Oratorium Bonifacius. reurs bier ter stede, is met eenparige stemmen besloten, bij de Tweede Kamer der Staten-Gene- raal een adres in te dienen, om de verwerping te vragen van het thans in behandeling zijnde ontwerp vau wet op de rechterlijke inrichting. Het opmaken van bedoeld adres is aan eeoe commissie van twee leden opgedragenhet adres zal in eene nieuwe algemeene vergadering worden vastgesteld. Bonifacius predikte, zooals algemeen bekend is, het Christendom aan de Friezen, omstreeks het jaar 720, trok vervolgeus naar Duitschland, en werd, toen hij een tweeden tocht naar ons land ondernam, in 755 te Dokkum vermoord. Bonifacius is de hoofdpersoon in het Oratorium; om hem groepeeren zich drie andere figuren, met name de priester der Heidenen, die bet ge loof zijner vaderen tot in den dood getrouw blijft, des priesters dochter en een rijke Thuringsche jongeling, welke beide laatstee tot het Christen dom overgaan. Het eerste deel schildert ons een godsdienstig feest der Heidenen in Friesland, hetwelk door de komst van vier Christen-missionnarissen wordt verstoord, waarna ook Bonifacius optreedt, het ijdele van hun godsdienst bestrijdende, terwijl hij op den eenigeu, waren God wijst. Dit heeft slechts ten gevolge, dat de opbruisende Heidenen, met steeds klimmende woede, Wodan en al bunue overige goden aanroepen om den Christenpriester te verdelgen. De dochter van den Heidenpriester, aangetrok ken door de Evangelieleer en dientengevolge ge vloekt door haar vader, volgt Bonifacius naar Duitschland. Het tweede deel stelt ons in den aanvang den moeilijken tocht der Christenen voor oogen, brengt ons daarna in Thuringen, alwaar Bonifacias bij het dorp Altenberg, in de nabijheid van Gotha, de eerste Christenkerk heeft gesticht. Het is nacht. De Christenen, door vermoeienis en ontberingen uitgeput, zijn in diepen slaap verzonkenalleen Bonifacius waakt over zijn gemeente en beveelt haar in Gods trouwe hoede aan. Ook de dochter van den Heidenpriester zoekt in het gebed moed en vertrouwen. In haar opgewonden verbeelding meent zij den hemel geopend te zien en het ge zang der engelen te hooren. Eensklaps verandert dit visioen en, medegesleept door de heriu nering aan al wat zij heeft verlaten ter wille van de nieuwe godsdienstleer, verbeeldt zij zich de op haar verbolgen goden van het heidendom in woedende vaart te hooren aanstormen, voortge- zweept op de vleugelen van den nachtwind. In doodsangst werpt zij zich op de knieën, en smeekt hulp en bescherming bij de Heilige Maagd en haar goddelijken Zioon. Het schrikbeeld verdwijnt, 6n de rust keert weder in haar gemoed. Hierna treedt de jongeling op, die in wreeden overmoed het kind van een zijner dienstknechten had laten geeseleu. De herinnering aan die mis daad en aan een lied, dat het mishandelde kind stervende zong, vervolgt hem overal; hij kan geen rust meer vinden en komt nu tot Bonifa cius, hem smeekende om onder de zijnen te worden opgenomen en den H. Doop te mogen ontvangen. Al zijn rijkdom geeft hij den armen, hij ontvangt den naam van Johannes en blijft als herder bij de eerste kleine gemeente in Thu ringen. Het derde deel voert ons weder naar Friesland terug, waar nog steeds het heidendom beerscht. Bonifacius, door godsdienstijver vervuld, wil den heiligen eik, het symbool var. den aan Wodan ge- wijden dienst, vernietigen, en werkelijk houwt hij den boom om. De woede der Heidenen klimt bij die euvel daad tot razernij en hun priester, die hem reeds wraak had toegezworen ter wille van zijn doch ter, verwondt hem doodelijk. Nederzinkend smeekt Bonifacius God om vergeving voor zijn moorde naar. Hierdoor ontroerd en getroffen, wenschen de Heidenen nu ook in den Christenhond te wor den opgenomen. De Heiden priester schenkt aan zijne dochter, evenals aan Bonifacius, vergiffenis en erkent zelfs het voortreffelijke van diens leer; doch ziende dat de Goden nu zijn overwonnen, doorsteekt hij