FEUILLETON.
N°. 3957.
Vrijdag
A0. 1873.
3 Januari.
STADS-BERICHTEN.
4
s
s
3 f
°I s f
z°-
a
s
hel Gouvernement der Nationale Verdediging.
LE1DSCH
DAGBLAD
PRIJS DEZER COURANT.
Voor Leiden per 3 maanden.
Franco per po3t
Afzonderlijke Nommen
/8.00.
8.85.
.0.05.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DKH ADVEBTKNTIION.
Voor lederen regel0.15.
Grootere lettert naar de plaatsruimte die tij beslaan.
BURGEMEESTEE EN "WETHOUDERS van
r LEIDEN,
Doen te weten, dat ingevolge art. 2 der Verorde
ning, regelende de invordering der plaatselijke be
lasting op de honden, iedere houder van een of meer
hondeu, die aan de belasting onderhevig zijn, ver
plicht is daarvan jaarlijks voor of op den Sisten
Januari bij den Gemeente-ontvaüger aangifte te doen
door inlevering van een behoorlijk ingevuld en door
'l den aangever onderteekend biljet; dat bedoelde in-
vullingsbiljetten voor het dienstjaar 1873 van heden
af kosteloos ten kantore van den ontvanger ver-
.krijgbaar zijn.
Burgemeester en AVethouders voornoemd,
y. d. BRANDELER, Burgemeester.
m
E. KIST, Secretaris.
Leiden, 21 December 1872.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN
Ar LEIDEN,
Gezieu art. 3 van het Koninklijk besluit van den
lsten December 1865 Staatsblad n°. 131), houdende
J bepalingen omtrent de certificaten van Nederlandschen
oorsprong of bewerking
Doen te weten, dat in de maand Januari 1873 zal
worden opgemaakt eene lijst van hen, die in de
gemeente een tak van Nijverheid uitoefenen, waarvan
I de voortbrengselen met Certificaten van Neder-
landsclien oorsprong of bewerking tegen een
lager recht in Nuderlandsch-Indië kunnen worden
J ingevoerd, en roepen mitsdien belanghebbenden op,
1 om zich, ten einde op die- lijst geplaatst te worden,
met overlegging van een afschrift van hun patentblad
in de maand Januari 1873 ter Secretarie dezer ge
meente aan te melden.
En géscbiedt hiervan openbare kennisgeving door
plaatsing in de Leidsche Courant.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. D. BRANDELER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Leiden, 21 December 1872.
3v
)'h
c
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN
LEIDEN,
Gezien art. 7 der Algemeene Politieverordening,
vastgesteld don 24sten October 1867
Doen te weten, dat door hen, ingevolge art. 6 dier
verordening, zijn benoemd tot Heer der gebuurte
n°. 8 of n°. 4 van Wijk III, in de plaats van
Marinus Albertus Kiewit, overleden, de heer
JEAN JACQUES SLEYSER, thans Raad dier ge
buurte, en in diens plaats tot Raad der gebuurte de
heer HENRiCUS PETRUS SCHRETLENalsmede
tot Raad der gebuurte n°. 24 of n°. 6 van Wijt VI,
de heer WILLEM COLLET, in de plaats van Jan
Roodenburg, die tot Heer van dezelfde gebuurte
werd benoemd.
En wordt deze door plaatsing in de Leidsche Courant
afgekondigd.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. d. BRANDELER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Leiden, 2 Januari 1873.
LEIDEN, 2 Januari.
Het stoomschip Prins Hendrik is 31 December
van Nieuwe Diep te Batavia aangekomen; alles wel.
Naar men verneemt, zullen de Prov. Staten
van Gelderland den Ssten Januari bijeenkomen
in eene buitengewone zitting, ter verkiezing van
een lid der Eerste Kamer.
Het Nederlandsche Gouvernement heeft aan
het Fransche de uitlevering gevraagd van twee
Hagenaars, zich thans te Rijsel bevindende, ge
naamd Behagel, kleermaker, en Verlind, opper
man, beiden verdacht van deelgenootschap aan
den dubbelen moord, welke te 's-Gravenhage
gepleegd is.
