17 Januari.
FEUILLETON.
N°. 3969.
Vrijdag
A0. 1873.
LEIDSCH
PJ
^,1
©r
MGBLAD.
PRIJ8 DEZER COURANT.
i Voor Leiden per 3 maandenƒ8.00.
..Franco per post„8.85.
Afxonderlyka Nommera0.05.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVBRTENTIEN.
Voor federen regelƒ0.15.
Grootere lettert naar de plaatsruimte die a^j beslaan.
STADS-BERICHTEN.
ft'
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN
LEIDEN,
Doen te weten, dat ingevolge art. 2 der Verorde
ning, regelende de invordering der plaatselijke be
lasting op de honden, iedere houder van een of meer
honden, die aan de belasting onderhevig zijn, ver-
Jlicht is daarvan jaarlijks vdor of op den 31steu
anuari bij den Gemeente-ontvanger aangifte te doen
door 'inlevering van een behoorlijk ingevuld en door
den aangever onderteekend biljet; dat bedoelde in-
vullingBbiljetten voor het dienstjaar 1873 van heden
af kosteloos ten kantore van den ontvanger ver
krijgbaar zijn.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. d. BRANDELER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Leiden, 21 December 1872.
LJEIDEH, 16 Januul.
Volgens het voorloopig verslag van de afdee-
liogcn der Eerste Kamer, werden door vele leden
- bedenkingen en bezwaren geopperd tegen de
consulaire overeenkomst met Spanje, zoowel wat
den vorm, als vooral wat den inhoud betreft;
eenige leden achtten de geopperde bezwaren
niet van al te overwegenden aard.
Bij Kon. besluit van 20 October van het vorig
jaar werd aan eigenaars van longziek vee de
bevoegdheid verleend om, het, na aangifte bij
den burgemeester en onder toezicht der politie,
onvermioderd hunne verplichting tot naleving
der overige bepalingen van de wet van 20 Juli,
1870 Stblu'. 181) ten eigen bate te slachten.
Daar de bepalingen der wet bezwaarlijk zijn
toe te passen, zoolaug niet wettig is geconstateerd
dat de ziekte werkelijk longziekte is en sommige
bepaliogen der wet op advies van den districts-
veearts of diens plaatsvervanger worden toegepast,
waaronder vooral moeten genoemd worden het
merken van verdacht vee en de krachtens het
aangehaald besluit door den Minister van Bin-
nenlandsche Zaken gegeven voorschriften omtrent
inenting en afmaking van dat vee, lijdt hetgeen
twijfel of de slachting mag niet plaats hebben
dan na ouderzoek van het zieke vee door den
districts-veearts of, bij dieos verhindering, door
zijn plaatsvervanger.
Daar gebleken is dat hieromtrent bij sommige
gemeentebesturen verschil van gevoelen bestaat,
heeft de Commissaris des Konings bij circulaire
van 11 Januari jl. namens den Minister van Bin-
nenlandsche Zaken, nadrukkelijk de gemeente
besturen gewezeu op de verplichting otn de voor
schreven bepaling in bovenvermelden zin uit te
voeren.
Meermalen heeft de vereenigiDg Sempre Cres
cendo, die zulke uitnemende krachten bezit, be
proefd ten voordeele onzer behoeftige stadgenoo-
ten een muzikale uitvoering te geven; maar
gewoonlijk werd dat loffelijk streven van de zijde
der inwoners onzer stad met zekere onverschil
ligheid bejegend.
Het was dan ook niet te verwonderen dat de
commissie uit Sempre er aanvankelijk ernstig over
dacht het opnieuw geopperde denkbeeld vau een
liefdadigheidsconcert te lateD varen, ofschoon wij
dit, in het belang onzer armen, zeer betreurden.
Met des te meer genoegen deelen wij daarom
thans mede dat Sempre, na rijp beraad en na zich
van de gewaardeerde medewerking van eenige
in de muzikale wereld zeer gunstig bekende
solisten te hebben verzekerd, besloten heeft nog
maals een concert te geven ten voordeele van
Leiden's algemeene armen en met des te meer
aandrang bevelen wij de bevordering van dit
loffelijk plan bij onze stadgenooten aan.
Onder verwijzing naar achterstaande advertentie
bepalen wij ons alleen nog tot de mededeeling
dat de uitvoering zal plaats hebben onder de ver
dienstelijke leiding van den heer Wetrens, in de
Stads-gehoorzaal, op 28 Januari e. k.
door met nadruk op het toenemend kwaad te
1 wijzen en zooveel mogelijk aan te dringen op de
weering van dezen maatschappelijken kanker,
hopen, althans iets te zullen bijdragen om deD
voortgang er van te stuiten.