zich, trouw blijvende aan Wodan, dien hij zoo ijverig diende. Sierveod doopt Bonifacius de bekeerde Heide nen, en het geheel wordt besloten met een treur zang op den dood van den grooten Christen- Apostel. GEMENGD MEUWS. De National Zeitung heeft haar 25jarig bestaan op eigenaardige wijze gevierd. Zij stichtte een fonds ten bedrage van 10,000 th. ten behoeve van aan dat blad vertonden personen. Het kapitaal is aan het gemeentebestuur ter hand gesteld, om het te administreeren. H. Rademaker, te Boven Tekst vaa Mevr. Lina Schneider. JVicolaï. Muziek van W. F. G. kerk, gemeente Aalsmeer, heeft den Koning de eer ie grasboter toegezonden en daarvoor Zr. Ms. dankbetuiging ontvangen. Gisteren zouden vier paarden, bestemd naar Hoorn, per stoom boot van de heeren W. Meeter en Co. van Zwolle naar Amsterdam worden geëxpedieerd. Een der dieren begon echter toen men het aan boord wilde brengen zoodanig te springen, dat het met de achterpooten tusscbeu de leuning van den steiger kwam, tengevolge waarvan een der pooten brak en een auder uit het lid geraakte. Het dier moest toen terstond worden afgemaakt en is door den eigenaar, van Dijk uit Hoorn, die het voor 875 gekocht had, aan een paardenslager voor f 75 verkocht. Dikkens, vroeger conducteur in dieust van van Gend Loos en die zich in het afge- loopen jaar heelt schuldig gemaakt aan het ont vreemden van geld en andere waardeu, is giste ren in de gevangenis te Leeuwarden overledeu. Voor eenige jaren verdween uit Ulrum de pre dikant der Christelijk Afgescheiden gemeente Woudsma, achterlatende eene vrouw met drie jonge kinderen. Omstreeks denzelfden tijd of eeu weinig vroeger had eene getrouwde vrouw, A. K., die van haien echtgenout gescheiden leefde, het dorp verluien. Na veel onderzoek kwam meu eindelijk te weten, dat beide personen gezamen lijk naar Engelaud waren overgestoken; doch verder vernam men nieis en bleef hunne ver blijfplaats onbekend. Eindelijk is er bericht ge komen van A. K., welke zich thans te Chicago in den staat Illinois, Noord-Amerika, moet be vinden. W. is in de maand Maart des vorigen jaars te Cincinatti, welke stad wel eens de ko ningin van het westen genoemd is, gelegen in de staat Ohio, overleden. Hij moet zijn onderhoud gevonden hebben in het schoonmaken en her steilen van horloges en uurwerken, waarin hij wel ervaren was. Dr. Barning te Tilburg is Woensdag-avond door een luik gevallen van een aardappelkelder, voor het bed van een zijner pa tiënten; hij brak drie ribben. Voor het konink lijke schilderijenkabinet te Kopenhagen is dezer dagen een schilderstuk van den Deenschen schil der J. C. Lucas aangekocht, dat de Hollandsche vloot voorstelt, die onder den admiraal Obdam in 1658 de Sont, voorbij het door de Zweden bezette Kronborg, inzeilt, om het belegerde Ko penhagen te ontzetten. Door een Japanschen correspondent van het Fransche Aardrijkskundig Genootschap wordt het volgende gemeldHet gouvernement heeft besloten een kanaal te doen graven tusschon Vicoto, de voormalige residentie van den Mikado, en het groote meer van het gewest Omaï, om den bloei van eerstgemelde provincie te bevorderen, die sedert de verplaat sing van het hof zichtbaar is afgenomen. Het volgende feit kan doen zien, in welk eene mate de voorname en gegoede standen in Japan in den wensch naar vooruitgang deelen. Verscheidene rijke burgers van Osaka hebben eene inschrij ving tot het oprichten van scholen geopend. Een hunner, zekere Kou-no-iké, wiens naam wereld kundig verdient gemaakt te worken, heeft alleen voor 100,000 pd. st. ingeschreven. De politie te Yeddo is geheel op den Engelschen en Noord- Amerikaanschen voet ingericht. Al de oude poor ten der stad en hare fortificatiën «uilen worden geslecht. BC1TE1VLAND. Frankrijk. Gisteren had de ontvangst van den hertog d'Au- male in de Académie plaats. De prins kwam bin nen, vergezeld van de heeren Thiers en Guizot. Zij werden met toejuichiugeu