:d lieer Thiers te Bordeaux zoowel aan de mo-
>g rehalen als aan de republikeinen toegeroepen
.n ij, dat hij hun vertrouwen niet misbruiken zou."
Ie ]d het rapport wordt daarna gezegd dat de
»t jmissie, na de boodschap met aandacht herle-
'v i te hebben en van de mondelinge ophelderin-
n i van den lieer Thiers kennis te hebben ge-
n men, tot de overtuiging gekomen was dat er
:e or die ongerustheid geene reden bestond, dat
e arentegen in zijne erkenning dat de republiek
le Be conservatieve moest zijn, wilde zij mogelijk
e ;zen, het besef te vinden was dat de republiek
g ir alles de ondersteuning der conservatieven
hoefde, bij velen van welke de president zeer
a id wist dat monarchale beginselen bestonden,
e ch evenzeer de neiging om mede te werken
e handhaving der orde, mits zij daarbij hunne
e ginselen niet behoefden op te offeren,
t- Haar met het oog op deze erkenning was bij
11 commissie eene andere vraag gerezen.„Velen
Q ler ambtgenooten hadden zich, bij het verne-
e ii der toejuichingen welke den president van
uiterste linkerzijde ten deel vielen, afgevraagd
i. de taal van den president wel duidelijk en
achtig genoeg geweest was ten aanzien der
t ortdurende vijanden vau de maatschappelijke
le."
e Hierna volgt eene beschrijving van de radicale
rtij en haar streven, alsmede de herinnering
- it de heer Thiers zich sedert meer dan veertig
3 iren als een onvermoeid bestrijder dezer richting
Beft doeu kennen, en tegen haar in Mei 1871
n gruwelijksten oorlog gevoerd had, vvelken
i it de benden van het oproer en der wanorde
3 n de maatschappij hadden aangedaan. Doch de
jinmissie wijst op de dubbelzinnigheid dat, niet-
1 genstaande deze antecedenten van den presi-
int, de toongevers van de radicale partij hem
1 hunne bescherming nemen, hem hemelhoog
irheft'en bij de stembus en op hunne banketten,
i i het doen voorkomen als of de heer Thiers
sn der hunnen is.
1 „Dit misverstand, wordt verder gezegd,
1 niet het werk van den President der Repu-
liek, en wij zullen hem de beleediging niet aan-
ien van te beweren of te gelooven dat hij en
jne beginselen iets gemeens hebben met dieaf-
liuwelijke bende. Maar het misverstand bestaat,
i wij meenden dat het wenschelijk was aan
sn President de gelegenheid te geven om in het
fibliek, in deze Vergadering, ten aanhoore van
heel Frankrijk te verklaren dat het alleen te
ijlen was aan een schandelijk misbruik maken
.n zijnen naam.
„De heer Thiers heeft in plaats van deze ver-
laring af te leggen zijne verontwaardiging te
eDnen gegeven over de verdenking dat hij heu-
:n zou met de radicalen. Wij hebben gemeend
n deze verontwaardiging eene welsprekende
ntkenning te moeten zien van elk verbond van
ezeu aard, en dat deze edele toorn genoeg was
Im het misverstand op te heffen."
Daarna geeft het rapport verslag van hetgeen
pchen do commissie en den heer Thiers ver
ijdeld was. De commissie had hare overtuiging
t kennen gegeven dat de regeering, in overeen-
lemming met de conservatieve partij, zich met
icer kracht tegenover het radicalismus stellen
loest, en de heer Thiers had geantwoord dat
e regeering, om krachtig als een gouvernement de
mbat op te treden, wapenen noodig had, welke
j thans niet bezat. In de eerste plaats achtte hij
aarom de instelling eener tweede kamer noodig,
sne instelling, gelijk hij deed opmerken, van een
itnemend conservatief karakter, welke zoowel
u eene republiek als in eene monarchie op hare
laats was, en welker oprichting, zonder schok-
;en en zonder persoonlijke quaestiëu in het leven
s roepen, als van zelve leiden zou tot eene rege-
ing der betrekkingen tusschen de wetgevende
nacht en het uitvoerend gezag, alsmede de ver-
ntwoordelijkheid van de ministers.
