Men meldt uit 's-Gravenhage
„In het huis van burgerlijke en militaire ver
zekering te 's-Gravenhage is Izaak de Jong, de
verdachte in de zaak van den dubbelen moord,
geconfronteerd geworden met de getuigen, die
hem uit de woning van mevr. v. d. Kouwen
hebben zien komen. Behalve de rechter van
instructie was ook de officier van justitie bij deze
confrontatie tegenwoordig. Naar men ons verze
kert, hebben de vijf gedagvaarde getuigen de
Jong herkend en ofschoon deze halstarrig blijft
ontkennen, houdt de justitie zich overtuigd dat
de Jong schuldig is." (Hbl.)
De heer M. M. Verkozen Jr., te Alkmaar,
heeft ter gedachtenisviering van Alkmaar's ont
zet (8 October), Z. M. den Koning aangeboden
een door hem keurig bewerkt gouden insigne,
voorstellendede burcht van Alkmaar, prijkende
met een met diamanten ingezette kroon, met toe
passelijk randschrift. Bij kabinetschrijven van 23
Maart jl. heeft hij, namens Z. M., een vleiend
schrijven met Hoogstdeszelfs acceptatie en dank
betuiging ontvangen.
In eene particuliere correspondentie uit Brus
sel aan de N. R. Cl. lezen wij
De Gazette van Leuven, een clericaal blad,
deelt in zijn jongste nommer eenige bijzonder
heden mede omtrent eene plechtigheid, welke
den 29sten Maart plaats had in de kapel van het
instituut Paridaens, dat door de Zustereo van
Maria bestuurd wordt. Twee protestantsche meis
jes, mejuffrouwen Georgette en Anna Visscber,
werden gedoopt en in den schoot der Katholieke
kerk opgenomen door deu pastoor-dekeu van de
St. Petrus. Deze meisjes zijn de dochters van een
(voormalig) Anisterdamsch advocaat, wiens be
keering zegt het blad in Nederland veel
opspraak wekte. Het deelt daarna eenige bijzon
derheden mede omtrent dien persoou, die jaren
lang redacteur was van de Asmodée. Zij zijn, naar
ik ouderstei, te bekend, dan dat ik ze hier zou
herhalen; alleen zij dus vermeld dat vader en
zoon, wier oogen baadden in tranen van geluk
en ontroering, deu doop van deze twee meisjes
bijwoonden. Peter was de heer Alberdingk Thym,
eigenaar van het Katholiek blad De Tijd, bij werd
vervangen door den abt. Jungmann, prof. aan de
Leuveosche Hoogeschool. Mej. Louise Sterck, van
Amsterdam, was meter. De Gazette zegt ten slotte,
dat deze treffende plechtigheid op allen, die haar
mochten bijwonen, een diepen indruk heeft ge
maakt.
Het verslag omtrent het bij de Tweede Kamer
ingediend wetsontwerp nopens de tijdelijke be
perking der bevoegdheid van zilveren standpen-
Dingen is thans gedrukt aan de leden rondgedeeld
en daaruit blijkt dat bij de overweging van dit
wetsontwerp in de afdeelingen door verscheidene
leden bevreemding aan den dag werd gelegd over
de overhaasting waarmede de regeering, na met
het aanhaogig maken bij den Duitschen Bonds
raad vau een ontwerp van wet tot aanneming
van den enkelen gouden standaard voor Duitsch-
land bekend te zijo geworden, tot den tegenwoor-
digen stap is overgegaan. Waarom alvorens tot
de voordracht van den tegenwoordigeD maatregel
over te gaaD, het nader rapport van de staats
commissie omtrent de al of uiet aanneming van
den enkelen gouden standaard niet afgewacht,
en waarom daarover de staatscommissie niet ge
hoord? Ook waren er eenige ledeD van meening
dat het MuDtcollege en de directie der Neder-
landsche bank over deze quaestie haddeD behooren
gehoord te worden, welke laatste instelling, die
voor hare rekening sedert jaren nagenoeg uitslui
tend zilveren standpenningen heeft doen aan mun
ten, dan toch meer bijzond r in de zaak is be
trokken.
Vele leden, die de zaak uit een ander oogpunt
beschouwden keurden het goed, dat de regee
ring hier zelfstandig te werk ging en er waren
zelfs die in beginsel de benoeming van zoodanige
Staatscommissie als die van October 1872 af
keurden.
Met het oog op de instandhouding der wissel
koersen op het buitenland werd gevraagd of de
maatregel voor den Nederlandschen handel geen
bedenkelijke gevolgen kan hebben.
