Bat <le eigenaar f 20,000 in eens heeft gewei
gerd voor den grond van zijne wierde, zal hem
vermoedelijk niet berouwen.
Breda, 1 Februari. Tot aanvulling van het be
richt omtrent de proselietenmakerij in het gar
nizoenshospitaal alhier, door toedoen van den
ziekenvader Verweij, dient nog dat de milicien
Kuisinga, een Drentenaar, door kapelaan Blanc-
kers is bediend; ook is een lijkmis voor hem ge
lezen. Dat de heeren geestelijken van het weder
rechtelijke hunner handelwijze overtuigd zijn,
blijkt uit hun niet reclameeren tegen het begra
ven van vermelden milicien op het Prot. kerk
hof. De milicien Van Benthein (6de reg. inf.) is
bewerkt door den kapelaan Van Dijk. Geld en
eene goede betrekking zijn hem toegezegd, wan
neer hij tot het R. Katholicisme overgaat; we
gens ziekte zal hij eerdaags den dienst verlaten.
(N. H. C.)
GEMENGD MEUWS.
Vanwege het Genootschap tot bevordering van
Nijverheid, gevestigd te Onderdendam (prov. Gro
ningen), dat in verscheiden gedeelten van die bij
uitstek landbouwende provincie afdeelingen heeft,
worden pogingen aangewend om hier te lande,
althans in Groningen, kaasfabrieken tot stand te
brengen. Zooals men weet, bestaan dergelijke
fabrieken lang en in groot aantal in Engeland
en Noord-Amerika. Een 75jarig hoofdonder
wijzer in de gemeente Kollumerland, die 65 dienst
jaren telt, en wiens tractement tot nu toe f 266
bedroeg, heeft, naar de Asser Courant meldt, aan
den raad verzocht, dat zijn jaarwedde even hoog
gesteld mocht worden als die van de hulponder
wijzers. De raad heeft daarop zijn tractement op
390 bepaald. 't Is bekend geworden, dat lord
Lytton de schrijver was van twee boeken, die
in Engeland zeer veel opgang hebben gemaakt:
The Coming Race en The Parisians, 't Laatste werk
vciocheeu periodiek in Blackwood's Magazine.
De welbekende H. F. Weyler, de laatste nog in
leven zijnde van de vier ontkomenen aan de
kanonneerboot door van Bpeijk gecommandeerd,
met zijn even bejaarde echtgenoote, is thans op
genomen op het Corvershof der diakonie van de
Ned. Herv. gemeente te Amsterdam. Gister
middag is een melkboer uit Amsterdam, die het
waagde met zijn melkvaten over het ijs het IJ
te passeeren, er door gezakt en verdronken.
Door een Rus is een vijlmachine gemaakt en in
de fabriek van Wiesskolï ingevoerd, die wel na
volging verdient. Zij bestaat uit een stalen spil
met twee handvatten; hierop staat een gegoten
ijzeren schijf, waarop een stalen rand bevestigd
is, die even als een vijl gekapt is. Op dezelfde
as is een riemschijf gestoken, die aan de ijzeren
schijf verbonden is. Het werktuig wordt eveneens
gebruikt als de champoings der kappers en levert
in denzelfden tijd meer werk, met minder
krachtsaanwending, dan een gewone vijl.
De Loudensche lima, welke het Londensche adres
boek (2442 bladzijden) uitgeeft, heeft een adres
boek verkrijgbaar gesteld van papierhandelaars,
drukkers, uitgevers, papierfabrikanten enz., in
Engeland, Schotland eu Wales. Uit dat boek blijkt,
dat in Grool-Bii.anmë bestaan 550 papiermolens,
welke aan 30,000 menschen werk geven enjaar-
lijks 300 millioen pond papier vervaardigen. Ver
der komen iQ het adresboek de volgende bijzon
derheden voor: in het vorige jaar zijn in Groot-
Britannië bijna 916 millioen brieven, 75 millioen
briefkaarten, 99 milloen couranten, 103 millioen
pakken boeken door de post verzonden. In dat
jaar verschenen in Engeland en Schotland 1500
couranten, (30 jaren vroeger 541). Volgens de tel
ling van 1361, waren in Groot-Britannië 35,000
menschen in drukkerijen werkzaam, waarvan de
helft te Londen. In Engeland en Schotland zijn
15,000 boekbinders gevestigd, waarvan te Lon
den. Te Birmingham worden wekelijks 100,000
gro» stalen pennen vervaardigd. Te Londen en
in zijne voorsteden komen uit: 282 couranten en
853 tijdschriftener wonen 938 courantenverkoo-
pers; voorts vindt men er 124 advertentiebureau*,
830 boekwinkels, 377 uitgevers, 66 bibliotheken,
381 boekbinders, 1030 drukkerijen, 27 lettergie
terijen, 26 firma's die stereotypen vervaardigen;
382 firma's houden zich bezig met lithographee-
ren eu 81 met graveereu op koper enz.