De commissie erkende de rechtmatigheid dezer
ischen en gaf toe dat vooral de betrekkingen
tusschen de wetgevende macht cn het uitvoerend
I gezag regeling behoefden, terwijl zij, althans
ie meerderheid in haar midden, de zoo be
treurenswaardige spanning welke zoo vaak tus-
Ichen de Nationale Vergadering en den President
lesfond, op rekening stelde vau het persoonlijk
iplreden van den heer Thiers in de discussiën,
Om die reden meende zij dat deze regeling aan
lie der andere quaestiën vooraf behoorde te gaan
:u wel door de invoering der ministerieele ver-
intwoordelijkheid. Want tegen de onmiddellijke
nstelling eener tweede kamer bestond bij haar
lit bezwaar, dat daarmede te gelijk de Nationale
Vergadering zou ontbonden moeten worden, en
lerhalve eerst de opvolgster in het genot zou zijn
tan de heilzame werking der ministerieele ver-
tntwoordelijkheid, naar welker vruchten de te
genwoordige Vergadering zoo vurig verlangde.
Op dit punt week het gevoelen der minderheid
(8 van de 15 leden der commissie) van dat der
meerderheid af. De minderheid gaf toe dat het
mandaat der commissie, schijnbaar beperkt tot
het onderzoek van het voorstel van den heer de
Kerdrel, echter door de laatste discussiën in de
Nationale Vergadering feitelijk eene ruimere
strekking bad v,erkregen, en zij zich daarom met
alle gewichtige constitutioneele vraagstukken
mocht bezig houden, welke in de boodschap van
den President waren aangeduid. Doch evenzeer
als de omstandigheden een meer uitgestrekt on
derzoek wettigden, evenmin lieten zij toe dat
men willekeurig een enkel dier vraagstukken ter
oplossing nam en de overige liggen liet. Alleen
wanneer derhalve alle aangeroerde vraagstukken
bij de Nationale Vergadering in behandeling kwa
men, verklaarden deze leden dat hunne geestver
wanten aan die behandeling zouden deelnemen,
daar uitsluitend in zoodanig geval overeenstem
ming kon worden bereikt; in een ander geval
zou de regeering een ander besluit aan de over
wegingen der Vergadering onderwerpen.
De meerderheid achtte echter den tijd nog niet
gekomen om den aangeboden strijd over monar
chie of republiek te aanvaarden. Eerst waren
nog andere zaken te behandelen, en de steeds
klimmende invloed van den revolutionairen geest
maakte den tijd ongeschikt voor eene grondige
politieke discussie. Zij gaf daarom aan de ver
gadering in overweging het voorstel van den heer
de Kerdrel niet aan te nemen, maar zich te ver
eenigen met de volgende conclusie
„In de afdeelingen der Nationale Vergadering
zal eene commissie van vijftien leden worden
benoemd met den last om, binnen den kortst
mogelijken tijd, aan de Nationale Vergadering
een wets-ontvverp aan te bieden tot regeling der
ministerieele verantwoordelijkheid."
Aan het Bien Public wordt medegedeeld dat
de heer Thiers het rapport met eene boodschap
beantwoorden zou, welke in de zitting van Don
derdag zou worden voorgelezen. Die boodschap
zou het onderwerp der overwegingen van den
ministerraad hebben uitgemaakt.
Aan het hoofd der officieuse Norddeutsche
Allgemeine Zeilung van gisteren vindt men het
volgende artikel
u Wat zegt Europa?" zoo luidt de titel eener be
schouwing van het Bien Public, hetwelk in over
eenstemming met de Correspondence Universelle en
andere meer of min goed onderrichte bladen het
buitenland te hulp pleegt te roepen, om op de
oppositie in het binnenland zekere pressie uit te
oefenen. Wat bij die gelegenheid verhaald wordt
dat het buitenland gedacht en gezegd zou heb
ben, is, zacht uitgedrukt, opgesmukt. Het Bien
Puplic verhaalt aan zijne lezers heden van de
verontwaardiging der Engelsche, Duitsche, Itali-
aansche, Russische dagbladen; van de grofheid
hunner aanvallen tegen de rechterzijde; van het
eigenaardige van sommige raadgevingen welke
zij aan de republikeinen en den heer Thiers geven.
Blijkbaar lezen wij de Duitsche, Engelsche, Ita-
liaansche en Russische bladen minder oplettend,
dan de in vreemde talen zoo ervaren redactie van
het Bien Public-, want wij vonden in de niet-
Fransche drukpers doorgaans de volmaakste neu
traliteit tegenover de tegenwoordige hanengevech
ten in Frankrijk.
