FEUILLETON. N°. 3930. A0. 1872. Vrijdag 29 November. LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DEZER COURANT. Voor Leiden pw 3 maanden....ƒ3.00. Franco per postn 8*85- Afzonderlijke Nommenn 0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIKN. Voor lederen regel7.ƒ0.16. Grootere letten naar de plaatsruimte die rij beslaan. LEIDEN, 28 November. Wegens plaatsgebrek zijn wij verplicht het ver- Ig op ons hoofdartikel de Censusvraag tot morgen laten liggen. Onder verwijzing naar achterstaande annonce r soirée voor kamermuziek, te geven door de aatschappij voor Toonkunst alhier, op aanstaan- n Zaterdag 's avonds te 8 uur in de nieuwe adszaal, meenen wij het kunstminnend publiek tent te mogen maken op het programma. Niet een dat bij deze gelegenheid mejuff. A. Schulz- Lessig voor het eerst in Leiden zal optreden, waardoor men in de gelegenheid wordt gesteld kennis te maken met het talent dezer onderwij zeres van de muziekschool, maar ook zal op dien avond worden uitgevoerd - het beroemde quintett 44 van R. Schumann. Wij vestigen dus om meer dan één reden gaarne aandacht op deze soirée en hopen dat een ilrijke opkomst van belangstellenden het bewijs loge levereü, dat het op prijs wordt gesteld, dat Jr binnen Leiden muzikale krachten zijn, die lergelijke soirées voor kamermuziek kunnen geveD. Ds. C. S. Adama van Scheltema, van Amsterdam, Itrad gisteravond in de zaal in het Noordeinde mor een zeer talrijk auditorium op; Da een kort je bed uitgesproken te hebbeD, deelde hij het doel Ier door hem aangekondigde samenkomst mede. Daarna werden door een wel bezet koor vaD ames en heeren eenige liederen, door den Ame- ikaan Philip Phillips gedicht en gecomponeerd, in een Aria uit het oratorium Der Messias, van T. Handel, gezongen. Na het einde van dit laatste nummer stond Ds. Adema van Scheltema op en gaf een kleine schets an het leven van Philip Phillips; hij wees er voor namelijk op dat die man, als the Pilgrim Singer rondreizende, kerken en scholen had doen ver rijzenzijne schoone stem en de volkomenheid van zijn lied deden zelfs de kinderen in de wieg luisteren; de ontwikkelden en de meer be gaafden hiDgen als 't ware aan zijne lippen, en zijD woord en klank brachten bij ieder de zucht tot zaligheid in het gemoed. Hoog verhief de spreker den grooten invloed van het gezang, en tegenover de meening dat door het gezaDg de menschheid tot ijdelheid werd ver leid, trachtte hij, ook uit de Bijbelsche en Jood- sche geschiedenis, te bewijzen, dat het offergezang Gode welgevallig was. Het gezang leidde velen tot geloof en boete, tot God en Christus, zoo eindigde spreker, na vooraf liefdegaven van de aanwezigen gevraagd te hebben. In de tweede afdeeling werden weder eenige zangen ten gehoore gebracht en daarna stond iemand uit de vergadering op, waarschijnlijk een //broeder" der vereeniging voor Christelijke be langen, die zangers en zangeressen dankte, hen aansporende te trachten „door hun gezang de zaligheid te verwerven." Een enkel woord sprak Ds. Adama van Schel tema nog tot slot, waarin hij vooral nadruk legde iD zijn betoog dat uitvoeringen als deze luister rijker waren voor God en Christus, dan die, welke in concertzalen gegeven worden. Over concertuitvoeringen, waar werken als het Lobgesang, de Schöpfung, de Samson, de Jahres- zeiten worden ten gehoore gebracht, sprak de pre dikant niet; hij zonderde dus ook deze uitvoerin gen niet Dadrukkolijk uit. Doch wat daarvan zij, wij erkennen dat deze avond een zeer goeden indruk heeft nagelaten de wel uitgevoerde zang boeide en zal menig hart tot reiDe gevoelens hebben geneigd, toch be greep niet elkeen de godsdienstige bedoeling der bijeenkomst; ten minste bij volgende gelegenhe den vergete men niet, dat applaudissement, in deze zaal, liever niet gehoord wordt en ook miDder gepast schijnt. Z. M. heeft de som van f 375 voor ieder regi ment toegestaan, tot het aankoopen van brand- sloffen, ten