FEUILLETON.
N°. 3990,
A". 1873.
Dinsdag
11 Februari.
Mil DE ZWERVER.
LEIDSCH
PRIJS DKZKR COURANT.
Voor Leiden per 3 maandenƒ8.00.
Fnnco per post8.85.
Ahonderlyke Nommen0.05.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVERTENTIEN.
Voor Weren regelƒ0.15.
Orootere letten naar de plaatamimte die beelaan.
STADS-BERICHTEN.
HER.IJK.
BURGEMEESTER in WETHOUDERS tan
LEIDEN,
Gezien het besluit van Gedeputeerde Staten der
provincie Zuid-Holland, van den 30sten December
1872, n°. 5/1 Provinciaalbln*. 109), houdende bepaling
van de tijdstippen van den her-ijk der maten en ge
wichten in de verschillende gemeenten in deze pro
vincie, voor het jaar 1873
Herinneren den ingezetenen dezer gemeente hunne
verplichting, overeenkomstig art. 15, lett. a, der Wet
van. den 7den .April 1869 Staatsblad n9. 57h tot het
doen her-ijken van alle reeds in gebruik zijnde maten,
gewichten en weegwerktuigen, onder mededeeling dat
daartoe door den ijker zitting wordt gehouden in het
lokaal ran den tjk, op de Aalmarkt, naast de Gemeente-
Apotheek, en wel:
Voor de gewone gewichten, benevens de maten en
strijkers,
voor wijk V, op den llden, 12 en 13 Februari,
talken dage van des morgens 9 tot des namiddags
t uren.
Eindelijk wordt ter kennis van de belanghebbenden
gebracht, dat volgens besluit van den Minister van
Staat en van Binnenlandsche ZakeD, van den Aden
December 1872, de letter E, in den gewonen druk
vorm, schuin gesteld, bestemd ie tot jaarletter zoowel
van den ijk ais van den ber-ijk.
En geschiedt hiervan openbare kennisgeving door
aanplakking en door plaatsing in de Leidsche Courant.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
T. v. BRANDELER, Burgemeester.
E, EIST, Secretaris.
Lam is, den llden Januari 1873.
i uitgezonderd de Zondag, van des voormiddags tien
tot des namiddags drie uren, ter Secretarie dezer
gemeente de gelegenheid bestaat.
En geschiedt biervan openbare kennisgeving door
plaatsing in de Leidsche Courant.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. d. BRANDELER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Leiden, den lOden Februari 1873.
NATIONALE MILITIE.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
LEIDEN, doen te weten
dat de ingezetenen, die verlangen mochten als vrij
williger bij de nationale militie op te treden, zich
daartoe voor den lsten Maart aanstaande ter Ge
meentesecretarie behooren aan te geven.
De bepalingen der wet van den 19den Augustus
1861(Staatsblad n°. 72), betrekkelijk de nationale
militie, zijn ten aanzien van de vrijwilliger, de volgende:
Art. 11. Om vrijwilliger bij de militie te zijn,
moet men ongehuwd of kinderloos weduwnaar en
ingezeten wezen, voorts lichamelijk voor de dienst
geschikt, ten minste 1.S6 m. lang, op den lsten Januari
van het jaar der optreding als vrijwilliger het 20ste
jaar ingetreden zijn en het 35ste jaar niet volbracht
hebben, tot op bet tijdstip der optreding aan zijne
verplichtingen ten aanzien van de militie, zoover die
te vervullen waren, voldaan en een goed zedelijk ge
drag hebben geleid.
Het bezit van die vereischten, met uitzondering
van de lichamelijke geschiktheid en van de gevorderde
lengte, wordt bewezen door een getuigschrift van den
Burgemeester der woonplaats.
Art. 12. Hij, die voor de militie is ingeschreven,
wordt slechts als vrijwilliger toegelaten voor de ge
meente, in welke hij ingeschreven is, tenzij hij geene
verplichtingen ten aanzien van de militie meer te ver
vullen hebbe.
