Vrijdag 21 Maart. FEUILLETON. Dl K1RSTB00I. N°. 4023. A0. 1873. STADS-BERICHTEN. De uitslag der verkiezing. LE1DSCB DAGBLAD PRIJS DEZER COURANT. Voor Leidan por 3 miandemƒ3.00. Franco per poat3.85. Afzonderlijke No mm er»0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PBIJS DER ADVBRTKNTIEN. Voor iederen regelƒ0.13. Grootere letten naar de pUatsroimU die zjj beskan. l De BURGEMEESTER deb Gemeente LEIDEN herinnert bij deze den geestelijken en studenten in de godgeleerdheid, die reeds bij de Nationale Militie zijn ingelijfd, alsmede hun die daartoe kunnen wor den opgeroepen, dat zij tot het bekomen der Ont heffing van den werkelijken dienst, bedoeld bij de late zinsnede van art. 127 der Wet van den 19|den Augustus 1861 Stbln°. 72), verplicht zijn, tusschen den 20sten Maart en den lsten April dezes jaars, hunne aanvrage, met het daarbij beboorend bewijs stuk, bij hem, Burgemeester, in te dienen. De Burgemeester voornoemd, v. d. BRANDELER, Leiden, 20 Maart 1873. Terwijl wij nog geheel onder den indruk ter- keerden van het politiek doodvonnis, gisteren in ons kiesdistrict over Mr. R. J. graaf Schiminel- penniock uitgesproken, oordeelden we het vFen- schelijk eD zelfs tegenover den gevallen tegen stander edelmoediger, daarover toen nog niet in beschouwingen te treden. Heden zouden wij daartoe eerder kunnen Over gaan, doch wij kunnen ons deze moeite besparen, daar verschillende bladen op duidelijke wijze reeds de beteekeuis der stemming van gisteren hebben geschetst. Het N. v. i. D. treedt minder in een beoordee ling van dé staatkundige zijde der verkiezing dan wel in een onderzoek der vraag welke van de partijen bet minst zijn opgekomen. Het rede neert aldus: „Onze kiesgerechtigden kunnen gevoegelijk dienst doen als barometer. Gisteren stond de stembus in Leiden en omstreken op de tafel. Meer Jan ooit waren de partijen zuiver afgebakend. Elk had baar eigen candidaat. De anii-revolu- tionairen konden hun sympathie toonen voor Mr. d. Berchde conservatieven voor R. J. Schim- melpenninck; de liberalen voor Mr. Neeb; de ultramontanen voor Dr. Nnyens. Doch het woei fel. Jt Was koud. Van de 2788 kiezers kwamen ongeveer 1750 op. „Wie van de partijen hebben hier de meeste schuld? Bij wie vindt men de meeste koudelijk- beid en gemakzucht, en de minste belangstelling in de publieke zaak? Of zijn die ondeugden ge lijkelijk over allen verdeeld? 't Ware wel te wenschen dat wij ook dat niet cijfers konden uitmaken. „Bij de jongste verkiezing in 1871 was de be langstelling grootertoen brachten 1903 kiezers buDne stemmen uit, waarvan 1201 op den uni- verseelen anti-liberalen candidaat." Ods dunkt hei IV. d. D. kon nog een andere berekeDiog maken. In 1871 stemden van de 1903 kiezers 1201 op den universeelen anti-liberalen candidaat; thans werdeü vaü de 1745 op de drie anti-liberalen 1087 stemmen uitgebracht; alzoo in 1871 stemden ruim 63 pCt. voor de anti liberalen, thans ruim 60 pCt. De liberale partij gaat dus vooruit en blijkens de feiten, zegt de Stand aard, is de conservatieve partij, die het tot 186 stemmen wist te brengen voor een harer cory- pheeën, de kleinste der staatkundige fractiën. Het Vaderland heeft dus wel gelijk om na de mededeeling dier feiten uit te roepen „Anne graaf! Arm DagbladI Men zou haast medelijden met u beginnen te krijgen. Moest gij daarom betnel en aarde te hulp roepen om ten slotte van de 1745 geldig uitgebrachte stemmen 185 voor uw geliefden financier uit het beruchte Ministerie te veroveren „Gij hebt zeker een voorgevoel gehad dat de afval der ultramontanen u in al uwe onbeteeke- nendheid zou tentooDStelleu en daarom al het mogelijke gedaan om dien afval te voorkomen. Thans zal zeker ook uw laatste hoop zijn ver- vlogen. In bet vervolg zult gij u geheel en al door de ultramontanen de wet moeten laten stel len en met hunne candidateu genoegen moeten nemen, wilt gij niet geheel en al in het niet