Maandag 2 December. i\°. 3932. A°. 1872. De Census-vraag. LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DEZER COURANT. Voor Leiden per 3 maandenƒ8.00. Franco per poet8.86. Afzonderlijke Nommer»,0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. FRIJTS OKR ADVBRTENTII1N. Voor lederen regelƒ0.15. Grootere letten naar de plaatsruimte die a\j beslaan. ii. De Minister Fock had een fout begaan; zich sa laatste onderwerpende aan het verlangen van it enkele leiders der censusbeweging, gaf hij de «zegging van de kieswet te zullen wijzigen en ivij zijn er van overtuigd dat de minister zijn dofte strikt zou zijn nagekomen, wanneer niet, ank zij de ministerieele vergankelijkheid hier fe laDde, zijn aftreding al ras ware gevolgd. Onder het na den heer Fock opgetreden derde inisterie-Thorbecke hield de aandrang niet op; eeleer nam hij Dog toe, oindat tegenover het onwankelbaar karakter van dien te vroeg ont slapen Staatsman, zoo mogelijk nog meer kracht soest worden aangewend om ook hém te doen uigen voor hetgeen uien een algemeen verlan en, een gebiedende noodzakelijkheid, een eisch es tijds noemde. Het baatte echter niet. Even als Thorbecke ten anzien van den stap, door den heer Heemskerk Az edaan, zijn oordeel bad uitgesproken in de korte «oorden „ontijdig en onvoorbereid", beschouwde ij ook de toezegging van zijn ambtsvoorganger als voor hem niet bindend. Hij meende en te recht dat aan een zooveel beteekenenden maat regel als een census-herziening, een grondig on derzoek moest voorafgaan. Wars van ontijdig kaDdelen, wijdde hij zich gaarne aan dat onder zoek der quaestie en als een gevolg daarvan zond hij den 23sten April 1872 aan de Staten- GeDeraal eene missive, waarin hij opgaven mede deelde nopens den census. Kort van inhoud, was toch die missive van groot gewicht, omdat duaruit de loop van zaken, de werking der wet van 1850, de stand van het kiesrecht op dat oogenblik duidelijk bleek. Doch op de medegedeelde feiten alleen kon geen her ziening van den census worden gebazeerd. Daartoe scheen meer noodig en Thorbecke zelf meende dan ook slechts door zijn opgaven „den weg ge baand te hebben om, bij een herziening der cen- sustabel, in gemeen overleg tot wèL gevestigde besluiten te komen." Ergo: de gedane mededeelingen konden bij eeu herziening dienst doen, niet tot grondslag Idieneu van een herziening. En dit is zeer begrijpelijk. Uit feiten alleen kan de toestand duidelijk blijken; maar daarin ligt nog niet opgesloten, dat bespiegelingen, over de ver moedelijke oorzaken van het ontstaan dezer feiten, niet even nuttig kunnen zijn, ja onmisbaar schij nen bij de grondige beoordeeliog van een vraag stuk, dat van zoo grooten invloed is op ons ge heel staatsleven. Bovendien was, volgens het scherpzinnig en naar ons oordeel volkomen juist begrip vau Thorbecke,bet tijdstip van eene ceusus- herzieuing nog niet déér. Eerst moest ons belas tingstelsel, waarop het kiesrecht is gebouwd, worden herzien. Zoo was nu de stand der quaestie op het oogenblik, toen Thorbecke aan den lande ontviel en de Minister Geertsema hem opvolgde. Spoedig kwam er verandering: het tegenwoordig be wind bood weldra een wetsontwerp aan, dat de strekking heeft de census, voor de verkiezing van leden der Tweede Kamer en dientengevolge ook van de Provinciale Staten op ƒ20 te bren gen, behoudens enkele uitzonderingen. Weinig bijval is tot nog toe aan die voordracht ie beurt gevallen en tot ons leedwezen moeten ouk wij verklaren, dat de regeering ons op verre na niet heeft bevredigd. Het aangeboden voorstel is van diep ingrijpen den aard cn daarom ware een uitvoerige, althans een volledige toelichting, niet meer dan billijk geweest. Thans stelt de regeering voor o leap in the dark te doeD, juist déar, waar overvloed van licht slechts nut kan stichten. In geen enkel opzicht voldoet de regeerings- voordracht aan de eischen, die men bij een gron dige herziening van het kiesrecht mag stellen. Zij bepaalt zich uitsluitend tot een verlaging van den census en blijft daarbij wel binnen de gren zen, die de grondwet aanwijst een minimum van f 20 eD een maximum van 160 maarzij miskent de bedoeling