tijn neef, den gepensionneerden majoor baron
von Diesterloh.
Het 3de escadron van het Oostpruisische
leginient kurassiers n°. 3, onder graaf SVrangel,
(tordt den lsten November van Wehlau naar
Köoigsberg verplaatst, terwijl de slaf en het
isle bataljon van het 4de regiment Hessische in
fanterie (prins Karei) voorloopig nog te Mainz zal
blijven.
Eene deputatie uit Sonderburg is dezer dageu
te Berlijn aangekomen, om zich zekerheid te
verschaffen of het thans de geschikte tijd is, dat
de Duitscho bevolking van Noord-Sleeswijk aan
het Huis der Afgevaardigden eene petitie indient
tot opheffing van artikel 5 van het Prager vredes
verdrag.
In de officieuse Nordd. Allgem. Zeit. leest men:
„Naar men uit Parijs mededeelt heeft de heer de
Reuiusat geantwoord op de Duitsche nota, waarbij
hem kennis gegeven werd dat voortaan van de
reizigers die zich over de Fransche grenzen naar
Duitschland willen begeven passen gevorderd
sulleu worden. De minister betwist de juistheid
der voor den Duitschen maatregel aangevoerde
argumenten, vermits de verplichting om eeu pas
te vertoonen door de Fransche regeering ook aan
de grenzen van Italië, Spanje en Zwitserland niet
was afgeschaft geworden. Het antwoord zal niet
Op zich laten wachten."
TELEGIRAMMinN.
Londen, 31 October. Iu de vergadering van
houders van bewijzen van Spaansche geconsoli
deerde schuld, bijeengeroepen door den heer
Gomez, is de volgende resolutie, voorgesteld-door
den heer Rothschild, met eenparige stemmen aan
genomen
„Voor het crediet van Spanje is het verkieslijk,
dat de bewijzen van geconsolideerde schuld, in
betaling van een gedeelte der rente, worden uit
gegeven tot den gemiddelden koers der tegenwoor
dige beursnoteering.
Maar in aanmerking nemende de handhaving
der conventie van 27 Mei en de verklaring van
het gouvernement:
„1°. dat die conventie van kracht blijft en tot
grondslag eener schikking is aangenomen
2°. dat de Huitenlandsche Schuld blijft vrijge
steld van belasting;
3°. dat de verleende accommodatie niet langer
dan vijfjaren zal duren;"
verklaren de houders, zich te vereenigen inet de
wijzigingen, voorgesteld door den heer Gomez, in
het ontwerp van 25 September 1872."
Brussel, 21 October. De heer Ozenne zal hier
weldra aankomen om over een handelstractaat
Ie onderhandelen.
De geruchten betreffende het ontslag van den
Minister van Oorlog worden in deofficieele krin
gen tegengesproken.
Versailles, 21 October. De afgevaardigden der
meerderheid zullen den lsten November eene bij
eenkomst alhier houden, om te beraadslagen over
hunne houding tegenover het gouvernement en
de linkerzijde.
Londen, 21 October. Het telegrafisch verkeer
tusscben Australië en Europa is heden geopend.
Lord Enfield heeft een circulaire aan de Ka
mers van Koophandel gericht, waarbij hij de aan
lacht vestigt op de wijzigingen in het Fransch
handelstractaat; hij verzoekt dat de opmerkingen,
lie men wenscht te maken, hem voor Maandag
)f Dinsdag zullen worden gezonden.
Berlijn, 21 October. In de gisteravond gehou
den algemeene vergadering van werklieden der
Herlijnsche machinefabrieken is geconstateerd, dat
hechts 400 werklieden de arbeidstaking voort
ellen.
Lissabon, 21 October. De kamer van Pairs is
it'constilueerd.
De rechtbank zet de behandeling van het proces
tnjeco voort.
De rechtbank van tweeden aanleg heeft den
burggraaf Anguela vrij gesproken van de beschut-
diging van verraad gepleegd jegens koning en
vaderland. Hij wordt nog in hechtenis gehouden
wegens medeplichtigheid aan eene samenzwering
jegens het Gouvernement.
l Agram, 20 October. De Oroatische Lauddag
fi tot den 3den April 1873 verdaagd.