KOLONIËN.
BATAVIA, 26 December.
Aan het algemeen overzicht van de Indiër ont-
leenen wij het volgende
Men zal zich herinneren, dat wij reeds zeer
lang geleden volgehouden hebben, dat de spoor
weg van Batavia naar Buitenzorg in deze maand
voltooid zou zijn. Toch hebben zij gelijk die be
weerden, dat zij eerst later in exploitatie zou
komen. De keuring van de lijn Meester Cornelis-
Buitenzorg is afgeloopeu, en hoezeer bet eene
verregaande onjuistheid is, dat de commissie in
haar rapport de lijn heeft „afgekeurd," zooals ge
schreven wordt, heeft de commissie omtrent het
mnterieel voor vele dwarsleggers gebezigd en en
kele andere détails bezwaren geopperd, die, zoo
de spoorweg-ingenieur daaraan meent te moeien
voldoen, ongeveer eene maand arbeid vorderen.
Dan moet de lijn weder opgenomen worden.
De herverpachtingen van het middel opium
leveren goede resultaten op. Voor Soerabaya is
f 9,000 meer per maand bedongen, hetgeen even
wel nog ongeveer f 90,000 beneden het cijfer van
1872 blijft. Voor Batavia is f 60,000, Bantam
f 5,000 en Krawang 8,050 per maand verkre
gen, dus I 73,050, terwijl aanvankelijk slechts
f 47,100 werd geboden. Dit maakt een verschil
van f 227,160 meer dan in 1872 zal worden op
gebracht.
Ten stelligste ontkennen wij hetgeen in een
der plaatselijke bladen wordt medegedeeld, dat
voor het opnemen van den zeebodem van de
reede alhier eene nieuwe commissie van Regee-
ringswege zou worden benoemd.
De laatste troepen, die deel uitmaakten van
de expeditie naar Deli, zijn gisteren alhier ont
scheept.
Soerabaya, 17 December. Alhoewel niet op
verontrustbaronde wijze, heerscht ook hier ter
plaatse koorts, gepaard met pijnlijke aandoening
der ledematen en in enkele gevallen met ver
lamming. Het zijn vooral de laag gelcgeu wijkeu
dezer stad, zoo vis de Krambangan, Lebuien, enz.
waar zich de meeste koortslijders bevinden. Van
enkele huisgezinnen zijn al de leden ongesteld.
Waren die plaatsen voorzien van eeue behoor
lijke afwatering dan zou de gezonaheidstoestand
thans aldaar niet zooveel te wenschen overlaten.
18 December. De Australische schoener Gift,
waarschijnlijk een parelvisscher, waarvan de
eigenaren Mr. Roe en Passy zich aan boord be
vonden met eene bemanning van vijf Europeanen,
deed in de maand October jl. Timor Koepang
aan, alwaar dertien Boegineezen werden geënga
geerd ter aanvulling van de al to zwakke equi-
pagie. Genoemd vaartuig verliet Timor en men
hoorde er niets meer van, totdat men van Anstralië
de navolgende vreeselijke tijding vernam. Den
26sten October maakten de Boegineezen amok
en drongen met gevelde lansen op de zwakke
Europeesche bemanning in, welke zich dapper
weerde, met revolver-schoten verscheidene der
muitende Boegineezen wondde, maar ten laatste
voor de overmacht moest wijken. Mr. Passy had
dertien lanswonden, waaronder echter geen doode-
lijke; al de Europeanen waren min of meer ge
wonden tocli hadden zij nog de geestkracht van
de sloep ie strijken en in het ruime sop hnn be-
een groot mensch voor te doen, eu hield dapper
mijn glas bij.
„Wel, wel," zeide de bezoeker, „dat kleintje
zal een groot keelgat krijgen. Wat een glas! Op
je gezondheid, mannetje!"
Dat ik de aandacht van zulk een rechter trok
maakte mij heel trotscb, en ik leegde mijn glas
io een enkele teug voor de tweede maal, als
een man.
