N0. *3868.
Woensdag
A°. 1872.
18 September.
DE TROONREDE
Feuilleton vau liet „Leidseh
Dagblad".
SIBYLLAS HANDSCHRIFT.
LEIDSGH
DAGBLAD
E»RIJS DEZER COURANT.
Voor Leideu per 8 maanden
Franco per post
Afzonderlijks Nommer»..
ƒ8.00.
8.86.
0.06.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVERTENTIKN.
Voor toderen regel. /"O.ltt.
Grootere letter» naar de plaatsruimte die zij beslaan.
De groote organen ouzer pers zijn over het al
gemeen met de troonrede niet zeer tevreden.
De iV. Holt. Crt. vindt dat zij weinig belooft en
hoopt dat de uitkomst grooter zal zijn dan de be
lofte. Hec Dagblad vindt haar ook uiterst schraal,
doch zegt niet bepaald wat het hooptnatuur
lijk, want indien het zich daarover rondborstig
uit wilde laten, daD zou het een vrij gek figuur
maken eu zijn crediet nog tneer verliezen dan
het tegenwoordig druk bezig is te doen. Want de
wensch van dat blad kan ouder de tegen woordige
regeering nergens anders in bestaan dan dat zij
zoo weinig mogelijk zal uitvoeren en daardoor
des te spoediger plaats maken voor een kabinet
van ontbinders of redders des vaderlands. Het
orgaan van den heer Heemskerk geelt wel ver
scheidene punten aan waarover het zicli verwon
dert dat de regeering zich niet heelt uitgelaten;
maar men kan moeilijk veronderstellen dat het
de afdoening dier onderwerpen van dit ministerie
wenscht; immers daaronder zijn b. v. de inkom
sten-belasting, de Indische spoorwegwet enz.
Het verheugt zich daarentegen waar het de re
geering op een nalatigheid in zijn eigen pro
gramma meent te kunueu wijzen; zij heelt
namelijk niet gesproken van de legerorgauisatie
bij de wet: ,/Tot ons genoegen", zegt het blad,
„doch waar blijft het stelsel der „vrieudenP"
Wij gelooven dat de woorden der troonrede:
„Voor dat doel (verbetering van de samenstelling
en het gehalte des legers) zal in de eerste plaats
uwe medewerking tot wijziging der wet op de
nationale militie worden ingeroepen" alle ruimte
laat voor het beginsel van leger-organisatie bij
de wet.
Het genoemde blad besluit zijne beschouwing
over de troonrede met eene aardigheid, die alles
zins waard is, naast die van de Nieuwe Arnhemsche
een plaats in te nemen: „De troonrede is in de
nieuwe spelling opgesteld. Nu is er althans één
waarborg voor een duurzamer bewiud; want de
„Regeering" is thans één e langer geworden dan
alle vorigen!"
Waariijk, indien gouvernementen konden gered
worden door het tusschenvoegeu van e'9 of andere
vocalen, dan zou geen Hollandsche lezer ooit
zooveel kliukers onder zijne oogen hebben ge
kregen als de lezer van het Dagblad in de jaren
1866-68.
Het Vaderland beeft vroeger reeds herhaaldelijk
gewezen op de vvenscheiijkheid om de troonrede
te maken tot een eenvoudigen welkomstgroet van
den Koning aan de vertegenwoordigers. Bevat
zij een programma van de in te dienen wets
ontwerpen, dan moet zij noodzakelijk tot teleur
stellingen leiden; aan die noodwendigheid is dan
ook deze troonrede niet ontkomen.
Wat ons betreft, wij zijn het in beginsel met
het Vaderland geheel eens. De jaarlijks terugkee-
rende opsomming van wetten, die gedeeltelijk
toch niet tot stand komen, verzwijging van quaes-
tiën die volgens veler oordeel hadden moeten
vermeld worden, mededeeling van zaken die ieder
weet, verzekeringen over den bloei van sommige
zaken die wellicht volstrekt niet aan het bloeien
zijn die overbodige of onjuiste opsomming kou
gerust achterwege blijven, ilaar daarom is het
ons ook vrij wel onverschillig wat er nu eigenlijk
in de troonrede gesproken of verzwegen is. Dat
de wet op het hooger onderwijs slechts wordt
voorbereid, dat van de schutterijwet niet met name
wordt gesprokeo, dat het Indisch-tarief niet afzon
derlijk wordt aangeroerd, dat de financieele her
vorming niet en die van ons kiesstelsel zeer onbe
paald wordt toegezegd dat alles geeft on6 over
de genoemde onderwerpen even weinig onge
rustheid als het ons met blijdschap zou vervullen
wanneer men er een schitterende en spoedige
afdoening van had beloofd. Niet dat wij geen
vertrouwen stellen in dit kabinet; integendeel,
wij stellen er grooter vertrouwen in dan zij die
door de troonrede als het ware een waarborg
voor het volgend gedrag der regeering willen
daarstellen. Wij gelooven dat deze mannen zullen
doeu wat hunne hand vindt om te doen ook
zonder dat zij daarvan een opsomming geven die
uit den aard der zaak onvolledig en nutteloos is.