Kopenhagen, 20 October. Binnen een niet
(er verwijderd tijdstip, zal de minister van oorlog
t\an den Rijksdag een wetsontwerp aanbieden,
1 aarbij Kopenhagen en eenige andere uiterste
plaatsen des lands tot vestingen worden verheven.
Stuttgart, 21 October. De Stenden zijn legen.
October ter vergadering bijeengeroepen.
Het hof zal op 26 dezer van Friedrichshaven
ier terugkeeren.
Een der schuldigen aan den grooten diefstal in
et kabinet van naturaliën alhier is te Osterburken
evangen genomen.
Berlijn, 22 October. De Kreuzieilung bevestigt
et bericht van de Dresdener dagbladen, dat de
eizer, de keizerin en de kroonprins tegenwoordig
"Hen zijn bij het gouden bruiloftsfeest van den
°ning en koningin van Saksen. Het blad voegt
r bij, dat de keizer van Oostenrijk tegen datzei fde
jdstip te Dresden wordt verwacht.
Volgens alhier uit Konstantinopel ontvangen
bericht is het aan de Engelsche dagbladen mede
gedeelde telegram uit Rome, betreffende de be
noeming van Photiades-bey tot Turksch gezant
te Berlijn, van allen grond ontbloot. De zaak komt
in werkelijkheid hierop neder, dat Photiades bey
van zijn post is ontzet, wegens zijn houding inde
zaak der Anuociade.
Gemeenteraad.
INGEKOMEN STUKKEN.
De heer O. F. VV. Wiggers van Kercliem, oud-
president der Java-Bank, geeft aan den Raad te
kennen, dat hij met belangstelling heelt kennis ge
nomen van de overleggingen van den Raad, en het
besluit tot kosieloozen afstand van eeu stuk grond,
bij de Witte Poort, ter bebouwing, om tegemoet
te komen aau de behoefte aan woningen; dat
toch erkend moet worden, dat Leiden zich aan
merkelijk zoude kunnen uitbreiden eu in inwo
ners aanwinnen, even als's-Gravenhage, wanneer
er slechts woningen waren; zoovelen verlangtu
gebruik te maken van de bijzondere, in Neder
land nergens betere, gelegenheid tot erlaugiug
van ouderwijs, de burgerij zoude erdoor wordeu
bevoordeeld, en Leiden de plaats weder kunnen
innemen die zij eenmaal had; dat adressauts aan
dacht is gevallen op eene plaats, in 1806 bebouwd,
en nu sedert 66 jaren te uiidden der stad onbe
bouwd gebleven, beschreven door een hoogleeraur
„als zandwoestijn in den zomer, moeras bij regen
dagen;" dat adressant die plaats wenscht te doen
bebouwen dat het zijn voornemen is, het finan
cieel voordeel, daarin gelegen, oin niet af te staan
aan eene bouwmaatschappij, waar ieder iu zonde
kunnen deelnemen, konde dit doel niet bereikt
worden, dan persoonlijk te exploiteereu.
Redenen waarom adr. eerbiedig vraagt koste-
loozen afstand van de zoogenaamde „Ruïne," mot
uitzondering van de oppervlakte, bestemd voor
oewaarscliool, tusschenschool voor 3U0 kinderen,
school voor 600 kindereu en 3 speelplaatsen, ais
aangeduid op zeker ontwerp tot bebouwing vau
het Ruïneplem.
Verder geeft de heer C. F. W. Wiggers vau
Kercheiu, aan den Raad te kennen, dal bij
heeft gevraagd afstaud van grond, tot bebou
wing met woningen voor meer vermogen-
den dat ook minder vermogeudeu hunne beboet
ten eu rechten hebben; dat door eeuecommissie,
waarbij zich bevindt een Hoogleeraar iu de ge
neeskunde, is geconstateerd, dat er veel ontbreekt
aan de behoeften van woningen voor minvermo
genden; dat hij, naar zijne krachten, wil beproe
ven, uiede te werken tot verbetering van dien
toestand; dat er een plan bestaat tot demping der
Binnenvestgracht, en door hem ten Raadhuizeis
keunis genomen vau het ontwerp van bebouwing,
na demping; dat hij wenscht te hebben een deel
van den aautewinnen grond, tot doel als boven
vermeld
Redeueu waarom adressant eerbiedig vraagt,
bij demping der Biunenvestgracht, kosieloozen
afstand van den grond, aangewezen ter zijde van
de school en speelplaats, als geprojecteerd voor 12
en 14 werkinaus- ot geringe burgerwoningen, als
mede den aangepleuipteu grond, aan het einde
der Geeregraclit, aansluitende bij de. eerste 12
woningen, welke grond op het voorloopig project
onbebouwd is gelaten, eu welk terrein adressant,
zóo mogelijk, wenschte te doen dienen tut ge
meenschappelijk nul vim de bewoners dei 26
woningen.