weg zinken. „En dat dit nog te Leiden moest gebeuren, het district waarop gij vroeger zoo trotsch waart en waar vroeger dezelfde Scbimmelpenninck, die nu inet 185 stemmen naar huis moest gaao, met overgroote meerderheid werd gekozen „Wij erkeuueu het is hard eu ieder zal het moeten billijken, indieu gij van avond over de bedorvenheid van het nieuwe Nederland een jam merklacht aanslaat, zooals er nog nimmer een is gehoord. Maar gij zult het eveneens moeten bil lijken dat ieder, die zich jaren lang heeft geër gerd over de Zlajjifarf-aanmatiging, die de meer derheid onzer natie als conservatief durfde voor stellen, juicht over den verbazeuden slag, die de Dagblad-y&ni) heden is toegebracnt. „De verkiezing van heden kan beslissend zijn voor de toekomst." Geestig en waar als altijd, stelt de N. Rolt. Ct, de nederlaag in bet licht, door de conservatieven, die het te Leiden steeds voor het bevelen hadden, geleden. Wij laten haar aan het woord. „De uitslag der stemming in het kiesdistrict Leiden is zeer leerzaam. Men had d&Ar nu eeDS de vier partijeu zuiver tegenover elkander, en kan dus de kracht van elke afzonderlijk leeren kennen. „De liberale is verreweg de sterkste. Haar can didaat verkreeg 651 stemmen ciroa 200 meer dan de candidaat der confessioneelen, die na hem bet grootste getal stemmen verkreeg. De liberale can didaat bleef slechts 222 stemmen onder de volstrekte meerderheid, in dit district reeds een belangrijk resultaat. „Van de confessioneelen eu de ultramonlauen wegen de krachten nagenoeg tegen elkander op (462 en 440 stemmen). Tegenover elke dezer ker kelijke partijeü beteekeut de kracht der conser vatieve partij ai zeer weinig. Graaf Schimmel- peuninck, die tien jaren zitting had voor dit dis trict en wiens lof iu zoo schelle tonen werd uitgetrompet door het Dagblad, verkreeg niet meer dan 185 stemmen „185 van de 1746, 466 minder dan de candi daat der liberalen I „Ziedaar dan wat „het nationale deel der natie" (zooals de Nieuwe Arnhemtche Ct. dezer dagen haar partij noemde) beteekent. En dat in een der „beste districten!" „Wij zijn nieuwsgierig, uit het Dagblad te ver nemen waar het aan ligt. Waarschijnlijk heeft de indeeling van het district de schuld. Misschien ook de gewone „volksmisleiding" der „radicalen." Maar hoe ook, stellig zal men zich trachten te troosten met de gedachte, dat dan toch de drie „anti-radicale" fractiën gezamenlijk 436 stemmen meer dan de liberalen- hebben uitgebracht. „Inderdaad, daartegen is niets te zeggen. Maar als wij van onze zijde óok aan het optellen gaan, blijkt, dat de drie anti-conservatieve fractiën gezamenlijk 1368 stemmen meer dan de conser vatieven bebben uitgebracht, dat is nog 932 meer dan 4361 „Doch, hoe men telt, dit is zeker, dat na derge lijke uitkomst de conservatieve partij haar toon wel een weinig lager stemmen mag." Verwacht de N. R. Cl. dit werkelijk? Dat kun nen wij niet veronderstellen; want onze Rotter- datnsche zuster weet even goed als wijheden kruipt bet Dagblad verpletterd door den slag van gisteren in zijn schulp, morgen komt het or gaan der 185 kiezers ons weer met nieuwen moed vertellen, „dat bet eerlijke Nederlandscbe volk anti-liberaal is" en „dat de conservatieven de ware vrijzinnigen, de echt nationalen zijn." Nu dat is dan toch ook nog het eenige wat het Dagblad overblijft. Men gunne het conserva tieve orgaan ten minste de eer van zich en zijn fractie bespottelijk te maken. LEIDES, 20 Haart. In de zitting van de Tweede Kamer der Sta- ten-Generaal van gisteren zijp ingekomen wets ontwerpen 1". tot aankoop van de spoorwegen Roosendaal Hollandsch Diep en RoozendaalBreda en in ver band daarmede, tot aanvulling en verhooging van Hoofdstuk V der Staatsbegrooting voor 1873; 2®. tot inkoop en amortisatie van rentegevende nationale schuld, uit bet beschikbaar gedeelte der afkoopsom van de onvervreemdbare rente ten iaste van België. De gisteren