A
Maandag
26 Augustus.
N°. 3848,
A°. 1872.
Feuilleton vau liet „Leidscli
Dagblad".
SCHBTSBB DIT BBGBLAB9.
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DEZER COURANT.
Voor Leiden per 8 nu&ndenƒ8.00.
Franco per post,8.85.
Afronderlyka Nommers0.05.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJH DER ADVKRTKNTIttN.
Voor iederen regel./0.16.
Grootere letter* naar de plaatsruimte die s\j beslaan.
STADS-BE RICHTEN.
PArrE;rvxBL.i%.nE:rv.
BURGEMEESTER, Hoofd van het Gemeente
bestuur van Leiden, doet te weten, dat de inge
vulde patentbladen, over het dienstjaar 1872 en 1873,
voor de Wijken 5, 6, 7, 8 en 9, bij het College van
Zetters, in eene der vertrekken van het Raadhuis dezer
gemeente, verkrijgbaar zijn, dagelijks, met uitzondering
van! den Zondag, van des middags twaalf tot
twéé uren.
En wordt deze door plaatsing in de Leidsche Cou
rant afgekondigd.
De Burgemeester voornoemd,
v. d. BRANDELER.
Leiden, 24 Augustus 1872.
De BURGEMEESTER, Hoofd van het Gemeente
bestuur van Leiden, doet te weten, dat aan den
Ontvanger der directe belastingen alhier ie ter hand
gesteld een, op den 22sten dezer maand, invorderbaar
verklaard kohier voor de belasting op het personeel,
dienstjaar 1872 en 1873, «erste kwartaal; terwijl ieder
verplicht ie zijnen aanslag, op den bij de Wet be
paalden voet, te voldoen.
En wordt deze door plaatsing in de Leidsche Courant
afgekondigd.
De Burgemeester voornoemd,
T. d. BRANDELER.
Leiden, 24 Augustus 1872.
Lelden, 81 Augustus.
Naar wij vernemen is de Hortus gisteravond
door 746 personen bezocht. De door den heer
J. L. Creyghton aangebrachte verlichting voldeed
bijzonder.
V Op nader ie bepalen dagen in bet laatst van
deze of in bet begin der volgende week, zal de
Victoiia-kas in den kruidtuin te Leiden nogmaals
worden verlicht, en des avonds van 8 tot 10 uren
voor bet publiek worden opengesteld. De toegang
zal alsdan op de gewone wijze openstaau, zonder
dat daartoe toegangskaarten worden vereischl.
De gewoue jaarlijkscbe réunie der oud strijders
van 1830)31 uit Noord- eu Zuid.Holland zal dit
jaar morgen te Gouda plaats hebben. De biet-
ter slede gevestigde aldeeling zal zich tot dat
einde 's morgens te 7 uren per stoomboot Volhar
ding naargenoemde plaats begeven.
Morgenochtend te 7 uren zal er eene koraal-
uitvoering plaats hebben door de muziek van het
4de regiment infanterie op de plaats der kazerne
aan de Morschpoort.
Aanstaanden Maandag zal door de alhier in
garnizoen zijnde inlanterie en eene sectie veld
artillerie met getrokken 8 c.M. vuurmonden, de
eerste gecombineerde oefening plaats hebben op
bet terrein de Maaldrift te Wassenaar, ouder bevel
van den majoor M. M. Westeuberg van hel 4de
regiment intauierie.
Aan de Zwem- en Bad-inrichtiug Rhymigt zijn
gedurende deze week 1451 baden genomen.
Gedurende deze week zijn in het Werkhuis
alhier opgenomen, van 97 tot 111 volwassen per
sonen en van 34 tot 41 kinderen.
Gisteren had te's-Gravenhage ouder voorzitter
schap van generaal-majour van der Hart Beek,
inspecteur-generaal van fortificatiën, aan bet Mi
nisterie van Marine de eerste zittiDg plaats eener
commissie, samengesteld uit officieren van de zee-
eu landmacht, om te onderzoeken welke van
onze zeegateu en rivieren door torpedo's moeten
worden verdedigd en onder het beheer van welk
Departement, Oorlog of Marine, die torpedo's in
oorlogstijd iu de onderscheiden vaarwaters zullen
moeten worden gelegd. Later zal ook die com
missie de verschillende stelsels van torpedo's voor
elk vaarwater in bet bijzonder nagaau. Leden
der commissie zijn o. a. de jongst algetredeu
Minister van Oorlog, generaal-majoor der artil
lerie Delprat, generaal-majoor Boouia, chef van
den generalen staf, de kolonel der marine van
de Velde, de commandant der torpedo-compagnie,
kapitein van Houtum, de adjudant van den Mi
nister van Marine, van Goens, en verscheidene
andere marine officieren.