B. en W. hebben de eer den Gemeenteraad
aan te bieden een voorstel van de Vereenigde
Commissie van toezicht op de genieente-iustillin-
gen voor hooger en middelbaar onderwijs alhier,
strekkende tot aanstelling van eenen derden leer-
aar in de wiskundige wetenschappen aan gezegde
inst llingen, op eene jaarwedde van 16U0.
Sedert eenigen tijd reeds is het hun gebleken,
dat het belang van het onderwijs eene vermeer
dering van het aantal leeraren in deze vakken
dringend noodig maakt, terwijl de Inspecteur van
het middelbaar onderwijs te 's-Gravenhage het
vooistel krachtig ondersteunt.
Tusschen de commissie voornoemd en den In
specteur bestaat verschil van gevoelen over de
vraag, aan welken leeraar het onderwijs in de
cosmographie zal worden opgedragen en over de
regeling der jaarwedden als gevolg daarvan.
Het komt B. en W. voor dat de bezwaren van
den Inspecteur tegen het voorstel der commissie
in haar nader schrijven voldoende zijn opgelost,
zoodat zij niet aarzelen dat voorstel over te ne
men en den Raad in overweging te geven, onder
nadere goedkeuring van den Minister van Binnen-
landsche Zaken, dienovereenkomstig te besluiten.
Ter nadere opheldering merken zij nog op, dat
de jaarwedde van den leeraar van Loghem bij
raadsbesluit van 21 Juli 1864 is vastgesteld op
1400, en hem bij besluit van 14 October 1S67
eene verhooging is toegekend geworden vau/200
wegeus het geven van onderwijs in de cosmo
graphie, terwijl hij bij besluit van 30 Januari
1868 is benoemd tot leeraar in het boekhouden
op eene jaarwedde van 200, welke laatste jaar
wedde, bij aanneming van het aanhangig vooistel,
natuurlijk zoude behooren te worden gehand
haafd.
De Vereenigde Commissie van toezicht op de
gemeente-instellingen voor hooger en middelbaar
onderwijs heeft de eer aan B. en W. mede te
aeelen, dat ten gevolge der splitsing van de 2de
klasse der hoogere burgerschool, de taak der hh.
Van Loghem eu Kroon, beiden docent in de wis
kundige wetenschappen, haar gebleken is uiterst
bezwarend te zijn geworden.
Immers eerstgenoemde is verplicht gedurende
34 uren, laatstgeinelde 29 uren per week onder
richt te geven, en wel in vakken waarvan de
behandeling eeue hooge mate van inspanning ver-
eischt, die men gedurende een of twee jaren kan
vergen, doch niet voortdurend, zonder dat het
onderwijs er ernstig onder lijdt.
Om aan dit bezwaar te gemoet te komen heeft,
zij besloten B. en \V. voor te stellen een derden
leeraar in de wiskundige wetenschappen te be
noemen, die behalve met eeu gedeelte van het
ouderwijs in de wiskunde, ook met dat in de
cosmographie belast zal worden. Aan die betrek
king stelt zij hun voor eene jaarwedde te verbinden
van ƒ1600.
De verhooging vau de jaarlijksche uitgaven dei-
gemeente zou evenwel slechts ƒ880 bedragen, daar
de toelagen van 260, die zoowel de heer Van
Loghem als de heer Kroon thans geniet, ten gevolge
dor vermeerdering hunner lesuren, alsmede die
van ƒ200, welke aan eerstgemelden voor het cos-
mograplnsch onderwijs is toegekend, te zamen ten
bedrage van 720, alsdan zouden vervallen.