Met een gevoel van leedwezen wijzen wij op
de omstandigheid dat de dronkenschap onder de
vrouwen hier ter slede blijkbaar zeer toeneemt.
In den laatsten tijd toch hebben er schier eiken
dag schandalen plaats, die dit ons treurig ver
moeden schijnen te rechtvaardigen. Zondag, den
bden Januari b. v. werd door de politie eene
vrouw, die zich aan drank waste buitengegaan,
uit den schouwburg verwijderd; Maandag den
6den moest eene andere vrouw, die de comedie-
voorstelling had bijgewoond, per vigilante naar
hare woning worden vervoerd, omdat men haar
niet in staat achtte die te voet te bereikeD Za
terdag den llden werd opnieuw eene vrouw in
deuzelfden afschuwelijken toestand en onder toe
loop van eeü menigte nieuwsgierigen naar het
bureau van politie gebracht. Eindelijk had er gister
avond, op de Vliet, eene vechtpartij plaats tus-
schen een man en zijne vrouw, welke laatste in
zulk een verregaanden st&at van dronkenschap
verkeerde, dat zij er niet voor terugdeinsde haar
man met een mes te dreigen, terwijl deze toch
alle mogelijke lankmoedigheid toonde. Een groote
massa volks had zich intusschen voor de echtelijke
woning geposteerd en bleef daar bijeen totdat
de vrouw, tusschen twee agenten van politie, dan
sende naar de wacht weid gevoerd.
En nu rneene men niet, dit ongelukkig ver
schijnsel te moeten toeschrijven aan bet lage peil
van zedelijke ontwikkeling bij deze vrouwen;
want zij behoorden niet tot de laagste volksklasse,
maar meer tot de kleine burgerij, en moeten dus
geacht worden zich een zuiver begrip te kunnen
vormen van hetgeen de maatschappelijke orde en
zedelijkheid vooral van een vrouw eischen. Dron
kenschap is een schromelijke ondeugd in wien
ook doch de vrouw wordt er geheel door ver
laagd en daalt, veel dieper nog -lande n a- door
dronkenschap iu 't oog der werd
Wij begrijpen ten volle dat het hueD». —oeilijk
zal zijn dit kwaad tegen te gaan, vooral omdat
vrouwen te huis meestal volkomen vrijheid en
ruime gelegenheid hebben om hunne booze lusten
bot te vieren; doch dit neemt niet weg dat wij,
De Haagsche Nieuwsbode verneemt dat het Neder-
landsche Hof geen rouw zal aannemen wegens
het overlijden van den ex-keizer Napoleon III,
niet het oog op het feit, dat dit indertijd ook niet
is geschied bij het afsterven van Koning Lodewijk
Philips.
Het Bestuur van het XXVlle Nedcrlandtch Land-
huishoudkundig Congres, te houden te Delft in de
maand Juli e. k., acht het van groot belang, dat
aan de samenstelling van het programma voor
het 27ste Congres door zeer velen worde deelge
nomen.
Belangstellenden noodigt het daarom uit om
vraagpunten op te geven, geschikt om aan de
overweging der leden van het Congres te wor
den onderworpen, en onderwerpen behandelende,
voornamelijk betreffende: akkerbouw in den ruim-
sten zin, veeteelt en zuivelbereiding-, tuinbouw in al
zijn omvang; houtlcelt in al haar onderdeelen;
natuurwetenschappen en haar toepassingen op den
landbouwland- en volkshuishoudkunde in het alge
meen en statistiek.
Zij, die huDne medewerking aan bet pro
gramma willen verleenen, kunnen hiervan vóór 15
Februari mededeeling doen aan den lsten Secre
taris Mr. W. K. S. vaD der Mandele, te Delft.
Het bericht, voorkomende in het Handelsblad,
dat aan Dr. Lindo de betrekking van inspecteur
bij hel Middelbaar Onderwijs zou zijn aangeboden,
is, naar het Vaderland verneemt, bepaald onjnist.
Als zeker wordt aan dat blad medegedeeld dat
de Minister zijn keuze gevestigd heeft op een
natuurkundige, voornamelijk op advies van de
heeren Bosscha en Steyn Parvé, die de benoeming
van een humanist meenden te moeten afraden.
Naar men verneemt zijn door den heer Cluy-
senaer voorgedragen, om onder zijne leiding op
Sumatra spoorwegeo te ontwerpen, als chefs de
brigade de heeren Verwey, ingenieur van den
wateislaat, en van Hees, ctviel-ingenieur, en als
ingenieurs de heeren Yzerman, olficier der genie,
en Snethlage, civiel-ingenieur te Rotterdam.
geven en aldaar in den schoorsteen een doosje
gevonden, waarin zich o. a. een Oostenrijksch effect
bevond, vermoedelijk van mevrouw Van der Kou
wen afkomstig.