Art. 13. Hij, die bij de zeemacht, bij bet leger hier
te lande, of bij het krijgsvolk in 's Rijks Overzeesche
bezittingen heeft gediend, wordt niet als vrijwilliger
bij de militie toegelaten, tenzij hij, bij het verlaten
van den dienst, behalve een bewijs van ontslag, van
den bevelhebber, onder wien hij laatstelijk heeft ge
diend, een getuigschrift hebbe ontvangen, inhoudende,
dat hij zich gedurende zijn diensttijd goed heeft gedragen.
Hij kan, heeft hij dit ontvangen, tot dat zijn veer
tigste jaar volbracht is, als vrijwilliger bij de militie
worden toegelaten.
Wijders wordt ter kennis van de belanghebbenden
p gebracht, dat tot het opmaken van het getuigschrift,
bedoeld bij bovengenoemd art. 11 der Wet, dagelijks,
LEIDEN, 10 Februari.
Schiller heelt ons in een zijner kleinere ge
dichten, onder den titel, das Mddchen a us der Fremde,
een beeld der lente voor oogeu getooverd, een
liefelijke verschijning, die, ter wille der rijke
gaven, welke zij vertegenwoordigt, door allen als
een welkome gast begroet en gehuldigd wordt
Sie brachte Bluuien mit und Früchte,
Gereift auf einer andrer Flur,
In einem audrern Sonnenlichte,
In einer glücklicher Natur.
Wij weten, op geen betere wijze, dau met deze
woorden van den dichter, aan onze stadgenooteu
de begaafde en bevallige piaDiste voor te stellen,
die het aanslaand siudeuten-concert met hare
talenten zal opluisteren. Het is mogelijk dat haar
spel, bij rijperen leeftijd, nog in meerdere diepte
van opvatting zal kunnen wiuneu, maar wij be
twijfelen of aan hare technische bekwaamheden
boogere eischeu kunnen gesteld worden. Het
piano-concert in A-mol van Schumann werd door
baar zoo meesierbjk voorgedragen, als zeker in
de laatste jaren hier ie lande niet is ten gehoore
gebracht.
Als alle groote kunstenaars, die diep in het
wezen hunner kunst zijn doorgedrongen, eischt
Schumann van zijn toehoorders en volgelingen
een onverdeelde auDducht en toewijding, die niet
binnen bet bereik van ieders krachten liggen.
Wie dezen geheimzinuigen toovenaar op zijn
zwerftochten wil volgen, moet zijn minste bewe-
gingeu nauwkeurig gadeslaan en bereid zijn met
hem in de diepteu al te dalen, wier schijnbare
duisternis de onkundigen terugschrikt, muar waar
de meester het liefst verwijlt en waar bij gewoon
is de verborgen scbatkameren van zijn rijk ge
moedsleven voor zijne getrouwen te ontsluiten.
Het moet dus de meesteu hoogst welkom zijn in
Emma Brandei een ervaren gids te outmoeteD,
die hun niet alleen den weg wijst, maar tevens
op de vele schoonheden opmerkzaam maakt, die
anders aan hunne aandacht zouden ontsnappen.
Zij weet Diet alleeu door hare buitengewone
aaardigheid alle hinderpalen op haar pad te over
winnen, maar door hare duidelijke voordracht
en fijn geschakeerd spel ook de omngewijden van
Schumann's muze den gedaebtengang van den
componist kenbaar te maken. Bij alle wendingen
vau het bewegelijk en ingewikkeld rythmus,
weet zij de melodie altijd duidelijk te laten door
klinken en vernemen wij hoorbaar het welluidend
gemurmel der ouderaardsche wellen, waardoor
de fontein wordt gevoed en m wei king gebracht,
welke, in weelderigen overvloed, haar stroomen
van klanken naar alle zijden uitstort. Dat der
gelijke werken, uit de diepten van het gemoeds
leven voortgekomen, door een joog meisje op
zulk een wijze kunnen worden vertolkt, zoude
ouverklaarbaar zijn, iDdien de oplossing van dit
schijnbare raadsel niet in de eenvoudige waar
heid lag opgesloten, dat het gevoel alleen door
het gevoel kan begrepeü worden.