(R r m
3 T=i Ct>
rt> *-i
cd 2
G5 05 05 Cn M
s
o
co oo co pi
ifL JfL CO oi <3
O
Xf
9
p
er
E
(5
S
9
a
i
<t>
«i
N
1
O
E.
wan»
Naar men verneemt, zal zeer spoedig de Maat
schappij tot exploitatie van veestallen in werking
treden. Het maatschappelijk kapitaal bedraagt
thans 100,000, maar het zal moeten vergroot
worden door de uitbreiding, die de Maatschappij
aan de zaak wenscht te geven. Tot directeuren
zijn benoemd de heeren J. A. baron van Harden-
broek en Jhr. Mr. E. v. d. Berch van Heemstede.
Het doel van de Maatschappij is, op verschillende
plaatsen van de spoorlijnen stallen te plaatsen
tot berging van vee; de twee bestaande veestal
len, te Rotterdam op het station van den Neder
landschen Rijnspoorweg en op de Cöln-Mindener
spoorwegmaatschappij te Emmerik, zijn mede
reeds het eigendom der Maatschappij geworden.
wegen bekend is en weet, hoe van Belgische
zijde het tot stand komen eeoer gewenschte aan
sluiting der deelen van dat net wordt tegenge
werkt, en hoe de belangen van België bij een
paar invloedrijke hoofdambtenaren in onze resi
dentie steun vinden, zal het voornemen dezer
Kamerleden zeker van harte toejuichen. (Vod.)
Onlangs hebben de ultramontaansche bladen
een artikeltje de rondte laten doen, waarip be
weerd werd dat Prins Frederik op zijn ouden
dag een groot vijand van de vrijmetselaars zou
zijn geworden en Prins Hendrik sterk zou hebben
afgeraden de plaats van grootmeester-nationaal
aan te nemen.
Heden zagen wij in een door Prins Frederik
zelf onderteékenden brief de ofiicieele logenstraf
fing van dat bericht. In dien brief verzoekt Prins
Frederik namens het college van groot-officieren
zijn neef dringend om de waardigheid van groot
meester-nationaal te aanvaarden. (Vai)
Naar wij vernemen, vortjert het Engelsche gou
vernement consulaire verklaringen tegen vertoo-
niug van de stuken, welker coupons in Enge-,
land betaalbaar zijn. Boven de buitengewone
drukte die de realisatie van deD Januari-coupon
reeds veroorzaakt, zal deze maatregel nog een
nieuwen last voegen, terwijl zij in het vervplg
niet alleen op de betaling der coupons, maar ook
op het beleenen van zoodanige stukken, waarvép
de rente te Londen betaald wordt, een diukken-
den invloed moet uitoefenen. ArnhCt.)
Volgens een bij het Departement van Marine
ontvangen bericht, is Zijuer Majesteits schroef-
stoomschip Het Loo, onder bevel van den kapi
tein-luitenant-terzee C. A. B. D. Rijk, na den
6den October jl. de reede van Texel te hebben
verlaten, den 2-3sten November daaraanvolgende
te Curafao aangekomen. Aan boord was alles wel.
Men verzekert ons, dat eenige leden van de
Tweede Kamer het voornemen hebben om na
den afloop van het reces een wetsvoordracht in
te dienen, waarbij de aanleg van een spoorweg
tusschen Roosendaal eD Ter Heyden (n. v. Breda),
op staatskosten worde bevolen. Ieder, die met
den toestand van het Zuidernet onzer Staatsspoor-
Met ingang van den lsten Januari 1873 zijn bij
den Rijkstelegraaf benoemd: tot onderdirecteur
der 1ste klasse, J. F. Zier, M. C. de Graaft' Jr.,
P. Five, H. Wolzak, D. ten Bosch en H. Visser
Cz., allen thans onderdirecteuren der tweede
klasse; tot onderdirecteur der tweede klasse C.
J. Gerrits, thans telegrafist der eerste klasse; tot
telegrafist der eerste klasse, A. E. J". H. Herfst,
M. B. Heyl, H. M. A. A. Heymooleo, VV. Leyds,
J. G. Horsthuis en J. H. Nagel, allen thans tele
grafist der tweede klasse; tot telegrafist der tweede
klasse, F. van Andel, W. F. H. Bronuer, W. F.
A. de Rijk, J. Hoffman, G. de ilooy, J. Mars, J.
A. Noback Jr., G. Blokhuis Jz. en G. van'tEnde,
allen thans telegrafist der derde klasse; tot tele
grafist der derde klasse, L. Schilletnans Wz, thans
leerling-telegrafist, J. J. M. M. van den Bergh en
A. C. Cramwinckel, thans klerk, L. W. Vollers
Jr., thans kantoorhouder, en S. E. Heukers, thans
leerliDg-telegrafist.