De 2de luitenant van het 2de regiment infan
terie J. A. Suriugur, te Maastricht, schrijft aan
de N. H. Ct.;
„De iDzeuder van het bericht uit Maastricht
vau den 18den dezer, omtrent het gebeurde bij
gelegenheid der processie, heeft daarbij niet ge
meld, dat alle omstanders, ofschoon Katholiek
zijnde, voor mij partij trokken en den man uit
de heffe des volks hebben belet mij verder lastig
te vallen. Hieruit blijkt dus, dat inen uit dit
voorval geeue gevolgtrekking omtrent onverdraag
zaamheid tusscheu Roomscben en Protestanten
hier ter stede kan maken, te meer daar de man,
die mij wildo doen knielen, mij vroeg of ik een
Geus was, en mij dus volstrekt uiet kende."
d,
Gisteravond te ongeveer hall'acht is een kind
an 111 maanden, tijdeus het alleen iu een ledi-
ant lag en de moeder een boodschap verrichtte,
laaruit iu een, emmer met water gevallen, met
dit gevolg dat het spoedig-stikte.
Naar aanleiding van het bericht, als zou de
heer Jules Simon het plan hebbende tentoonstel
ling vau hulpmiddelen voor het middelbaar on
derwijs te bezoeken, schrijlt men aan het Utr.
Dagblad van bevoegde zijde het volgende.
Of de heer SiuioD werkelijk voornemens is de
tentoonstelling, met een bezoek te vcreeren, kan
ik u met zekerheid met zeggen; toch zou het mij
niet verwonderen, dat hij de gelegenheid ge
bruikte, om van ons middelbaar onderwijs beter
dan ooit een behoorlijke voorstelling te ontvan
gen. Daarop zal hem zeker vauwege inspecteurs
of den Minister dan ook wel gewezeD zijn.
In atleu gevalle zou het mij zeer verheugen,
j Immers, wauneer ik wel ingelicht ben, zal de
I tentoonstelling het bezoek van een man als Ju
les Simon alleszins waard zijn, zooals trouwens
algemeen het bezoek van allen, die slechts eenig
j belang stellen in dat groote middel onzer volks-
j ontwikkeling, hetwelk men het middelbaar on
derwijs noemt. De f 400 welke onze stad als be
wijs van belangstelling, bij wijze van krediet
daarvoor heeft toegestaan, zijn dan zeker ook
niet onnut besteed. Naar vVij vernemen, heeft de
regétingsconnnissie de meest mogelijke mede
werking gevonden. Van het groot aantal burger
scholen hebben zich Slechts 7 a 8 vdh alle inzen
ding outhoudeu, van de grootere rijksscholen Zijn
zeer belangrijke voorwerpen ontvangen. Ook van
de zijde der inspecteurs ondervond de commissie
krachtigen steun, ja zelfs de Minister van Biü-
nenlaudsche Zaken heeft ondubbelzinnige bewij-
zeu van belangstelling gegeven. Van wege het
Ministerie ontving de commissie een volledige
verzameling vau pleisterbeelden van Lacomblé
en vergissen wij ons hief, dan zijn zelfs slappen
tot nog krachtiger stéun gedaan. Op het bezoek
van inspecteurs, misschien van den Minister zei
ven, wordt hoop gekoesterd.
Git Amsterdam wordt aan 1e N. R. Ct. ge
schreven, dat op deozelfden dag waarop het ge
beurde met een krankzinnige of beweerden krank
zinnige aan het station te Helmond plaats had,
een gelijk geval, vermoedelijk met denz'elfden
persoon, werd waargenomen aan het statiOD van
het Rijnspoor te Amsterdam.
Een jong man, per as aan dat station gebracht
eo begeleid door 3 personen (gèen Capucijners)
werd onmiddellijk na aankomst op het perron
geworpen, aan handen, voeten en bals ge
bonden, en met behulp van een spoorwegbeambte
in een vooraf daartoe gehuurde coupé geworpen
en zorgvuldig opgesloten. Dit ging echter niet
zonder tegenstreven van den ongelukkige, die,
terwijl hij zich met geweld trachtte te verzetten,
de omstanders toeriep: „Ik ben niet krankzinnig!
Al het mogelijke wordt op mij toegepast om hut
mij te maken. Achttien maanden ben ik reeds
opgesloten in een donker kot; ik ben Steins
Bisschop, ik wil uiet als geestelijke optreden,
daarom noemt men mij krankzinnigBur
gers, redt mij I ik roep u lot getuige," enz.
Onze briefschrijver meent, dat de naam üieins
Bisschop (een bekende naam) wel aanPeidihg kan
gegeven hebben tot de verwarring, als zou de
bisschop Steins in liet geval betrokken zijn.