van den grondwetgever, waar zij dat minimum als regel aanneemt en bij de bepaling van den census bijna geheel uit het oog verliest dat èn op de plaatselijke gesteldheid én op de vermoedelijke bekwaamheid der kiezers het oog moet gehouden worden. Door de aanneming van f 20 als het algemeen cijfer der belasting, die men zal moeten opbren gen om kiesbevoegdheid te erlangen, neemt de regeeriug aan, dat plaatselijke gesteldheid en in- tellectueele ontwikkeling der bevolking, schier overal op éen lijn kunnen worden gesteld; want slechts een gering getal voorname steden worden van het bedoelde cijfer uitgezonderd en daarvoor een hoogere aanslag verplichtend gesteld. Doch waar is de grens? Kan men in oprechtheid be weren dat de toestand der bevolking, materieel en intellectueel, een gelijkstelling billijkt van b. v. Vianen met Tietjerksteradeel? van Delfzijl met Besoyen? van Harderwijk met St.-Oedenrodo Moet niet vooral op de plaatselijke gesteldheid worden gelet, in verband tot de uitbreiding van het kiezerspersoneel voor de gemeentelijke ver tegenwoordiging? En is dan een normaal cijfer van 10 waartoe men komen zou niet te laag? Zal men niet wat Thorbecke juist wilde voorkomeD bij een zoodanigen census, onder het kiezerspersoneel opnemen hen, die de intel- lectueele bevoegdheid daartoe ten eenenuiale missen? Wij vragen dit niet slechts: wij mogen er met volkomen gerustheid een bevestigend ant woord op geven. Het staat bij ons vast, dat men, bij de bepaling van deD census, vooral zijn aandacht moet vestigen op de gevolgen van zulk een maatregel op de gemeentelijke verkiezingen. En daarvan schijnt de Regeéring geenszins doordrongen te zijn ge weest, toen zij het census-ODtwerp, met een zeer karige toelichting, in de Kamers bracht. Wat Thorbecke zeide van het bekende amen dement-Heemskerk, moeten wij thans toepassen op het wetsontwerp van den Minister Geertsema: ontijdig en onvoorbereid. Waar het een zaak geldt van zoo grooten om vang, van zóóveel gewicht als een herziening van de wijze, waarop de vertegenwoordiging des volks wordt gekozen, moet een grondig onderzoek elke beslissing voorafgaan. En het blijft, naar onze meening, evenzeer noodzakelijk om niet tot een censusherziening over te gaan, vóórdat ouze be lastingen zullen zijn geregeld. LEIBEH, 30 November, In de Donderdag-avond gehoudene vergadering van het alhier gevestigde Departement der Maat schappij lot Nut van 't Algemeen werd door den secretaris, Ds. A. M. L. Riiinke, het gewone jaar- lijksche verslag, betreffende den toestand van het Departement en zijue verschillende instellingen uitgebracht. Daaruit bleek, dat het getal leden thans 312 bedraagt, zijnde 12 meer dan in het vorig maatschappelijk jaar. De toestand van het Departement kan over het algemeen gunstig wor den genoemd. Ook de verschillende inrichtingen beantwoorden aan haar doel en zeker zouden enkele nog meer vruchten afwerpen, zoo zij niet met financieele moeielijkheden te worsteleu had den. Met den wensch, dat eene maatschappij, die op zoo menig gebied zooveel nut sticht, ook in deze stad steeds meerdere belangstelling vinden moge, eindigde de secretaris zijn verslag. Daarna werd door de commissie, benoemd tot het nazien der rekening en verantwoording van den penningmeester van het Departement en van de daaraan verbondene instellingen, bij monde van den heer P. de Haas, rapport uitgebracht. Op advies der commissie werd, onder dankzeg ging aan den penningmeester voor zijn nauw keurig beheer, tot goedkeuring der rekening be sloten. In dezelfde vergadering werden eindelijk nog dj volgende benoemingen gedaan: de heer D.F. van Heyst tot lid der commissie voor de Spaar bank eu de heeren J. Wilkens en A. M. P. van Oordt tot leden der commissie voor de Leesbi bliotheek. Gaarne vestigen wij de aandacht op de gyrn- nastiek-uitvoering en wapeustrijd, enz. op Dins dag 10 December in den stads-schouwbnrg door Arena Sludiosorum, ten voordeele van de armen dezer stad te geven, en hopen, met het oog op het doel, dat velen zullen teekenen op de lijsten, die daarvoor zullen circuleeren. De aangename afwisseling, die deze avond aanbiedt, zal