FEUILLETON. Vrijdag 20 December. N°. 3948. A0. 1872. PRIJS DEZER COURANT. Voor Leiden per 8 maanden Fmnco per po»t Afzonderlyka Nommen /3.00. 8.85. «0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVKRTKNTIKN. Voor Weren regelf 0.15. Grootere letter* our de plaatsruimte die ÏJ beeluo. LEIDEN, 19 December. In de gisteré/ond gehouden zitting der Eerste ^|5 Kamer is voorgelezen een ingekomen brief, hou- jj dende bericht van het overlijden van den heer Schimmelpenninck van der Oije, in leven lid der Eerste Kamer, waaromtrent werd besloten het >s' bericht te beantwoorden met een brief van rouw beklag met betuiging van deelneming. Verder zijn ingekomen zestien missives van den direc'eur van het kabinet des Konings hou dende mededeeling van de goedkeuring door 'L. M. van een gelijk aantal wetsontwerpen, en deelde Ide Voorzitter mede, dat van de Tweede Kamer zijn ontvaDgen de tot dusver aangenomen ont werpen der Slaatsbegrooting voor 1873 en tal. van. andere weisontwerpen. Daarop ging de Ka mer over tot het trekken van hare afdeelingen. I Bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal zijn ingekomen vier wetsontwerpen, als: 1'. tot aan vulling der provinciale wet met bepalingen om trent de invordering van provinciale belastingen. Uit de memorie van toelichting blijkt, dat de strekking van dit ODtwerp is om de regelen tot invordering van rijksbelastingen, ook voor de provinciale belastingen van toepassing te ver klaren. Tevens wordt bepaald, dat de opcenten op 's Ryks directe belastingen te gelijk met deze door 's rijks ambtenaren moeten worden inge vorderd 2". tot vaslstelliog van Dadere wettelijke bepa lingen betreffende den ijk van weegwerktuigen. Daarbij wordt voorgesteld, de te geven voorschrif ten omtrent de verificatie der balansen, te reke- kenen van 1 Januari 1874, alleen van toepassing te verklaren op de nieuwe weegwerktuigen en die welke eene belangrijke herstelliog hebben ondergaan, en de thans in gebruik zijnde balan sen nog tot 1 Januari 1880 van die voorschriften vrij te stellen. 3°. tot wijziging van eenige artikelen der wet van 7 April 1889, omtrent de maten, gewichten en weegwerktuigen. De strekking van dit ont werp is, instelling van een inspecteur voor het ijkwezen, die zijne bediening zal uitoefenen vol gens door den minister van Binnenlandsche Za ken te geven voorschriften. En 4'. tot wijziging van hoofdstuk V der staats- begrooting voor 1871. Die wijziging strekt tot verhooging der uitgaven voor drukwerk ten be hoeve van het Departement van Binnenl. Zaken en van de Staatscourant met Bijblad. Die ver hooging voidert geen verhoogiog van het eind cijfer der begrooting. Men schrijft ous uil den llaag van heden: Sedert jl. Zondag zijn alle weduwen, die alleen in een huis wonen, ten prooi aan allerlei droom- en schrikbeelden; des avonds durven zich geen vrouwen meer gerust op straat begevener wordt veel meer zorg dan vroeger besteed aan de slui ting van deuren en vensters; de politie krijgt on ophoudelijk inededeelmgen van pogingen tot in braak, insluiping, enz., en dal alles vindt zijn oorsprong in de omstandigheid dat de dader of daders van den verschrikkelijken moord, op mevr. v. d. K. en haar dienstbode gepleegd, oog niet in handen der justitie is of zijn. Dat iedereen de voorzorgen neemt, die ook in gewone tijden noodzakelijk zijn, kan niemand bevreemden; veel minder zou het af keuring kun nen verdienen. Maar men wachte zich ook hier, door overdreven voorstellingen der helaas! toch ul zoo treurige zaak, de gemoederen op te winden. Men wachte zich vooral voor het verspreiden van geruchten, die, geheel logenachtig, voor de eer en goeden naam van geachte ingezetenen kwetsend zijn en de zaak slechts kunnen verergeren, omdat zij de politie, die voorbeeldeloos ijverig in de weer is, gemakkelijk op een dwualspoor kunnen brengen. Niet gestreng genoeg kan het worden afgekeurd dat de DajMadpartij deze droevige gebeurtenis exploiteert om bij het volk het denkbeeld ingang te doen vioden, dat de afschaffing der doodstraf door den gepleegden moord opnieuw in een ongun stig licht treedt. Het is immers niet te verwonderen, dat op een oogeDblik, waarop elkeen nog huivert en rilt bij het denken aan de gepleegde misdaad en de menigte gaarne op den dader, zoo men hem in hauden had, de lynchwet zou willen toepassen, de gedachte van de wederoprichting van het schavot met eenige instemming wordt begroet. Want aan de eischen, die men aan de maatschappij zelfs tegenover den misdadiger kan stellen, wordt, bij de bestaande opgewondenheid, Diet gedocht. 