einde daarmede gedurende het aan staande winterseizoen een of meer kamers in de kazernes te verwarmen. De heer W. H. van Meukeren, president der Noord-Brabantsch Duit6che spoorweg-maatschap, pij verklaart in een ingezonden stuk in het Dagblad „Ik heb geen partij te kiezen voor den Water staat, daartoe zijn zijne eigene ambtenaren zelf bekwaam genoeg; maar, den geheelen loop van het werk (de spoorwegbrug te GeoDep) van zeer nabij kennende, durf ik te verklaren dat de Waterstaat de primitieve plannen zeer nauwkeurig beeft onderzocht; dat herhaalde onderzoekingen omtrent de stroom snelheid, zoo te Hedel als te Gennep, Venlo, Roermond en Maastricht, zijn gevorderd en ge daan en daarvan processen-verbaal ingezonden, dat, zoowel met het oog op die uitkomsten als met het oog op verschillende hoogste waterstan den, de hoogte van de brug te Gennep is bepaald; dat die brug dan ook veel hooger is dan de spoorwegbrug te Hedel; dat de spoorwegbrug te Gennep geheel is ge bouwd overeenkomstig de goedgekeurde plan nen en dat de Waterstaat met zeer veel nauwgezet heid het oog heeft gehouden op de uitvoering van dit werk." Bij het onderzoek in de afdeelingen der Tweede Kamer van het wetsontwerp tot regeling der ontvangsten en uitgaven van het pensioenfonds voor burgerlijke ambtenaren over het jaar 1873 werd in eene afdeeling de wensch uitgedrukt, dat, overeenkomstig bet in de Memorie van Toe lichting uitgedrukte verlangen der regeeriDg, bet wetsontwerp tot wijziging der wet betreffende de burgerlijke pensioenen door de Tweede Kamer spoedig in behandeling worde genomen, opdat die herziening, voor zoover van haar afhangt, nog vóór 1 Januari 1873 tot stand kome. IneeDe andere afdeeling merkte men daarentegenop.dat de regeering, naar het schijnt, zich ten onrechte vleit, dat de doorloopende korting met 1 Januari 1873 zal kunnen worden afgeschaft, ook kon men niet toegeveD, dat die afschaffing in geen geval wijziging der nu voorgedragen begrooting onver mijdelijk maken zou. Immers zou daardoor het middel c. in art. 2 van het wetsontwerp („de opbrengst over het jaar 1873 der doorloopende bijdragen") komen te vervallen. De commissie van rapporteurs, in aanmerking nemende, dat het on zeker is of het bedoelde wetsontwerp vóór het begin van het Dieuwe dienstjaar tot wet zal zijn verheven, is van oordeel, dat het aangehaalde middel c. van art. 2 op de voorgedragen begroo ting dient te worden behouden. Onder dagteekening van 11 November jl. zijn aan de Kamer ter overweging aangeboden twee ontwerpen van wet tot wijziging van de hoofd stukken II en VII B. der begrooting van Staats uitgaven voor het dienstjaar 1873. Het tweede ontwerp gaf noch bij het onderzoek in de afdee lingen, noch in den boezem der commissie van rapporteurs aanleiding tot eenige bedenking. Het eerste ontwerp strekt tot verhoogiDg van den post voor aankoop van boeken voor de beide Kamers der Staten-Generaal, eene verhooging, die uit het toenemend gebruik van de boekerij der Tweede Kamer voortvloeit. Vele leden ont vingen dit wets-ontwerp met genoegen. Let men op hetgeen in andere landen in dit opzicht wordt uitgegeven, dan kan men naar het gevoelen dezer leden, de kosten voor de bibliotheek der Kamer waarlijk niet te hoog noemen. Zij wezen daarbij op het eigenaardig karakter dezer verzameling, die vooral de gelegenheid tot studie van verge lijkende wetgeving bevorderen moet. Hierbij werd de wensch uitgedrukt dat de parlementaireacten van vreemde landen zoo spoedig mogelijk de bi- bLiotheek der Kamer mogen bereiken. Dezer da gen had men daar te vergeefs gezocht de Staats- begrooting van Pruisen voor 1872 en deEngelsche ballot-bill, die in Augustus van dit jaar is vast gesteld Het denkbeeld werd door eenige leden geop perd om de bibliotheken der beide Kamers te vereenigen. De boekerij zou dan door eene ge mengde commissie uit beide Kamers kunnen worden bestuurd, even als men thans reeds eene zoodanige