FEUILLETON. HET SCHIJNGELUK. N°. 4063. Vrijdag A0. 1873. 9 Mei. STADS-BERICHTEN. IEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Yoor Leiden per 3 maandenƒ3.00. Franco per postn 3.86. Afzonderlijke Nommersn 0.06. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER. ADVKRTKNTIKN Yan 16 regels1.06. Iedere regel meerB 0.17%. Grootere letters naar plaatsruimte. BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN LEIDEN, Gezien het adres van Abraham Renieb, gevan genbewaarder, wonende alhier, daarbij vergunning verzoekende tot het houden en meslen van varkens, alsmede het bewaren der meststoffen, in het pand aan het Pieterskerkplein, geteekend met n°. 18 Gelet op art. 4 van het Koninklijk besluit van 31 Januari 1821 (Staatsblad n°. 19), alsmede op art. 224 der Algemeene Politieverordening van 24 Octo ber 1867 Doen te weten, dat tot het hooren der eigenaars en bewoners van de naast bijgelegene en belendende panden, ten opzichte der informatiën de commodo et incommodo, door Burgemeester en Wethouders zal worden gevaceerd op het Raadhuis dezer Gemeente, op Maandag den 12den Mei aanstaande, 's voor- middags te elf uren; zullende de belanghebbenden verplicht zijn hunne bezwaren tegen die verzoeken op dien tijd in te brengen, terwijl, bij verzuim daarvan, zij gehouden zullen worden zich tegen de inwilliging niet te hebben verzet. Burgemeester en Wethouders voornoemd, v. d. BRANDELER, Burgemeester. E. KIST, Secretaris. Leiden, 8 Mei 1873. LEIDEN, 8 Hel. Boven het reeds vastgesteld contingent voor liet leger in Oost ludië zullen dit jaar nog naar Java wederom worden uitgezonden 1700 uian infanterie, 200 man van het wapen der artillerie en 100 mineurs en sappeurs, waaronder 5 pCt. onderofficieren en 6 pCt. korporaals. Uit het verslag van de Commissie van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, over de begrooting door de Kust vau Guinea voor het dienstjaar 1872 (het laatste vóór den afstand) blijkt, dat de subsidiën uit 's lands schatkist verstrekt tot dek king vau het tekort tu83cheu de geraamde ont- vangsteo en uitgaven bedroeg voor: 1869 159,000, 1870 161,500, 1871 14200. Het subsidie in de begrooling voor 1872 wordt vastgesteld op f 126000. De ramiog der overige ontvangsten bedraagt (34,000. Te zamen f160,000. Voor 1871 was toe gestaan 176,600, zijnde das minder voor 1872 16600. Dit voor 1872 gunstig verschil wordt hoofdzakelijk verkregen door het aftreden van den verdienstelijken Gouverneur Nagtglas, voor wien iD art. 1 op de vorige begrooting een meer der inkomen van f18,000 was uitgetrokken. Door den Minister van Koloniën zijn aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal inlichtingen gegeven op het adres van E. Francis, oud-Indisch hoofdambtenaar, te Maarssen, omtrent uitbetaling van zijn pensioen enz. Uit eeDe breede uiteen zetting der feiten blijkt, dat de heer Francis zich reeds dadelijk Da de aanvaarding vaD het hem, onder de clausule van stilstand van zijn pen sioen, toevertrouwd ambt van presideut der Ja- vascbe Bank, in verband met de 2de alinea vaD art. 5 van bet destijds vigeerend reglement voor bet civiel weduwen- en weezenfonds in Neder- laDdsch-Indië (Indisch Staatsblad 1836, N". 21), heeft beschouwd als een uit deD dieDst ontslagen en niet gepensioneerden ambtenaar, met andere woorden, dat hij door zijne handelingen onmid dellijk na zijne benoeming, heeft getoond uit drukkelijk geDoegen te nemen met de aan zijne benoeming gehechte clausule, en daardoor afstand heeft gedaan van zijn pensioen gedurende het tijdvak dat hij liet presidium der Javasche Bank zou vervullen. Voorts blijkt dat den 16 Juli 1863 een besluit is genomen, waarbij den beer Francis uitdrukkelijk gerekend van de maand Juli 1863 een pensioen van f 6750 'sjaars is toegekend. De Minister van Oorlog beeft bepaald dat den officieren-van-gezondheid, apothekers en paarden artsen van de 2de en 3de klasse, die bij het bezetten vau de overige vereischten, den bij de wet gevorderden diensttijd in hunDen raDg hebben