De Minister van Financiën maakt, ter voldoe
ning aan art. 7 der wet van den 26sten April
1852 Staatsblad n°. 90), in de Staatscourant bekend,
dat krachtens die wet voor een kapitaal van
tien millioen gulden aan muntbiljetten in omloop
is, en dat tot verzekering van de verzilvering
dier biljetten de volgende kapitalen op de groot
boeken der nationale schuld zijn ingeschreven, te
wetenop het grootboek der 2'/i percents in
schrijvingen een kapitaal van 18,783,000.00, uit
makende, tegen den daarvoor bij art. 5 der wet
bepaalden koers vau 50 ten horiderd, eene waarde
van 9,394,000.00, en op het grootboek der 3 per-
cëhts inschrijvingen een kapitaal van ƒ1,010,300.00,
uitmakende, naar den daarvoor als boven be
paalden koers van 60 ten honderd, eene waarde
van 606,180.00; te zamen 10,000,180.00.
O fo cn ro
5' P P
3 a so
(P CO
D CO.
"i CR cfq" <5
Sr D Ir
j O P
2 e r" p
S? W
cd 85
=5 to H2
2 £-•
2". e3
2 15 .P
CD* c?
O o
S 3
cl, o" o
o O O
"O
O Q 05
co G
2
CD O co
ST 2
S
B CD
3 cr a
2- 03
5T -
D
O-
cd
D
PT
S ap O
c 2. s-
8
cd
2 cd d
3 2- 5'
m D CR
er- OQ
oo QO &*- Oï
CJ* *00 "oo o. "o
O OM Q O' O
O o W o O
OjG3 ^-3 "o O o
O CO W g O <v-
«D Q O P O
lo O rfL O O o
o S "0 "o
o -J O O Jl
to /w° o
I <1 OJ g o "Q-)
I rH o o S 5 1
bog O ZQ
1 b1 O fi CC
i o o o tn
19
Mi M
_CO JUD
cc. "cD "cc "id o
O 05 co
J O- JNJ
S J"o CO <1 CO "r—
o co co M
O AB OO CB: oo g
l cp O CO O co
Cp O Cn O OO
O
H
r
O
o 03
-T3
Co 9
0 Sr
c\ O
3 t
2
9
o_ B.
2 o
g.
p
o
V
o
H M Cl O
W - O CO V
'iö M O O CA 7—*
o o os -s sa v:
o o i to jo w -A
7- "o 7» "co "o "co M
CA O —J CA QO CA tV
O V V O g
CA O O CA rA
tf. O O O O i—
B
B
r
Uit dezen staat blijkt alzoo, dat de Nederland
sche Bank op 30 Dec. bij een muntmateriaal van
110,832,798.9b5 voor eene som van 69,965,285,915
minder aan bankbiljetten in omloop luid dan waar
toe zij gerechtigd is, terwijl het muntmateriaal op
zijne beurt 27,986,114.36' meer bedraagt, dan iü
verhouding tot de schuldvorderingen tot dekking
noodig zou wezen.
Z M. beeft J. A. van Hengst beooemd tot bur
gemeester der gemeente Loenen, LoeDersloot eD
Ruwiel.
Z. M. heeft aan P. G. Luitjes eervol ontslag
verleend uit zijne betrekking van leeraar aan de
rijks hoogere burgerschool te Warffum.
Z. M. heeft A. Sol opnieuw benoemd tot lid
der commissie, bedoeld in art. 3 der wet van 28
Mei 1869, met innang van 1 Januari 1873.
Z. M. heeft de kapt.-luit.-ter-zee jhr. D. Bowier,
belast met de waarneming der betrekking vaD
onder-directeur bij 's rijks werf te Amsterdam,
benoemd tot president van den raad van tucht
voor de koopvaardij aldaar.
THIEBS
en
Vervolg).
Van daar die woorden: „wij lijn gereedl" Die
woordeD, welke zoo vaak zijn herhaald, die het
eerst zijn gehoord onder maarschalk Niel, die
dagelijks werden vernomen onder maasscbalk Le-
boeuf en die toch onder den een evenmin op
waarheid steunden als onder den ander.
