Donderdag
21 November.
1 s f
FEUILLETON.
N°. 3923.
A0. 1872.
GRONDBELASTING.
HET VISITEKAARTJE.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT.
Voor Leiden per 3 maandenƒ8.00.
Franco per postn 3.85.
Afzonderlijke Nommen0.05.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVKRTÏÏNTIKN.
Voor lederen regelƒ0.15.
Grootere letten naar de plaatsruimte die zij beslaan.
STADS-BERICHTEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
LEIDEN doen te weten, dat ingevolge art. 11 van
liet Koninklijk besluit van 9 November 1851 Staats
blad n°. 142), in verband met Zijner Majesteits be
sluit van 11 Augustus 1859 Staatsblad n°. 80), op
den 26sten November aanstaande, 's middags te twaalf
uren, op het Raadhuis, eene vergadering van Kies
gerechtigden zal worden gehouden, om de plaatsen
aan te vullen van de heeren
JOHANNES IGNATIUS VAN WENSEN,
I Mr. PAUL DU KIEU,
PETRUS ISAaCUS DE FREMERY,
BOÜDEWIJN FRANSISOUS KRANTZ en
ADRIANUS CORNELIS LEEMBRUGGEN,
die met het einde dezes jaars als leden der Kamer
van Koophandel en Fabrieken moeten aftreden, doch
ingevolge art. 7 van eerstgemeld besluit opnieuw
benoembaar zijn; dat de lijst van Kiesgerechtigden,
waartegen gedurende de eerstkomende acht dagen bij
het Gemeentebestuur bezwaren kunnen worden inge
bracht, ter inzage ligt op de Secretarie dezer gemeente
en dat de inlevering der stembriefjes op bovenge-
noemden dag geschiedt van 12 tot 2 uren, waarna
de bus geledigd wordt en de Stemopneming plaats
heeft.
En wordt deze door plaatsing in de Leidsche Courant
j afgekondigd.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. d. BRANDELER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Leiden, 25 October. 1872.
De BURGEMEESTER, Hoofd van het Gemeente
bestuur van LEIDEN, herinnert de belanghebbenden,
die de toepassing verlangen van eene der bepalingen,
vermeld in de artt. 2831 der Wet van den26sten
Mei 1870 Staatsblad n°. 82), betrekkelijk de grond
belasting, dat zij verplicht zijn van alle stichtingen,
herbouwingen, bij- of opbouwingen, of gedeeltelijke
vernieuwingen, in de termen der Wet vallende,
binnen drie maanden, na de gebeele of gedeeltelijke
in gebruik stelling der gebouwen, aangifte te doen
bij het bestuur der gemeente, waar de eigendommen
gelegen zijn, terwijl die aangifte, rechtstreeks, zonder
lusschenkomst van derden, dagelijks van tien tot drie
uren, met uitzondering van Zon- en feestdagen, ter
Secretarie dezer gemeente kan geschieden.
En wordt deze door plaatsing in de Leidsche Courant
afgekondigd.
De Burgemeester voornoemd,
v. d. BRANDELER.
Leiden, 20 November 1872.
LEIDEK, 30 November.
Naar aanleiding van het advies van dijkgraaf
en hoogheemraden van Rijnland ter zake van de
verbetering van den toestand van dat hoogheem
raadschap, heeft Mr. J. P. Amersfoordt aan de
vereenigde vergadering van Rijnland een adres
gezendeo, waarin hij ten slotte het volgende
i voorstelt
„Aan dijkgraaf en hoogheemraden op te dragen
'(in afwachting van de beraming der plannen voor
Katwijk) nog in 1873 gemalen te stellen te Spaarn
dam of te Halfweg (desnoods op beide plaatsen),
in staat om den waterstaat van Rijnland dragelijk
te boudeD gedurende den tijd dat er meer defi
nitieve werken aan de Noordzee zullen kunnen
worden uitgevoerd."
Gisteravond hield mevrouw Sezzi, in de zaal
der Vrijmetselaarsloge, hare conférence over de
vrouw en de mode. In het keurigste Fransch
schetste zij den oorsprong en de geschiedenis der
mode, alsook haren invloed op de vrouw in 't
algemeen; en hare mededeelingen waren door-
zaaid met geestige anecdoten en vernuftige woord
spelingen, die elk oogenblik den lachlust van het
niet talrijk opgekomen publiek opwekten, terwijl
zij blijken gaven van eene groote belezenheid en
uitgebreide kennis.