volbrachl, eii zich daartoe gezind verklaren, ge legenheid zal worden gegeven, ook bij het niet bestaan van vacaturen, het examen voor den hoo- geren raDg voorloopig af te leggen, op zoodanig tijd stip als met het belang van den dienst kan worden overeengebracht. Naar men verneemt, heeft de Minister van Oorlog aan de plaatselijke commandanten eene circulaire gericht, houdende, dat gewezen onder officiers en korporaals van het Indisch leger, die voor den dienst bij dat leger ten volle geschikt zijo te achten, en wier antecedenten gunstig zijn, iD hun vorigen graad en tegen genot van een handgel 1 van f 200 tot een engagement voor het leger in Ned.-Indië zullen worden toegelaten. De milicien-verlofgangers der lichtingen van 1869 en 1870 vaD het regiment grenadiers en jagers en van de overige regimenten infanterie worden tegen den 9den Augustus a. s. tot 13 September daaraanvolgende tot het houden van najaarsoefeningen onder de wapeoen geroepen. De inilicieus der lichting van 1869, zoo van de infanterie, als van de artillerie en de pontonniers, die vóór 1 Augustus dezes jaars gehuwd zijn, worden buiten oproeping gelaten. Dezer dagen is bet kasteel te Woerden, nevens het thans bestaande te Delft bestemd tot maga zijn van militaire kleediog, uitrusting, hospitaal en kampements-effecteD, door het Departement van Oorlog van het Departement van Justitie overgenomen. Het toezicht over dat magazijn zal worden op gedragen aan een majoor van het personeel der militaire administratie, onder den titel van direc teur. Gisteren zijn door de Prov. Commissie voor het Lager Onderwijs in Zuid-Holland geëxamineerd 13 vrouwelijke candidaten voor de Eogelsehe j taal, waarvan werden afgewezen 2 en toegelaten 11, nl. mejuffrouwen: N. H. A. Bousscholte, A. P. J. Bruining, J. Caben, E. J. Hovy, J. S. llovy, J. W. Huart, J. H. Jansen, A. H. Jansen, J. D. A. Roebij, A. J. Lefeber, allen uit den Haag eo E. T. Walker, van Delft. Bij de vorige opgaaf is verzuimd te vermelden, dat mej. A. Bimmerman, die vroeger reeds een acte voor Hoogduitsch verwierf, later is toegela ten voor de acte voor aardrijkskunde en schoon schrijven. LilE. Blijkens het verslag van den toestand der stoomvaartmaatschappij Nederland, over het afge- loopen jaar, waren op 1 Januari 1872 in de vaart de stoomschepen Prins van Oranje, van 1829 en Prins Hendrik, van 2147 gemeten tODneniD Maart kwam daarbij de Conrad, mede van 2147, en in November de Koning der Nederlanden, van 2009, zoodat uit. December in de vaart waren 4 stoom schepen, groot 8132 gemeteo tonnen. De afreke ning over 1872 omvat de verantwoording over vijf volbrachte uit- en thuisreizen. Daarvan hebben vier een batig saldo opgeleverd van f197,416,78' of ruim f49,000 gemiddeld, terwijl eene reis een oadeelig saldo geeft van f 14,648,73. Na aftrek van bet aaDdeel in de kosten van vertegenwoordiging in Indië, dat voortaan direct op de reisrekeniDgen zal geboekt worden, laat deze rekening dus een netto avaDS van f 178,767,06'. Het totaal der op deze vijf reizen ontvangen vracbt- en passage penningen was f 1,443,235. Ondanks deze betrek kelijk guDStige bericbteo omtrent de reizen, toODt de winst- en verliesrekening nog geen batig saldo aan. Tegenover de voordeeleo van de vaart staat namelijk aan de debetzijde der rekeniDg de be langrijke post van afschrijving op de waarde der stoomschepen. Hetzelfde geldt voor de gebouwen te Nieuwediep en te Batavia, meubilair en op richtingskosten, op welk eeD en ander ook 10 pCt. is afgeschreveo. De slotsommen der inkasreke- ning, de dieDSt der geldleeDing en interestrekeniDg en de wisselrekeniDg overtreffen het batig ealdo der reizen met 48,507,15. De wiDSt en verlies rekening, die opende met een nadeelig saldo van f 141,645,0], staat thans f 190,172,16 debet. Het kapitaal, thans f3,500,000, zal op de volgende ba lans klimmen tot 7,000,000, doordien de aandeelen tot een bedrag van f 3,500,000 in den aanvang van 1873 bij de Nederlandscbe Bank zijn gede poneerd, om beschikbaar te zijn ter