Onze chassepols waren ongetwijfeld uitmun
tend, maar slechts voor een vijfde gedeelte van
het benoodigde aantal voorhanden. Onze artillerie,
ten achteren in hoeveelheid zoowel als hoedanig
heid, kon slechts twee stukken per duizend man
levereo, bij gebrek aan materieel en personeel
tegelijk, terwijl men thans vier stukken per dui
zend man noodig heeft. Onze mitrailleuse, moord
tuigen op een zekeren afstand, konden de gewone
artillerie niet vervangen. Onze regimenten infan
terie, die slechts een compleet van 1100 a 1200
man onder de wapens hadden en bovendien te
gering in aantal; mobiele gardes die te nauwer-
nood afgericht en iü geen eokel opzicht van den
militairen geest doordrongen waren; onze ves
tingen, noch gewapend, noch volmaakt met het
oog op de nieuwe draagwijze van onze oorlogs
wapenen dat alles liet niet toe te zeggen dat
wij gereed waren en had ons tot de meest vrede-
gezinde mogendheid moeten maken en niet tot
de meest oorlogzuchtige. Het is waar dat maar
schalk Niel voor den korten tijd dien hij er voor
had gebezigd, veel had gedaau, maar het was
nog ver, zeer ver beneden den werkelijken staat
van oorlog cn men had de dwaasheid niet moe
ten begaan om een grooten strijd met dergelijke
middelen te ondernemen. En Docbtans, trots al die
onvoordeelige omstandigheden, hoewei wij, bij de
opening van het vuur niet meer dan 240 a 250
duizend man onder de wapenen bijeen hadden,
wanneer men in den aanvang nog uiaar met
beleid en tegenwoordigheid van geest ware te
werk gegaan, als men in stede van twintig da
gen onbeweeglijk te blijven slilstaaD, zonder plan,
zonder welberaamde inzichten, verspreid over een
linie van vijftig mijlen, van Diedenhoven tot de
oever van den Rijn, in vijf corpsen die elkander
niet konden ondersteunen, als men in plaats van
al deze fouten opeen te stapelen dertig duizend
man bij de Vogeezen had gelegerd, om de Rijn
vlakte te bewaken en men ware stoutmoedig
met 220 duizend man op Tièves aangerukt,
dan had men de Pruisen teruggeslagen, misschien
hun linie afgesneden, hun ontzaglijke massa
op Mainz teruggeworpen en den loop der gebeur
tenissen doen omkeeren. Men dacht dit stellig
in Pruisen en ik heb te St. Petersburg het be
wijs gekregen dat de koning van Pruisen zelf en
de keizer van Rusland, overtuigd dat de zaken
zóó zouden gaan, zich omtrent die hypothese had
den verstaan. Prins Gortschakoff, die zich op dat
oogenblik in Duitschland bevond, had een aan
schrijving bekomen zich te haasten omdat hij
anders, zeide men, door de Fransohen zou wor
den ingepakt die met rasse schreden naderden.
Verre van daar hebben wij den maarschalk de
Mac Mahon in het Rijndal laten overvallen en
na die ramp door schrik bevaDgeu, wisten wij
niet meer wat te doen, waartoe te besluiten. Wij
hebben gewacht totdat wij ingesloten waren om
een partij te kiezen en deze bestond hierin, om
den keizer van het leger te verbannen; waardoof
noch de toestand beter werd, noch de verslagen
heid bij den onbesohrijfelijken veldtocht ophield.
Het is waar dat de vertragingen, verschuldigd
aan het gemis aan inzichten en plannen, ook te
Wijten waren aan de noodzakelijkheid 9m al wat
er aan de 250 duizend man ontbrak, die men
zoo slecht in Lotharingen had aangeworveo, te
doeu overkomen; een vernieuwd bewijs dat nietB
gereed was en dat men toen de oorlog verklaard
was, zich tSt het voeren daarvan niet in staat
toonende, krankzinnig was geweest toen men hem
verklaarde.
Ten huidigen doge is het mode te zeggen dat
onze vroegere militaire organisatie gebrekkig
was; dat onze oude wetten niet deugden; dat
ons leger, ooze officieren, onze staf, dat alles in
één woord Frankrijk heeft te groüde gericht
maar zeer gelukkig is daarvan niets aan. In de
Kriin, met de wet van 1832, waren onze troepen
de eerste van de geheele wereld geweest, ofschoon
men de onvoorzichtigheid, het gebrek aan acti
viteit reeds kon bemerken, dat later alles weder
zou doen verloren gaan. Doch geen enkele wet
geving kan de verkeerdheden der menschen her
stellen en in onze geschiedenis zijn geen fouten
aan te wijzen welke opwegen tegen die, waar
door zich bij ons de val van het keizerrijk heeft
gekenmerkt.
Wordt vervolgd).