Eenige leden meeDden ten stelligste te moeten
betwijfelen, dat er, zooals de Minister in de
Memorie van Toelichting te kennen geeft, eene
buitensporige vervaardiging van zilver, die de
behoefte overschrijdt, plaats had.
Drie bepaalde vragen werden in het verslag
den Minister van Financiën voorgelegd, te weten
1°. Welke is de voorraad gemunte specie, thans
bij de Nederlandsche liaDk aanwezig, en boe is
de verhouding van het bedrag daarvan in ver
gelijking met den voorraad vóór 1870?
2°. Is het niet juist, dat de sterke aanmunting
van zilver van de zijde der Nederlandsche Bank
reeds een aanvang heeft genomen vóór men zich
voor de gevolgen der depreciatie van dat metaal
ongerust beeft beginnen te maken?
3". Bijaldien de voorraad van zilveren stand
penningen bij de Bank, thaDS deu voorraad van
YÓór 1870 niet zoo ver overtreft, als meD uit het
bedrag der aanmunting zou opmaken, waarheen
is dan het gemunte zilver gevloeid?
Een tweede hoofdpunt, waaromtrent men na
dere inlichtingen verlangt, bestond daarin, of
indien voor eeD geheel jaar aan de Nederland
sche Bank de bevoegdheid tot aanmunting vau
zilveren standpenningen werd ontnomen, wel ge
noegzame zekerheid bestond, dat zij onder alle
omstandigheden aan hare verplichtingen zou kun
nen voldoen, en dat geen stoornis in ons circn-
leerend medium zou kunnen worden gebracht,
terwijl, in nauw verband met dit laatste, door
zeer vele leden de termijn, gedurende welkende
wet werken zou 1 April 1871 te lang
geacht.
De commissie van rapporteurs heeft gemeend,
over deze eD meerdere vrageu in het verslag
vervat, niet vooraf met de Regeering in schrif
telijk overleg te moeten treden, ook opdat er
gelegenheid voor de Kamer zij om de zaak nog
vóór het aanstaande reces te beslissen en heeft
voorgesteld om het eenig artikel der wet in dien
zin te wijzigen dat de toegekende bevoegdheid
tot het doen aanmunten van zilveren standpen
ningen voor rekening vaD den Staat, uiterlijk
tot den lsten November 1873 kan worden ge
schorst.
O jj? Ps
►r- CD s° p CD p
ST O O rrj
O
p
p
p- O O T3
CD P- er 2
B. g 2 3
5' 2?. 2,
l CTO CJQ*
Cf A D 5^ o
?r o P cl
ct c 5- D m
s
5' g 5' d
Cf O O
E s 3 3
cT o
o o o
DQOStOö
>-• Cf c
e-r "Z?
-•5 S-
n rr ZT -t
5T
pr
5 5. o
a
CfQ
Ot C3t CO 1 C-
05 "(O N V
CO {O co O
p
B
PT
CO GO OO O
Cö O-D
CO f J—
O "tfi W M
(O O ó"5 CO
—3 O CO £0 OO co
"o CC "to s
05 O ""-3 Oi CO iI P
W O Cfl CC Üt Cfl J)
tó 'o b O O CJ1
O O O iCJ O co
co p
I—11 (ft
e.
1 3
a
8 3
3 9
5* B
a
Oo
O* i
o oo Oi
""-1 t—~-3
to co
05 OS co ül rfi A.
H O to if OO üt
O O __CC UI cc g
"o "co "to "t—1 CD
CJt O -3 to to p
|A O P tf» V O) 1
O CO O to -T
Vl o O to o O
Uit dezen staat blijkt alzoo, dat de Nederland
sche Bank op 31 Maart bij een inuntmateriaal van
f 111,669,468.92 voor eene som van f 90,893,109.64
minder aan bankbiljetten in omloop had dan waar
toe zij gerechtigd is, terwijl het muntmateriaal op
zijne beurt f 36,357,243.86 meer bedraagt, dan iD
verhoudiDg tot de schuldvorderingen tot dekking
noodig zou wezen.
De Minister van Financiën maakt, ter voldoe
ning aan art. 7 der wet van 26 April 1852 Staats
blad n°. 90), bekend, dat krachtens die wet voor
een kapitaal van tien millioen gulden aan munt
biljetten in omloop is, en dat tot verzekering van
de verzilvering dier biljetten de volgende kapita
len op de grootboeken der nationale schuld zijn
ingeschreven, te wetenOp het grootboek der
2% percents inschrijvingen een kapitaal van
f 18,788,000, uitmakende, tegen den daarvoor bij
art. 5 der wet bepaalden koers van 50 ten hon
derd, eene waaide van f 9,-394-,000, eu op het
grootboek der 3 percents inschrijvingen een kapi
taal vaD f 1,010,300, uitmakende, naar deu daai-
voor als boven bepaalden koers van 60 ten hon
derd, eene waarde van 606,130, te zamen
f 10,000,180.