door ons gedane mededeeling, om trent de arrestatie van eenige personen wegens diefstal vaD sajet, was deels onjuist, deels onvol ledig. Wij vernemeD daaromtrent het navolgende Voor eenigen tijd reeds ontdekte onze ijverige commissaris van politie, de beer Cramer, dat op de markt sajet was verkocht voor onverklaarbaar lage prijzen eu hoewel zich bij hem niemand we gens diefstal had beklaagd, kwam het hem toch voor dat deze sajet niet op eerlijke wijze verkre gen kon zijn. Spoedig scheen zich zijn vermoeden te bevestigen; de kooplieden op de marktwezen eene vrouw aan, van wie zij voorgaven de sajet gekocht te hebben. In de aangeduide woning gekomen vond de commissaris er twee vrouweD, doch geen sajet; zij zeiden geen sajet te bezitten en hadden er zelfs geen bezwaar tegen dat de commissaris een on derzoek in de woning deed. Terwijl hij echter zocht, verwijderde zich een der vrouwen en toen de altijd zoo nieuwsgierige politie haar volgde, haalde men uit een zekere plaats allerminst geschikt tot berging van koopwaren 1 twee groote pakken sajet, die de handige vrouw er had laten inzakken. Toen de commissaris van politie eenmaal tot deze ontdekking was gekotneD, ging hij voort met zijn instructie, stelde nog een aantal huiszoekin gen in, daarin vooral bijgestaan door den inspec teur van politie Beek en het onmiddellijk gevolg van zijn onvermoeid streven is dan ook geweest dat Maandag-avond reeds twee personen werden gearresteerd, die nu echter weder op vrije voeten zijn. De commissaris onderzoekt nog voortdurend, en toegerust met de wetenschap dat sajet van fi per pond voor f 1.25 is verkocht; dat er sajet ge stolen en bereids herkend is, en dat verschillende personen de gestolen goederen hebben gekocbt, laat het zich aanzieD dat men ook spoedig de ware daders op het spoor zal komen, Gisteravond is door de politie aangehouden, zekere J. J. K., verdacht van hier ter stede op lichterij te hebben gepleegd en bovendien ver moedelijk in het algemeen politieblad gesignaleerd ter zake van een misdrijf, waartegen de wet lijf- of onteerende straffen bedreigt. Bij Kon. besluit is bepaald, dat eene Kamer van koophandel en fabrieken iu de gemeente Opster- land zal worden opgericht. Openbare vergadering van den Raad van State, afdeeling voor de geschillen van bestuur, op Woens dag den 26sten Maart a. s. des voormiddags te elf uren. De luit.-ter-zee 2de kl. H. J. R, Sutherland, die nende aau boord van Zr. Ms. wachtschip teHel- levoetsluis, wordt met den laatsten dezer op non activiteit gesteld. Z, M. beeft benoemd tqt burgem. der gemeente Ten Boer W. G. B. Reddiogius; tot burgem. der gemeente Noorddijk Jhr. Mr. W. J. Quintusen tot burgem. der gemeente Grootegast B. Hazen berg, secr. aldaar. Z. M. heeft, op verzoek, den offic. van adm. 3de kl. J. H. C. Vermeer en den scbeepskl. M. J. Vitringa uit Z. M. zeedienst ontslagen en bei den benoemd tot 2de luit.-kwartierai. bij bet leger in Ned.-Indië. Z. M. beeft benoemd tot ontvanger der directe belastingen en accijnzen te Ootmarsum c, a. den heer H. Uges, thans te Heumen c. a.tot ont vanger der dir. bel. in- en uitg. rechten en ac cijnzen te Scheveningen, den heer Jhr. J. C. F. Stern, thans ontvanger der directe belastingen en Vervolg.) Heden is de arme een koning, want zijoe band kan zich heelend op de wonden van een lang jaar leggen, zoodat zij een avond lang ophouden pijn te doeu en vergelen wordeD. De koning echter stelt zich dan met de anderen gelijk, want niet kasteel en kroon, geen waardigheid of troon verheffen Item heden, maar het hart alleen, dat in zijn boezem klopt en dien met vreugde ver vult. Hoe schitteren1 de lauge straten in het licht der middagzon! De stralen hebben den nevel ver jaagd, en overal druppelt het water van de daken. Dames, met kostbare met bont gevoerde mantels om, trippelen voorzichtig over de glib berige straat. Daar glijdt er al een nit en zij zou