De omstandigheden, die in onze dagen van elec-
triciteit en stoomverinogen honderdmaal spoediger
afwisselen dan in vroeger tijden, kunnen aan den
eeneu kant de vervulling der schoonste beloften
onmogelijk maken en aan de andere zijde onver
wachte gelegenheid geven tot het daarstellen van
goede zaken, waarop men niet had durven rekenen.
Met vertrouwen zien wij derhalve deze zitting
der Staten-Generaal te gemoet. Indien het waar
is, dat de kracht van den ouden Aanvoerder in
den laatsten tijd op de jongere legerhoofden is
overgegaan, dan hebben zij, al is het dan ook in
een meer geavanceerde richting, verder slechts
zijn voorbeeld voor oogen te houden: en hanne
regeerlng zal vruchtbaar zj|n.
Lelden, 17 September.
Hedenmorgen heeft ten bureele van den heer
kolonel garnizoenscommandant alhier, ouder
nadere goedkeuring van Zijne Excellentie den
Minister van Oorlog, de aanbesteding plaats gehad
van de levering van fourrages voor de bereden
corpsen in dit garnizoen gedurende het jaar 1873,
waarbij de minste inschrijver bleek te zijn de
heer de Klerck te Werkendam en wel voor de
volgende prijzen, als: het ration ven 1U kilogram,
hooi a (0.31; haver a (0.90; stroo a (0.22.
Bij Koninklijk besluit »an 16 September jl. is
Zr. Ms. Commissaris in de provincie Zuid-Hol
land gemachtigd tot bijeenroeping van de Staten
dier provincie in buitengewone vergadering op
2 October e. k., ter verkiezing van een lid voor
de Eerste Kamer der Staten-Generaal, in de
plaats van den lieer Blankenheim, overleden.
Door de welwillende medewerking der hooiden
van gewestelijk en plaatselijk bestuur is de
Koninklijke Natuurkundige Vereeniging in staat
gesteld omtrent de uitbarsting van den Merapi
een vrij volledig overzicht te geven, met welks
samenstelling het bestuurslid Dr. P. A. Bergsma
zich onledig houdt. Omtrent den aan de vereeni
ging toegezonden asch eu de uit de residentie
Soerakarta ontvangen steenen, wordt een schei
kundig onderzoek ingesteld door het bestuurslid
A. A. Backer Overbeek.
Een gedeelte van den asch en van de steenen
zal worden gezonden aan den heer Palmieri,
Directeur van het Meteorologisch Observatorium
op den Vesuvius eu aan het Museum voor natuur
lijke historie te Leiden. (iV. B. H.)
's Rijks gewone middelen hebben in Augustus
1872 opgeleverd 7,164,000 tegen eene raming
voor éeue maand van 6,169,000 en tegen eene
opbrengst in Aug. 1871 van 6,430,000. Over de
verloopene acht maanden des jaars 1872 was de op
brengst 52,628,000 tegen eene raming voor acht
maanden van (49,563,000 en tegen eene opbreDgst
over gelijk tijdperk in 1871 van (49,227,000. Wij
zijn dus zoowel bij de opbrengst van verleden
jaar als bij de raming voor dit jaar nu reeds
ruim (3,000,000 vooruit. En daur de laatste maan
den des jaars doorgaans niet de ongunstigste zijn,
bestaat er alle vooruitzicht, dat deze voordeelige
verhouding niet alleen zal blijven bestaan, maar
zells nog zal toenemen.
Al de verschillende brouneu van inkomst heb-
beu tot deze goede uitkomst hare bijd ragen gele
verd, en men vindt er alleen éene, die een weinig
tekortschiet. De opbrengst der telegraphie name
lijk is ettelijke duizende guldens lager dan de
raming en dan verleden jaar. Bij de nieuwe be
grooting zal daarop waarschijnlijk gelet moeten
worden. De posterijen daarentegen overtreffen de
gekoesterde verwachtingen. Doch in het aanbren
gen van deivovervloed in's Rijks schatkist spannen
de directe belastingen boven alle andere de kroon.