't Gaat hier zooals in alles: de Dagblad-mannen exploiteeren de hartstochten van de menigte, om voor een oogenblik te schitteren en zich zelf te verheffen. Overigens hechte men geen geloof aan de ge- ruchien, die verspreid worden; de politie is en trein otn den bedrijver of de bedrijvers van de misdaad te ontdekken. Vooral de commissaris van politie Beukman en de inspecteurs MertsenHar- denberg zijn onveitnoeid werkzaam. Maar er heeft nog geen arr» statie, allerminst van een lid der familie van mevrouw v. d. K. plaats gehad. Het schijnt echter zeker dat de waarheid spoedig aau 't licht zal komen. De opera Martha, van Flotow, gisteravond hier opgevoerd door het gezelschap van den heer Emile Marck, werd door een zeer gruot aantal muziek- lielhebbers bezocht, zoodat alle rangen bezet ivaren. Wij kunnen in ons verslag van deze opvoering kort zijn en ineenen te mogen zeggen dat de uit voering niet zoo schitterend kan genoemd worden. Wij zouden evenwel onbillijk zijn wanneer wij dit op de geheele voorstelling toepasten; er was echter in het orchest iets onzekers, iets oueeings het vrouwenkoor beviel Ons e e tl miner waren stemmen, die met een vreemd geluid, noch dat van een sopraan, noch van een uit, ons in de ooren klonken, terwijl het onverschillige in de koren ons hinderlijk was. De regisseur scheen mede in een bui van on- attentie te verkeeren, want nu eens zag men een soldaat, dan weer een ander, en zelfs eenmaal een heer in gewoon kostuum te voorschijn komen, die Diet op het tooneel behoorden te zijn; dat alles wekt natuurlijk den lachlust op en de in druk der voorstelling gaat er door verloren. De soli, duetten en ensembles werden overigens door de vier hoofdpersonen waardig ten uitvoer gebracht en aan Mine Valère-Dulau werd een i ouquet vereerd, welke undei scheiding zij door zang en spel, zoowel als behoorlijk toilet en uiter lijk had verdiend. Jammer, dat het vele goede in deze uitvoering door een zekere slordigheid van orchest en koren werd overschaduwd. De vaudeville Mme Dertrand et Mile llaton werd vlug en geestig afgespeeld en gaf aan het publiek veel stof tot lachen. De heer Delavigoe bewees opnieuw een zeer degelijk en geestig komiek te zijn. Wij hopen ten slotte spoedig weer op eene groote opera vergbst te wotden. Gisteravond had in de Evang.-Luthersche kerk alhier de gedachtenisviering plaats van het vijf enzeventigjarig bestaan van het Nederlandsche ZendeliDg-geDOOtschup. Eene talrijke schare was daartoe in het kerkgebouw te zaïneu gekomeo. De plechtigheid werd ingeleid door den Hoog leeraar Prins, die in korte trekken een verhaal gaf van de oprichting des Genootschaps vóór nu 75 jaren. Spreker eindigde met den wenscb, dat de Christenen van onze dagen meer en meer too- oeu mogen, geen verwerpelijke navolgers te zijn van zulke voorgangers, als de eerste oprichters van het Nederlaudsche Zendelinggenootschap waren. Daarna werd door den heer Tenguagel verslag uitgebracht van het in 1871 hier ter stede opge richte hulp-genootschap. Verblijdend zijn de re sultaten, hierdoor reeds verkregeu. Is niet iedereen in siaat zich als lid of begunstiger bij de alhier gevestigde afdeeling van het Zendelinggenootschap aan te sluiten, het hulp-genootschap is bereid ook de kleinste bijdragen per weck of por maand aao te nemen en ten nutte der goede zaak aan het Hoofdbestuur over te maken. Ds. W. Fiancken, predikant te Rotterdam en lid van het Hoold- Oestuur aldaar, betrud alsnu den kansel. Iu boei ende bewoordingen schetste hij de teleurstellingen, waarmede het Zendelinggenootschap, gedurende zijn 75jarig besiaan, heelt te worstelen gehad. Vooral ook wees Inj op de