gevallen zijn, als niet de arm van een werkman haar krachtig omvat en op de been gehouden had. Haar oog valt op zijne ruwe reddende hand en zijne gemeene kiel en haar fijn neusje mankt een beweging, alsof zij zich zonder een woord te spreken van hem al wil maken; daar valt haar oog op een dennenboompje en een pop van vijf groschen, die hij bij ziju hulp verleeneu zorgvuldig met den anderen arm tegen zijn kiel gedrukt hield, en een lachje komt op haar voornaam gelaat. Het hart onder het hermelijn heeft het hart onder de blouse ontmoet, dezelfde gedachte heeft beiden op de straat gebracht en vervult hen, en zij zegt vrieudelijk: „Ik dank u," eu „wilt gij uw doch tertje wel voor mij groeten, en nog een pop van mij voor haar op tafel leggen f" Zij is weg, en de arbeider ziet verwonderd naar den blanken, nieuw gemunten thaler in zijne hand. De tooverstaf heeft ook hem aaogeraakt. Uit de hoogte hoort men de klokken luiden. Het beeld van Schiller ver heft zich ais een sneeuwman op de markt, en de jongens, die geen school hebben, en die vol ver wachting zijn hoe de dag zal eindigen, loopen rond, gooien met sneeuwballen naar het beeld en naar de musschen, die op des dichters neus gaan zitten. Daar heeft een agent met een grimmig gezicht een der boosdoeners bij den kraag en wil hem strafien voor zijn oneerbiedige handeling tegen het kunstwerk. Half aDgstig, half schalksch zoekt de deugniet zich los te werken en zegt „Ik wilde Schiller maar een sneeuwbal geven,'t is immers Kerstavond." De zondaar heeft een tooverwoord gesprokeD, dat zelfs het gemoed van den onverbiddelijken dienaar der wet zachter stemt. De hand in den nek laat los, de man lacht, geeft den jongen een klap om de ooren en laat hem loopen. Reeds heeft deze de hem voorzichtig aan een hoek opwachtende metgezellen bereikt en in een oogenblik is bet gevaarlijke intermezzo ver- geteo. „Wat nu? Wordt het maar geen avond? Hoe laat is het?" Een hunner is in het bezit van een hem benijd, ouderwetscb middel otn den tijd te bepalen, en allen dringen zich om hem been. „Neen, pas drie uren, nug twee uren voordat de boom wordt aaugestoken." W at met dien ooaf- zienbaren, sluipenden, boosaardig, kruipenden tijd te beginnen? Eene korte, levendige beraadslaging volgt, dan keert plotseling de troep om en stormt als een opvliegende kraaienzwerm heen. Door een dozijn straten, als wareü er geene arm- en beenbreuken in de wereld, de poort uit. Nu gaan de haodeD in de zakken en tellen de koperen munt, die nog over is. Is er nog genoeg om voor een uur een paar schaatsen te buren en beentje over te rijden Ja, genoeg, er blijven dan wel maar een paar centen over, maar het is kerstavond zak geld appelen pepernoten voorwaarts hoezee I Het was geen meer, uauwelijks een zeer groote vijver, maar duizenden menschen, die er over zwierden, struikelden, lachten en juichten, sche nen hem niet kleiner maar grooter te maken. Bonte afspiegeling van het leven pijlsnel schoot de talentvolle, beproefde rijder als met vleugels over de gladde vlakte, de nieuwelingen wankel den, angstig met de handen om zich slaande, achteraan. Vrouwen en mannen vlogen voorbij en achter elkander, de kleeding der dames ver toonde zich als gekleurde sterren tusscben bet eentonige grijs en zwart van de beeren der we reld, die niet altijd dien naam in bun rijden rechtvaardigden, daar menig hunner onzacht kennis maakte met de spiegelgladde baan, ter wijl eene vertegenwoordigster van het in den regel genoemd zwakkere geslacht hem fier voorbij schoot. Kleine meisjes hielden elkaar bij de hand vast en vormden een lange keten, die eerst werd losgemaakt als er iemand in volle vaart kwam aanrijden, wiens onwillekeurig terugdeinzen een luid gelach verwekte. Het was een rusteloos ge- jaag als van een troep mieren, door de onder gaande zon roodachtig bestraald I Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1873 | | pagina 1