Toen de soep op was en het laatste glas naar
binnen, kwam Jan weer bij den haard zitten,
en stopte langzaam een kort zwart pijpje, zoodat
weldra de gansche kamer vol rook was. Ik keek
hem met bewondering aan; in dien tijd rookten
de boeren nog volstrekt niet en zag men alleen
een enkelen dorpsfat, die de stadsmanieren wilde
naapen, met de pijp in den mond.
„Ik heb uw boodschappen niet vergeten vader
Pascal," zei Jan, terwijl hij zijn weitasch open
deed hier is uw pond kruit, daar zult ge won
deren van vertellen."
„Hebt gij het gemaakt, even als de laatste maal?"
„Zeker!. en ik geloof dat het best is, vader
Pascal."
„Nu, dut vertrouw ik, oude jongen."
„Neenl probeer het, als je blieft I Ik heb er
mij warm aau gestampt iu Combe-Obscure
Yader Pascal maakte bet pakje open, nam wat
kruit tusschen vinger en duim, onderzocht bet
als een kenner door hel tusschen de vingers te
wrijven, als ware het een snuifje, spreidde het
toen op de palm zijner linkerhand uit en hield
er een vlammend takje bij. Het kruit ontplofte
met een lichten knal eu een spiraal van witten
rook steeg tot aan de zoldering op, een vrij sterke
zwavellucht verspreidende. „Gij hebt gelijk,
Jan," zei vader Pascal, aandachtig de holte zijner
hand beschouwende; „het is puik en de loopen
zullen er niet vuil van worden. Wat ben ik u
schuldig P"
„Voor u heb ik geen tweeërlei prijs; 't is pre
cies zooals den laatsten keer." Hij was weer
in zijn weilasch gaan voelen en baalde er ach-
tervolgeus verscheidene pakjes uit, alle gelijk aan
het vorige. „Dit," zeide hij, „is voor Dominique
des Grégories, dit voor Champenois en dit voor
Jepté van de Fontaine-aux-Loupsals zij hier
komen, zult gij het hun wel ter hand stellen,
niet waar?"
„Zekeren hebt gq niets voor onzen pastoor?"
„Stellig I Hoe zou die beste man het zonder
zijn Spaanschen tabak stellen? Het heeft ditmaal
heel wat moeite gekost om er aan te komen;
de blauwen zaten ons op de hielen I"
(Wsrdf vervolgd.)
hond te zoeken. Het moet hnn zijn gelukt den
Australischen wal te bereiken, ten minste van
daar zond men naar kondschap uit omtrent den
schoener die met de dertien opvarende, muitzieke
Boegineezen spoorloos is verdwenen.
Samarang, 17 December. De Heer de Winc-
kel, benoemd advocaat eu procureur bij den Raad
van Justitie alhier, is door de Regeering aange
zocht om de betrekking V8n Lid van den Raad
te blijven waarnemen tot de komst van zijn ver
vanger. Vermits die vervanger eerst over een paar
maandeu van Amboiua alhier kan zijn aangeko
men, zal naar wij vernemen, de Heer de Wioc-
kel voor het aanbod bedanken.
Gisteren ontsliep op het land Assinan de
Heer P. H. de La Bretonière iu den ouderdom
van 78 jaren en is hedeunamiddag, aldaar ter
aarde besteld onder begeleiding van vele en zeer
oude vrienden en kennissen. Hij was de eerste
koffieplanter voor eigen rekening op Java. In
1817 ontgon hij het land Assinan, later Getas en
andere gouverneuients wooste gronden. Meuig
jaar bracht hij aan de markt ruim 20 duizend
pikols koffie. Hij was een recht braaf man; in
zijn voorspoed wes hij de steun van velen en
geen ongelukkige, die hem om eene betrekking
vroeg, werd door hem afgewezen. Hij wist ieder
naar zijn bekwaamheid te gebruiken op zijne uit
gebreide ondernemingen en genoot daardoor de
hooge achting van hen, die met hem werkten.
Hij ontsliep zacht en kalm en laat eene vrouw
na met 5 jonge kinderen.
21 Deceuiber. Wij vernemen dat de Hoofd
ingenieur van den Waterstaat alhier, ter lichting
van den buiten het havenkanaal gezonken bag
germolen, twee duikertoestellen van Batavia heeft
aangevraagd. Deze kuuueu met de eerstvolgende
stoomgetegenheid alhier worden verwacht.
(Sam. Cour.)
Door den Gouverneur-Generaal van Ned.-Indië
zijn de volgende beschikkingen genomen.