De Indische dagbladeu dealen een particulier
schrijven mede, dat door den heer Pierre L.Co-
cheret, leeraar aan de lloogere Burgerschool le
Rotterdam gericht is aau den kolonel T. C. J.
Kroe8en, wiens twee zonou (heiden in ludië ge
boren en aldaar lot hun 12de eu 14de jaar opge
voed) ouder zijne leiding ziju geplaatst. Dit schrij
ven wordt door den geadresseerde openbaar ge
maakt, om iets bij te dragen tot „verzachting van
den hoogst pijnlijken indruk, vrij algemeen iu
Indië veroorzaakt door het allerongunstigst getui
genis nopens het gehalte der zich in Nederland
beviudende zoogenaamde ludische kinderen, zoo
verregaand ondoordacht uitgesproken door den
directeur van de Hoogere Burgerschool te's-Gra-
venhage in zijn bekend verslag."
De heer Cocheret zegt hierover:
„Het schijnt ddti Wel, dat óf die dirécteui niet
heel goed op de hoogte is van z(jne eigen school,
Óf dat Hij het al bijzónder ongelukkig treft. Rot
terdam schijnt dan wel bijzonder bevoorrecht.
Wij hebben in bijna alle afdeelingen onzer vijf
klassen éen of meer Indische jongelui, en op het
gymnasium heb ik er ook een gehad, die nu on
langs Wegens familie-aangelegenheden naar elders
is vertrokken. Under die allen is er uiet éen, die
wegens zijn gedrag reden tot klagen geeft. Er
zijn er zelfs verscheidene, die wegens ijver, goed
gedrag en uitstekende vorderingen lot voorbeeld
voor anderen kuoDen strekken.
„U kunt met dit schrijven handelen naar goed
vinden, om het aan uwe vrienden in Indië be
kend te maken, dat er in Nederland ook leeraars
zij n, die niet zoo ongunstig over ludische jonge
lui denken."
De heer J. H. van Leunep te Zeist, geeft in
het Uirechtsch Dagblad een itlscllrlft van zijn ant
woord op het stuk van Dr. A. Rutgers van der
Loett', betreffende het Invalidenhuis voor Zeelie
den te Brielle, aan de Nieuwe Rolt. Courant gezon
den, ddth niet gepléatst
„Vergunt mij' u nog eenmaal liet woord te vra
gen over mijne eigëne zaak, eene zaak, die ik
vertrouwde, dat reeds de zaak mijns volks ge
worden was! iu.,
Men beweert iu uw blad, dat unjn plau tot
stichting van een Invalidenhuis voor oude eu
verminkte Zeelieden te Brielle niet populair was.
Niet populair, neeD, even weinig als elk ander
goed plan in Nederland, dat eerst eeus ter dege
benijd en bevit, bespat eu bespot, betobd en be
zwaard moet wordeu vóór het, tot elks eindelijke
bevrediging, doorgaat. „Populair'f" Door den ont
werper, als eene flesch uiet eene gedachte er iu,
omhoog geworpen om neer te vallen in de zee
der openbaarheid, aan het adres van dengene, die
het op zou willen nemen, heeft het eerst gedob
berd, verschtjuende en verdwijnende, mediis Iran-
quillus in undis, nooit onzeewaardig, eu het heelt
zijn vinder gevonden in Z. M. den Koning.
„Populair Het heeft om de gitten der natie
gevraagd een paar maanden nadat alom reeds
voor het Brielscbe plan, dat niet populair was,
was ingezameld, eu heelt toch nog al wat ont
vangen. Maar de niet-populariteit der Niuil, waar
voor men reeds gegeveu had, omdat men wel niet
anders kon een kregele gilt had aan het
warm mildheidsgevoel der Hollandsche harten
een draai gegeven, waar het met heen wou, eu
het Hollaudsche hait wil „recht door zee." Ware
hel dadelijk aangesproken geworden voor eou zee
manshuis, liet had tiendubbel gegeveu, want de
zee is populair in Nederlaud, eu de zeeman
ook de oude en verminkie zeeman is er po
pulair, eu, ik durf het zeggen, het Zeemanshuis
is er populair geweest. Zóó populair, dat het reeds
dadelijk in Rusland, mede Dij een eeu.vvleest, na
volging gevonden heeft, maar in Nederland (zóo
impopulair is het.... bij de commissie) wordt
nu alles gedaan, om dat Zeemanshuis, zoo het dj
v JS
naze het ïransch van
■ff. TT A- I I%I E.
VIII.
De Engelsohe geest.
(Vervolg.)