De Minister vau Financiën verwittigt de be
langhebbenden, dat de regelmatige uitvoering
vaD den stoomlootdienst langs den Douau her
steld zijnde, dientengevolge de verzending dei-
correspondentie naar Kousiautrnopel over Weeueu
en Baziasch, en verder langs den Douau, boven
de andere gemeeuschaps wegen inet Konstaulinopel
de voorkeur verdient.
De verzending naar Konstantinopel laDgs den
bovengemeldeu weg geschiedt volgenderwijs:
van Amsterdam eiken Dinsdag, Donderdag en
Zaterdag, met den trein vaD den Rijnspoorweg,
van 2.30 's avonds
van Weenen eiken Dondeidag, Zaterdag en
Maandag
te KoDstantinopel eiken Zondag, Dinsdag en
Donderdag, te 12.30 's avonds.
Naar aanleiding van 'sKonings besluit vaD den
29sten Maart 1873, wordt de kapitein-ter-zee J.
A. Vundevelde, op zijn daartoe gedaan verzoek,
tot herstel van gezondheid, met den 5deD April
aanstaande, eervol ontheven vaD het bevel over
Zr. Ms. fregat met stoomvermogen Zeeland, eu op
non-activiteit gesteldterwijl dat bevel, met den
6den daaraanvolgende, wordt opgedragen aan deD
kapiteiu-ter-zee J. vaD Gogh.
De kapitein-ter-zee J. Vos, gedetacheerd bij
's Rijks werf te Willemsoord, eu belast met de
waarneming der betrekking van equipage-meester
der marine aldaar, zoomede de luitenant-ter-zee
der 1ste kl. J. C. H. Beeloo, gedetacheerd bij 's Rijks
werf te Hellevoetsluis, ter waarneming der be
trekkingen van equipage-en havenmeester aldaar,
worden met den laatsten April aanstaande eer
vol van de hun opgedragene betrekkingen oot-
hevea en op uon-activiteit gesteld, en met den
lsteD Mei daaraanvolgende vervangen door den
kapitein-ter-zee H. P. van Booeval Faure en den
luitenant-ter-zee der 1ste kl. Jhr. J. H. P. von
Schmidt auf Altenstadt.
De luitenants-ter-zee der 1ste kl. H. J. S. van
der Sloot, J. H. Haakman, J. H. Commijs en P.
Swaan, eerstgenoemde gedetacheerd bij 's Rijks
werf te Willemsoord, en toegevoegd aan den
equipage-meester der marine aldaar, de beide
volgenden behoorende tot de rol van Zr. Ms.
wachtschip te Willemsoord, en gedetacheerd
respectievelijk aau boord van Zr. Ms. instructie-
vaartuigen Vulkaan cd Pro Patria, en laatstgenoemde
dienende als 1ste officier aan boord van Zr, Ms.
wachtschip te Hellevoetsluis, wordeD, mede met
den laatsten April aanstaande, op non-activiteit
gesteld, en met deD lsten Mei daaraanvolgende
vervangen door de luiteuants-ter-zee der 1ste kl.
J. M. Brevet, C. E. Uhlenbeck, C. A. Ie Bron de
Vexela en C. A. Bosch.
Voorts worden de luitenants-ter-zee der 1ste kl.
F. J. P. M. Mulder en Jhr. J. de Jong van Beek
en Donk, met ingang van laatstgemelden datum,
geplaatst respectievelijk aan boord van Zr. Ms.
ramschip Duffel en wachtschip te Willemsoord,
eerstgenoemde als 1ste officier.
Z. M. heeft aan den voor den milit. dienst in
O.-I. bestemden soldaat E. van der Cijpe, van
het koloniaal werfdepot, de vergunning verleend
tot het dragen van het kruis Fidei el Virtuti en
van de gouden medaille van verdienste, hem
vroeger door den Paus geschonken.
Z. M. heeft bij het Departement van KoloniëD
bevorderd tot referendaris den hoofdcomm. Jhr.
Mr. W. E. van Panhnys; tot hoofde. deD comm.
A. Mondt Hzu.; en tot bode, den ass.-bode G.
Bodaan.