Wij gelooven ons aan geen ijdele profetie te
wagen, wanneer wij den bezoekers van het
invitatie-concert een zeldzaam kunstgenot voor
spellen en wanneer wij beweren, dat ook voor
deze .vreemdelinge1' de woorden des dichters
zullen gelden:
Sie theilte jedem eine Gabe,
Dem Früchte, jenem BlumeD aus,
Der Jüngling and der Greis am Stabe,
Ein jeder ging beschenkt nach Haus.
De schouwburg was gisteravond weer overvol
bezet en de groote menigte wachtte met ongeduld
naar de voorstelling, die Diet dadelijk kon door
gaan doordat slechts een klein gedeelte van het
gezelschap van den heer Valois aankwam. De
rijtuigen waren wel op hun gewonen tijd van
den Haag afgeredeD, doch voor den witten koepel
van het buitengoed van Z. K. H. Prins Frederik
brak de as van een der wagens, die daardoor
geheel instortte. De heer Reynders, secretaris van
het gezelschap, zond nu onmiddellijk naar den
Haag om eeD anderen, liet de dames en wat
meer mee kon in den overgebleven wagen stap-
peD en doorrijden naar Leiden, terwijl hij de
heeren verzocht voort te waDdelen tot bet huis
den Deyl, om daar het ontboden rijtuig af te
wachten.
De aangekondigde voorstelling De wandelende
Jood kon dus plaats hebben en wel zonder eeoige
verhiodering.
Dit drama, ontleend aan den roman van Eugèue
Sue, sluit als tooneelwerk vrij goed in elkander,
wat wel eens bij stukken, uit lijvige romans ge-
nomeD, niet het geval is. Wat de strekking
er van aangaat, die kan ons niet bevredigen, aan
gezien het haar ons oordeel te sterk gekleurd is
en wel voornamelijk ten opzichte vun bet karak
ter van Ródin.
Het spel was over 't algemeen zeer goed.
De rol van Rodin werd meesterlijk door den
heer Rosier FaasseU vervuld: de type van een
lage ziel werd uitmuntend teruggegeven, die niet
alleen verachting maar ook vrees inboezemde.
Nevens bem noemen wij den lieer Bruyn, die
niet onverdienstelijk de rol vin Dagobert ver
vulde. Voor het overige komen in het stuk geene
uitstekende karakters Voor, allen zijn handlangers
van den afschuwelijken Rodin, die niets ontziet
eD wien nieis te heilig is om zijn doel te be
reiken.
afschaffing der surtaxe van vijf frauken, die daar
te lande van bet Nederlandsche gedistilleerd ge
heven wordt.
In afwachting der nadere mededeelingen, welke
ter zake aan de Vertegenwoordiging der beide
landen zullen worden gedaan, wordt, met toe
stemming der Belgische RegeeriDg, reeds thans
bekend gemaakt dat, in geval van bekrachtiging
van het tractaat, de surtaxe voor de invoeren in
België sedert 15 Januari jl. zal worden terug
gegeven.
Naar men verneemt heeft Z. M. de Koning
Groothertog tot ridder der orde van de Eiken
kroon benoemd den heer R. Bel, eervol ontslagen
hoofdonderwijzer aan de Amsterdamsche armen
school en lid van de Nederlaudsche maatschappij
van Letterkunde te Leiden.