Wij vernemen dat voor het huldeblijk aan de
nagedachtenis van Mr. J. R. Thorbecke in het ge-
heele land tot dusverre ODgeveer f 30,000 is bijeen
gebracht. Hbl
Naar men verneemt, zal met Mei e. k. het2rie
regiment infanterie te Maastricht vervangen wor
den door het 4de regiment van dat wapen thans
in garnizoen te Delft, Leiden en Haarlem.
Naar men verneemt, hebben sommige deur
waarders in de provincie Zeeland zich onlangs
tot den Minister van Justitie gewend met het
verzoek dat, met het oog op de duurte der levens
middelen, hnn worden opgedragen de werkzaam
heden die thans door de rijksveldwacht en tnaré-
chaussée worden verricht en die uit haren aard
tot den werkkring der deurwaarders belmoren,
doch is daarop afwijzend beschikt.
Z. M. heeft aan W. Haylett, gezagvoerder van
de Engelsche visscherschuit Eclipse, als blijk van
Zr. Ms. goedkeuring en tevredenheid wegens de
hulp, verleend ter redding van de bemanning van
het Nederlaudsche schoouerschip Blyham, op den
26sten October jl. in de Noordzee verongelukt,
toegekend de zilveren medaille, ingesteld bij Kon.
besluit van 22 Sept. 1855, alsmede een loffelijk
getuigschrift.
De heer D. van der Made, van Hellevoetsluis,
thans civiel ingenieur te Moscou, is door Z. M.
den Keizer van Rusland benoemd tot ridder van
de St.-Stanislaus orde 3de klasse.
De vermoedelijke belooning en verdere inkom
sten, verbonden aan het vacante deurwaarders-
district Tiel, kunnen worden geraamd op f 690
's jaars, na aftrek der kosten ter zake van reizen,
drukwerk, enz., en die verbonden aan het vacante
deurwaarders-district Oostburg op 400 's jaars,
aan dat te Zaandam op 7640, Maastricht op ƒ400
en Middelburg op 71454 'sjaars.
De Minister van Financiën heeft aan de pro
vinciale inspecteurs der directe belastingen, iü-
en uitgaande rechten en accijnzen, bij missieve
verzocht, aan de controleurs der directe belastingen
binnen den kring hunner inspectie te kennen te
geven, dat onder de geringe eetwaren, bedoeld
in art. 3 der wet op het recht van patent, ook
kan worden begrepen gerookte paling, en dat dus
inlanders, die deze waar niet uit hun huis ver-
koopen, maar daar buiten, hetzij al of niet om-
loopende, te dier zake van gemeld recht zijn vrij
gesteld.
De Minister van Financiën heeft, bij resolutie
van 25 October II., de ontvangkantoren der directe
belastingen en accijnzen te Zevenaar en 's-Gra-
vesande c. a. respectievelijk gerangschikt in de
vijfde en zesde klassen.
X'
ötoonpjfq
2' P a>
ur 3 3 -o
/t, 37" s— cd
5? o; p
- tÜH 2-
1 (JQ* 3* -
2L 3 D
J O P
tt r e» 3 f»
2. 5
s s- s-
CD - -
3
3 3
- -o -o
=5 =5 =5
•f4- G5
co <33
JtO oo
cd 1 "1-5 o ll
to co Ct cc G
w H o G
co "co o o c:
(O Ol f5 ot C
0 o -5 o F5 F
1 to <1 O 'g C
3 Ob O O c
oom
-■O. o
i
5 1
CD
CD D co
g cd
s o* cl
ct
cT
3
cl
S co
c 5'
3 CD O
«f CD O
B 3
3' o
CfQ sij
a i*
e ®-
3
co CD
3T CD
CD 3
3 2. 5'
pj D era
OQ
£0
3
V?
00 co
i—oo -n er.
00 "co g G
to t—
jf*- jo o> JG F-
~co "bi "co "to
CD Cn
co co c? u*
'f üi b O
tO O
O O
o o
s. - "O
h- WV vy (O ifk
oo o oi co oï co t—i
oo to cc so zo oo
LU "O CO "CD O
-j o CU —i -~i v.
to O p* CC O t— o
óa b 'o if4 o b
o o o co o cd
►—£>■05 O
w W H oo
co "cd "en "to "os
o w cc ifk d i1
O —3 OO to CU
3 1
a
cl
f
xt
O
B
s
w. O O O
Uit dezen staat blijkt alzoo, dat de Nederland-
sche Bank op 18 Nov. bij een inuntmateriaal van
7118,733,158.43' voor eene som van 776,311,248.43
minder aan bankbiljetten in omloop had dan waar
toe zij gerechtigd is, terwijl het montmateriaal op
zijne beurt f 30,524,499.37 meer bedraagt, dan in
verhouding tot de schuldvorderingen tot dekking
noodig zou wezen.
kantoor te Geertruidenberg, de heer R. H. J. A.