voor zeker ook vele dames bewegeD, de soirée van Arena bij te wonen. Gedurende deze week zijn in het Werkhuis alhier opgenomen van 112 tot 130 volwassen per sonen en 3S tot 53 kinderen. Naar men verneemt hebben op den derden druk van het door den heer S. Gille Heringa sa mengesteld en uitgegeven aardrijkskundig woor denboek, ook nog H. M. de Koningin, en in het buitenland, vorst von Bismarck, ingeteekend. In ons vorig nnmmer hebben wij een bericht overgenomen uit de Prov. Noordbr. Cour., waarin gemeld wordt dat een aantal officieren der schut terij te 's Hertogenbosch voornemens zijn hun ontslag te vragen, de majoor-commandant wegens vertrek naar elders, anderen om redenen van gezondheid enz. Sedert is ons echter gebleken dat het enkel een tendenz-beriebt kan wezen, strekkende om de aandacht af te leiden van de aanleiding tot die aanvragen om ontslag. Die aanleiding is geen andere dan de behandeling, die de generaal-majoor Van der Schrieck zich eenigen tijd geleden aan het stationsgebouw jegens bet corps officieren der schutterij heeft veroor loofd, en waarvoor zij, naar bet schijnt, tot dus verre geen genoegdoening hebben verkregen. Vaderland.) Openbare vergadering van den Raad van State, afdeeling voor de geschillen van bestuur, op Woens dag 4 December a. s. des voormiddags te elf uren. De officier-van-administratie der iste klasse K. J. Adams, behoorende tot de rol van Zr. Ms. transportschip rnetstoomvermogen Java, wordt met den lOden December a. s. op non-activiteit ge steld, terwijl, met den llden daaraanvolgende, aan boord van gemeld transportschip wordt geplaatst de officier-van-adinini8tratie der 1ste klasse A. J. M. Huart. De luitënant-ter-zee der 2de klasse H. van den Panvert, laatst behoord hebbende tot het escader in Oost-Indië, en den 23 dezer vandaar in Neder land teruggekeerd, wordt met dat tijdstip op non activiteit gesteld. ZM. heeft aan J. H. L. de Haas, kunstschilder, tijdelijk te Brussel woonachtig, vergunning ver leend tot het aannemen en dragen der versierselen van officier der orde van Leopold van België, hem door den Koning der Belgen geschonken. Z. M. heeft de heer H. Kurz benoemd tot Ned. consul te Inham bane, voor de Portugeesche bezit tingen ter kust van Mozambique. Z. M. heeft goedgevonden het tijdvak van drie jaren, waarvoor, bij besluit van 8 October 1870, aan den offic.-van-gez. der 1ste kl. P. J. A. Sluys, van het personeel van den geneeskundigen dienst dér landmacht, vergunning is verleend zich in Japanschen militairen dienst te begeven, onder de bij laatstgemeld besluit gestelde voorwaarden, voor den tijd van éeu jaar te verlengeD. B 1IV IV EIV LAND. Amsterdam, 28 November. De reizigers met den sneltrein van den Haag naar hier, van 2 u. 35 m., zijn heden aaD een groot gevaar ontkomen. Even voorbij Leiden, hoorde men het wiel van een der gemengde wagens 1ste en 2de klasse om de as kraken en weldra moest de trein stop pen om de asch te smerenonbegrijpelijk schijnt het, waarom dit niet aan het station Leiden ge schied was. Men stoomde verder, doch moest te Veenenburg opnieuw de reis staken, vermits het wiel om de as aan 't smeulen was, zoodat de rook opsteeg. Er viel niets anders te doen, dan de smeulende waggon op het wisselspoor achter te laten en de passagiers te laten overstappen. De reizigers waren intusscheD niet weinig onge rust; in de waggons 3de klasse waren vrouwen, die in ernst uit den wagen wilden springen; dit werd hun echter door andere passagiers belet. (ff. N) Den Haag, 29 November. De Hooge Raad (bur gerlijke kamer) deed heden uitspraak in de pro cedure van de Engelsche firma F. Lenders &C. tegen de heeren Mrs. Mees en Vorstman,als cura toren in het faillissement van de firma Schadée &C te Rotterdam. Zooals wij bij de behandeling dezer zaak mededeelden, betrof het ten deze eene lading tarwe, door de Engelsche firma aan de Rotter- damsche, kort voor dat laatstgenoemde failliet ging, geleverd, en die volgen6 de eischers niet, maar volgens de curatoren wel in den faillieten boedel moest worden opgenomen en dus ten gerieve van alle crediteuren aangemerkt. Het beroep in cas satie, ingesteld tegen het