De conclusie van het rapport der staatscommis
sie, betrekkelijk de wijzing casu quo in ons munt-
wezeu, strekt tot weder invoering van den stand
aard als voorbereiding van een overgang naar
de verwisseling van standaard, welke wellicht
later blijken kan onvermijdelijk te zijn. Met be
houd der wel van 1847, zou dus eeue nieuwe
wet als stand-penningen aannemen bet gouden
tien- en vijf-gulden stuk. Voor Indië zou voor-
loopig de enkele zilveren standaard van kracht
kunnen blijven.
Naar wij vernemen, zal het voorloopig verslag
op het census-ontwerp nu niet lang meer uit
blijven. Het eigenlijke verslag is gereed, maar
zal nog uiueten worden aangevuld met de ant
woorden, die de Minister zal geven op de door
de commissie van rapporteurs tot hem gerichte
vragen. Vad).
De Nederlaudsche hoofdcommissie voor de
Weener wereld-tentoonstelling beeft aan de in
zenders medegedeeld, dat de inzending hunner
goederen ter keuze der inzenders, te Amsterdam
aan de Rijnspoorwegmaatschappij of te Rotter
dam aan 's Rijks entrepot van den lsten tot
uiterlijk den l&den Maart e. k. franco zal moeten
geschieden.
De Commissie verzoekt verder oui op elke
kist of colli de kleuren der Nederlandsche vlag
te schildereu en vestigt opnieuw de aandacht
der heeren inzenders op de assurantie htlnner
voorwerpen.
Uit deu Staat betrekkelijk bet fonds vooroude
en gebrekkige zeelieden, blijkt dat in 1872 de
ontvangsten van dat fonds hebben bedragen ƒ6119.54
en de uitgaven 5414.S8*zoodat op uli. Decem
ber in kas bleef flOb.lb'.
Blijkens bet bericht, voorkomende in de Staats
courant van 15 JaDuari jl., is in de daarbij be
doelde overeenkomst met België óok begrepen de
lu de debating-society Vooruitgang te Amsterdam,
zullen Woensdag e. k. worden verdedigd de vol
gende stellingen1°. De houding van de pers,
bet publiek en de regeering tegenover Multutuli
is treurig; de ingang, dien zijne werken meer en
meer vinden, geeft gegronde hoop op verbetering
in de door .hein gehekelde toestanden.
Vervolg
Het liep tegen het einde van Juli en ondanks
de brandende zon van den morgen tot den avond,
dorschte men het koren op de vloeren. Jan, vol
ijver, wilde aan dien arbeid deelnemen en toonen
wat hij kon: een ieder stond versteld over zyDe
flinkheid en behendigheid; Félise had eeD klenr
van genot, en zeide bij zich zelf: Wat men ook
van hem zeggen moge, het zal een man zijn om
trotsch op te zijn!
De oude Marlijn zag de dingen Diet precies met
hetièfde oog als zijne dochter. Een ijver van be
lang, zeide hij, maar wat brandt beter dan stroop
Wij zullen wachten tot de jacht aaD den gang is
en dan zien we of de oude rnensch waarlijk ge
storven is. Als Jan de hazen laat loopen om
voren te ploegen, dan zal ik gelooven. Hij had
daarin niet zoo heel mis gezienzoodra de roode
patrijzen hun gezang weer lieteo hooren en de
Lazen hunne avondwandelingen hervatteu, had
Jan een brandende begeerte om Daar den berg te
trekkeu en deu draad van zijne vroegere helden
leien weer aan te kuoupen. Hij sneed lang tegen
de verzoeking, muar kon hij 's avonds bij lichte
maan, na een dag van hem sluitenden arbeid,
bedaard de stroopers uit hun schuilhoek hooren
schieten? Alleen uij het geschreeuw der kwartels
reeds begon bij te trappelen; en moest hij zich
schrap zetten, zouuls men dat noemt, om achter
zijn ploeg te Olijveo.