„„Wat zegt Europa?"" Het Bien Public dreigt
de kinderen van Frankrijk met de roede. Zullen
zij bang worden en gezeggelijk zijn? Of zal het
uitlekken, dat het buitenland zich met nauwge
zetheid onthoudt van partij te kiezen? Het Bien
Public noemt de Fransche krakeelen eene inter
nationale aangelegenheid. Dat is ten eenenmale
onjuist; zij zijn eene zuiver huiselijke zaak, welke
de Franschen met elkander moeten uitmaken.
De wijze, waarop het officieuse Parijsche blad
het buiteulnud iu die zaak zoekt te betrekken,
is onwaardig."
België.
In de Belgische Kamer van Vertegenwoordigers
worden de beraadslagingen over het wetsontwerp
tot wijziging van het wetboek van koophandel
voortgezet. Ten einde allen twijfel weg te nemen
omtrent de vraag of de coöperatieve winkel- en
voorschot-vereeni^ingen al dan niet onder de
vennootschappen van koophandel behoorden, eene
vraag welke de Belgische regeering bevestigend,
doch de jurisprudentie iu Engeland, Frankrijk en
Duitschland ontkennend beantwoordt, heeft de
heer Detneur thans het volgende nieuwe arfikel
in het wetboek van koophandel voorgesteld:
„Onder inachtneming der vormen en voor
schriften, bij de 5de afdeeling van dezen titel
gegeven, kunnen zich als vennootschappen van
koophandel constitueeren de vereenigingen welke
ten doel hebben het inkoopen van grondstoffen,
winkelwaren of werktuigen ten gebruike van
hare leden of wel het aan hare leden verschaffen
der voordeelen van het crediet, zelfs voor het
geval dat hare verrichtiugen niet mochten beant
woorden aan de in de artikelen 2 en 3 van dit
wetboek voorkomende omschrijving der daden
van koophandel."
Het voorstel van den heer Derneur werd echter
in de zitting der kamer van Woensdag verwor
pen, omdat men meende dat zich kloosterver-
eenigingen van dit artikel zouden kunnen be
dienen om de eigendommen in de doode hand
tot in het oneindige uit te breiden.
TELEGJRAMM s-.iN.
Bucharest, 28 November. De zitting der Kamer
is geopend met een troonrede, waarin geconsta
teerd wordt, dat de financiëele toestand des lands
gunstig is, waartoe vooral het tabaksmonopolie en
de zegelwet hebben bijgedragen. Voorts wordt
aangekondigd, dat verschillende nieuwe spoor
wegen zullen worden aangelegd, onder anderen,
die van Pitesti (Wallachye) naar Krajowa. Ein
delijk worden hervormingen in alle takken van
bestuur toegezegd, en verklaard dat de betrek
kingen met het buitenland bevredigend zijn.
De vorst is met geestdrift begroet.
Pesth, 28 November. De Pcsther Lloyd zegt, dat
de heer Lonyay naar Weenen is vertrokken om
den keizer mededeelingen te doen over het ge'
schil wegens het opperbevel over de Hongaarsche
Honved-armee en voorts over den algemeenen
toestand.
Men verzekert dat Lonyay verklaren zal, dat
er geene gewichtige teekenen bestaan, waaruit
men mag opmaken, dat het kabinet niet meer
het vertrouwen bezit zijner partij; maar dat van
den anderen kant 't echter niet te loochenen valt,
dat het kabinet in de laatste dagen den ge-
wenschten steun bij de Deakpartij niet gevonden
heeft.
Parijs, 28 November. De spanning in het gan-
sche land is groot. Overal worden adressen aan
Thiers onderteekend. Aangaande den uitslag der
crisis is nog niets met zekerheid te zeggen. Elk
der beide partijen (want op het oogenblik zijn er
slechts twee, namelijk republikeinen en monar-
chalen) rekent op de overwinning. Thiers wil geen
boodschap aan de Nationale Vergadering zeuden,
maar zelf het woord voerendit is zijn vast besluit.
Alle parlementaire vereenigingen hebben weder
bijeenkomsten gehouden. Het linkercentrum is
voornemens om, onmiddelijk na de discussie, zijn
voorstel betreffende de hervormingen op het
bureau der Nationale Vergadering te deponeeren.