commissie voor de stenographie heeft. De kosten door opheffing van de bibliotheek der Eerste Kamer bespaard, zouden aan de vereenigde verzameling in het belang der beide Kamers ten goede komen. De afdeeling voor wis- en natuurkundige weten schappen der Koninklijke Academie van Weienschappen zal eene gewone vergadering houden op Zaterdag den 30sten November e. k., des namiddags te twaalf uren 15 min., in het gebouw der academie (Trippenhuis) te Amsterdam. Z. M. heeft J. W. C. Doijer op zijn verzoek ontslageD als Burgemeester der gemeente Die- penheim. Z. M. heeft goedgevonden, den heer Mr. G. J. Goekoop met den laatsten dezer maand eervol te ontheffen van de tijdelijke waarneming der be trekking van opzichter over de kustverlichting en zeebakens op Goedereede; met den lsten December aanstaande tot die betrekking te be noemen den wachter bij de kustverlichting op Noord-Schouwen VV. Pieterse. BHVÏVENLAND. Amsterdam, 27 November. Per stoomschip Conrad worden weder veertien Chineesche werk lieden, voor rekening der Ned. Handelmaatschappij, crwacht om te Suriname op de plantage Reso- lutio geplaatst te worden, zullende deze werk lieden per het daarvoor ingehuurd schip Kosmo poliet, kapitein F. H. Klein, van het Nieuwediep naar Suriname worden overgevoerd. Aan onzen jeugdigen landgenoot, den com ponist en violist Martinus van Gelder is door de jury en de directie der tentoonstelling in het Palais de l'Industrie, te Parijs, toegekend de gouden medaille en het eerediploma voor de opdracht en uitvoering van zijne compositie: Marche fantas- tique de bravoure. Zaandam, 26 November. In de Gemeenteraads zitting van heden werd nader ingediend het door den ingenieur K. van Rijn opgemaakte ontwerp tot verbinding van de Voorzaan met het Noord- zeekanaal. Daaruit blijkt dat het ontworpen verbindings kanaal geschikt moet zijn voor schepen van 4.50 meters diepgaDg, voor de stoompakketvaart en voor het binnenlandsch verkeer. Het geheel strekt tot verbinding van de VoorzaaD, van het Noord zeekanaal af tot aan de schutsluizen der Binnen- zaan, met een zijkanaal tot aan het goederen station van den spoorweg van Amsterdam naar Zaandam, en tot haven, lig-, los- en laadplaatsen voor zeeschepen, stoombooten en binnenschepen. Het geheele werk kan in 3 jaren .ereed zijn en zal iets minder dan éen millioen kosten. Voor een groot deel hangt de toekomst van de Zaan streek af van het tot stand komen dezer hoogst- belangrijke zaak. Het plan is dan ook met onver deelde belangstelling ontvangen. Den Haag, 27 November. Gisteren overleed alhier de heer J. C. Willemse, gepensioneerd admi nistrateur voor de zaken van den Roomsch-Catbo- lieken Eeredienst. De overledene was algemeen zeer geacht. Heden werd aan het departement van Ma rine aanbesteed de levering van30,000 kilogram roode tarwe; 30,000 kilogram witte tarwe; en 20,000 kilogram rogge. Hiervoor waren minste inschrijvers voor roode tarwe, M. de Gier, te Gorinchem a f 15.16; witte tarwe, P. J. de Koker, te Bergen op Zoom a f 14.85en rogge, Jansen, te Nieuwediep, a f 9.87. Alles per 100 kilogram. Rotterdam, 27 November. Bij de verkiezing van leden der Kamer van Koophandel en Fa brieken alhier, zijn uitgebracht 183 stemmen, De ongeregeldheden te 's-IJEERENBERG. (Slot.) Vervolgens nam de etaatsanwalt Heilweg het woord, en begon met de voorlezing van 4 n°. 