Nog iets machtigers bovendien gal Jan als 't
ware gewetenswroegingde stomme verklaring
van Manpau, zijn ouden metgezel, het levende ge
weten vaD den afvalligen jager, die hem zijn
meineed verweet en hem onophoudelijk meteen
beurtelings smekendeo en verontwaardigden blik
aanzag. Maripan, een groole magere hond, half
jachthond half herdershond, dapper, onverschrok
ken, bijna wild, had droge en sterke pooten, een
zeer ruige borst, kraentige en buigzame lende
nen, een rechten staart, altijd in bewegiog zijnde
ooren; eeD waakzaam, beweeglijk oog, dat schit
terde onder een aldak van dikke en grijsachtige
haren; vooruitstaande en puntige, schitterend witte
hoektanden, een frisscben neus, glinsterend als
een moerbei, zwart als een gebraden kastanje.
Even bekend als zijn meester, werd hij op het
dorp goed onthaald, en menig lekker beetje viel
hem ten deel, sedert men had opgemerkt, dat
hij, zelfs van de vermoeieudste tochten terugge
keerd, liever zijn pooten voor zich uitstrekte en
ging slapen, dan het gewone brood aan te rakeD,
zoodat men hem dan ook dei bijnaam had ge
geven van Mari-pan (slecln brood).
Maripan, die een rusteloos leven gewend was,
kon zich volstrekt niet met zijn tegenwoordigen
toestand vereenigeD; als hij maar iets rook of in
het gras zag bewegen, vloog hij als een pijl uit
deu boog weg, sprong, kwispelstaartte, begon
vroolyk te blaffen, maar te vergeefs. ZijD vragen
bleef onbeantwoord, en telkens kwam hij teleur
gesteld, droevig, ontmoedigd, weer zijn plaats zoe
ken achter zijn meester, dien hij treurend volgde,,
evenals de hond bij de begrateDis van den arme,
met hangenden staart en over den grond slepende
ooren. Nu en dau echter werd hij oproerig; dan
vloog hij met een geweldigen sprong over den
ploeg, ging er pal voor staan, met de voorpooten
er tegen geleund, in de vaste houding van iemand
die eeDe verklaring verlangt, en daar, ernstig op
den giond zittend, als een rechter aan zijn recht
bank, den kop lier in den nek, het hoofd een
weinig gebogen als een vraagteeken, met op
staande ooren, wijd geopende oogen, vestigde hij
op zijn meester een blik vol verwijt, alsof hij
wilde zeggen: Hoe nu, drijft gij den spot met mij?
Deukt gij dan, die goedvindt van onze zwer'toch-
ten af te zieo, dat ik het spit moet draaien of tot
speelpop dienen voor de dorpsjongens? Daten
nog veel meer, dat Maripan hem wilde zeggen,
deed Jan hoe langer hoe meer wankelen in zijn
vast besluit. Daarbij kwamen dan nog de verha
len van goede schoten, door anderen gedaan, het
verdriet van het werk door broddelaars te zien
bederveD, de bijzondere en zoo onweerstaanbare
hartstocht, dien een echt jager alleen kan begrij
pen, en zoo is het licht te verklaren, dat Jan tot
zijn ongeluk moest bezwijken.
Dat was zeer verdrietig voor Félise.
Het is waar zij had daarom Jan niet minder
lief, maar zij begreep, dat het terugkeeren tot
het zwervend leven het toch reeds zoo brooze
gebouw van haar geluk geheel zou doen instor
ten. Zij begreep wel dat haar vader hem dan niet
als schoonzooD zou willèu erkennen; en als zij
vóór het huwelijk, op haar dringend verlangen,
nog maar een voorbijgaande overwinning bad
kuuDeD behalen, had men dau geen recbtouina
het huwelijk dit nog veel minder te verwachten I
De oude Marlijn daarentegen, die den min
naar slechts üoode duldde, was verheugd een voor
wendsel Ie hebben om aan de geheeie zaak een
einde te kunnen maken eD Jan zijD afscheids
brief te geven, (Wsnfl vervolgd.)