De regeering heeft zich de redactie der motie
van orde voorbehouden. Het is nog niet met vol
komen zekerheid bepaald, of in die motie slechts
een votum van vertrouwen zal worden gevraagd,
of dat daarin ook sprake zal zijn van constitutio
neele hervormiugen. OLchoon de zaken reeds
zoover gevorderd zijn, trachten eenige Afgevaar
digden toch nog eene verzoening tot stand te
brengen. De taal der republikeinsche bladen tegen
de monarchalen is bijzonder hevig. De bladen
van laatstgenoemden vermanen de meerderheid
tot eendrachtige samenwerking en verlangen dat
Thiers zich bij de rechterzijde aansluite. De re
publikeinsche linkerzijde heeft eene vergadering
gehouden en haar bestuur opgedragen Om zich
niet de overige fractiën der linkerzijde te ver
staan. Het linkercentrum heeft een besluit geno
men in gelijken geest. Verscheidene leden van
het rechtercentrum zijn, naar men beweert, den
heer Batbie reeds afgevallen en willen niet mede
stemmen.
Volgens bericht uit Versailles wordt eene
verstandhouding mogelijk geacht, indien het aller
eerst de ministerieele verantwoordelijk heid en dan
de beraadslaging over de constitutioneele vraag
punten wordt vastgesteld.
Versailles, 28 November. De minister Dufaure
hield hedeu in de Nationale Vergadering eene
rede, waarin hij de politiek, in de boodschap van
Thiers ontwikkeld, bevestigde. Hij stelde tevens
voor, de benoeming eener commissie van dertig
leden om de bevoegdheid der openbare machten
en de voorwaarden der ministerieele verantwoor
delijkheid te onderzoeken. De heer Batbie hand
haafde de conclusiën van zijn rapport.
De minister Dufaure heeft bij de aanbieding
van zijn (boven medegedeeld) voorstel gezegd dat,
hoewel de heer Thiers in zijne boodschap de
voorkeur geeft aan de republiek, hij evenwel het
recht der Nationale Vergadering heeft erkend om
den regeeringsvorm te kiezen. Thiers is bereid
om zich met de commissie te verstaan over de
ministerieele verantwoordelijkheid, welke sedert
31 Augustus bestaat. De minister Dufaure toont
verder aan, dat het rapport van deu heer Batbie
ten doel heeft om de tribune aan Thiers te ont
zeggen; hij hoopt dat, in overeenstemming met
het gouvernement, de commissie eene combinatie
zal vinden, waardoor het gezag op hechte grond
slagen wordt gevestigd.
De Nationale Vergadering heeft te kwartier
voor negenen hare zitling hervat. De commissie-
Kerdrel handhaaft de conclusie van haar rapport,
terwijl ook de regeering op haar voorstel blijft
aandringen. De heer Thiers acht het raadzaam
de discussie tot morgen te verdagen, hoewel hij
tot een onmiddellijke beraadslaging bereid is, en
zelfs eene stemming zonder discussie zou aanne
men. De heer Batbie legt eene verklaring in ge
lijken geest af. De president der vergadering
brengt in stemming de sluiting der beraadslaging;
dit voorstel wordt slechts door de uiterste linker
zijde en de linkerzijde ondersteund. De discussie
is daarop tot morgen verdaagd.
madrld, 2S November. Men zegt, dat Ie bende
van Arcol in de jongste nederlaag vernietigd is.
De Cortes heeft met 152 tegen 47 stemuien ver-
worpeu het voorstel van Figueras, om over de
beuoeming van Gaminde tot kapitein-generaal
van Catalonië een afkeurend votum uit te spreken.
De regeeringslroepeu hebben de republi
keinen uit Bejar verjaagd, bijzonderheden ont
breken.
De commissie voor de jury heeft haren arbeid
ten einde gebracht.
Te Saragossa heerscht gisting, maar er zijn
maatregelen genomen om elke poging tot oproer
te keeren.
De telegrafische gemeenschap tnsschen Valencia,
Murcia en Carthagena is verbroken.
De troepen gaan overal met kracht tegen de
insurgenten te werk.
Berlijn, 28 November. Verscheidene afgevaar
digden van den Landdag zijn, onder Forckenbeck,
bijeengekomen om te beraadslagen over het op
richten van een centraal comité, ten einde onder
steuning te verleenen aan de noodlijdenden door
overstrooming op de kusten der Oostzee. De Kroon
prins heeft het beschermheerschap over de te
vormen hulpvereeniging aangenomen.
De Spenersche Zeitung en de Nordd. Algg.
Zeilung, sprekende over de crisis in Frankrijk,
staan beide borg voor de volstrekte onzijdigheid
van 't buitenland tegenover den strijd der par
tijen in Frankrijk. Noch voor Thiers, noch voor
de Nationale Vergadering, bestaat in Duitschland
éenige neiging tot partijtrekken. Duitschlaud eer
biedigt den wil van Frankrijk bij de keuze van
een regeeringsvorm en van regeeringspersonen.