3 van het Duitsche strafwetboek, luidende: Wegens in het buitenland begane overtredingen en wan bedrijven, wordt in den regel geene vervolging ingesteld. Echter kan, volgens de strafwetten van het Duitsche rijk, vervolgd worden3) een Duit- scher, welke in het buitenland een daad gepleegd heeft, die volgens de wetten van het Duitsche rijk als overtredingen of wanbedrijven beschouwd en door de wetten van de plaats, waar zij begaan zijn, met straf bedreigd worden. De feiten zelf qualificeerden zich als „oproer", op welke overtreding hij de aanklacht uitwerkte, en ook als een vredebreuk. De daarop betrekking hebbende ariikelen luiden in het Duitsche straf wetboek: 115. Wie aan eene openlijke samenscholing, waarbij eenige der in de 113 en 114 aangewezen daden met vereenigde krachten gepleegd worden, deelneemt, wordt wegens oproer met niet minder dan 6 maanden gestraft. De aanvoerders, alsmede de oproerlingen, welke een der in 113 en 114 genoemde daden ple- geD, worden met tuchthuis tot tien jaren gestraft, ook kunnen zij een tijd lang onder toezicht der politie gesteld worden. Zijn er verzachtende om standigheden aanwezig, dan wordt gevangenis, niet beneden de zes maanden, uitgesproken. 113. Wie een beambte die tot uitvoering van wetten, bevelen en orders der overheid of van vonnissen en uitspraken der rechterlijke macht geroepen is, in de rechtmatige uitoefening van zijn ambt door geweld of door bedreiging met geweld weerstand biedt, of wie zulk een be ambte tijdens de rechtmatige uitoefening van zijn ambt feitelijk aangrijpt, wordt met eene gevan genis tot twee jaren of met eene geldboete van 500 thaler gestraft. 125. Wanneer een aantal personen openlijk samenschoolt en met vereenigde krachten tegen personen of zaken gewelddadigheden pleegt, dan wordt ieder, die aan deze samenscholing deel neemt, wegens verbreken van de rust des lands met eene gevangenis van niet minder dan drie maanden gestraft. De aanvoerders, alsmede diegenen, welke ge welddadigheden tegen personen begaan of zaken geplunderd, vernield of verwoest hebben, worden met tuchthuis van een tot tien jaren gestraft; ook kan hij onder toezicht der politie gesteld wor den. Zijn er verzachtende omstandigheden dan wordt gevangenisstraf van niet minder dan zes maanden opgelegd. Het Nederlandsehe Strafwetboek bedreigt even eens strafbepalingen tegen dergelijke daden. (Hier volgen de bepalingen van art. 209, 210 en 101 van ons wetboek van strafrecht). De Hollandsche wet vordert voor toepassing niet, dat alle 20 personen gezamenlijk het ver zet hebben gepleegd, maar bedreigt straf tegen allen die tegenwoordig waren, al werd de daad ook maar door twee personen gepleegd. Boven dien is de beschadiging van voorwerpen en de mishandelingen volgens beide wetgevingen straf baar. Hij zette daarop de rechterlijke toepassing der woordelijk aangehaalde strafwetten nader uiteen. Daarop werd aangetoond, hoe het getuigen verhoor de schuld der beklaagden niet op de zelfde wijze had doen uitkomen als het voor- loopig onderzoek. Alle beschuldigden hadden den aanval op Straatman vroeger bij herhaling erkend, en elkander in elkafirs tegenwoordig heid daarvan beschuldigd; thans, nu helgrootste gedeelte van hen, die gevangen waren geweest, een tijdlang in vrijheid waren gesteld, schijnen alle beschuldigden van vroegere verklaringen niet meer te weten. Een bedroevend en onbe grijpelijk verschijnsel was voorts, dat het grootste gedeelte der gehoorde getuigen hunne verkla ring ten voordcele der beschuldigden niet alleen veranderd hadden, maar dat zij thans lijnrecht het tegenovergestelde verklaren. Deze omstan digheid zou daaraan moeten worden toegeschre ven, dat zij het gebeurde vergeten hadden; maar ook de kameraadschap heeft tot het afleggen van een zoo zacht mogelijk getuigenis bijge dragen. Het openbaar ministerie giDg daarop tot de daden elke in het bijzonder over en door elk der beschuldigden individueel gepleegd, en zette toen uiteen hoe Wilhelm Bonekamp, Hermann Ker- steD, Christiaan Krayvanger, Joh. Kempkes, Joh. Reintjes, medeplichtig waren aan de mis handeling van den hof-kammerrath Grimm. Hij voerde ten slotte aan dat voor allen ver zachtende omstandigheden bestonden, omdat de aangeklaagden, naar zijne meening, niet naar 's-Heerenberg waren gekomen met het doel om gewelddadigheden te plegen en tegen het natio nale feest als een godsdienstig feest eene demon stratie te maken, maar dat het, met het oog op

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1872 | | pagina 1