„Aan den andereD kant een schoon Italiaanscli
landschap vol villa's en kerken VVij gevoe
len dat onze godsdienstige overtuiging, ons ge
lóóf in die gebeurtenis wordt weggecijferd
het is niets meer dan eene ongerijmde legende,
„een Hauw mengelmoes van franjes, gespierde
armen, gefriseerde hoofden van Grieksche phi-
lisophenAl wat de menscben tot hun eigen
„nut zouden hebben kunnen uitdenken om zich
deze ware, zoo buitengewone en vreemde ge
schiedenis voor te stellen, met hare eindelooze
„gestrengheid, eindelooze teederheid, eindelooze
„verscheidenheid, wordt als met een spous uitge-
„wisclit door de zinledige sierlijkheid van Ra-
„phaël.
Het valt gemakkelijk een schilder, zelfs een
groot schilder te veroordeelen, wanneer men hem
een doel toeschrijft uat hij niet beoogde Raphaël
had geene andere bedoeling dan ernstige, wel
gebouwde, goed geposeerde, gegroepeerde en ge-
drapeerüe schoone manuen voor te stellen.
Ruskius verwijdt hem, dat hij van Paulus een
peinzenden Hercules heeft gemaakt, rustende op
het zwaard der overwinning, eu voegt er hij dat
geen enkel kunstenaar nog den waren Paulus
geteèkend heeft. Het is ook maar beter dat men
dien niet geschilderd heeft; „die leelijke kleiue
Jood" was alleen schoon vaö ziel, en zijn ziel
is in zijne Brieven.
Raphaël had gelijk; in tegenstelling met de
letterkunde, stelt de schilderkunst, het leveud
lichaam op het oog hebbende, de ziel slechts
middellijk en als bijkomend iets voor. Ruskins
vordert van de laatstgenoemde kunst de indruk
ken door de eerste teweeggebracht. „Bij den
„Bouw van Carthago, door Turner, is de hoofdzaak
„op den voorgrond een groep kinderen, die zich
„vermaken met schuitjes te laten varen." Volgens
'Uildroiiibg reu Renan.
hem is dat meesterlijk gevonden, de epische poëzie
waardig; want dat kinderspel wijst op de nei
ging voor zeevaart en de toekomstige macht van
Carthago.
„Bij soortgelijke onderwerpen laat Claude daar
entegen menschen optreden, die roode koffers dra
gen met ijzeren sloten, en vindt 'teen kinderlijk ge
not oin den glans van het leer en de ornamenten van
hot metaal weer ie geven." Maar als nu de roode
kleur en de glans donkere voorgronden zijn, com
plementen, nuttige waarden out bet oog te boeien,
tegen te houden ot voor te bereiden, en om zoo
te zeggen een gamuie van den hoorn of de hobo
in eene symphonie? Hij die de gam.ne weglaat
heeft geen oor; heeft hij dan oogen, die den glans
of het rood weglaat?
Dus het feit, de werkelijkheid, het materieele
en phyeieke voorlvërp, als zoodanig bestudeerd,
juist zooals het zich voordoet, in de kleinste bij
zonderheden, ongeschonden en angstvallig op het
doek overgebracht, zoo nauwkeurig weggegeven
en geëncadreerd dat een vakgeleerde, een bota
nist of een geoloog in de schilderij een document
zou vinden; niets tot versiering, voor den lust
der zinnen, voor de stille wenscben van het oog
bovendieü, en als de weerslag, de indrukken van
den moreeleh persoon, de stille samenspraak tus
scheu de ziel en de natuur, de doffe en aange
houden weergalm vau een diepschuileud ik vol
trillende snaren, van een groote harp binnen iu,
die met onverwachte klanken antwoordt op eiken
schok er van buiten af aan gegeven. Voor hen is
dat machtige ik de voornaamste persoon ter we-
jeld, die, zelf onzichtbaar, alle zichtbare dingen
kan zich ondergeschikt maakt en tot zich trekt;
ftuu verdienste is dat zij voor hein een zin bezil-
eu, tot iets in hem tn gemeenschap staan, in hem
ene verborgen aandoening schetsen ol voltooien
et geestelijk leven is het middelpunt waar al
et overige in uitloopt. Om zulk eene over-
eerscheude plaats te kunnen innemen, moet bet
wel zeer krachtig en absorbeereud zijn. Dat is
et inderdaad, en men behoeft daartoe slechts te
etteo op de hoofdtrekken van het Éngelsche ka-
akter: de behoefte aan onafhankelijkheid, de
geschiktheid voor het initiatief, de krachtige eu
onbuigzame wil, de1 hevigheid en ruwheid der
■erkropte en bedwongen hartstochten, de stille,
uwe Wrijving van de iuweDdige radeieu, het
;roote en tragische schouwtooneel, dat eene vol-
An artist
Who paints a tree, a leaf, a common stone.
With jnst his hand, and Onds it suddenly
A-piece and conterminous to bis sonl.
Why else do those things move hun, leaf or atone
(Aurora Leigh, 3Ö3).