Civiel Departement. Benoemd: Tot cipier van
's lands gevangenis voor Enropeanen en met
dezen gelijkgestelde personen te Samarang, T. H.
Olfen.
Aangesteld: Tot makelaar in het vak van
specerij handel in den Molukschen Archipel, A.
Guijot.
Departement van Oorlog. Ontslagen: op ver
zoek, eervol, uit Zr. Ms. mil. dienst, wegens vol
brachten diensttijd, met behoud van recht op pen
sioen, de kapit. der inf. J. K. J. Chambrij.
Bevorderd: Tot onder-iutendaut 1ste kl. bij
de mil. adm. de onder-intendant 2de kl. F. J. D.
Noordhoek Hcgt.
Departement der Marine. V erleend: Een twee
jarig verlof naar Nederland, wegens ziekte, aan
den haven- en pakhuism. te Ponlianak (Wester-
afd. van Borneo) K. H. Boers.
Ontslagen: Op verzoek, eervol, uit 's lands
dienst, met behoud van recht op pensioen, de
gewezen 1ste klerk bij het marine-établissem. te
Soerabaija J. C. Heldernisse.
BCJITRIVLANP.
Frankrijk.
De Parijsche dagbladen deelen mede dat de
heer Thiers bij gelegenheid dat de voorzitter der
commissie van dertigen hem kwam verzoeken een
dag te willen bepalen voor eene bijeenkomst met
die commissie, tot dezen in korte woorden zijne
bezwaren had medegedeeld tegeu het door die
commissie opgestelde wetsontwerp. Ten aanzien
zijner raadgevende stem bij die discussie over
nterpellatiën wanneer deze de buitenlandsche
politiek raakton, had bij gewezen op het vreemde
denkbeeld dat men hem wel aansprakelijk zou
willen stellen voor de buitenlandsche maar niet
voor de binnenlandsche regeeringspoiitiek, en aan
gedrongen dat men het eene of het andere deed,
hetzij den President voor den geheeleo gang der
politiek, hetzij in het geheel niet verantwoorde
lijk stellen, doch niet op twee gedachten hinken.
Het tweede bezwaar van den President betrof het
als ter loops vermelden eener tweede kamer in
het wetsontwerp; naar zijne meening bestond er
aan eene tweede kamer dringende behoefte, en
behoorde het wetsontwerp die behoefte met na
druk uit te spreken.
De zitting der Nationale Vergadering van
jl. Donderdag was gewijd aan de discussie over
het rapport der commissie van onderzoek naar het
geldelijk beheer tijdens den oorlog van het leger
der Vogeezen, onder aanvoering van Garibaldi, en
van het comité van algemeen welzijn te Lyon.
De heer Challemel-Lacour, die destijds krachtens
eeue benoeming van het gouvernement der na
tionale verdediging prefect te Lyon was geweest,
kwam in eene uitgebreide redevoering op tegen
de beweringen der commissie van rapporteurs,
welke bij van partijdigheid, van valsche voorstel
lingen en van bepaalde onwaarheden beschuldig
de. Zelf voor een gedeelte de verantwoordelijk
heid voor het verordende op zich nemende, er
kende hij dat er veel onregelmatigs was geschied,
doch tartte de commissie een enkel spoor van kwade
trouw van de zijde der administratie aan te wij
zen. Hij verzocht de vergadering in het oog te
houden, dat men bij het organiseeren der verde
Ba
ter
ëei
scl
ov
de
diging zonder eenige hulpmiddelen en du
gedwongen was overeenkomsten te slui^
aankoopen te doen, welke men wist dat
sporig waren. Men had te kiezen tusschei"
wapenen en geene wapenen, tusschen he^r(
omkomen der soldaten van gebrek en koiQai
het aankoopen van dure equipementstuktva|
de vaderlandsliefde maakte het niet twijfel^
of men het eerste kiezen moest. Ook te..r
minachting, waarmede de commissie zichii^ei
rapport over Garibaldi had uitgelaten, kivn,
heer Challemel-Lacour op, er tegen proteste^
dat nieu den man beleedigde welke, tem
heel Europa rustig toezag bij Frankrijkirs,
zijne ondervinding en zijn degen aaogs
had.