Deze alleen hebben over de acht maanden ruim
2,500,000 meer opgebracht dan de raming. Het
zijn bepaaldelijk de rechten van registratie en successie
die deze ougemeene bate hebben geleverd. Voor
't overige geven de directe belastingen getuigenis
van runne en gemakkelijke aanzuivering van het
verschuldigde door de belastingplichtigen, terwijl
de goede opbrengst vau rechten op den invoer en
van de accijnzen bewijs geeft van levendig vertier
in handel en nijverheid, eu die van de belasting
op de gouden- en zilveren werken te kennen geeft,
dat de welgestelde burgerij niet tegen uilgaven
van weelde opziet.
zien, hoofdzakelijk tot bewaring van aaugetee-
kende brieveu.
Door ziekte van den tegenwoordigen predikant
der Ned. Hervormde gemeente te Londen, is die
betrekking vacant; eenige predikanten uit Ne
derland zijn uitgenoodigd aldaar eenige malen
te komen prediken, ten einde uit hen éen als
leeraar aldaar zou kuunen benoemd worden.
De Ainsterdamsche subcommissie van de Thor-
becke commissie, heeft in de vorige week eene
vergadering gehouden en het besluit genomen,
zicli binnenkort tot de ingezetenen te wenden
om de verlangde bijdragen te verkrijgen.
Aau de Prov. Gr on. Ct. wordt van welingelichte
zijde medegedeeld, dat de postkantoren in ons
land reeds van brandkasteu zijn of worden voor-
De Staats-Courant behelst de volgende Koniuk
lijke besluiten
Onderdeel 1*. van de eerste alinea van art. 1
der verordening, betreffende het uitloven van
Staatswege van premiën op den aanvoer van
vrije arbeiders in Suriname, vastgesteld bij besluit
van 19 Maart 1863, n°' 71, uitgebreid en aange
vuld bij de besluiten van 19 Mei 1864, n°. 29, en
19 September 1870, n°. 19, en gewijzigd bij dat
van 16 Januari 1867, n°. 68, wordt nader gewij
zigd als volgt:
1*. Uit landen beoosten de Kaap de Goede Hoop.
Uit China:
voor een man van 16 tot 40 jaren oud 260
voor eene vrouw200
voor een man en eene vr. (gehuwd paar) 500
voor een kind van 8 tot löjarigen leeftijd 110
voor een kind van 5 tot 8jarigen leeftijd 70
Uit Britsch Indie
voor een man van 16 tot 40 jaren oud200
voor eene vrouw150
voor een man en eene vr. (gehuwd paar) 400
voor een kind van 8 tot löjarigen leeftijd80
voor een kind van 5 tot Sjarigen leeftijd 50
Dit besluit treedt iu werking met den dag
van afkondiging in de kolonie Suriname.
2°. Uit Nederlandsch Indie
voor emigranten van Ohineesclien landaard:
voor een man van 16 tot 40 jaren oud200
voor eene vrouw150
voor een man eu eeüe vr. (gehuwd paar)400
voor een kind van 8 tot löjarigen leeftijd 80
voor een kind van 5 tot Sjarigen leeftijd 50
Ons besluit vau 29 Maart 1872, n». 11, is van
toepassing op den overvoer van emigranten van
Ohineesclien landaard uit Ned.-Indië met dien
verstande, dat de daarbij uitgeloofde verhoogde
premie ook wordt toegekend, wanneer de aan
voer per stoomschip slechts plaats heeft van eene
haven in Nederlandsch-Indië naar eene haven in
Europa.
Art. 75 van Ons besluit van 22 Maart 1872,
d°. 27, is mede toepasselijk op emigranten van
Chineeschen landaard uit Nederlandsch-Indië, on
verschillig of de aanvoer direct dan wel over
Europa plaats heeft,
Als de persoon, die de functiën bij de veror
dening, betreffende het toezicht op den aanvoer
van vrije atbeiders in Suriname, vastgesteld bij
Ons besluit van 19 Maart 1863, n°. 71, gewijzigd
bij dat vau 26 Januari 1865, n°. 46, en aangevuld
bij dat vau 19 Januari 1871, n°. 5, aandeNeder-
laudsche consuls en burgemeesters hier te lande
opgedragen, bij de werving van emigranten van
Chineeschen landaard uit Nedt rlandsch-Indië naa.
(NAAK HET ENGELSCH.)
Kent Stratliden stond op, wreef zijn oogen, zag
eens rond en lachte hartelijk. „Ha, hal Zoo heb
ik dan toch werkelijk geslapen. Wat drommel,
al zes ureul" zeide hij op zijn horlogie ziende.
„Nog een uur en ik zal deze vervelende plaats
achter den rug hebben."
