FEUILLETON. Dinsdag 4 Februari. N°. 3984. A0. 1878. STADS-BERICHTEN. JAM DE ZWERVER. PRIJS DEZER COURANT. Voor Leiden per S maandenƒ8.00. Franco per poat8.85. Afsonderlgke Nommen0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIEN. Voor Weren regel;.....7......ƒ0.15. Grootera letten naar de plaatsruimte die sg bealaan. HEK-IJK. BURGEMEESTER in WETHOUDERS tan LEIDEN, Gezien het besluit van Gedeputeerde Staten der provincie Zuid-Holland, van den 30sten December 1872, n°. 5/1 Provinciaalliln". 109), houdende bepaling van de tijdstippen Tan den her-ijk der maten en ge wichten in de verschillende gemeenten in deze pro vincie, TOor het jaar 1873 Herinneren den ingezetenen dezer gemeente hunne verplichting, overeenkomstig art. 15, lett. a, der Wet van den 7den April 1869 Staatsblad n°. 57), tot het doen her-ijken van alle reeds in gebruik zijnde maten, gewichten en weegwerktuigen, onder mededeeling dat daartoe door den ijker zitting wordt gehouden in het lokaal van'den ijk, op de Aalmarkt, naast de Gemeente- Apotheek, en wel: Voor de gewone gewichten, benevens de maten en strijkers, voor wijk IV, op den Aden Februari, telken dage van des morgens 9 tot des namiddags 3 uren. Eindelijk wordt ter kennis van de belanghebbenden gebracht, dat volgens besluit van den Minister van Staat en van Binnenlandsche Zaken, van den 4den December 1872, de letter E, in den gewonen druk vorm, schuin gesteld, bestemd is tot jaarletter zoowel van den ijk als van den her-ijk. En geschiedt biervan openbare kennisgeving door aanplakking en door plaatsing in de Eeidsche Courant. Burgemeester en Wethouders voornoemd, v. d. BKANDELER, Burgemeester. E. KIST, Secretaris. Liidin, den llden Januari 1873. LEIDEN, 3 Februari. Men herinnert zich dat de heer Heemskerk Az. eenigen tijd geleden alle verantwoordelijkheid van zich heelt afgeworpen voor hetgeen door of in het Haagsche Dagblad wordt gezegd. Wij heb ben toen dadelijk verklaard dat dit niet anders dan in liet voordeel van dat geachte kamerlid kon zijn. Heden wordt dit nader bewezen. Wij lezen toch in het Haagsche orgaan, dat overigens in de laatste paar weken althans den schyu bad aangenomen van een fatsoenlijken toon te willen aanslaan, de volgende regelen, die ongetwijfeld bij den heer Heemskerk in de eerste plaats af keuring zullen opwekken „De benoeming van den heer Mr. P. F. Hubrecht tot ridder der orde van den Nederl. Leeuw noopt onwederstaunbaar tot de vraag of men hierbij niet weder aan een zeer sterk gunstbewijs van een partij-Regeering te denken heeft. De heer Hubrecht is toch eerst in 1S69, kort nadat hij als directeur van de Rotterdamsche Bank door de deelhebbers was ontslagen, tot secretaris-generaal bij het departement van Bin nenlandsche Zaken benoemd. Wegens langduri- gen diensttijd kannen dus geen aanspraken op zoo buitengewone onderscheiding zijn ontstaan eu openbaar geworden is het uit niets, welke gewichtige diensten, aan het vaderland bewezen, .ar dan voor gegolden kunnen hebben." De beer Heemskerk Az. is oud-Minister van 'Binnenlandsche Zakenhij kan dus het best weten dat een secretaris-generaal groote diensten kan bewijzen, zonder dat dit van algemeene be kendheid is. En wij zijn er dus zeker van dat, wanneer de heer Heemskerk de verantwoorde lijkheid droeg van hetgeen het bjad waarvan hij President-commissaris is, zegt, hij er voor zou waken dat ongemotiveerde en kwetsende aan tijgingen daarin zouden worden opgenomen als de bovenstaande. Men moet overigens alle gevoel van betame lijkheid hebben afgelegd om, gelijk het orgaan der conservatieven en consorten, den Koning te verwijten van zich als machine eener partij- regeering te laten gebruiken, door aan een man zonder verdiensten een ridderorde te schenken. En daarop komt het eigenlijk toch neer. Gedurende de maand Januari 1873 zijn afge leverd in de Leidsche Volkskeuken 7148 portiën, als: 6791 portiën warme spijs, 278 vleesch en 79 spek. Het stoomschip Prins van