BIMNENLAND.
Amsterdam, 1 April. De oud-marinier H. F.
Weijler, de laatst overgeblevene van de kanon
neerboot van van Speijk, is eergisteren op het
Corver's hofje ten gevolge van eene beroerte vrij
plotseling overleden. Zijn lijk zal Woensdag mor
gen te kwart voor achten op de Oosterbegraaf
plaats met militaire honneurs worden ter aarde
besteld.
Weesp, 1 April. In de gistereD gehouden zit
ting van den Gemeenteraad werd een verzoek
ter tafel gebracht van een der ingezetenen, om
alsnog op de kiezerslijst voor deD Gemeenteraad
te worden geplaatst. Adressant had bij zijn re
quest gevoegd eenige aanslagbiljetten, waaruit
blijken moest, dat hij het radicaal van kiesgerech
tigde voor dat lichaam bezat. Volgens de niede-
deehng van den voorzitter had bedoelde ingezeten
echter vau 18661868, zonder daartoe van Z. M.
den KoDing verlof te hebben gevraagd, als zouaaf
in het Pauselijk leger gediend, en was, wel is
waar, weder iu ons midden teruggekeerd en had
zelfs in 1870 zich tot den Koning gewend, met
het verzoek om vergunning om de hern door Z.
H. den Paus geschonken ridderorde Fidei et Virluti
te mogen aaDnemen eu dragen, welke ver
gunning was geschonken, doch, naar het oor
deel van het Dagelijksch Bestuur, had hij het
recht om als burger van Nederland te worden be
schouwd, verloren. Na eene korte discussie be
sliste de Raad met algemeene stemmen, dat
adressants verzoek moest worden gewezen van
de haDd.
Zandvoort, 31 Maart. Terwijl men heden-
Datniddag bezig was met eenige vischschuiten in
zee te steken, had With. Koning, matroos op de
Vrouw Anna, het ongeluk over boord te vallen.
(Judanks aiie aangewende pogingen is het uiet
gelukt hem te redden; slechts zijn lijk werd aau
land gebracht.
Rotterdam, 1 April. Het stoomschip Maus,
kapt. E. Deddes, vertrok hedeD van hier naar
New-York met volle lading en 506 passagiers.
Arnhem, 1 April. Naur wij vernemen is uieu
in de werkplaats vaD deu mechanicus B. Hols-
boer alhier ijverig bezig met het vervaardigen
van deu door een onzer stadgenooien uitgevouden
afslandsine'.er, hoofdzakelijk bestemd ten dienste
van de artillerie. Eenige mstrumeoteu moeten
reeds door ons Gouvernement besteld zijn ter in
structie. Ook veruemen wij, dat de Regeeriugen
van veischeidene landen commissiën hebben be
noemd tot onderzoek van bedoelde uitvioding,
terwijl tevens instrumenten worden vervaardigd
voor het departement van Marine, om dit stelsel
op schepeo toe te passeD. (Arnh. Cl.)
^Leeuwarden, 31 Maart. Door den landbouwer
Veeman, te Marssum, is voor eenigen tijd aan
den veekooper Israels, te VVeener in Haunover,
een kalfkoe verkocht voor den enorinen prijs
van f 525. Dit schooue beest is bestemd ter expo
sitie op de VVeener tentoonstelling; mocht het daar
een prijs behalen, dau zal de verkooper nog f 25
extra ontvangen.
Assen, 1 April. Wegens het gunstiae wed
zal men reeds met het veenbramieu een bei
maken, hetwelk, zooverre men zich herinoei
nimmer zoo vroeg heeft plaats gehad.
Middelbare, 1 April. Gisteren heeft het Pi
vinciaal Gerechtshof in Zeeland uitspraak gedas
in de zaak vaD den heer P. R. Tak te Wisse
kerke, appellant van een vonDis der arrondiss
ments-rechtbank te Goes, waarbij deze was ve
oordeeld tot eene gevangenisstraf van 45 dagi
in eenzame opsluiting te ondergaan, wegens h
doodschieten van een persoon, met wien hij
de jacht was, en zulks bij ongeluk, door het
gaan van den haan van zijn geweer, toen zij be
den over een sloot sproDgen. Het Hof heeft
noemd vonnis vernietigd en den appellaut vrij»i
sproken.