begroet. De rede voering van den prins werd herhaaldelijk toege juicht, vooral de woorden „Arm Frankrijk, grijp weer uw gebroken degen, arbeid, schep moed!" Bij het uiteengaau der vergadering stond een groote menigte voor het gebonw, en werd Thiers begroet met den kreet: Leve Thiers, leve de re publiek In de zitting der Nationale vergadering van 1 dezer verzocht de heer Cézanne dat ter zijner lijd door de regeering mededeeling zou gedaan worden van de met Turkije en de andere mogend heden gevoerde onderhandelingen betreffende de verhooging der doorvaartrechten op het kanaal op Suez. De minister van buiteulandsche zaken verklaarde zich daartoe bereid. Hij deelde daarbij mede dat de regeering zich niet in het te Parijs gevoerde proces had gemengd, omdat daario twee Fransche maatschappijen, die der Hessageriet mari times en die van het Suezkanaal, tegenover elkan der stonden, tnaar dat zij begrepen had die neu traliteit te moeten laten varen toen de quaestie eene interuationale beteekenis erlangde door de bewering van den Sultan, dat uitsluitend aan hem, als gever der concessie, het recht toekwam otn geschillen over de bewoordingen dier concessie en over de grenzen der daarbij toegekende rech ten te beslissen. De regeering was toen den diplo- matieken weg opgetreden om te voorkomen dat, in strijd met de waardigheid van Frankrijk, eene onderneming, waarvoor Frankrijk zelf en eene Fransche maatschappij zoovele offers hadden ge bracht, in andere handen zou overgaan. Belgiö. In de Katner heeft de minister van openbare werken gisteren verklaard, dat de regeering er toe neigt om alle of bijna alle spoorwegen staats eigendom te maken. De regeering tracht onder handelingen aan te knoopen om het net van den Grand-Central te krijgen en doet ernstig onderzoek naar de mogelijkheid om de concessie van den spoorweg in West-Vlaanderen terug te erlaugen. liet miuiaterie zal waarschijnlijk een wetsontwerp iudienen, regelende de verantwoordelijkheid van den Staat ten opzichte van het vervoer per spoorweg. Volgens l'Organe de Mons zullen alle Belgi sche journalisten den 13den April te Brussel bijeenkomen. Groot- Brit annië. Dezer dagen is te Woolwich, in tegenwoordig heid van den minister van marine, een nieuw onderzeesch kanon beproefd, waarvan de con structie streng geheim wordt gehouden. De uit komst wordt gezegd zeer gunstig te zijn. Men kon het projectiel, door de opborreling van het water, op tamelijk grooten afstand volgen, het had een vaart van acht Engelsche mijlen per uur Betreffende het vergaan van het stoomschip Atlantic ontving de Pall Hall Gazelle het volgend telegram uit Halifax, gedagteekend van 2 dezer: „De derde stuurman, de heer Brady, kwam al hier aan en rapporteerde dat de Atlantic Dinsdag te 2 uren na middernacht op Meagher's Head, in Prospect Harbour, stootte. Kapitein Williams was te middernacht naar heneden gegaan, onderstel lende dat het vuur van Hamborough op 39 mijlen afstand was, in peiling N. N. W. 't Was duister, maar 't was niet mistig. Het schip stootte ver- scnillende keeren. De kapitein en de heer Brady begaven zich in allerijl naar bet dek en tracht ten de booten los te kappen; zij slaagden er ech ter slechts in om er een buiten boord te bren gen, waarin juist twee vrouwen hadden plaats genomen, toen het volk er op toeschoot en de boot vulde. De stoomboot viel plotseling geheel op zij, zonk eenige minuien nadat zij aan den grond gekomen was, en sleepte de boot met allen, die er zich in bevonden, mede. Een deel van 't tuig bleef boven water, door middel waarvan, alsmede door behulp van touwen, 250 personen er in slaag den, eeu klip te oei eiken. 