Oranje, van Batavia iD Nieuwediep binnen, heeft een voorspoedige tehuisreis gehad van 41 stoomd&gen, na aftrek van 5 dagen voor het passeereu van het Suez- kanaal en het kolen-innemen te Port-Said. De uit- en tehuisreis, met lossen en laden op Java, is in den korten tijd van drie maanden en 2S dagen volbracht. In het jaar 1874 zal te Brussel een Internati onale tentoonstelling van oude vaderlandsche kunst van de 15de tot de 18de eeuw gehouden worden. Het is eene goede gedachte zulk eene tentoon stelling ook eens in Zuid-Nederland te houden, waar weder andere onderdeelen en takkeD der schilderkunst, vollediger dan bij ons het geval was, zullen worden vertegenwoordigd. Men heeft het voornemen zich vooral op een schitterende tentoonstelling van kunstwerken der Van Eyken toe te leggen. (Speer.) Naar men verneemt, is de concessie voor den spoorweg Rotterdam-Schoonhoven-Arnhem-Mun ster overgegaan aan eene vereeniging van ban kiers te Brussel, terwijl de heer F. van den Ou- welant te Parijs directeur blijft. ZM. heeft aan Jhr. Mr. F. P. van der Hoeven, HD. minister-resident te Rome, vergunning ver leend tot bet aannemen van bet commandeurs kruis der orde van de Poolster, hem door Z. M. den Koning van Zweden en Noorwegen ge schonken. Z. M. heeft aan A. van der Gaauw, gewezen commissaris der loodsen, tevens ontvanger der loodsgelden, te Maassluis, met ingang van den lsten Januari 1873 een pensioen toegekend van 231. Z. M. heeft aan den heer Mr. W. K. G. Sassen Jz., te Curafao, vergunning verleend tot het aan nemen der „medaille van het borstbeeld van den bevrijder Simon Bolivar," hem door den voor- loopigen President der Vereenigde Staten van Venezuela geschonken. BINNENLAND. Amsterdam, 1 Februari. De kapitein-luitenant van Asperen heeft zijn ontslag genomen als directeur der Stoomvaartmaatschappij Nederland, bij een brief aan de aandeelhouders, waarin als reden wordt opgegeven verschil van inzicht om trent het beleid der Maatschappij met zijne mede directeuren de heeren Ramann en BoissevaiD. Amsterdam, 2 Februari. Op het Ververspad, gemeente Nieuwer-Amstel, ontstonds heden om streeks 12 uren brand, door ontploffing van bus kruit ten huize van den vuurwerkmaker Emmelot. Bij dit onheil bekwamen man, dienstbode en vijf kinderen belangrijke brandwonden. Allen zijn onmiddellijk naar het gasthuis vervoerd. Het per ceel is tot op den grond afgebrand. Den Haag, 2 Februari. Aanstaanden Dinsdag komt bij den Gemeenteraad o. a. in behandeling het voorstel tot voortzetting van het rechlstreeksch beheer der exploitatie van het Gemeentebad huis te Scheveuingen, alsmede, dat van de heeren de Gharro en twee andere leden, die, over tuigd dat de verpachting van het Gemeentebad huis te Scheveningen, zoo niet in haar geheel dan toch bij gedeelten of ten deele wenschelijk is in het belang der gemeente, voorstellen een commissie te benoemen om in den geest der aan geduide overtuiging voarstellen aan den Raad te doen. Voor ons muzikaal gevoel moge de Muetle, van den verdienstelijken Auber, streelend zijn, voor het Nederlandsen hart heeft het meesterstuk onaangename herinneringen achtergelaten en 't schijnt wel dat heden ten dage der zelfde schep ping door de verwantschaft met haar oproerigen inhoud iets aantrekkelijks heeft voor al wat naar zamenspanning en verzet zweemt. Eene tweede editie van den Brusselschen beruchten avond toob scheen gisteren op het punt in de Fransche opera los te breken. Ditmaal echter was de geest van tegenstand niet aan de zijde van het publiek maar al wederom aan de zijde van den premier fort ténor Trinquier, die zich niet schijnt te ontzien het publiek de dupe te laten worden van zijn verzet tegen den directeur en dat publiek tot rechter wil inroepen over questies die niet tot diens competentie behooren en zeker althans niet in het schouwburglokaal zeil behooren te worden behandeld. Reeds geruimen tijd voor het ophalen van het gordijn voor de derde acte, hoorde men