Stoop, thans directeur van het postkantoor te
Willemstad.
Met ingang van den 21sten dezer zal het Rijks
telegraafkantoor te Wageningen op werkdagen
open zijn van 9 uren voor- tot 3 ureD namiddag
en van 5 tot 7 uren namiddag. De diensttijd op
Zon- en feestdagen blijft onveranderd.
Bij beschikking van den Minister van Marine
van den I9den November 1872, N'. 49, is de lieer
Dr. J. J. Buwalda, met ingang van den lsten De
cember aanstaande, benoemd tot visiteur der qua
rantaine op Ameland.
Door den Nederlandschen consul-generaal in
Portugal is de heer J. Pereira jr. aangesteld tot
zijn vice-consul te Aveiro, en de beer A. Mar
tins d'Azevedo tot zijn consulairen agent te
Foz do Douro.
De officier van gezondheid der 3de klasse G.
Franken wordt met den 21sten dezer geplaatst
bij het hospitaal der marine te Willemsoord.
De gewone audiëntie van den Minister van
Binnenlandsclte Zaken zal aanstaanden Zaterdag
23 dezer niet plaats hebben.
Bij Koninklijk besluit van 16 November 1872,
N°. 22, is benoemd tot directeur van het post-
Z. M. heeft eene commissie ingesteld tot het
houden van een vergelijkend onderzoek van de
bekwaamheid der candidaten naar de betrekking
van adspirant-ingenieur van den waterstaat din
gende, bestaande Dit de heeren: Jhr. J. R. T. Ortt,
hoofdingenieur van den waterstaat in Noord-Hol
land, als voorzitter; F. J. van den Berg, hoog
leeraar aan de polytechnische school te Delft
H. S. J. Rose, hoofdingenieur van den waterstaat
in Noord-Brabant; J. F. Boogaard, referendaris
der afdeeling Waterstaat van het Departement
van Binnenlandsche Zaken; G. van Diesen, in
genieur van den waterstaat, werkzaam bij den
aanleg van Staatsspoorwegen te Utrecht; J. van
der Vegt, ingenieur van den waterstaat te Briefte,
en W. H. Hubrecht, ingenieur van den waterstaat
te Utrecht, tevens secretaris.
Z. M. heeft machtiging verleend aan de vijf na
te melden commissiën uit de Staten der provincie
Noord-Brabant en aan de twee na te melden com
missiën uit de Staten van Groningen, tot voort
zetting barer werkzaamheden ni de sluiting van
de najaarsvergadering dier Staten in 1872, als
aan de commissiën uit de Staten van Noord
Brabant: a. belast met het onderzoek der regle
menten voor waterschappenb. tot beoordeeling
der plans en stukken betrekkelijk de uitvoering
van een kanaal van de Zuid-Willemsvaart of van
het kanaal van Eindhoven Daar Tilburg enz.: c
tot onderzoek naar de middelen ter voorziening
in de gebrekkige uitwatering in het arrondisse
ment Breda; d. tot onderzoek van het ontwerp
van reglement op de waterleidingen; e. voor de
stukken betreffende het waterschap der rivier de
Dommel; eu aan de comtnissiëo uit de Staten
van Groningen: a. in zake de vereeniging en ver
betering der scheepvaartkanalen, en de indeeling
der provincie in nieuwe waterschappen; b. tot
onderzoek der coocept-reglemeuten voor de water
schappen voor zoover deze nog niet zijn georga
niseerd volgens de bepalingen van het grond-
reglement.
BINNENLAND.
Amsterdam, 19 November. In de gisteravond
gehoudeD vergadering van Burgerplicht is, in plaats
van den heer H. P. Wurfbain, die voor de can-
didatuur van de Kamer van Koophandel bedankt
heeft, op grond dat hij als consul geen lid der
Kamer kan zijn, tot candidaat gekozen de heer
D. Cordes, aftredend lid, en wel met 21 van de
37 uitgebrachte stemmen. De heer F. C. Quien
(aftredend lid) verkreeg 16 stemmen. De derde
voorgedragen candidaat, de heer P. H. Holtztnan,
NAAR HET HOOGDUITSCH-
[Vervolg.)
