 2.25. De Commissie van Opertoezic'it en beheer over de Kweekschool voor Zeevaart te Leiden heeft bekend gemaakt, dat op deD 26. Mei a. s te Lei den een keuring zal plaats hebben van knapen, die bij 's Rijks Zeemacht een verbintenis wen- sclten aan te gaan. Mijers' „graod oirque Américain" was gister avond goed bezet. De voorstellingen waren in menig opzicht buiteogewoon te noeuieD, zooals het voltigeereD en draven van de clowns, de gym nastische toeren van de beeren Le Barr en Sil- vado, die iu de hooge rijkunst van mad. Eldred, terwijl de Wonderhoeden, door de clowns voor gesteld, het publiek bij uitstek beviel. Zoo ook de dressuur van het volbloed paard Mexico, de voorstelling van Engeland, Schotland en Ierland door tnad. Boufanti, oe toeren van den beer Charl ton op zijne verbazend hooge stelten, miS9 Visser (lie met haar buiteDgewooD schoon paard de hooge rijschool doorliep, de olifanten die het publiek door hunne toqren vermaakten eu waarvan het bijna onbegrijpelijk is boe de heer Cooper ze zoo heeft kunnen africhten. Niet minder verdient ver melding het trambuliuspiiDgen door een deel van bet beereo personeel,, het rijden op bet ongezadelde paard van den jongen Waiter Effired, de honden- dressuur van mis? Carlotta Felix; eu al wat ver der gegeven werd. Ten slotte de merkwaardig gedresseerde leeuwen in de kooien. De heer Coo per beweegt zich vrij te midden dier roofdieren, sleept ze door elkaar of hel schoothondjes waren ën ofschoon het aan^chpuyveu yan een dergelijk tooneel iets verschrikkelijks heeft, moeten wijden moed en onverschrokkenheid van den dresseur bewonderen. De Ausstellpngs-Ztilttng bevat een artikel van Pr. Jupus \Viesper oyer de producten uit de Oyerzeescbe bezittingen van Nederland op de iVeener tentoonstelling. De schrijver geeft niet Onduidelijk te kennen, dut hij met eene zekere yoorliplde de Nederlandsehe koloniale afdeeling heelt gekozen oui zijne rubriek te openen. „De practische zin der Nederlanders" zegt hij o. a. verloochent zich ook bij hunne geleerden oiet. Eveo als Rutnph, de beroemde scbmver der Flora van Amboina, beeft tot in den laaisten lijd geen Nederlaudsch kruioknndige het versmaad, zelfs (p streng wetenschappelijke werken, over de In dische planten schrijvende, tevens te spreken van de bewerking en eigenschappen der daaruit ver- kregéh producten. De werken van Miquel, (over Sumatra), van Junghuhu (over Java) en anderen Zijn ware schatten voor ieder die zich bezig houdt uiet de in technisch gebruik zijode plantaardige grondstoffen, eu 't is waarlijk de 6Chuld der Nederlandsche kruidkundigen niet, wanneer men in leerboekeu over warenkennis en technologie (Vervolg.) „Welnu, Rustem, maak dan een ander vers. Gij zijt dichter, vriendlief, maar ik wil het goede effect met weggenomen hebben, denk daar om," Eensklaps verhiel zich een jeugdige, trillende stem uit een fauteuil op den eersten rang van het orkest, die riep „Kolonel, waartoe die preutschheid? Zou Vien- net zich binnen deze muren bevinden Het was de stem van den bemmnelijken graaf de Vaise, auditeur bij den raad vaD state. Hij voegde er bij: „Ik stel deze redactie voorhij giet de gansche flesch, naar binnen I Giet in plaats van zwelgt, wat zegt gij daarvan? De eer vbd de taal is dan ge red. Gieten is bijna klassiek. Of vreet gij nog een beter woord f" „Neen, mijnheer de auditeur, maar laten wij eerst hooren, wat. mevrouw de gravin er van denkt." „Mijne heereu, gij moet de zaak uitmaken. Ik