moeielijkheden, waar mede vaak de zendeling bij zijn werk strijden moet. Toch mogen al die teleurstellingen geen outuioedigenden invloed uitoefenen. Integendeel, zij moeten den ijver der Christelijke gemeente voor de zendingszaak vermeel deren. Benei land, dat aan zijne koloniëu zooveel veischuldigd is, vergete niet aan giudsche bevolking den tol der dankbaarheid te betalen. Niet beter kan dit ge schieden dan door de heeilijke voorrechten vau bet Christeudom, als den godsdienst der hoogste liefde, ook aan de bewoners onzer Overzeescne bezittingen te helpen medeueelen. Op die voorrechten werd de vergaderde ge- mcen'e ten s otte nog gew zen door den zende ling Kruyi. Dertien jaien is deze ijv>rige Evan- geliebode op Java werkzaam geweest. Ligt het, gelijk de vorige spreker zoo juist had gezegd, niet op den weg van het Koninkrijk Gods, om zijne uitbreiding door statistieke opgaven of cij fers uit te meten, toch mocht het uit menig voor beeld, door den zendeling aangehaald, biyken, hoe gezegend de werking van het Christendom op een deel der Javaanscbe bevolking is. Mei een woord van opwekking tot sieels tnenemende be langstelling in de u erkzaamheid der genootschaps e ndigde ork deze sprt ker zijne re le. - Het gezang der gemeen e werd te kens afgewisseld door bet zingen van de Leidsclie Koraal verceniging, die vooral in nare slotvoordracht („Danklied" van Jos. Hay In) toonde, hoezeer zij in staat is eene christelijke feestviering op te luisteren. Baar k imt de da^k toe van bestuurdereu vaa het Nederlaudsch Zen- deüng-genontvchnp, gelijk niet miuder aan den heer Go lef oy, die m t het hem eigen talent het orgel bespeelde, alsook a an h t Kerkbestuur der Luth^rschu gemeente, dat zoo weUvilleud het kerkgebouw had a'g-stuan. Men meldt ons uit Gouda: 1 De trein, die gistermiddag te 3 uur 33 min; van hier afreed, is even voorbij het wisselspoor om op de Haagsche baan te komen gederailleerd. De locomotief, de tender en een goederenwagen werden losgerukt en reden recht toe recht aan in de aangrenzende sloot; de overige wagens bleven onbeschadigd op deD weg staan. Onbe grijpelijk genoeg kwamen inachiuist en stoker, die met de locomotief onderst boven vielen, zonder eenig leisel onder dat gevaarte to voor schijn. Een stuk van den weg is afgeslagen; de rails zijn over een eind weegs verbrijzeld en men zal wel eenige dagen noodig hebben, om den weg en de passage te herstellen. Heden moeten de passagiers van en naar Gouda voor de plaats des ongevals uitstappen, den weg oversteken eu dan met een anderen trein de reis vervolgen. Men is er nog niet zéker van aan we.ke oorzaak dit ongeval uioet worden toege schreven. Het U. D. imldt aangaande eene chromo-litho grafie van den lieer J. Hos \Vz. te Utrecht, zijnde eene reproductie van eene schilderij van Wap pers: „Van der Werff bij het beleg van Leiden door het volk aangevallen." Wij vernemen thans, dat de plaat nog niet gereed is. Evenwel zal de heer Hos, die reeds 114 jaar bezig is met dit uitvoerig bewerkt stuk, tot welks vervaardiging een 24tal steenen noodig zijn, er weldra de laatste hand aan leggen. Voor zoover men nu neds over het effect kan oordee- len, mag men de verwachting uitspreken, dat het stuk alleszins voldoende zal zjn. Wij verne men dat de heer Bos zijn stadgenooten in de gele genheid wil stellen met dit eigenaardig werk nader kennis te makeu, en een steeudrukpers in een zijner benedeukamers zal opstellen, om daarop de laatste steenen af te drukken, en dut hij eene uitnoodigiug wil richten tot het publiek om die bewerking te komen bijvvoueu. TT MI EK SS EN het Gouvernement der Natiouale Verdediging. Vervolg). „Gelooft gij dat?" vroeg de heer Ollivier op den toon van iemand die zich gelukkig gevoelt omdat een begane fout nog kan hersteld worden. „Ja" hernam ik, „ik ben er zeker vanmaar wanneer de fout is verbeterd; moet men verstandig hun- delen, zich niet al te veeleischend betoonen; want wanneer gij al te veel vordert van Pruisen, zult gij het elk middel om terug te keeren ontnemen en de vermeden oorlog zou terugkeeren, ditmaal onvermijdelijk." De heer Ollivier