Nü. 3876. \o. 1872. Vrijdag 27 September. STADS-BERICHTEN. Feuilleton vau het „Leidscli Dagblad". SIBYLLA'S HANDSCHRIFT. PRIJS DEZER COURANT. Voor Leiden per 3 maandenƒ8.00. Franco per poet„3.85. Afzonderlyke Nommere0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. L*H.I.IS DBR ADVKHTKNTIION. Voor iedaren regelƒ0.15. Grootere letten naar de plaatsruimte die xy bealaau. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN doen te weten, dat het late suppletoir ko hier van de plaatselijke directe belasting voor 1872 is goedgekeurd door de Gedeputeerde Staten dezer provincie, bij besluit van den 23sten September jl en op heden aan den gemeente-ontvanger ter invor dering ter hand gesteld, en dat ieder verplicht is zijnen aanslag op deu bij de wet bepaalden voet te voldoen. En wordt deze door plaatsing in de Leidsche Cou rant afgekondigd. Burgemeester en Wethouders voornoemd, v. d. BRANDELER, Burgemeester. E. KIST, Secretaris. Leiden, 26 September 1872. Lelden, 26 September. Het Haagsche Dagblad beklaagde er zich gisteren over dat men zich zoo weinig heeft gestoord aan de indertijd gepubliceerde Schwalbachsche brieven. Nog hoort uien de kielen van „verguizing" en bespotting daarover, voegt het er treurig bij. Is dat succes dan nóg niet voldoende? Wat kan het Dagblad uieer verlangen dan dat er nu zelfs nog wordt gespot met brieven, die reeds zóó oud zijn en door nog veel grootere ongerijmdheden van die zijde overtroffen werden? De Dnpi/od-manneu zijn toch zeer ondankbaar. Reeds voor eenigen tijd liep er een gerucht dat de legeuwoordige hoofdredacteur van het Haagsche Dagblad eerlang zijne betrekking bij dat blad zou nederleggen.Toen werd dit bericht tegengesproken. Thans wordt echter in sommige kriugen op nieuw verzekerd dat de hoofdredacteur van het Haagsche orgaan de journalistiek zou vaaiwel zeggen, met het oog op zijne steeds toenemende zwakte naar lichaam en geest. Hij zou, op ziju eigen verlangen, vervangen wordeu door den heer Busken Huël, hoofdredac teur van den Javabode, die bereids uit Indië is ver trokken. Door het afsluiten van het IJ boven Amsterdam, zoo wordt ons gemeld, verkeert Rijnlands boe zem in een zeer gevaarlijken toestand, daar de loozïng op het IJ hierdoor wordt bemoeielijkt. Vooral is dit bedroevend voor de landerijen ten zuiden van den Rijn, waar men nog altijd aan het verplichte op peil malen onderworpen is en daardoor het vooruitzicht heeft ook gedurende dezen winter onder water te staan. De afvoer vau Rijnlands boezemwater te Kat wijk schijnt niet voldoende te zijn. Tot leeraar in de Nederlandsche taal en de geschiedenis aan de Hoogere Burgerschool te Tiel is benoemd de heer Bouberg Wilson, candidaat in de letteren aan de Leid9che Hoogeschool. Een nader bericht van de Haagsche Nieuwsbode meldt, dat niet de heer Jonckbloet, maar de heer Mr. J. Heemskerk Bzn. tot opvolger van deD heer de Vries in den Raad van State zou zijn be stemd. Men schrijft uit de residentie aan de N. Arnh. Cl. dat de Minister van Marine is gemachtigd om aan de zeeiniliciens der lichting vaD 1872, wanneer zij voldoende geoefend zullen zijn, een onbepaald verlof te verleeuen. De 1ste luit. J. van Dam van bet 3de regiment infanteriu is met 1 Octouer a. s. bij het depot van discipline overgeplaatst. Prins James Radziwill zal volgens den Berlijn- schen correspondent van de Augsburgsche Allg. Zeil. den Duitschen gezant alhier, graaf Perpoocher. tijdens zijn verlof vertegenwoordigen. De Zwolsche Cl. verneemt dat de conferentie der in Groningen gevormde commissie vau be langhebbenden bij de levensverzekering-maat schappij Nederland, met de heeren Bos en Dubourcq, directeuren dier maatschappij, heeft plaats gehad, en wel in tegenwoordigheid van den president- cominissaris der maatschappij. De inlichtiugen, die de Groninger heeren meenden te moeten vragen, werden hun welwillend verstrekt, en waren van dien aard, dat de onrust, die