Volgens bericht van Zr. Ms. gezant te Brussel
is Maandag jl. door hem en Belgische gevolmach
tigden eene overeenkomst gesloten, strekkende:
1°. tot de kapitalisatie der onvervreemdbare rente
van 400,000 gulden, vermeld in 1 van art. 63
van het tractaat van 5 Nov. 1842; 2°. tot afschaf
fing der surtaxe, welke krachtens art. 3 van het
tractaat van 12 Mei 1863 op het Nederlandsch
gedistilleerd bij invoer in België geheven werd;
3°. tot het verleeDen aan de spoorwegmaatschappij
du Nord de la Belgique, van concessie voor den
aanleg, voor zooveel het Nederlandsch grondge
bied betreft, van een spoorweg van Antwerpen
naar de Duitsche grens in de richting van Glad-
bach.
Een tweede overeenkomst is op denzelfden dag
tusscben wederzijdsche gevolmachtigden gesloten,
tot wijziging van art. 6 van het Maastractaat van
12 Mei 1863.
Voorts heeft te gelijkertijd de uitwisseling plaats
gehad der acten van ratificatie der overeenkomst
op 24 Mei 1872 te Brogge gesloten, omtrent de
indijking van bet Zwin.
Eindelijk is onder gelijke dagteekening dppy
directeuren der spoorwegmaatschappijen vpn
Antwerpen naar Rotterdam en Grand Central
Beige, een contract onderteekend, den pqijs en
de voorwaarden bepalende der overname van de
spoorweglijnen RosendaalBreda en Rosendaal-
Moerdijk, door de Nederlandsche regeering.
Het Vaderland meldt:
De ontdekking in de zaak van den dubbelen
moord vordert goed. De laatste getuigen, waar
van wij gisteien met een en iel woord melding
maakten, beweren gezien te hebben dat de be
wuste persoueu bet huis van den verslagene zijn
binnen gegaan, en na geruimen tijd er in vertoefd
te bebben, er weder uitgekomen zijn.
Van nog grooter belang is echter de vondst, die
de politie heeft gedaan.
Naar wij vernemen, heeft zij zich gisteren in
den laten avond naar de woning vari DeJ.be-
Z. M. heeft aan G. H. Blanken, gewezen pedel
bij de hoogeschool te Leiden, verleend een pep-
sioen ten laste van den Staat ten bedrage van
t 264 'sjaars.
Z. M. heeft aan den heer J. Gildenhuis vergun
ning verleend tot het aaunemen van het ridder
kruis der orde van Karei III, hem door Z. M.
den Koning van Spanje geschonken.
Z. M. heelt aan Mr. S. J. T. H. Nedermeijpr
ridder van Rosenthal, op zijn daartoe gedaan
verzoek, eervol ontslag verleend als li van het
college vao regenten over het huis van arrest te
Gorcum, en benoemd tot lid van gezegd college
Mr. A. J. E. Jolles, officier van justitio by de
arrondissements-rechtbauk te Gorcum.
Z. M. heeft goedgevonden bij het wapen der
infanterie te benoemen tot kapitein van de 3de
klasse (naar ouderdom van raDg), bij het 3de
regiment, den lsten luitenant J. Coster, adjudant
bij het corps.
BINNENLAIVD.
Den Haag, 15 Januari. Voorden Hoogen Raad
(burgerlijke Kamer) werden heden twee ont
eigeningsprocedures bepleit tusschen den heer
Th. Otten, als vertegenwoordigende 1°. A. M. H.
en E. van de Loo en 2°. Tn. Kamps eiscliers en
de Noord-Brabantsch-Duitscne-Spoor wegmaat-
TMIERS
en
hel Gouvernement der Nationale Verdediging.
Vervolg).
„Wees voorzichtig," voegde ik er bij voor hen
die het gezag hadden overgenomen, „tracht ten
goede te besturenwat ons betreft, wij hebben
thans niets meer te doen."
,1 In een gedeelte der vergadering bad men moeite
om zich te onderwerpeo, maar men verkeerde in
een staat van volslagen onmacht om weerstand
te bieden en zijn luimen toonen was alles wat
men kon doen. De meerderheid overigens vond
de raadgevingen van eensgezindheid, vrede en
onderwerping, die ik deed hooreD, goed. Men
scheidde zonder iets te zeggen. Ik keerde naar
mijn woning terug, besloten om mij uit alles terug
Je trekken, van menschen en zaken mij af te
scheiden, met den oprechten wensch dat een ver
standig en voorzichtig gedrag van het bestuur de
rampen des lands zou verzachten en door verzach-
Jipg verminderen.