inwisseling tegen obligatiën. De leeniDg van 25 Maart 1872» in overeenstemming met eene vereeniging van bankiers uitgegeven, is Dog slechts teo deele ge plaatst. De beschikbare geldmiddelen vaD de maatschappij zijn door die gedeeltelijke plaatsing, na aftrek van de uitloting van alt. December 1872, blijkens deze balans versterkt met f 1,556,100. Van de plaatsiDg der resteerende f 1,750,000 no minaal wordt werk gemaakt, doch dit zal waar schijnlijk geduld vorderen. MeD schrijft ons heden (Woensdag) uit Utrecht het volgende omtrent den stand der sigarenma- kers-quaestie aldaar en de feiten die zich in bet verloop dezer quaestie voordoen: Gaande langs odzo strateD, ontwaart men een zonderlinge drukte, een beweging waarom men lachen zou, ware de aimleiding niet zoo betreu renswaardig. Hier een die roept: ,een cent een doos lucifers 1" aan wiens doen te bespeuren valt dat het centengeroep" hem niet eigen is; daar een affiches aanbiedende, en eindelijk verschei- denen die door 't rondventen van sigaren, op een handwagen uitgestald, in hun onderhoud trach ten te voorzien; want die allen zijn sigaren makers." Een openbare samenkomst, door hen bijeenge roepen, werd zoo druk bezocht, dat het bestuur allen aanwezigen sigarenmakers verzocht zich te verwijderen, om zoo plaatsen te winnen voor het talrijk opgekomen publiek. Na een uiteenzetting van grieven door het bestuur en nadat deze en gene nog een enkel woord had gesproken, werd bij 't verlaten van 't gebouw een collecte gehou den, die f 33 opbracht. In een vergaderiug van sigarenmakers, later gehouden, werd besloten geen sprekers op de vergaderingen toe te laten, die bekend staan als Internationalisten," opdat daardoor huD goede zaak geen schade lijde. Standaard In 't joogste nommer van het N. v. d. B. leest men de volgende annonce: De dames Kruseman en Perk zijn van zins Weenen te bezoeken. Zij wenschen zich met heeren redacteuren en uitgevers te verstaan tot het leveren van artikelen en brieven, waarin hoofdzakelijk zal worden behandeld niet de voor werpen op de tentoonstelling, maar hetgeen al daar, buiten die voorwerpen om, door vier scherpe vrouwenoogen wordt opgemerkt. Adres generaal Kruseman, Brussel (Chaussée de Charleroi 51). Op een daartoe vanwege den boekdrukkers knecht B. van den Berg te Deventer ingediend request, heeft Z. M. de Koning de cellulaire ge vangenisstraf van 6 maanden, waartoe hij bij arrest van het provinciaal gerechtshof in Over- ijsel ter zake van valschheid in een onderhandsch geschrift en het gebruik maken van dat geschrift was veroordeeld, verminderd tot op 3 maanden. In eene vergadering der Kiesvereeniging te Oude Pekela is besloten, het aftredend lid der Tweede Kamer, den heer Jonckbloet, niet. weer candidaat te stellen eD is daarop met algemeene stemmen, op éene na, candidaat gesteld de heer G. H. Addens, te Winschoterzijl. Het votum van den heer Jonckbloet tegen art. 1 vbd het wetsontwerp, houdende eene belasting op bet inkomen en zijn medewerken zoodoende tot den val van het liberale Ministerie, was de redeD waarom inen zijne herkiezing niet wenschte. [N. R. Ct.) Naar wij vernemen, heeft de president der Fransche Republiek een depcche gericht tot den Franschen gezaDt bij het Nederlandscbe iJof, markies de Gabriac, strekkende om aan de Ne- derlandsche Regeering, ten aanzien van den aan het Rijk van Atchin verklaarden oorlog, te ken nen te geven, dal, 't zij er in Frankrijk een gezant van Atcbin kotne of niet, die Mogendheid zich steeds jegens Nederland een bevriende natie zal betoonen; ook spreekt de heer Thiers in dien [Vervolg.) Maar ik kreeg liefhebberij in studie. O! geze gende arbeid Latijnsche dichters, Ovidius dien ik vertaald heb, Virgilius die een vers als op u gemaakt heeft, mejuffrouw, toen wij laatst bij de fontein van Virginie wandelden, toen de wind uw rijken haartooi deed losgaan Dederalque comam diffundere venlis! Ja, ik hield vau boeken, waarin de dichter zijne verbeelding doet spelen, de oude redenaars hunne groote gedachten