ook bij hen bestond, geheel verdwenen is. In een uit voerig rapport denkt de commissie binnenkort het resultaat van haar onderzoek wereldkundig te makeu. De Unita cattolica deelt mede, dat Z. M. de Koning der Nederlanden omstreeks 15 October te Parijs wordt verwacht. Wij hebben alle reden om aan de gegrondheid van dit bericht te twijfelen. Verschillende bladen deelen mede dat George Sand in Nederland voorlezingen zal komen houden. Naar men verneemt is de directie van de stoom vaart-maatschappij Nederland voornemens om het stoomschip Prins Hendrik, dat op zijne terugreis is, met primo November weer naar Batavia te expedieeren. Onder de genoodigden, die eergisteren aan een diner bij den president der Fransche republiek hebben deelgenomen, behoorde ook, -als eenig lid van het corps diplomatique, de Nederlandsche gezant, baron van Zuylen. Door den Minister vau Koloniën zijn aan de Staten-Generaal toegezonden eenige stukkeu be treffende de nieuwe regeling der op hoog gezag ingevoerde suikercultuur in Ned. Indië. Die stuk ken zijnafschriften van de depeches van den Gouverneuv-Geueraal, een exemplaar van het Staatsblad, van Ned. Iudië vau 1871, n". 213; af schriften van het besluit van deu Gouverueur- Generaal, vaD 8 Februari 1872, afschrift vaü den staat betreffende den cijus afschrift van het be sluit van den Gouverneur Generael vau 4 Mei 1872, afschrift vau een staat betreffende de beta ling aan de plantende bevolking, en eene nota omleeud aan een ambtsbericht van den directeur van biDnentandsch bestuur naar aanleiding van de vragen iu de Tweede Kamer gedaan betref fende de regeling. De voorzitter van de typographische vereeni- ging Voorzorg en genoegen te Amsterdam spreekt in verschillende bladen tegen, als zou genoemde vereemging besloten hebben duizeud gulden uit hare kas disponibel te stellen voor eene even- tueele werkstaking en voegt er de volgende mede- deeling bij lu bet reglement onzer Vereeniging wordt bij artikel 53 bepaald dat, „wanneer de kas dit toe laat wel meer maar niet minder dan 2060 gulden op het Grootboek der Nat. Werk. Schuld inoet gevestigd blijven," enz. Deze bepaling vonden eenige leden eene verkorting van hunne rechten, daar er zich omstandigheden zouden kunnen voordoen, dat dit geld benoodigd kon zijn, waarom zij voorstellen dit artikel te doen vervallen. Hier tegen kwam het bestuur iu verzet; hetwildedie gelden liever voor overblijvenden van gestorven, leden bewaren, en iu elk geval eerst weten waarom hiervan zou worden afgewekenaangezien bij genoemd voorstel geen bepaalde opgave werd ge daan waarvoor genoemde gelden zouden worden gebruikt. Hierover ontstonden natuurlijk eeuige discussiëu, totdat eindelijk door één lid werd voorgesteld om wanneer het soms uiocht blijken noodig te zijn eene som van duizend gnlden uit de kas te ueuien, onder verplichting van de leden die som door verhoogde contributie in den tijd van één jaar, dadelijk ingaande na de opname daarvan, weder aan te zuiveren. Dit voorstel, in stemming gebracht, werd met meerderheid aangenomenmaar daarbij was van werkstaking of voor werkstakers volstrekt geen sprake ja zelfs zal, even als door mij, mijns inziens, terecht werd aangemerkt, en, zoo ik hoop, ook door den leden begrepen zal zijn, wanneer zich onver hoopt zoodanig geval vau behoelte aan geld mocht voordoen, eerst nog in eene algeuieene vergade ring van agenten en ledeu met meerderheid van stemmen moeten worden uitgemaakt, waarvoorzuike geldeu zullen wordeu disponibel gesteld. Door eenige heeren hier te lande, oud-kei Ue^ raadsleden vau dé Ned. Herv. gemeeuie te St.