750 personen bleven aanboord van het stoomschip achter; de meesten bevonden zich in de kooien. Allen kwamen om. Geen enkele vrouw, geen enkel kind werd gered. Zij, die zich op de klip bevondeu, brachten er ternauwernood het leven af; het water steeg zoo hoog, dat alleu, die zich op de rots bevonden, ge vaar liepen te verdrinken. Zij werden echter iulijds door een visschcraiun gered. De eerste stuurman bleef tot het laatste oogenblik aan boord van het stoomschip en ver dronk, terwijl hij in 't tuig zat. Schip en lading zijn totaal verloren. De Atlantic vertrok den 20sten Maart met 732 achterdeks-passagiers, 32 1ste klasse passagiers en eene bemanuing van 141 koppen. Men onderstelt dat het schip schade aan de machine had." Met groote voldoeuing wordt door de libe rale dagbladen er op gewezen, hoe althans enkele van de anomaliën in 't Iersche stelsel van hoo- ger onderwijs vóór 't einde van deze zitting zul len verdwijnen. De Regeering heeft namelijk, afwijkende van haar vroeger gekozen standpunt, haren bijval geschouken aan de bill van den heer Fawcett, strekkende tot 't afschaffen van de ker kelijke tentamens (lests) aan Triuity College en de Universiteit van Dublin. In het Lagerhuis stelde de heer Baillie Cochrane Donderdag eene inotie voor, strekkende om de regeering te verzoeken spoedig hareadhaesie te scheuken aan de voorgestelde hervormingen van het rechtswezen in Egypte, zoodat er behoor lijke rechtbanken koudeu worden opgericht voor de beslissing van geschillen tusschen de Engel sche reeders en de Suez-kaoaalmaatschappij. Bij de toelichtiug gaf de spreker zijne overtuiging te kennen, dat de tegenwoordige verwikkelingen over de doorvaartrechten op het Suez-kanaal niet zouden zijn ontstaan, wanneer de traagheid der Britsche regeering niet verhinderd had dat de her vorming van het rechtswezen in Egypte niet tijdig tot staud was gekomen. Lord Euüeld beweerde dat de regeering ten onrechte in deze aangelegenheid van traagheid beschuldigd werd en deelde, om deze bewering te staven, mede dat de zaak van bet rechtswezen in Egypte een onderwerp van aanhoudend over leg tusschen de zeemogendheden uitmaakte, en, naar hij vertrouwde, eerlang, waarschijnlijk bin nen acht maanden, tot eene goede oplossing zou komen. Wat meer bepaald de zaak der door vaartrechten, aanging deelde hij mede wat daar omtrent voorgevallen was. Na de verhooging dier rechten, welke uit eeu formeel oogpunt, ook naar de zienswijze der Porte, ouwettig was ooidat die was geschied zonder voorafgaande goedkeuring van den Bultan, had de Britsche regeering in eene circulaire aau alle zeemogendheden daar tegen geprosteteerd, bewerende dat de Suez- kanaalmaatschappij niet bevoegd was hare con cessie naar willekeur uit te leggen. Dat protest was door de meeste mogendheden met instem- lied m T Ito lal ff lig iet |en ;en Ie ize IUG P' y iiei 'ij ;icl Bch iig icb ren vel ie at Dei ming ontvangen, en den 15den Juni 1872 hadl de Porte aan Engeland voorgesteld dat erl eene internationale commissie benoemd zou worj den om deze quaestie te onderzoekeu. Dit voor-l stel was aangenomen en thans was alleen nogI uit te maken waar die commissie hare zittingen! zou houden, te Londen gelijk Engeland voorge.J steld had, of te Konstantinopel zooals Oostenrijk! wenschte. De heer Cochrane verklaarde zich over dez I inlichtingen zeer voldaan eu trok de motie in Onder de in deze zitting ingediende bills wa er een van sir John Lubbock, strekkende om de ureu van arbeid te regelen voor vrouwen,jonge, lieden en kinderen, welke gebezigd worden als I winkelbedienden. In eene beschouwing door de Times aau4 onlangs geëindigde werkstaking in Wales gewijd wordt over de eerste aanleiding tot het coufei tusschen de fabrikanten en de arbeiders het vol. gende gezegd: „Het jaar 1872 kenmerkte i\t door een ongekenden bloei van den handel ii ijzer en steenkolen. Om verschillende redeneo] hadden de groote verbruikers van het eerstgi noemde artikel de aanvulling van hunnen voor raad tot op het uiterste uitgesteld, en hetzelfdt] hadden de ijzersmelterijen gedaan. Toen nu een gegeven oogenblik tan alle oorden der wereli spoedeischeude bestellingen aankwamen, was di reserve der