Sidonia keek hem eenigszins verbaasd aan
hij moest immers zelf gezien hebben, dat haar
vader een uur van de stad eene buitenplaats had,
dat zij daar een gedeelte van den zomer door
brachten De president stond nu op, daar hij
het gevaar zag aankomen en zeide
„Kindlief, ik geloof dat het tijd voor u is om
te gaan, gij moogt juffrouw Volkhain niet laten
wachten, eu ook ik, mijnheer SteiD, moet, met
Uw verlof, weer aan mijn werk."
De jonge man sprong verlegen op; hij kreeg
zijn hoed en begon bij zijDe verontschuldiging,
dat hij zoo lang gebleven was, weer erg te stot
teren, maar dat kwam er niet op aan, hij had al
den tijd om zijn afscheid uit te spreken, want de
president geleidde hem door de voorkamer en
zelfs in den gang, waar hij hem beleefd vaarwel
zeide.
„Nu," vroeg de president, toeD hij terugkwam,
ondeugend lachend het hoofd door de portière in
de theekamer stekende „hoe bevalt hij u,
kindlief?"
„Niet slecht, papaatje ik had hem tnij wer
kelijk niet zoo mooi voorgesteld 1 Voorts," voegde
zij er plotseling op een hekeligen toon bij
„dank ik u, dat gij hem zijne dwaasheid zoo ge
heel schijnt te hebben vergeven 1"
„O," riep de president lachend „nu spreekt
gij van dwaasheid, dat deedt gij gisteren niet
dus vindt gij 't werkelijk een dwaze streek?"
„Ja, papa, zeer dwaas... van zoo'n vogelver
schrikker!"
„O," lachte de president, „si duo jaciunt idem,
non est idem, zeggen wij juristen dat schijnt
ook uw grondstelling te zijn 1"
„Och, houd op met uw latijn en uw jurist!"
Daarop ging SidoDia boos heen, om zich ge
reed te maken om uit te gaaD.
De president ging, stil bij zich zelf lachend,
naar zijn werkkamer.
Johanna Volkhain was eene niet heel jonge,
zoowat zes- of zevenentwintigjarige daine, de
dochter vau een hoofdofficier. Zij zag er vrij
aardig uit, was verstandig en bedaard, maar nog
altijd ongehuwd; zij was wat keurig uitgevallen
aangaande hen die om hare hand gedongen had
den en de booze wereld verhaalde dat zij het
hart van den president trachtte te veroveren, die,
als een weduwnaar in de beste jaren zijus leveDS,
nog als een schitterende partij werd aangezien
Maar dat was louter laster, want Johanna had,
eo wel geheel buiten baar toedoeD, reeds lang
dat hart veroverd, er was nog alleen wat aan
moediging eo voorkomendheid van hare zijde
noodig, om de verklaring van den om zijn leeftijd
eenigszins afgeschrikten man te kunneD verwach
ten. Maar otschoon zij tegen zijne verklaring niet
°Pzag. ja die misschien zelfs wenschte, was zij
toch vo strekt niet coquet, zij deed nietsoinhaar
uit te lokken en de president was, zooals
reeds gezegd is, tegenover haar een beetje ver
legen, en kon, al lachte hij er zelf om, zich daar
niet overheenzelten.
Sidonia vond hare vriendin in den grooten als
wandelpark aangelegden tuin achter hare woning,
in gezetschap van eene oude jonge-juffrouw en
een tante van Sidonia, een goed, praatziek moe
dertje. SidoDia nam, hartelijk verwelkomd, bij
haar aan de ronde tuintafel plaats, en het gesprek
van den kleinen dameskring werd met vet hoogde
levendigheid voortgezet.
Het liep over zeer belangrijke onderwerpen
men sprak over den schouwburg, over de beste
wijze om oude stoffen te laten verveD, over het
inmaken van druiven die Diet rijp geworden
waren, over de belachelijke nieuwe mode van
hoeden ft la paardekop en de te verwachten ver
hooging van het salaris der beambten bij de ju
stitie Sidonia alleen bleef bij dit alles stiller
dan gewoonlijk. Op deze wijze was een halfuur
voorbijgegaan od begon het reeds avond te wor
den, toen er een jongmensch kwam aanzetten,
een tamelijk groote en net gekleede gedaante, die
naar het gezelschap toekwam en eindelijk als
verbaasd bleef staan en aarzelend weer scheen te
willen weggaaD.
Johanna stond op en ging den vreemdeling
tegemoet, out te zien wie het was, en toen zij
Item herkend had, zeide zij vroolijk
„O, zijt gij het, mijnheer Stein. Gij hebt ons
dan niet vergeten en wilt ons het beloofde be
zoek breDgen dat is aardig van u het spiji
mij maar dat papa niet thuis is, maar voeg u
bij 't gezelschap.
[Wordt vei colgd