een tame lijk onzacht woordengewissel op het tooneel. Het publiek werd ongeduldig maar het duurde nog een poos alvorens het scherm werd opgehaald, zonder dat zich iemand op liet tooneel vertoonde. Aan stampvoeten, sissen, uitroepen natuurlijk geen ge brek. Eindelijk verschijnt de regisseur, als altijd deftig; bij wil spreken, maar 't kost hem moeite zich te laten verstaan, zoo schreeuwt men. Ein delijk doet hij zich hooren en deelt hij mede dat de administratie zich door den heer Trinqiuer ziet gedwarsboomd, daar deze niet en scène wil komen, zoo het hem niet vrijgelaten wordt de aria „dn sommeil" van Hasaniello getransponeerd te zingen, welken eisch de directeur niet vatbaar acht voor inwilliging. Nieuw gesis en gefluit. Daar verschijnt plotseling naast den regisseur de fort ténor zelf, in 't costuum van Masaniello, die te midden van 't geraas zijn stem uitzet, niet om te zingen maar om mee te deelen dat hij de aria niet anders dan getransponeerd kan zingen. De spanning en het ongeduld nemen toe. Eindelijk komt de regisseur mededeelen dat de directeur, ter wille van 't pnbliek en pour ne pas entraver den voortgang der voorstelling in de transpositie berust. En opnieuw verschijnt Masaniello en zingt thans zijn aria comme si rien li' ilait. De verdere voorstelling liep gelukkig kalm af. Wat zal echter het einde zijn van die onnatuurlijke verhouding van den fort ténor tot zijn directeur? Dat zal de toekomst moeten leeren. Gorcnm, 2 Februari. De gemeenteraad heeft in een adres aan Z. M. den Koning, waarvan afschrift is gezonden aan de Tweede Kamer, met aandrang de aandacht van Z. M. gevestigd op het groote belang van Gorcum, dat vroeger een centraalpunt van verkeer tusscbeu het Noor den en het Zuiden des rijks, nu geheel van het spoorwegnet is afgesloten. In het adres wordt aangewezen, op welke wijze de verbinding aan het spoorwegnet kan plaats hebben. Schoonhoven, 1 Februari. Bij de urt. instr. compagnie zijn heden weder 9 jongelingen in dienst gesteld. De compagnie verkeert in bloeieu- den toestand. De tooneelvoorstelling, alhier door eenige jongelieden der art. iost. compagnie ten voordeele van den kanonnier van den Akker gegeven, heeft netto de belangrijke som van f 136,11 opge bracht. Door den gemeenteraad alhier is besloten de erfpachtschuldigen in de gelegenheid te stellen hun erfpacht af te koopen tegen 20 pCt. Zutfen, 2 Februari. Op de voordracht voor rechter in de arr.-rechtbank alhier zijn geplaatst Mrs. A. E. baron Mackay, subst.-officier te Zutfen, Jhr. M. A. Wichers, rechter te Appingadam en L. E. A. baron Sloet tot Oldhuis, rechter te Win schoten. Groningen, 1 Februari. Met de grondverbe tering, door middel van het afgraven en vervoe ren der sinds de oudheid hier en daar ook in deze provincie bestaande wierden of terpen wordt krachtig voortgegaan. Nu is eene tweede wierde onder Garrels weer aan de beurt. Het kanaal, dat, om de aarde te kannen vervoeren, van de wierde naar 't naastbij gelegen vaarwater moet worden gegraven, is reeds uitbesteed. De wierde in quaestie is meer dan 2 hectaren groot en daarbij zeer boog. Hoeveel honderden hectaren veen of zandgrond daarmede zeer vruchtbaar zullen kun nen gemaakt worden, loopt in het oog. OM [Naar 't Franscb van H. DE LA MADELÈNE.) 1 Toen ik een kleine jongen was, ondeugend en ugenzinnig, zoodat er bijna geen houden aan wbs, zeide de oude Pascal, de pachter van ous domein, somtijds tot mijn vader: „Mijnheer, laat .k Jan den Zwerver maar halen, en gij zult zien 'lat de jongeheer wel Uil zal zijn 1" Deze be dreiging had altijd een krachtige uitwerking op mij, en zoolang de indruk duurde, bedreef de jongeheer gewoonlijk geen kattekwaad meer. Wie was die verschrikkelijke Jan, die de rol ran boeman moest vervullen bij de lieve jeugd? 