Het financiële bezwaar, aan de aanneming dezer
voordracht verbonden, wordt alzoo tot nagenoeg
de helft verminderd; hetgeen der commissie te
meer aanleiding geeft, haar voorstel aau de ernstige
overweging van B. en W. aan te bevelen.
De inspecteur van het middelbaar onderwijs,
de heer Steyn Parvé, heeft dienaangaande gemeld
aan B. en W.
Ik ondersteun krachtig en met volle overtuiging
het voorstel der commissie van toezicht over het
middelbaar onderwijs, waarover bij uw schrijven
van 28 September jl. n°. 689 mijn gevoelen werd
geiruagd, dat namelijk nog een leeraar voor de
wiskundige vakken aan de hoogere burgerschool
worde aangesteld op eeue jaarwedde van 1600.
Uwe vergadering zal zich herinneren, dat ik reeds
sedert meer dan twee jaren, met het oog op de
noodzakelijkheid tot het splitsen van klassen, op
zoodanige uitbreiding heb aangedrongen.
Het is evenwel de vraag, of het wel in alle
opzichten wenschelijk zou zijn het onderwijs in
cosmographie aau den nieuwen leeraar op te
dragen. V'oor de lagere klassen toch, waarin de
nieuwe leeraar les zal moeten geven, is een zeer
ervaren onderwijzer noodig; zoodanig een zal
echter waarschijnlijk geeu bevoegdheid bezitten
voor cosmographie. Om aan den gesteldeu eisch
te voldoen zal men dus waarschijulijk zijne toe
vlucht moeten nemen tot een op paedagogisch
gebied nog geheel onervaren candidaat of docto
randus in de wis- en natuurkundige wetenschap
pen. Ik zou het daarom verkieselijker achten om,
zoo men de heer Van Loghem niet voortdurend
met het ouderwijs in cosmographie wil belasten,
dat liever aan den heer Kroon op te dragen, in
plaats van een gelijk getal uren wiskunde, eu den
nieuwen leeraar uitsluitend met wiskundig on
derwijs in de lagere klassen te benoemen.
Ook zie ik geen reden om, terwijl de nieuwe
leeraar ^6UU zat hebben, den heer Van Loghein
de toelage vau ƒ200, die hij sedert eenige jaren
geniet, te ontnemen, daar hij toch niet alleen,
behalve met wiskundig ouderwijs, niet cosmogra
phie belast is, uiaar ook met boekhouden. Is et-
bedenking tegen eene verhoogihg der door de
commissie voorgestelde uitgaven met 200, dan
zou ik liever in overweging geven den nienweu
leeraar te benoemeu op eeu jaarwedde van 1400,
waarvoor zeker wel een geschikte zal te vinden
zijn. Er is dan tevens eenige opklimming, daar
alsdan, naar ik meen, de heer Vau Logheui, de
oudsto leeraar, ƒ1800 zou hebhen, de heer Kroon
ƒ1600 eu de nieuwe leeraar 1400.
De Vereenigde Commissie van toezicht op de
gemeente-iusiellingen vau hooger en middelbaar
onderwijs heeft de eer B. en VV. te berichten, dat
zij ook ua de overweging van de missive van den
Inspecteur van het middelbaar ouderwijs te's-Hage
van den Slisten September 11. n°. 1300 uieeut haar
voorstel niet te moeten wijzigen.
Wat het eerste bezwaar van den Inspecteur be
treft, dat nl. het aan deu nieuwen leeraar in de
wiskunde op te dragen onderwijs in de cosmo
graphie waarschijnlijk de benoeming van een
onervaren doctorandus of candidaat iu de wis-
en natuurkunde ten gevolge zou hebben, terwijl
voor het tevens aan hem op te dragen onderwijs
in wiskunde aan de lagere klassen eeu zeer ervaren
onderwijzer noodig zou zijn, merkt zij op, dat uit
art. 27a iu verband met art. 70 eu au. 86 der wel
van 2 Mei 1863 ötbl. u°. 50 blijkt, dat ieder, die
bevoegd is oor het onderwijs in de wiskunde
aau eeue hoogere burgerschool met öjarigen cur
sus, noodzakelijk teveus de bevoegdheid bezit voor
dat in cosmographie.