vonnis der rechtbank te Rotterdam, waarbij curatoren in het gelijk wer den gesteld, is door den Hoogen Raad verworpen. Zalt-Bommel, 27 November. In de lieden ge houden zitting vaD den raad dezer gemeente kwam onder anderen in een schrijven van het raadslid P. A. van de Garde, daarbij als zoodanig zijn ontslag nemende. De brief werd voor kennisge ving aangenomen. Deze schijnbaar hoogst een voudige zaak kan evenwel nog aanleiding geven tot moeielijkheden. De gemeentewet zegt name lijk, dat de raadsleden, die hun ontslag hebben ingezondeD, leden van den raad blijven totdat de geloofsbrieven hunner opvolgers zijn goedgekeurd. Bijgevolg zou de ontslagnemer nog eenigen wellicht nog langen tijd raadslid blijven. Nu is echter diezelfde persoon door de rechtbank van Tiel veroordeeld tot een jaar cellulaire gevange nisstraf, wegens allerlei schandelijke handelingen ten aanzien van minderjarige meisjes, en is hij door die veroordeeling tevens onbevoegd geworden om lid van den raad te zijn. De vraag is nu of, als hij vóórdat zijn opvolger optreedt, nog inden gemeenteraad wil komen, hij dan al of niet kan geweerd worden? Misschien zal echter die vraag niet behoeven beantwoord te worden, daar de veroordeelde sedert eenigen tijd voortvluchtig is en niet zoo spoedig zal terugkomen. In de behandeling van deze zaak heeft onze ijverige commissaris van politie, de heer W. Knuf- man, zich bijzonder verdienstelijk gemaakt en zich den dank van alle fatsoenlijke lieden verworven Men moet met de omstandigheden bekend zijn om te weten, hoeveel fermiteit en moed er ver- eisebt werd om den dilinquent aan te durven, en in spijt van bevriende grootheden te doen wat eed en ambtsplicht geboden en de openbare zede lijkheid dringend eischle. ii.) Harderwijk, 28 November. Op den 7den Decem- e. k. zal een detachement, sterk 60 militairen, waaronder 4 onderofficieren, in het Nieuwediep overgaan aan boord van hot via Suez naar Batavia bestemde stoomschip Koning der Nederlanden, gezag- voerder M. C. Braat. Het bevél over dat detachement is opgedragen aan den kapitein der Oost-Indische artillerie W. C. de Jongh, terwijl als medegeleider is bestemd de 2de luitenant van dat wapen .1. C. van Geel, met bijvoeging van den officier-van-gez. 2de kl. J! D. H. Vane. Leeuwarden, 29 November. De arrondisse- ments-rechtbank alhier heeft voor de betrekking van kantonrechter te Hindeloopën de volgende aanbevelingslijst opgemaakt: Mr. A. C. C. Fol- kersma, griffier bij het kantongerecht te Lem mer, Mr. J. Vosmaer, griffier bij het kantonge recht te IJselstein, en Jhr. Mr. T. Van Beijma Thoe Kingma, advocaat te Lemmer. 's-IIertogenbosch, 29 November. Door den buitengewoon sterken en nieuwen was van het water te Maastricht, worden de stations langs de Boven Maas tusschen Boxmeer en 's-Herto- genbosch op heden door de daartoe aangewezen ambtenaren bezet. De Maas is hedennacht te Maas tricht 76 cM. gewassen, zoodat wij alhier nog een massa water te wachten hebben. GEMENGD NIEUWS. De schippersknecht uit Bergschenhoek, die in den nacht van 23 op 24 September jl. zich meester maakte van een gouden halsketting en medaillon benevens een lombardbriefje hetgeen geborgen was in de toonbanklade eener herberg te Rot terdam, welke voorwerpen door hem werden te gelde gemaakt, is gisteren door 't Hof in Zuid- Holland veroordeeld tot 3 jaren gevangenisstraf. Gisteren is door eenige werklieden te Rotterdam uit het water aan de Geldersche Kade nabij de in aanbouw zijnde spoorwegwerken opgevischt het lijkje van een geheel naakt voldragen kind van het vrouwelijk geslacht. De politie, met het gebeurde bekend gemaakt, heeft het lijkje in be slag genomen en doet onderzoek. Te Bleiswijk zijn gisterochtend twee lijken uit de Boezem vaart opgevischt; het eene van eene vrouw, die niet recht wel bij het hoofd was; het andere van een man, die vermoedelijk door de duisternis misleid in het water geloopen en aldus omgekomen is. Een inwoner van Schagerbrug heeft op treurige wijze den dood gevonden. Als koetsier bij een logementhouder geplaatst, bad bij met een der

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1872 | | pagina 1