Londen, 28 November. De brik Catharina, uit
Wismar, is bij Thisted gestrand en gezonken zes
der opvarenden hebben bij deze ramp het leven
verloren.
Konstanllnopel, 28 November. De Turksche
regeering heeft de te Jeruzalem wonende Grieken
gemachtigd om een nieuwen patriarch te kiezen.
Het bericht der vervanging van Khalil pacha
als minister van buitenlandsche zaken is voor
barig. Er worden echter ministerieele wijzigin
gen te gemoet gezien.
Rome, 28 November. De Kamer van Afgevaar
digden heeft de begrooting voor buitenlandsche
zaken aangenomen.
De koning heeft aan den gezant van Zweden en
Noorwegen het Grootkruis der orde van de Itali-
aansche Kroon geschonken.
Londen, 29 November. De afgezette politie
agenten zijn, na leedwezen over hun gedrag te
kennen gegeven te hebben, weder geïnstalleerd,
doch in een lageren rang dan zij vroeger be
kleedden.
Parijs, 29 November. Naar men verzekert, is
de regeeriug vol vertrouwen in den uitslag der
worsteling. Talrijke adressen van adhaesie aan
de politiek en de boodschap des heeren Thiers
ontwikkeld, worden bij voortduring door de re
geering ontvangen, ondanks de pogingen, dooi
de regeering zelve aangewend, om dien stroom
te keeren.
I? r* o m otië n.
Lelden, 29 November. Bevorderd tot doctor in
de geneeskunde de heer G. M. A. Liernur, ge
boren te Amsterdam, met Acad. proefs., getiteld:
Over het verschil in waarde van Kesectie en Amputatie.
Be.ehtszaken.
Door de correctioneele rechtbank alhier zijn
heden de volgende uitspraken gedaan
W. V. te Ter Aar, tot eene geldb. van f 6 of
2 dagen subs. gev.; D. v. d. M. te Ter Aar, tot
eene geldb. van f3 of 1 dag subs. gov.J. V. te
Nieuwveen, tot eene geldb. van 3 of 1 dag subs,
gev.; J. O. te Ter Aar, tot eene geldb. van 59
of 7 dagen subs, gev.; allen wegens het moed
willig toebrengen van stooten ouder verschoonenda
omstandigheden.
C. v. D. en L. H. te Katwijk aan Zee, de eerste
wegens het moedwillig toebrengen van slagen
en stooteu, tot eene cell. gev. van 15 dagenden
eene geldb. van f 8 of 1 dag cell, gev.; de Tweede
vrijgesproken.
."\l;ii-l£tf>eriohteii.
Amsterdam, 29 November. Tarwe, VV. B. Pools.
425. Rogge, N. Galatz 205; Petersb. 185Tagaor.
185; Maart 204, 205; Mei 204, 205. Raapolie zes
weken per 100 kg. 50#; vliegend 49%; Mei 44;
Sept., Oct., Nov. 1873 Dec. 1873 46, 50%, 52%.
Lijnolie zes weken 39#; vliegend 38; Maart,
April, Mei 39; Dec. 38, 37#, 38. Raapkoeken per
1000 kg. 94, 97. Lijnkoeken per 100 kg. 11, 15.
Koolzaad per 2000 kg. Oct. 430.
LAATSTE BEHICHTEinT
(Per telegraaf.) Den Uaag, 29 November. De
geheele zitting der Tweede Kamer van heden
werd besteed aan de beraadslagingen over de
quaestie van dispensatiën van sommige bepalingen
der bestaande besluiten nopens het hooger onder
wijs. De slotsom was dat de conclusie der com
missie dat dispensatiën vooruitloopende op de
regeling van het hooger onderwijs niet uieer be-
hooren te worden verleend, werd aangenomen
met 33 tegen 32 stemmen.
Morgen voortzetting van het hoofdstuk binnen
landsche zaken.
Z. M. de Koning is hedenavond te 5 u. 45 in.,
per Rijnspoor, van het Loo in de residentie
teruggekeerd. De Prins van Oranje bevond zich
aan 't station om Z. M. te verwelkomen.
Den Daag, 29 November. Tengevolge van het
vastraken van 2 schepen tusschen de brug aan
de Gouwesluis, waarover de Rijnspoor loopt, is
er gisteren eenige vertraging ootstaau in de aan
komst der treinen alhier.
1