Op dit oogenblik liet de schel, die aan de thee
tafel noodigde, haar welkom geluid hooren en,
haastig opstaande, sloeg hij een vluchtigen blik
iu den gebroken spiegel op den ouderwetschen
schoorsteenmantel. ,/Niet uoodig oui uiijn haar
nog eerst op te maken. Er zullen hier wel geen
voorname gasteu zijn," mompelde hij en trad de
eetzaal binnen.
Toen hij gezeten was, vlak tegenover een lang,
mager jongmenscli, eu deze hem een oogenblik
verbaasd had aangestaard, zag hij een glim lach
op diens gelaat. Kent at verstoord zijn geroosterd
brood, en dacht bij zich zelf: „Waar ziet die
schaapskop toch naar? Laat hij naar de maan
loopenl'! en hij vervolgde zijn maaltijd in een
waardig stilzwijgen.
Had hij slechts zijn prachtigen baard wat op
zijde geschoven en de door Sibylla geschreven
regelen gezien, die nu van flauw, zooals ze eerst
waren, door 't opdrogen in een schitterend zwart
waren overgegaan, het geheim ware hem opge
lost. Niet voor des avonds bereikte hij zijn huis.
Dikwijls had hij onderweg het lachen zijner
medereizigers bemerkt, als zij hem aanzagen, en
zich afgevraagd of het hun soins 111 't hoofd scheelde.
Van den trein stappende ontmoette hij een be
kende, die hem hartelijk welkom heette.
„Hoe gaat het, oude jongen I Blijde dat ge terug
zijt! Ge behoeft geen cab te huren, mijn rijtuig
is hier. ik kwam om nicht Beila af te halen,
maar zij stelt mij te leur, vergun mij dus u naar
uw moeders huis te brengen.
Zij baanden zich een weg door de menigte en
zaten weldra in het rijtuig.
„Warm, niet waar! Wat is dat? Ha, hallo!
Is dat de laatste smaakEen autografiscb
album! Wie is Tibby, zeg!" riep de vriend uit.
schaterend van lachen.
Een verbaasde blik was het antwoord daarop,
en Kent zeide medelijdend: „Hij is gek, bij Ju
piter
Een nieuwe uitbarsting van lachen volgde bet
zeggen van Kent, en, een wanhopige poging doende
om te bedaren, hernam de ander „Vergeef mij,
Strathden, het is om zich ziek te lachen. Wie heeft
den iDval gehad otn een autografiscb album van
uw overhemd te tnaken
Dal was dus het raadsel. Een oogenblik was
hij woedend, maar de vreemdheid van de liecn
gespeelde poeis en zijne eigene wonderlijke positie
brachten hem er toe om van harte mee te lachen.
„Waar zou ik dat hebben opgedaan, Garol?
vroeg hij verbaasd."
„Klopgeesten," hernam zijn vriend spottend.
„Hoe heette uwe overgrootmoeder?"
„Dat kan niet zijn, mijn beste jongen. Geen
geestenvinger is zoo brutaal; het moet de een of
andere giappenmaakster under de landmeisjes
geweest zijn. Ik heb vandaag midden op den dag
voor een open venster geslapeu, lerwijl ik te
Massleton op den trein wachtte." „Een uardige
grap is het," vervolgde hij, het antieke vers be
schouwende.
„Ja, maar hei is minder pleizierig om voor een
gek versleten te worden duur degenen, die de
toedracht niet weten."
Hier hield het rijtuig stil voor een zeer voor
naam huis. Kent sproDg er uit en stak zijn vriend
de hand toe, zeggende
„Dank, DinsmoreWilt gij niet binnenkomen?"
„Nu niet, ik moet inijné zuster gaan zeggen,
dat Bella niet gekomen is. Knoop uw vest dicht,
opdat de oude mevrouw liet niet ziet. Zij zou
denkeu, dat ge op avonturen waart uitgeweest.
Nu, tot van avond, in den clubl"
Toen Kent zich omkeerde sprong een aardig,
vroohjk klein meisje hem te gemoeten omarmde
hem, zonder acht te geven op zijn besloven reis-
kleeren.
„Welkom thuis, beste oom! Mama en ik zagen
het rijtuig van de Dinsmores aankouieu en waren
verwonderd u er te zien uitstappen. Ge hadl ons
gezegd niet vóór Zaterdag hier te zullen zijn."
„Mtjne zaken waren eerder afgeloopen dan ik
dacht. Loop nu gauw naar mama, terwijl ik
deze stoffige kleeren ga uittrekken." Eu met een
kus liet hij haar gaan.
Een uur later giDg hij naar de koele, luchtige
eetkamer en vond er zijn moeder en schoonzus
ter op hem wachten.
Ik ben recht verheugd u weer te zien, mijn
beste jongen," zeide de statige oude dame, ter
wijl zij opstond van achler de massief zilveren
tiouilloire, om haren lieveling te begroeten.