De redevoering van den heer Challemcll;
werd door de linkerzijde aanhoudend toegf
doch gaf tot veelvuldige en luidruchtigepny
van de rechterzijde aanleiding. De geneiu j,,,
rayon-Latour, die tijdens den oorlog
teinent der Rhöne een commandeinent had.,;
kwain te^en eenige woorden van den sprj va
welke daarop weder repliceerde. Tensltt,. co
de vergadering te midden van eene g:,. tol
wondeulieid gesloten en de voortzettin.be
cussie op Vrijdag bepaald. O'
Door den oud-minister van het regt.
Clément Duvernois, is in het Bonapr, va
dagblad 1' Ordre een uit Londen gedagteek he
geplaatst, hetwelk als een manifest van sl<
hangers der keizerin beschouwd wordt. 1 A
lofrede op Napoleon III wordt in dat arts ge
toogd dot alleen de keizerlijke prins, de wt
afstammeling zijner voorzaten, in staat is ini ]a
rijk, waar de republiek nooit meer dan een. ve
beeld kan zijn, eene bestendige monaic 50
vestigen. Bij de onmogelijkheid eener fu> 0r
schen de Bourbons en de prinsen van 0: dt
valt er volgens den schrijver niet te denkt a
eene troonsbeklimming van den graaf van t a
bord, terwijl eene restauratie van het bt a
Orleans in zijn oogen mede tot de onn»
heden behoort. De monarchie heeft derhalt
anderen vertegenwoordiger dan den u;
door de Voorzienigheid aangewezen vors., di
dien gevoelt Frankrijk zich als van nas 't
trokken tot de afstammelingen van dei; w
krijgsoverste die na de revolutie kerk, sn P
troon weder op vaste grondslagen wist Ie vi
tigen, en laat het zich niet afschrikken si
herinnering aan groote rampen om bij datga S
bescherming te zoeken tegen dreigende get
Evenmin als de herinnering aan Waterlood: „1
heffing van Napoleon III in 1851 verhinderd 1 zj
evenmin zal de herinnering e,»» Oocat,
heffing van Napoleon IV verhinderen. 0j
Het stuk eindigt aldus: „Wat ons bttó e,
overgeblevenen van eene regeering welks t b
heid eu tegenspoed gekend heeft, doch mot
de geschiedenis begint recht te doen, tvij Ie n
slechts éene eerzucht, éen recht, éeneo f
Onze eerzucht is door alle wettige midtó
strijden voor het erfdeel van den vorst, dis
gediend hebben, zonder echter aan de lijds s
regeering moeielijkheden te berokkenei,mit 0
geene inbreuk make op de wenschen wit v
maar deze in staat stelle haar oordeel vrijp
spreken. Ons recht is dat wij eerst eeof r
keuze verlangen tusschen de republiek t v
monarchie, en daarna tusschen den vorst v g
wij aanhangen en de vorsten welke si d
verkiezen. Onze plicht is ons terug te trekt z
den dag waarop de geheele wereld zal 1 b
te begrijpen waar alleen het heil gezocbl r
worden eu de prins in het erfdeel vanHs|
III bevestigd wordt; wij zullen bereid gev e
worden alsdan ons land te dienen wanne! 1
zulks verlangt, maar evenzeer de maebt 0' i
laten aan anderen, wanneer de natie die I 1
ons verkiezen mocht." 1
Elf personen, die gearresteerd waren w 1
deelneming aan de Internationale, zijn Za 1
weer op vrije voeten gesteld.
De heer Thiers heeft Zaterdag eene
tatie van reeders ten gehoore ontvangen, 4 1
komen was om hem den ongunstigen tos 1
der reederij uiteen te zetten.
In de zitting der Nationale Vergaderit
Zaterdag bracht de heer Rainpan, na eeffi,
merkingen van de heeren Delpit en Few 8
hulde aan de Nationale garde van Lyoi
sprak over het leger in de Vogeezen ent
lof aan Garibaldi en zijn leger. Hij zeil 1
geen enkele Garibaldiaan aan de Continuo
deel genomen. De heer Perrot protesteerde
dien lof aan Garibaldi gebracht. De beet 1
diffret pleitte de Commissie vrij van p<
hartstochtelijkheid. Hij verwierp de stelli 1
heeren Fereuillat dat de Kamer niet moei 1
vernieeren, toonde het hooge nut van des'
der commissie aan en beweerde dat Ga"
de centrale autoriteit had miskend. Hij
hulde aau de prinsen van Orleans; zij ff*1
Frankrijk gekomen om den vijand te bestr-,
doch werden teruggestooten door het Goir
ment der Nationale Verdediging, terwijl G""
over Fransche regimenten bet bevel ,Jj
(Toejuichingen.)
Na eene heftige discussie werd de voï'