'iet heeft lang geduurd eer ik met zekerheid vist te zeggen, of hij tot de werkelijke wereld ijehoorde of tot die der legende. Zooals alle kinderen die buiten wonen en veel a de open lucht zijn, gaf ik aan het gezelschap -er boeren de voorkeur boven dat der kasteel- ewoners. Heele dagen volgde ik de herders op gen, of keek naar de varkens, die in het dal werden gehoed, of naar de kalkoenen in de vlakte! Alles vond ik goed op de boerderij; het brood was er beter en de soep zonder weerga. Ter nauwernood had ik mijn middagmaal binnen, of ik had aanstonds weer lust om met mijn vrien den aan tafel te zitten, eu dikwijls werd ik over vallen, terwijl ik mij te goed deed aan groote borden met kool, even langzaam en ernstig etende als mijn gastheer. Er bestaat tusschen den boer en het kind een natuurlijke verwantschap en een onbetwistbare gehechtheid. Beider horizon is beperkt en hunne gesprekken bewegen zich niet buiten een be paalden kring. De menschen uit de stad, die op het kasteel genoodigd werden, spraken een voor mij dikwijls duistere taal, maar die van vader Pascal pijnigde mijn geest nooit: wij spraken samen over eenvoudige dingen eu begrepen elkaar volkomenbovendien kwam het verschil in leef tijd bij hem niet in aanmerking en praatte hij met mij als met een volwassen persoon. Niets ter wereld ging in dien gelukkigen leef tijd voor mij boven een avondje in 't hoekje van den haarJ, onder den schoorsteenmantel, terwijl in den grooten ketel boven een zacht vuurtje het dagelijksch rantsoen voor de vet te mesten yarkens hing te keken. Wat een mooie jachtver halen I En dan die heerlijke avonturen van Robin de Fiorans of Christol des Santons! En Siffrein, de oude bijenjager, eu Pain-Bénit de hermiet, en zooveel anderen, wier geschiedenis ik op mijn duim kende, en die ik altijd weer met hetzelfde genot hoorde verhalen. Maar van die verhalen stonden bovenaan die over Jan den Zwerver, den schrik der gendarmes, der tolbeambten en dei- koddebeiers. Dat was een man! Vol avonturen, stout in het ondernemenmoedig in het uitvoe ren I Men begrijpt hoe mijne nieuwsgierigheid te zijnen opzichte geprikkeld werd en dat ik alles had willen geven om met eigen oogen den geheimzinnigen held van zooveel mooie histories van strooperij en smokkelen te zien. Op een herfstavond, terwijl een hevige regen tegen de ruiten kletterde, en de wind met luide klaagtonen door de scboorsteenen floot, bevond ik mij op de boerderij, voor de twintigste maal luisterende naar de geschiedenis van Jan Bricoii, toen de wachthonden op het erf hevig begonnen te blaffen. „Wie zou daar zijn, in zulk een weer?" zeide vader Pascal, terwijl hij de ijzeren lamp afhaakte en opstond om den bezoeker bij te lichten. De deur werd driftig geopend eu een groote, magere man, met een door de zon verbrand ge laat, wiens haar reeds begon te grijzen, ktvaru binnen, druipnat van den regen. „Zijt gij het, Jan," zeide de oude boer, terwijl hij weer be daard ging zittenkom wat bij 't vuur, oude jongen, gij zult er wel behoefte aan hebben." „Goeden avond samen zeide de binneugeko- mene, terwijl hij zonder complimenten de beste plaats innam „drommels, wat een weer, ge kunt geen band voor oogen zien i" Hij ontdeed zich van een verbozeud groote weitasch, die zeer zwaar scheen en begon zorg vuldig de loopen van zijn geweer af te vegen. „Vrouw," zeide vader Pascal, „geef Jan het restant van de soep, dan zal Zine wel een kan nienwe piquette brengen." „Dat vind ik goed gesproken, vader Pascal, ik heb een razenden honger en brand van den dorst; ik heb tien uur geloopen zonder op te houden, en nog wel langs ongebaande wegen." „Waar komt ge dan van daan?" „Van het andere eindje van de wereld, van Ferrassières I" „Dat is zeker een héél eind," zeide vader Pascal, maar gij hebt goede beenen, Jan!" „Goddank jaDat is, zonder u te vleien, een lekker wijntje, Zine I Op onze vriendschap „Op onze vriendschap!" herhaalden al de aanwe zigen in koor, van de gelegenheid gebruikmakende, om nog een goede teug te drinken. Ik wilde nktdurlijk ook tónken, om mij als

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1873 | | pagina 1