ie;
S<
ik
GEMENGD NIEUWS
Bij een zoogenaamd examen aan een der sci
len voor lager ouderwijs te Delft, in de vor,
week gehouden, vroeg de godsdienstonderwijs
over het Paaschfeest sprekende, aan een tienja
gen knaap, waaraan de Israëlieten op dit fei
denken, waarop hij ten antwoord ontving: „a
den uittocht uit Egypte." Hierop zich tot e
anderen knaap van gelijken leeftijd wendem
vroeg hij: „waaraan denken wij op het Paasc
feest?" Aan de paascheieren, mijnheer
was het naïeve aDtwoord. De Arnh. Ct. ontviq
onderstaanden brief, een merkwaardig voorbeel
hoe onze taal kan geschreven worden: Aan 1)
Heer Abonnement te Arnhem Krantuitgevi
Bureau Weezenstraat29 maard 73. D
Heer AbonDemeut te Arnhem heden moet
beriten dat uw de Arnhemsche Kourant in mof
halden wegens ver trek van te op
ver schuldige Geld kund uw krisspediren.
Kleine Huissenspolder, in het polderarrondis
ment Axel gelegen, heeft op 30 Maart jl. een at
zienlijk grondverlies geleden, zijnr ede oever aldal p
naar gissing ter lengte van ongeveer 100 en
breedte van 70 elleo (meters), bij laag water
de Westerscbelde verdwenen. Al het rijswerk,
steenglooiing, enz. is weggevallen en thans is
stroom tot tegen den dijk genaderd, tot veri
diging waarvan men buitengewone maatregel(Mj
neemt.
lb
KOLONIËN,
iboi
o nl
"6
md
lat
Be
ira
BATAVIA, 20 Februari.
Aan het algemeen overzicht van de Indiër is hf
volgende ontleend
De alarmklok, door de Locomotief met de meeafl10'
kracht geluid, heeft de regeering gewekt,
resident van Pekalongau, de heer Kollman, we,
in commissie gezonden; zijn eerste rapport, voor-5 c
komende in de Javasche Courant van 4 dezer, «C
dagteekend 12 en 13 Februari, luidde vrij gerust
stellend. Hier eu daar verklaarden de bewoDeri
van een aantal dessa's, dat zij werkelijk gebrel
leden, „hetgeen ook aan enkelen zichtbaar was,
maar nochtans waren er geen sterfgevallen wegeD
gebrek onder haar voorgevallen. De bewoner
van sommige dessa's kwamen op om bij de vai
regeeringswege aan te leggen werken geld tl
verdienen; andereD niet. De conclusie was deze fS
„De resident Kollman vermeent dat de toest8nc|
zooals hij die in Demak bevonden heeft, hoe»
groote omzichtigheid van de zijde des bestum
vorderende, nochtans niet onrustbarend is, wa
neer de werken in vrijen arbeid worden voo
gezet Lot het invallen van deu oogst.
Ten slotte zij nog vermeld, dat den llden den
den hoofdambtenaar H. de Bruiju, gewezen dire
teur der Burgerlijke Openbare Werken, door dt
Gouverneur-Generaal per telegram is opgedragei
zich overwijld naar Demak te begeven, ten eiDÓ
te onderzoeken welke maatregeleu door irrigat;
als auderszins genomen kunnen wordeD, om
den toestand van genoemde aldeeling spoedige
afdoende verbetering te brengen.
De algemeene toestand dezer afdeeling is nil
gunstig. De bevolking dient, ter voorkoming vi
verdere rampeD, tot het invallen van den oo-
op de wijzo als thans geschiedt te worden
gestaan.
Onmiddellijke oorzakeD van dien toestand i'
hei mislukken van de padi en een gedeelte ïi
het polowidjogewas ,in 1872 en het verbod
padizaden tweede aauplaDt aau te planteu,
ondanks de dringende vermogen vaD regent
districtshoofden door het plaatselijk bestuur ODte-
dachtzaatu streng werd gehandhaafd."
Het wekte eenige bevreemding dat tegelijk m<j
zulk een rapport de resident vaD der Poel eerW
ontslag uit 's lauds dienst verkreeg en de resit-'1'
van Tegal, Lauuners vau Tooreuburg, iu zijn'
plaats werd benoemd.
Maar wie het nader rapport van den heei
Kollmanu, dd. 14, 15 eD 17 dezer, verschenen r
de Javasche Ct. van eergisteren, ontleedt, zal ev
keDuen dat de pers iu liet gelijk wordt gesteld,
wanneer zij op het ontslag van den heer v. d. P
aandrong.
Eerst nu worden eeu aantal werken van re
geeringswege met kracht uitgevoerd. Het loot
dat aanvankelijk werd aangeboden, schijnt onvol
doende te zijn geweest, want nu het voor sob