Wat 'sinspecteurs tweede opmerking aangaat,
waarin hij het wenschelijk oordeelt, dat aan den
lieer van Loghem met het ouderwijs iu de cosmo
graphie niet te gelijk de heui daarvoor tOego-
kende toelage van 200 ontnomen worde, moei
zij verklaren, dat naar hare uieening voor eene
dergelijke persoueele toelage geene termen aan
wezig zijn.
Het zou der commissie bovendien niet geraden
schijnen de jaarwedde van den nieuwen docent
in wiskunde op 1400 in plaats van op ƒ1600
te stellen.
LAATSTE BCiMC'H Cid
(Per telegraaf.) 's-Gravenhage, 22 October. In
het eerste gedeelte der zitting van de Tweede
Kamer op heden, is de discussie over de wet op
de besmettelijke ziekten gevorderd tot de strafbe
palingen.
Op art. 23 is verworpen het amendement van
den heer Begram, oin jaarmarkten toe te laten
bij epidemische ziekten. Met 43 tegen 16 stem
men is verworpen artikel 25, dat in verband tot
en met art. 31 handelt over de cholera-commis
siën, aan welke een officieel karakter gegeven
wordt. De minister heeft daarop al die artikelen
ingetrokken, zoodat die conimissiën, waar zij be
staan of opgericht worden, alleen een particulier
karakter hebben.
Nadat de strafbepalingen door den minister in
verband zijn gebracht met de aangenomen amen
dementen, wordt de geheele wet met 49 tegen
13 stemmen aangenomen. Morgen te elf uren is
de Indische begrooting aan de orde.
's-Gravenhage, 22 October. Z. M. heelt den heer
H. de Bossou, thans ontvanger der directe belas
tingen en accijnzen te Koudum c. a., benoemd
tot ontvanger derzelfde middelen te Akkerwoude
c. a.; tot directeur van liet spoorweg-postkantoor
Moerdijk, den heer A. W. M. van der Upwich,
thans commies der posterijen van de Iste klasse;
tot comm. der posterijen: van de 1ste kl., den
heer A. Simons, thans 2de kl.; van de tweede
kl. den lieer H. W. E. van Lidth de Jeude, thans
3de kl.; van de 3de kl., den heer A. Burkens,
thans surnumerair.
Z. M, heeft den heer J. C. P. baron van Alder-
werelt Houtuyn, thans ontv. der dir. belastingen,
in- en uitg. rechten en acc. te Duyven c. a. (re
sidentie Westervoort); en opgeheven het ontvang
kantoor der dir. bel., in- en uitg. rechten en acc.
gevestigd te Wehl, bevattende de gem. Wehl en
Didam; voorts is de gem. Wehl gevoegd bij het
ontvangkantoor der dir. bel., in- en uitg. rechten
en acc. te Doe'inchem, onder voortdurend beheer
van den tegenwoordigen titularis, den heer C.
H. L. Nilant, en de gemeente Didam bij het
ontvangkantoor der dir. bel., in- en uitg. rechten
en acc. gevestigd te Zevenaar, onder voortdurend
beheer van den tegenwoordigen titularis, den heer
W. G. Pastoors.
Z. M. de Koning wordt den 26steu dezer, des
avonds te ruim 6 uren, met een extra-trein van
den Rijnspoorweg, van het Loo in de residentie
verwacht.
Z. K. H. prins Alexander, na eene week op
het Loo te hebben doorgebracht, is gisteravond
te 8 uren alhier teruggekeerd.