ijzersmelterijen niet tegen eene groote vraag bestand, en de bestellers moi ten dus wachten totdat de noodige hoeveelheid! was geproduceerd. Een natuurlijk gevolg wij dat er, in plaats van concurrentie tusschen dr voortbrengers om bestellingen, concurrentie out- stond tusschen de verbruikers der grondstof oa het eerst bediend te worden. Vandaar eene te- stadige en snelle stijging der prijzen van het ijzer. De mijnwerkers verlangden hun aandeel in del grootere wiusteu, en de looneu werden dieoieo- gevolge verhoogd. De beweging in den ijzerfcis- del verwekte beweging in den steenkolenhandel,' doch de rijzing van de prijzen van de steen kolen was niet uitsluitend daaraan toe te schrij ven, maar aan de welvaart van al die ontelbari takken van nijverheid, die steenkolen behoe ven en welke eene groote toeneming der vrag veroorzaakte. Uok hier eischten de mijnwerker- hun aandeel in de meerdere winsten, maar d< hun toegekende opslag van loon was niet eenige reden om het artikel voor den verbruike duurder te maken. Integendeel zoo eene aanmer lijke verlaging der steeukoleuprijzen kunnen schieden zonder evenredige verlaging van deloo- nen der mijnwerkers, mits de tusscbenhandelaars zich met eene matige winst wisten tevreden te stellen. Maar at de tweespalt vloeide inditgeval voort uit de handelingen der mijnwerkers zeiven, I die minder werkten en dus de oorzaak waren dat de steenkolen voor het fabriekwezen een zoo duur I artikel werden, dat bijv. de ijzersmelters in Zuid-r" Wales voor hunne consumtie van steenkolen som-|tI men hadden te betalen, die zij onmogelijk door ds met de fabricatie te behalen winsten konden dek ken. Van daar de op 1 December in alle ijzersmel terijen van Zuid-Wales aangezegde verlagingdei loouen met 10 pCt.een besluit dat de fabri kanten handhaafden, zelfs met de zekerheid dat het tot eene uitgebreide werkstaking aanleiding geven zou." De schrijver voegt daarbij dat de fabrikanten, hunne werklieden wenschten te beduiden loonsverhooging niet aanging, wanneer de ar»' ders, haer eenmaal verkregen hebbende, daar geen vei der gebruik maakten dan om den werk] tijd te verkorten en derhalve de voortbrengiDj verminderen, terwijl de werklieden in de handi wijze van de fabrikanten geene andere bedoeln zagen dan eene poging om hun recht van ciatie, van vorming van unies, te vernietigen. D; was het geschil alleen in naam een geschil ov geld; de 10 pCt. meer of minder loon tvari niet de eigenlijke oorzaak van den lellen strij-j en daaraan moet het, volgens den schrijver, ooi geweten worden dat de beide partijen zoo hsi nekk'g volhielden, eu de werklieden eerst toegard toen zij door den uitersten nood werdeu ged woigei Uit eene hierop volgende beschrijving van del omvang der werkstaking blijkt dat het gebeeil getal der buiten werk geraakte arbeiders, 8 mannen als vrouwen en kindereu, in eeu roui cijter 65,000 beliep, als in Glaumorgansbire3f|D®| en in Monmouthshire 31,000. Aangaande de verliezen, welke een gevolgd' de werkstaking waren, berekent de schrijverd' die voor den bandel en nijverheid in het alg< meen kwamen te staan op nagenoeg twee voor de werklieden op H miliioeu ponden stel ling. De eerstbedoelde verliezen waren een W tuurlijk gevolg van het staken der productie, well in gewoue omstandigheden in de beide genoem' districten de aanzienlijke cijlërs bereikte va 107,000 ton steenkolen, 11,000 ton ijzer en 180 ton staal per-week. Den prijs van het ijzer rekenende op 10 pd. st. per ton, en aanneme dat van de geproduceerde steenkolen twee de den in de ijzersmelterijen der districten verbrui! werden en het overige een derde in den handi werd gebracht tegen 15 sh. per ton, komt hij di tot een verlies van 162,600 pd. st. per week nu tin Sot we lee da ste wi de. 1 Idie lhe< I n ■list \m |Uit i\ls u bet ine de DO iel 00] 't Wl be oo |he h Te Ou ui gi: 5C lu

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1873 | | pagina 2