neerleggenik bedwelmde mij met lectuur eD vergat het leven waarbij mes leeft. Na 's morgens mijne les gegeven te hebben aan een of ander ondankbaar kind, na een weinig goed zaad te hebben gestrooid in een schralen akker, had ik 's avonds mijn diner verdiend. Ik had Diets anders dan voor inij zeiven te werken, dat is de schrijvers te bestudeeren en te over denken. Ik werd naar dit kasteel geroepen. U w vader, dien ik ongelukkig acht bij al zijn >oors[ oe-1 en zachtzinnig ODder een ruwe schors, had mij zijn kiDd toevertrouwd. Ik heb mij aan die taak gewijd, de gedachte van een plicht te vervulleo hield mij staande; maar welkeen treurige opdracht! Gij zijt gekomen mejuffrouw, en alles om mij heen is veranderd. Eensklaps kwam er leven in die gangen, in die groote zaleD. De oude por tretten begonneD te glimlachen, om uwe jeugd te begroeten! Om mijne dichters te leereD kennen aan iemand die ze begrijpen kon, die ze met mij las, en ze zooals ik las, dat was eeD stille wensch. En die leerling is gekomen, die volgzame leerling zijt gij. Onze wandelingen hebben opgehouden, wij zullen Diet meer de bleeke bloemen zoeken op het grasperk, terwijl wij het zieke kind io 't oog houden. Zuster Gudula zal niet meer hare gebeden in het latijn mompelen bij de fontein van Virginie." Gij behoort aan eene familie, uwe pleegmoeder heeft rechten op u. Maak du kennis uiet de wereld, die ik ken door haar in den zomer laogs de ramen vao het kasteel te zien gaan. Tochtjes te paard, gastmalen, daDS, 't is alles voor u. Ik zal mijne boeken hebben, en de ge dachte aaD u. Hubert. Y. Mevrouw Tan Salnt-Lonp aan Sophronie Halm band. 30 Mei. Ik zal iets later komen, lief kind. Wij zullen eerst den lOden Juni, of misschien den 12den te Saint-Loup zijn, want ik moet de wedreDDen te Parijs bijwonen. Ik heb al voor heele sommen gewed. Het volgend jaar zult gij er ook getuige van zijn. Ik wil tien louis tegen drie verwedden, dat gij er dol veel van houden zult. Maar ik heb iets anders in het hoofd. Wij zullen een stuk opvoeren, de Sappeur, 't Is heel aardig. Gij zult ook eene rol hebben. Natuurlijk heb ik u niet vergeten: gij hebt maar drie zionen te zeggeD. Gij behoeft geen Brohan te zijo, maar gij moet toch behoorlijk optreden. Zeg aaD uw meester, dat hij u een paar tooneelen van Molière laat lezen en van buiten leereo, waar dienstboden in voorkomeD, dan zult gij den juisten toon vatten; ik zie uit uwe brieven dat gij veel aanleg bezit. Ik zal tnij met nw costuum belasten. Ik heb uwe maat. Welk een taille 1 de naaisters zeggeD, dat iedereen er jaloersch op zal zijn. Ik verlang niets liever. Na de uitvoering zal er een ballet zijn, een klein vroolijk ballet. Wij weten uog niet boe het beeten zal. Maar gij zult de nymfEncharis voor stellen. Er komt een Telemachus in voor, dien gij betooveren zult, dal spreekt van zelf. Het is de heer Alphoose Valdieri, in het Ituliaansch de ridder Alfonso. Hij heeft fortuin, is zeer gezien bij de ambassades, bij de jockey; een mooi man, bleek, eenigsziDS somber gelaat. Nu, gij zult mij wel zeggen hoe gij hein vindt. Zijne familie is van goeden adel. Wat mij bevalt is, dat hij volstrekt niet vroom is, hij spreekt kwaad van den paus. Maar wat komt er dat op aan. Hij is voor u Telemachus en om zijn godsdienst be kommert gij u niet. Uw vader beeft mij gevraagd u een woordje over dat jooge mensch te zeggen, gij begrypt wat dat beteekeDt. Mijnheer van Saint-Loup heeft overigens zijne eigen inzichten, die hij u wel zal doen kennen, natuurlijk voor uw geluk. Droom er eens van en gij zult misschien eens mevrouw Valdieri zijn, de vrouw van een millionnair. Maar laat de gedachte daaraan u niet afhouden om uw oog te laten gaan over de toebereidselen tot de voorstelling. De vloer moet goed waterpas zijn. De decoraties zullen uit Parijs komeD. Gij zult waarschijnlijk den lOden een telegram ontvangen. Schrijf mij eens hoe gij overEucbaris en Alpbonse denkt. Uwe pleegmoeder Eliane. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1873 | | pagina 1