scheen mij toe gelukkig te zijn door het uitzicht dat ik voor zijn oog open stelde en verzekerde mij dan ook dat als de ver keerde stap hersteld zou zijn, men zich niet meer op dien weg begeven zou. De verslagenheid, die eenige dagen daarna in de Katner beersebte, is onbeschrijfelijk. Zij, die ik de volblocd-Bunapariisten heb genoemd, die niets van den toestand vau ons leger wisten, die den maarschalk Leboeuf naprautien dat wij ge reed waren, dat de Piuisen het niet waren, dat men een einde moest maken aan het beslaan eeuer snoode en ouveizadigoaie mogendheid (die deze ongelukkigen in 18b6 zeil' in't leven hadden geroepen) en dat het met een veldlucht van zes weken gedaan zou zijn, zij zeg ik, liepen, schreeuwden, wauwelden, zagen hen, die anders dan zij er over duchten met een blik van verach ting aan, en lieten niemand met rust. Zij, daar entegen, die ik de zuivere behoudsmannen noemde om hen van de dynastieken te onderscheiden, waien droevig gestemd, ernstig ongerust en zij vereenigden zich om de mannen, die met eenige staalkuudige ondervinding waren toegerust, om te onderzoeken wal aan die verschrikkelijke ge beurtenissen te dueu was. Tuen ik heu zeide dut het gediug der legeeriug krunkziunig was,stem den zij du toe, legden hun denkbeelden bloot en sommigen, die mij nog nimmer hadden toege sproken, reikten mij oe haud eu zeiden „Mijn heer Thiers, verdedig den vrede en wij zullen u ondersteunen" De heer Ollivier, dien ik dagelijks ontmoette, toonde zich ongerust en bleef mij voortdurend vragen of ik werkelijk geloofde dat men nog uil dien oiiguustigen luesiand zou kunnen geraken duur te verknj en dat Pruisen de caudidatuur- Holienzullcrn zou terugnemen. Ik herhaalde dat ik er niet aan twijlelde; dut liet optreden vau de twee mogendheden, die op dit oogenblik het best tut handelen toenereid waren, van Engeland en Rusland, duidelijk was, door ndereen weid verwacht en dat Piuisen, met het ongelijk aau zijn zijde, zonder twijfel zou wijken; maar dat de ramp eerst zuu aanvangen als men zich niet zou welen tevreden le stellen met de cuncessie, die men dan zou hebben verkregen eu ik her haalde bij die gelegenheid dat uien uiterst voor zichtig moest te werk gaan, want het was mijn overtuigiug dat wij niet in zoo weinige dagen uit den toestand van uiet-vuorbereiding konden zijn opgestaan, waarin wij na de campagne van Mexico waren gebleven. De heer Ollivier antwoordde mij op dit laatste punt, dat hij zich iu du opzicht geheel moest schikken naar den minister van oorlog, die vol hield dat hijgereed was en waaneer het aankwam op de aanneming eeuer concessie van Pruisen, dut hij zich op de stelligste wijze er vóur zou verklaren, daarin te berusten, ik voor mij heb de overtuiging dat hij te goeder tiouw was en dat hij op dat oogenblik het gevaarvolle van den toestand inzag en ik ben er zeker van dat hij alleen door geinis aan vus heid van inzichten, eenige dagen later het Hul' op zijn nuodlottigen weg volgde. In die drie of vier dagen van onzekerheid had in Europa datgene plaais wat zeer gemakkelijk was te voorzien. De heer von Bismarck was naar den Koning, zijn meesier, gegaan, die zich zeer verwonderde over liet verschrikkelijk gerucht, dat zijn toestemming aan oen pretendent der Hohenzollerii's in de geheele wereld had opgewekt. De heer von Bismarck, die met Zjü gewonen schranderen en zekeren blik inzag dat het ter rein niet goed gekuzen was om Zich met Frank rijk te meten, zou men daartue lust gevoelde (en dat was toen het geval nog mei), gul den raad om de Hohenzolieru's los te laten, hetgeen dade lijk door den Koning vau Pruisen werd aauge- nomen. De aanleggers van den noodlottigeo oorlog trachten zien thans te verontschuldigen door te zeggen, dat Pruisen dien ooilog wilde, hem reeds langen tijd had voorbereid en van deze geheele zaak niets andtrs dan een voorwendsel had ge maakt om in het strijdperk te treden. Ik verklaar, na de gelegenheid le hebben gehad om mij vol komen licht te verschaffeu op du punt, dat dit een eenvoudige logen is. Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1872 | | pagina 1