- Petersburg, is, op uitnoodigiug dier gemeente, ter vervulling der aldaar bestaande vacature vau predikant, het volgende drietal, alphabetisch ge rangschikt, opgemaakt: dd. Gillot te Zierikzee, Heyting te Bergeu-op-Zoom en vau Loeneu Mar tinet te Zwolle. De gemeente zelve zat uit dit drietal eene keuze doen. Aan deze betrekking is verhouden een jaar- lijksch inkomen van circa f 8000, vrije woning en eenige verdere emolumenten. Als voorwaarde is gesteld, dat er het eene halljaar in het Hol- landsch, het andere iu het Duilsch zal moeteu gepredikt Worden. Hebbeu oulaugs de dagbladen met belangstelling gewag gemaakt van eene kostbare verzameling antiek porselein en aardewerk, dat door aankoop in het vaderland is bewaard gebleven voor deu uitvoer naar deu vreemde, wij zouden hopeD dat liet niet minder het geval zal wezeu met eene keurige collectie van dergelijken aard, die den 30 October a. s. te Breda door deu vendumeester Sluyters iu het openbaar verkocht zal worden, en welk kabinet daags te voren - maar misschien ook wel vroeger - voor liefhebbers van zulke zaken zat zijn te zien, eu waaronder voorkomen ruim 175 stuks tafelborden, in't goud, met rood en blauw gekleurd, benevens een aautal terriues, sauskom men eu vischschotels; theeservies met over de zes dozijn koppen en schotels, alsmede botervlootjes, suikerpotten, dessertschaien en schulpen, alles van de eerste merken en volkomen gaal. Bij deze sedert vele jareu saamgebrachie particuliere ver zameling is ook eene fraaie étagère, met suijwerk en glazen deuren, die, wanneer de collectie niet in huar geheet te behouden is, ook voor derge lijke en andere doeleinden, als pronkmeubel- kast, gebezigd wordeu kan. VVij uieenen alle collectionueurs eene dienst te bewijzen door de aauduiding vau de bedoelde veiling, die, als plaatshebbende in eene provinciestad, anders misschien zou worden voorbijgezien. Ook de groote Belgische en Duitsche nieuwsbladen heb ben het buitenland reeds attent gemaakt op deze merkwaardige verzameling. Naar de te Londen verschijnende Architect meldt, is door de heeren J. T. B. Porter Ooinp., te Londen, een toestel uitgedacht en vervaardigd, wuardoor gasverlichting aan boord vau schepeu mogelijk is gemaakt, eu dat reeds aau boord van eene der nieuwe booten van de WWs-Stnr-Maat- schappij, welke tusschen Liverpool en New-York varen, met den besten uitslag is toegepast. Wanneer men geen broeibakken heeft of 's win ters uiet eens a tout prize aan druiven kan komen, waarnaar een zieke soms zoo kan verlangen, beeft men slecüts vau hei volgende eenvoudige middel gebruik te maken, om steeds druiven te hebbenMen laat de druiven bangen, totdat de eerste koude invalt, snijdt ze dan af, verwijdert mot zorg de dorre of bedorven rauken eu spreidt ze dan een paar dagen lang in een koude kauier op een mat uit. Dau wordt iedere druif iu wat ten gewikkeld en een voor een worden zij voor zichtig in een glazen of blikken bus gedaan, die vervolgens luchtdicht gesloten eu op eeu koele, vorstvfije plaats bewaard wordt. Meu zal op deze wijze ten allen tijde goede druiven hebbeu. (De Huisvrouw.) Opeubare vergadering van den Raad van State, afdeeliug voor de geschillen van bestuur, op Maan dag 30 September 1872, des middags te twaalf De Aldeeling voor Wis- eu Natuurkundige Weteuscbappen der Koninklijke Academie van We tenschappen zal eene gewone vergadering houdeD op Zaterdag den 28sten September e. k., 's na middags te kwartier over twaalven, in liet gebouw der Academie (Trippenhuis) te Amsterdam. Bij beschikking vau 24 September 1872, is aan C. eu J. von Liudem, te Alblasserdam, tot weder- naak het engei.sch. Vervolg.) Hij greep zijn hoed, en haastte zich, zooals al leen de onstuimige Kent zich haasten kon, naar liet bureau van deu hotelhouder, bevond dat de kamer naast de zijne vacant was, besprak die voor zijn vriend, en ging uit om Dinsmore op te zoeken, om hem de komst van bun gemeenschap- pelijken vriend, Errol Ducie, mede te deelen. Den volgenden morgen arriveerde kolonel Ducie, en na den geheelen ochtend besteed te hebben aan bet verhalen van zijne ontmoetingen, sedert hij zijne vrienden het laatst gezien had, vervoeg den alle drie zich bij de dames beneden. Toen zij de groep