ben gelukkig geen blauwkous. Ik geloof dat het den kolonel weinig kaD schelen of men de wijD zwelgt of giet, mits de wijn maar goed is. Maar om de zaak uit te maken, zal ik een groot letter kundige laten roepen, lien wij hier hebben. Het is de onderwijzer van mijn zoon, een jonge ge leerde, met wien mijn man veel op heeft. Hij moet de taal door en door kennenbij zal ons zeggen, hoe de beste lezing is, en aau zijne keus zulleu wij ons onderwerpeu. Vijf minuten daarna kwam Hubert binnen. Toen hij al die vroolijke meoschen zag, en die toebereidselen voor een tooneel, dat hem tegeo de borst stuitte, maakte een gevoel van schaamte zich van hem meester. „Heeft mevrouw de gravin mij iets te zeggen?" vroeg bij met eene eenigszins bevende stem „Ja, ui(jnbeer Hubert. Wees zoo goed op die estrade te gaan. Meu wensebte u te raadplegen. Gij hebt met glans uwe stndiën volbracht, gij zijtzeer geleerd, heet men mij gezegd. VVat zoudt gij in dit gevat zeggen... Het betreft den volgenden vers- regelt Hij zwelgt de gansche flesch naar binneD Hubert lichtte het b. ulo op en zag haar ver baasd aan. „Wij vinden dat woord zwtlgt minder gepast," „Inderdaad, mevrouw, eu „Wacht eveu... en wij willen het vervaDgen door een juister van dezelfde beteekenis. Nu steil mijnbeer de Vaise, auditeur bij den raad van state, voor, gieten te bezigen, dat mij u heer Rustpin evenmin goedkeurt. Hoe deukt gij er over, heer onderwijzer Hubert antwoordde niet dadelijk. Hij dacht dat toer met hem den spot wilde drijven, hem be- leedigeD. Hij liet een ourustigen blik gaan over de toeschouwers op de galerij en op aller gelaat slechts een kwetsende uitdrukking lezende, Doch welwillendheid, uocb aanmoediging verwachtende, wilde bij zells met naar de aanleiding van die schert9 zoeken en vergenoegde zich met te aut woorden „Vergeef mij, mevrouw de gravin. Ik weet □och van zwelgen, noch van gieten. Als ik een beetje wyn heb, drink ik bet op, meer kan ik er u niet van zeggen." Hij boog diep, deed twee stappen achterwaarts, en verwijderde zich met ppgeheven hoofd. Ter wijl hij zijD weg nam over de estrade, was hij getroffen over de veraudering, die het gelaat van Sophronie tiad ondergaan. Zij was bleek, bijna wit, bare pogen waren half gesloten. Zij scheen hevig te lijden onder het leed haren zoo goeden en geleerden meester aangedaan. De smart die hij scheen te gevoelen had haar ook getrof fen in bet diepste barer ziel en zy moest zich Bbd de coulisse vasthouden, waarachter zij zich wilde verbergen. Hubert begreep die stomme sinart niet; hijzag alleen dat zij zich te midden van die mannen en vrouwen bevond, Üie hij verachtte en die met zijne nederige positie van onderwijzer den spot dreveo. Htj' gevoelde zicli diep vernederd. „Zij ook," zeide hij bij zich zelf. „Beleedigd te worden voor hare oogen." Niemand van hen die op de estrade stonden sprak een woord om hetn terug te houden, en toen bij vertrokken was, brak ridder Valdieri de stilte met den uitroep: „Die mijnheer is bepaald onuitstaanbaar." „In den raad van state zouden wij zeggeD een lastig kereltje," voegde de kleine graaf de Vaise er bij. Wordt vervolgd.) Botterdam, 19 Mei. Hedeunamiddag omstreeks haltvier 13 een driejarig meisje van een in de Sctieepbakershaven liggend lichterschip al spe lende in het water geraakt eD onmiddellijk.inde diepte verdwenen. Een kwartier later is het kind le.venloos opgehaald.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1873 | | pagina 1