Zoo was nu de revolutie, die de aanhaugers
van het Keizerrijk toeschrijven aan verraad en
die toch mets anders was dan het gevolg van een
algemeene loslatiug, welke zij niet meer dan ver
diend hadden en waartegen zij geen oogenblik
dacnteu op te treden, omdat zij zich zoo geheel
verlaien gevoelden. Een geheel onwillekeurig in
cident, zooals zij in dergelijke omstandigheden zoo
vaak voorkwamen, ik bedoel de verwijdering der
troepen, zonder overleg tusschen de autoriteiten
om ze dadelijk door anderen te vervangen, had
den doodsteek gegeven aan leden die overigens
reeds stervende, bijna gestorven zelfs waren. Dit
laatste incident had echter geen den minsten in
vloed uitgeoefend, indien des morgens met twee
of drie kostbare uren waren verloren gegaan met
een laatste poging om te trachten het regentschap
der Keizerin te verzekeren. Het besluit der ver
vallenverklaring, dadelijk aangenomen met ver
mijding nochtans van het uitspreken van het woord,
zou de overweldiging der vergaderzaal voorkomen
en de tijdelijke verwijdering der troepen tot een
incident zonder eenige beteekenis gemaakt hebben.
Ik bleef dus in mijn woning, in mijn gelief
koosde studiën ontspanning zoekende voor de too-
neelen die ik bad bijgewoond. Ik twijfelde er
niet aan of ik zou er weldra meerderen aan
schouwen van nog verschrikkelijker aard. Sedert
eenige dagen ging ik reeds niet meer uit en was
ik als 't ware iu mijn boeken begraven, toen ik
den heer Jules Favre zag opdagen, dien ik sinds
den 4Jen September niet meer had gezien.
Hij zeide mij: „lk kom u in vriendschap vra
gen ons een gewichtigen dienst te bewijzen."
„Welken?" „Luister: Wij hebben de grootste
moeite om gehoor te vinden, vooral te Londen
maar zoo gij zoudt kunnen goedvinden er u heen
te begeven, zoudt gij het misschien er toe kunnen
brengen ons de thans afgesloten wegen te ope
nen." De heer Jules Favre voegde bij dit verzoek
den sterkslen aandrang om er mij toe te bewe
gen zulk een zending aan te nemen, hetzij naar
Engeland, hetzij bij de kabinetten, waarmede ik
eeriijds in betrekking bad gestaan.
Dit voorstel bracht mij in groote verlegenheid
en ik aarzel niet het te zeggen, in groote moeie-
lijkheid. Ik was tien dagen te voren uit de zaal
van het Wetgevend Lichaam gekomen, met een
gebroken hart, mij voornemeüde de hand niet
meer te ieenen in de behandeling der zaken van
ons arm Frankrijk, overwonnen en verlaagd,
en besloten om in de wetenschappelijke studiën,
waaraan ik mij sedert vele jaren had gewyd,
troost te zoeken voor onze rampen. De beoefening
der eeuwige waarheden, zeide ik tot mijzelf, is
een edele bezigheid, vooral voor de laatste dagen
eens levens en ik was dus besloten de weinige
jaien die mij nog in het leven waren gegund,
daaraan te offeren. Sedert eenige jaren bezocht
ik geregeld het Observatorium, de Normaalschool,
het Museum van natuurlijke historie en ik had
het voornemen om er ook voorlaan rust en ver
getelheid te gaan zoeken voor alles wat ik sedert
40 jaren had gezien en ondervonden.
Ik stelde dus een weigering tegenover het ver
zoek van den heer Jules Favre. Ik gal hem mijn
redenen op; redenen, die wel is waar geheel
ontleend waren aan mijn persoonlijk belang en
die hem niet beletteden te blijven aandringen;
hij zeide slechts ééo zaak vaD mij te verlangen,
niet dat ik een ambassade, dat wil zeggen een
duurzame betrekking zou aannemen (iels waartoe
ik onder geen beding zou zijn te bewegen ge
weest), maar slechts een vluchtigen toebt,. betzij
naar Engeland, hetzij naar elders heDen, overal
waar ik in staat zou zijn mij te doeü eauhooren
en waar ik zou gaan zeggen dat het gezag was
gevallen in de handen van eerlijke lieden, die orde
en vrede verlangden.
Wordt vervolgd.)