naderden, greep Ducie Kent's arm, en fluisterde hem toe: „Bij Jupiterl daar is zij! Wie is dat ranke meisje met dat mooie blonde baar?" „Wie? Die met die gele krullen?" „Geel! Schaam u, Kent! Zuiver goud is het. Maar hoe beet zij?" „Alexandria Waters, eene nicht vau Dinsmore." Eeu vroolijke lach werd zichtbaar onder den zwareu koevel van den kolonel, en zijne oogen schitterden. „Hm! ik heb baar eens gezien, maar onder geheel audere omstandigheden. Eer gij mij voor stelt, moet ik u eeu aardig avontuur vertellen." l'erugkeerende waudelden zij arm in arm naar een rustige bank in den tuin, gevolgd door een aautal damesoogen, die hen nieuwsgierig naza- geu. Strathden luisterde uaar zijn vriend, die al dus vervolgde: „Gij herinnert u, dat ik u verhaalde van een oude kamenier mijner moeder, die zoo invaliede werd, dat zij, vreezende ver van de haren te zul len sterven, besloot ons huis te verlaten en naar hare geoourteptaats in Cheshire terug te keereu. W ij allen hielden te veel van haar, om haar die reis alleen te tateu doen, en dus besloot ik haar te geleiden. Ik leverde haar veilig af, en keerde terug. Iu deuzelfden trein zaten twee twee aardige meisjes, de aardigste was die met die gele krullen, weet ge; hare gezellin was een betooverend mooi klein ding, maar die eerste deed mijn pols heviger kloppen, en ik was zoo verlangend haar te leeren kennen, dat ik het bijna niet kou nalaten haar aan te spreken. Ik begon te verlangen naar een spoor-ongeluk, als het niet te erg was. Nu, de fortuiu begunstigt deu dap pere, met uw verlof van mij zeiven gesproken, i en die vriendelijke oude dame zond mij een sol daat met slechts éen arin, die allerlei snuisterijen verkocht. Ik kocht hem om, om van jas en hoed te verwisseleu, eu mij eenige zijner koupwareu toe te vertrouwen, om die voor hem te slijten. De man begreep dat er een grap achter schuilde, en stemde wittig toe. Ik liet derhalve een mouw los afhangen, en verborg mijn arm, drukte deu ouden hoed diep iu de oogeu, en vloog weg, hopende misschien eenige woorden of een lachje aan die schoone dame te ontlokken. Ik voelde mij het bloed naar 't hoofd stijgen over mijn be drog, toen ik voor haar stond en zij haar groot, onschuldig oog met medelijden op mij richtte. Ik opende uiijue mars, bijna vergetende dat ik uiaar éen arm had. Zij bekeek al mijne waren, tand poeder, potlooden, eoz., en met een zachte stem Zaide zij tót het diëisje naast zich (ik hoorde dat de woorden met deernis wérden uitgesproken) „De arme man! hij is soldaat géiveëst, laten wij wat van heui koopen." Hare gezellin kwam er bij, en zij kochten eene menigte zakeD, waarbij een onuitwischbaar potlood, en Kent viel hier met een uitroep id, maar ver zocht hem voort te gaan. „Keut, beste vrieud! toen wenschte ik waarlijk, dat ik de verminkte soldaat was, om hare. vrien delijkheid te verdienen. Verscheidene heeren, ge tuigen vau de edelmoedigheid der dames, koch ten mij geheel ledig, en ik keerde tot rnijn soldaat terug met twintig shillings, waar ik nog vijf bij voegde, als huur voor zijue kleederen. Wij, de dames eu ik, scheidden aau het volgende station. Ik ging haar dicht voorbij, het was donker, en juist toen ik bet platform afging, om op den tegeuoverstaandeu trein te stappeu, boorde ik dezelfde siem, liefelijker dan ooit, in antwoord op de een of andere opmerking barer gezellin, zeggen: „Ja, lieve! maar hij was tocli zeker een fatsoenlijk man, ge kondt het zien aan de kleur die hij kreeg, toeD wij hem hel overschietende geld als eene aalmoes lieten behouden." God zegene haar hart! „Kuut gij u nu verbeelden, dat haar lief gezicht in mijn geheugen is blijven voortleven?" „Zoudt gij hare gezellin nog kennen, als gij haar zaagt?" vroeg Kent, met een wereld van gedachten in zich. „Ik denk het wel, hoewei zij geen bijzonderen indruk op inij gemaakt heeft." Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1872 | | pagina 1