Aan de kennisneming van het Provinciaal
Gerechtshof in Zuid-Holland was heden onder
worpen de beleediging, op 11 Juni jl. door een
med. doctor een zijner collega's te Leiden gauge-
daan. Zoo als indertijd werd medegedeeld, ver
oordeelde de Leidsche Rechtbank den lOden Sep
tember jl. Dr. B. W. tot drie dagen eenzame op
sluiting ter zake van het moedwillig toebrengen
van stooten aan Dr. H., Van deze uitspraak voor
zag Dr. B. W. zich in hooger beroep. Hij erkende
de geïncrimineerde handeling te hebben begaan,
maar deed tevens inededeeling van de oorzaak
daartoe eu die bestond iu de sedert jaren van
Dr. H. ondervonden bejegeningen. Dr. H. name
lijk had de gewoonte hem rakelings voorbij te
gaan en hem dan een scheldwoord in het oor te
fluisteren of wel de rokspanden op te lichten en
zich dan met een grijns te verwijderen enz. Op
den bewusten dag, dat bekl. veel zieken te be
zoeken had, had weder dergelijke ontmoeting
tusschen beide heeren plaats op de Hoogewoerd,
juist op het oogenblik dat Dr. B. W. die straat
in eene schuinsche richting overstak. De bot
sing die sedert lang was ontweken, had nu
plaats enhet gevolg er van deelden wij in
den aanvang mede.JMr. P. L. F Blussé voldeed
gaarne aan het verzoek van zijn vriend sedert
ruim 30 jaren, die zich in hooge mate heeft te
beklagen over het Openb. Ministerie en de Recht
bank zijner woonplaats, om diens klacht bij het
Hof te ondersteunen. Het was beuzelachtig bekl.
voor zulk een nietswaardig feit voor den rechter
te roepen en hem tot de ongeloofelijke exorbi
tante straf van 3 dagen cellulaire gevangenis
straf te veroordeelen. De aanleiding tot het ge
beurde moest voortvloeien uit de omstandigheid
dat Dr. B. W. is lid van de commissie voor de
gevangenissen te Leiden. Dr. H. was eertijds be
last met den geneeskundige dienst iu die huizen
eu zijn ontslag, dat hem op algemeen verlangen
der commissie door den miuister van Justitie on
gevraagd was verleend, weet deze- aau den bekl.
Van dien tijd af dagteekenen dan ookde „laffe kwa
jongensstreken." Pleiter geloofde dat het zoo klaar
als de dag was, dat het er zes jareu lang op was
toegelegd door sarren den appellant te verlokken
een daad te plegen die hem voor den rechter
moest brengen, want hoewel dat sarren niet kon
worden bewezen, gold hem de onbeëedigde ver
klaring van zijn vriend meer dan honderd beëe-
digde verklaringen.
Wat het vonnis der rechtbank betreft, spr. noemde
dit eeu pendant van het Goessche vounis, waarbij
een 4 jarig kind wegens diefstal werd veroordeeld
omdat het met „oordeel des onderscheids" had
gehandeld. Hoewel het Openbaar Ministerie slechts
geldboete geëischt had, werd er niet alleen straf
uitgesproken, maar de rechtbank ging in hare
uitspraak ultra petita. Hij stelde groot vertrouwen
in de rechterlijke macht van ons land, maar hij
betwijfelde of de rechtbank de verantwoordelijk
heid gevoeld heeft die dat vertrouwen haar op
legt. Eindelijk betwistte hij dat het feit valt in
de termen van de strafweter was geen stoot
maar een duw toegebracht, welke diende tot ver
maning, om de bejegening waartoe die duw aan
leiding gaf niet te herhalen en dat wordt z. i.
niet gestraft bij hel toegepaste artikel 311 van ons
strafwetboek. Met vertrouwen verzocht pleiter
de vernietiging van het vonnis en ontheffing
van den appellant van elke schuldigverklaringen
veroordeeling die op hem rust.
Advocaat-Generaal Mr. van Maanen kon de
aanleiding van de beleediging niet heoordeelen,
want daarvan was niets gebleken. Hij liet ook in
het midden de onaangenaamheden die er tusschen
beide heeren waren voorgevallen. Hij stond alleen
voor het gepleegde feit en meende dat ten dui
delijkste was gebleken dat Dr. B. W. een duw
had toegebracht aan Dr. H., nadat hij dezen met
geweld had aangegrepen. Dat feit valt z. i. in
de termen der strafwet. De aard van de geweld
dadigheid duidde het doel aau om leed te doen.
Het was geen beuzeling een 73-jarig mau geweld
dadig aan te grijpen en hem een duw te geven.
De rechtbank zag daarin dan ook geen beuzeliDg.
Voor een geneeskundige met groote praktijk was
geldboete geen straf. Adv.-Geo. geloofde dat de
judex laci eeu juist vonnis had geveld en requi-
reerde tot bevestiging daarvan. De uitspraak is
bepaald op aanst. Dinsdag.